17481 resultaten - Pagina 205 van 1166
... 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 ...
[5] Dan stapt CYRENIUS naar voren en zegt: "En ik, als Romeins opperstadhouder over geheel Azië en een deel van Afrika, voorzien van alle volmachten uit de hand van keizer caesar Augustus, die mijn broer was, en nu ook van zijn zoon, bevestig deze uitstekende keus! Ouran jij zou nergens ter wereld een betere hebben kunnen vinden! DIXI! (Ik heb gezegd) - Cyrenius."Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Dan zeg IK: "Ook Ik bevestig hem nu, want Mijn geestelijke zalving daarvoor kreeg hij al eerder. Maar jij, Ouran, kunt hem thuis ook nog met nardusolie zalven voor het volk en voor alle groten van jouw rijk, opdat zij weten met wie zij te doen hebben en wat zij hem schuldig zijn. Hij zal jouw rijk beter beschermen tegen de invallen van de Scythen dan een groot leger met de meest uitgelezen soldaten. Ik zal hem daarvoor ook een buitengewone macht geven zodra hij zijn ambt gaat uitoefenen. Nu heeft hij die nog niet nodig en heeft hij voldoende aan zijn wijsheid!"
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Ouran bedankt Mij en Cyrenius heel hartelijk en ook HELENA, die daarop echter vraagt: "Maar mijn vader heeft geen mannelijke nakomeling! Wie zal hem opvolgen om te regeren?"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wat bedeesd slaat HELENA nu haar ogen neer en zegt na een poosje: "Maar Heer voor U is er toch ook niets veilig, al houd je het nog zo in je hart verborgen! U heeft in mijn hart gekeken en beslist daarin ontdekt dat ik Mathaël buitengewoon aardig vind, en nu heeft U mij verraden nog voor ik dat eigenlijk gewild had. Maar omdat mijn hart nu toch reeds verraden is, kan ik Uw heilige vraag niet anders dan oprecht met ja beantwoorden. Ik houd heel veel van Mathaël, maar het is natuurlijk zeer de vraag of hij van mij houdt!"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] MATHAËL zegt: "O Heer, hoogverhevene! U bent het grootst in mijn hart als U zo menselijk met ons mensen spreekt! Zou ik deze reine maagd, die met haar hele wezen U toegenegen is, zo intens kunnen liefhebben als ik U, o Heer, liefheb!? Zij is echter een verheven koningsdochter en ik een arme burgerzoon. Ik kom eigenlijk niet eens uit Jeruzalem, deze grote stad die honderd poorten heeft en meer dan tienmaal honderdduizend inwoners telt. Ik kom slechts uit de omgeving en men rekent mij en mijn familie nog niet eens tot de inwoners van de stad! - Daar, daar zit voor mij de moeilijkheid!"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Kijk, Gods macht gaat verder dan de macht van een aardse koning! Of ligt het leven van een koning niet evengoed in Mijn hand als dat van een bedelaar? Eén zuchtje van de wil van Mijn geest, en de gehele schepping bestaat niet meer! Vriend, maak je dus maar geen zorgen! Wat Ik zeg, is voor de eeuwigheid gezegd, en waarvoor Ik iemand uitkies, dat is en blijft hij onbetwist en onaantastbaar. Ik alleen ben de Heer en doe alles volgens Mijn geheel eigen liefde en wijsheid, en niemand kan met enig recht tegen Mij zeggen: 'Heer, waarom doet U dit of dat?' Ja, wie Mij in de liefde van zijn hart vraagt, die zal Ik in zijn hart wel een bevredigend antwoord geven, maar wie met Mij zou willen redetwisten, krijgt geen antwoord, maar alleen een oordeel! Wees jij dus maar rustig. Als Ik je koning maak, ben je ook werkelijk een koning en wie tegen je te velde zou trekken, zal vermorzeld worden! Neem daarom de hand van Helena en besef dat zij je lieve vrouw is en blijft!"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Dan staat OURAN op en zegt, vervuld van grote dank: "O Heer, Eeuwige Almachtige, hoe zal ik arm, zondig mens mij U ook maar enigermate ooit op waardige wijze dankbaar kunnen betonen? U overlaadt mij met de grootste genade en weldaden! Wat een grote en voortdurende zorg heeft U van mijn hart afgewenteld!
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Dat is alles wat ik hier oprecht en waar voor God de Allerheiligste uit de dankbaarste diepte van mijn nu geheel berouwvolle hart kan bekennen. O Heer, wees U mij arme zondares steeds genadig en barmhartig, want U alleen weet het best hoeveel aardse levenslast ik kan verdragen! Ik wil niet zonder last door dit leven gaan en ik wil dragen in evenredigheid met de kracht die U, o Heer, mij hebt verleend, maar Heer, ik smeek U mij niet meer dan dat te dragen te geven!"
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Zie je, dochter, hoe nu mijn spreuk die ik je zo vaak heb laten horen: 'Wie alles wil vinden, zoeke slechts God alleen!' heerlijk in vervulling is gegaan! Jij zuchtte, toen wij onze stad verlieten met de geheime bedoeling in het hart niet eerder terug te gaan dan wanneer wij de waarheid en de alleen ware God zouden hebben gevonden, en je zei weemoedig: 'Vader, we zullen onze stad en dit mooie land wel nooit meer terugzien!' En ik zei tegen jou: 'Wees gerust, mijn dochter, we gaan toch niet op roof uit en ook niet om een van onze buren met oorlog te dreigen, maar wij gaan om voor ons en ons land het hoogste geluk te zoeken! Geen god en geen macht ter wereld kan dit plan van ons slecht noemen!' Toen werd jij rustiger en wij gingen vol goede moed op reis. Maar ik vraag je of je vanaf dat moment ook maar het geringste vermoeden had van al dat overweldigend goede en dat grote geluk dat wij hier hebben gevonden!"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg: "Mijn juk is zacht en Mijn last is licht, maar af en toe een beetje extra gewicht erbij zal je nooit schaden, maar alleen maar van groot voordeel voor je zijn voor ziel en geest.
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Als je dus zo nu en dan iets zal overkomen, bedenk dan dat Ik het ben die je zo'n versterking doe toekomen! Want hoe meer Ik een mens liefheb des te meer zal Ik hem ook verzoeken. Want een ieder moet net als Ik volmaakt worden, maar daarvoor zal veel zelfverloochening, geduld, zachtmoedigheid en algehele overgave aan Mijn wil nodig zijn.
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Wie dan echter volkomen één wordt met Mijn wil, zal in zijn geest ook zo volmaakt zijn als Ik Zelf ben, omdat zo'n geest daardoor geheel één wordt met Mij. -Zeg Mij nu eens, of je dit allemaal wel helemaal duidelijk en goed begrijpt!"
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Met deze woorden verliet Ik het gezelschap en ging verder de berg op, om alleen te zijn en om Mijn eeuwige Vadergeest inniger te verenigen met Mijn gehele wezen.
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] CYRENIUS zegt: "Beste vriend en nu broeder Mathaël, hoe zeer het mij voor jou ook verheugt te weten dat je op de best mogelijke manier bent ondergebracht, het zou mij toch nog meer verheugd hebben als je steeds in mijn omgeving was gebleven! Want van ons allen is er niet één die alle dingen zo grondig kent als jij, uitgezonderd de engel, die nu met Suetal in gesprek is! Wat zal een volk gezegend zijn met zo'n regent als jij, iets wat je in wezen eigenlijk al bent! Maar we zullen elkaar toch nog wel meermalen zien, want ik kom naar jou toe of jij komt naar mij!"
Hoofdstuk 121: Het gebed van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Wij kunnen Hem echter ook nu en eeuwig niets anders daarvoor terugdoen dan Hem zonder ophouden boven alles liefhebben. En onze onderdanen, die onze broeders en zusters zijn, zullen wij als ons eigen leven liefhebben door hen waarachtig en getrouw de naam van de verhevenste en heiligste, enig ware God te verkondigen en hun een zo zorgvuldig mogelijke grondwet te geven waardoor ze op de weg van de ware liefde en deemoed pas tot echte, God de Heer welgevallige mensen worden. En Mathaël, nu mijn liefste echtgenoot, zal ons met zijn broeders zijn sterke arm en zijn machtige, wijze hart schenken en zo zal in de naam des Heren ons welzijn ook het zijne en zijn welzijn het welzijn van al onze vele onderdanen zijn en worden.
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)