Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 205 van 1490

...  193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218  ...
[2] Vooral Mijn JARAH is deze keer in een goede bui en zegt: "Ik weet werkelijk niet hoe het komt dat ik vandaag zo opgewekt ben. Maar iets valt mij wel op en dat is dat alle anderen niet net zo opgewekt zijn als ik! Ik ben weliswaar een meisje en daarom zou ik het meest geplaagd moeten worden door nieuwsgierigheid, -maar hier is het juist andersom! De mannen zitten steeds te kijken of de negen mensen al ontwaakt zijn. Ik heb nog helemaal met gekeken, maar ik heb ze toch al weg zien gaan, de een na de ander, -en de mannen en heren en koningen kijken nog steeds in die richting en zitten zich af te vragen of ze wel weer levend geworden zouden zijn? O, al een klein half uur geleden! Meteen toen wij bij de tafels kwamen, begonnen de negen mensen zich te bewegen, en zij kwamen de een na de ander overeind, wreven zich de slaap uit de ogen en gingen toen weg. Ik kon dat duidelijk zien, ondanks de bomen die ons wat afschermen van die plaats, omdat ik klein ben en gemakkelijk onder de ken door kijk. Jullie zijn echter groot en de takken van de bomen ontnamen Jullie het zicht op het wonder van de macht van de goddelijke wil. Nu is het echter al te laat. Al zouden jullie er heen gaan, dan zouden jullie niets anders vinden. dan hooguit de plaatsen waar ze gelegen hebben. Ook diegenen, die de Heer gisteren direkt na de storm heeft opgewekt, zijn met de negen anderen naar huls gegaan."
Hoofdstuk 5: De twijfel van Cornelius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] JARAH antwoordt een beetje verontwaardigd: "Hoor eens, ik mag toch veronderstellen dat ik er niet als een leugenaarster uitzie? Zolang ik leef en denk, is er nog nooit een leugen over mijn lippen gekomen, -en zou ik dan aan de zijde van mijn Heer, mijn God.en allerwaarachtigste Meester, met een leugen aankomen om daardoor jullie nieuwsgierigheid te bevredigen?! O, verheven heer, dan kent u Jarah nog lang niet! Kijk, al is het verstand nog zo verlicht, dan woont daar ook de leugen. Je kunt iemand.met je verstand uit eigen overtuiging iets uitgelegd hebben terwijl die overtuiging totaal onjuist was, en dan heb je door je uitleg volmaakt gelogen, -want je hebt jezelf en je naaste misleid. Maar de ware en zuivere liefde liegt nooit en kan niet liegen, omdat zij de naaste, die ook een kind van God is, meer acht dan zichzelf en daarbij God boven alles! Ik ben echter vol liefde tot God en dus ook tot de naaste -zou ik dan in staat zijn om onwaarheid tegen u te spreken? ! Verheven Cornelius, deze veronderstelling van uw kant was toch niet zo hoffelijk!"
Hoofdstuk 5: De twijfel van Cornelius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Toen onze goudvisser echter haastig weer naar het huis van Marcus ging, trof hij daar natuurlijk niemand aan behalve de vrouwen de dochters van Marcus. Daar had hij weinig aan, omdat zij de handen vol hadden aan het klaarmaken van het middagmaal en geen tijd voor hem hadden. Bovendien geloofden zij allen reeds te vast in Mij en waren daarom helemaal niet in de stemming om de wat brutale vragen van Judas Iskariot te beantwoorden. Ook stond deze leerling beslist niet zo erg bij hen in de gunst, omdat hij zich gedurende die paar dagen reeds meermalen zelfvoldaan en onuitstaanbaar had gedragen.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Daarop trok Judas Iskariot zich terug en IK zei tegen Helena, Ouran en Mathaël: "Laat dit nu rusten, want wij hebben belangrijker zaken te behandelen! Behoud de knecht en straf hem niet, want hij zou deze lelijke streek nooit uitgevoerd hebben als hij niet door een geest daartoe was aangezet! Hij werd daartoe echter aangezet opdat ook hij voor ons een voorspelling zou doen die in vervulling zal gaan. -Maar daar praten we nu niet verder over, want we hebben nu veel belangrijker zaken te behandelen"'
Hoofdstuk 8: Uiterlijke rust en innerlijke activiteit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Deze heel wijze les bracht de gemoederen van de Perzen geheel tot bedaren. Maar ook de gemoederen van degenen die aan Mijn tafel zaten, kwamen tot rust en zij wachtten met gespannen verwachting en vreugde op wat Ik daarna ten aanschouwe van iedereen zou gaan doen.
Hoofdstuk 8: Uiterlijke rust en innerlijke activiteit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] HEBRAM zei: "Vriend Risa, als een mens eenmaal lichamelijk zo volkomen dood is als deze negen waren, kun je hem neerleggen zoals je wilt en hem de volgende dag op dezelfde wijze zulke wijn in de mond gieten, dan zal hij toch nooit levend worden! Dat is het werk van de goddelijke wilskracht! Het neerleggen dient alleen maar om het water uit de maag en de longen te laten lopen en de ingegoten wijn is om het nog zwakke zenuwstelsel vooraf een vereiste versterking en het gehemelte ~en betere smaak te geven. Maar voor het latere opwekken van het dode lichaam is noch het neerleggen, noch de wijn een noodzakelijke voorwaarde. Dat liet de Heer slechts alleen daarom eerst gebeuren, omdat Hij van plan was deze negen door Zijn wil in het leven terug te roepen waarbij dan hun zielen meteen een bewoonbaar en bruikbaar lichaam zouden aantreffen! -Zie je dat dan niet in?"
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Wij deden intussen een echte reuzenvangst van uitmuntende vissen, en helemaal in volle zee werden ook de ronddrijvende, geheel naakte lijken gevonden van twee vrouwen, die nadat zij in handen van zeerovers waren gevallen, door hen van hun gehele bezit waren beroofd en levend in het water waren geworpen. Beiden, meisjes van negentien en eenentwintig jaar, zeer welgevormd, waren dochters van welgestelde mensen uit Kapérnaum: Zij wilden naar Gardara reizen en gingen vol vertrouwen over zee. Hun schip en hun bemanning waren volledig betrouwbaar.Maar midden op zee ontmoetten zij een Griekse kaper, die het schip roofde. De vier schippers en de beide meisjes verloren het leven. De vier schippers werden gedood en vervolgens in zee gegooid. Tegenover de beide meisjes waren de zeerovers iets humaner, zij kleedden beiden naakt uit, verkrachtten hen en wierpen ze toen pas in zee. De misdadigers zijn vandaag nog voor het aanbreken van de dag door de arm der gerechtigheid en van het gerecht opgepakt, en deze duivels zullen hun zware straf niet ontgaan.
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Toen ik in de tent kwam, stond hij wat verlegen in de tent, terwijl hij de Grond met zijn blikken afzocht alsof hij iets verloren had. Omdat hij mij verdacht voorkwam, bejegende ik hem op barse wijze en verschrikt verliet hij meteen de tent. Ik dacht eerst niets slechts van een leerling van de grote profeet, maar toen ik in de tent heen en weer liep, viel mij de geldbuidel van de verheven prinses op omdat deze niet meer op de oorspronkelijke plaats lag, die mij maar al te goed bekend was. Omdat ik als vertrouweling niet onbekend ben met de inhoud van de geldbuidel, nam ik de buidel en telde de kostbare inhoud en zie daar, er mankeerden dertig zilvergroschen! Deze dertig kostbare muntstukken kan onmogelijk iemand anders weggenomen hebben dan de leerling die ik al eerder noemde! Ik ben direkt gekomen om dit nu heel eerbiedig aan te geven opdat ik in mijn onschuld uiteindelijk niet verdacht zal worden."
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Risa daarentegen observeerde zijn twee lijken en dacht er alleen maar over na, of deze met de door hem waargenomen voorbehandeling, en uiteindelijk door de kracht van Mijn naam, niet weer in het leven terug te roepen zouden zijn. Anderen om Mij heen dachten erover na, waaruit het zeer belangrijke wel zou bestaan dat Ik na de ingelaste korte rust zou doen. Kortom, ofschoon allen uiterlijk schenen te rusten, waren zij toch innerlijk in hun hart erg bezig, maar niemand zag er kop of staart aan. Philopold, Murel en Kisjonah staken de hoofden bijeen en beraadslaagden druk over wat er toch wel komen mocht. Cyrenius en Ebahl en Jarah dachten ook diep na en konden niets bedenken wat er nu nog zou kunnen gebeuren. Want zij dachten dat er geen nieuwe dingen meer te bedenken waren.
Hoofdstuk 8: Uiterlijke rust en innerlijke activiteit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Marcus boog diep voor Mij en ging heen om zijn opdracht nauwgezet uit te voeren. Toen hij de Mij door Herodes in alle windstreken achternagestuurde spionnen deze boodschap heel ernstig in hun valse gezicht gromde, zei er EEN uit de groep: "Vriend, je schijnt niet te weten dat wij van Herodes alle volmachten hebben gekregen, zelfs over leven en dood, en het recht hebben om iedere brutale, weerspannige persoon meteen te doden!"
Hoofdstuk 9: De spionnen van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Toen de spionnen de Romeinen woedend op zich af zagen stormen, wilden zij vluchten, maar dat lukte hun niet. De Romeinse soldaten riepen hen luid toe dat zij een ieder die zich zou verzetten, zonder genade of mededogen zouden doden. Deze woedende en ernstig klinkende belofte had uitwerking, de brutale spionnen gaven zich over, werden meteen met touwen en kettingen geboeid en zo, met vertwijfelde gezichten, door Marcus en Julius voorgeleid bij de opperstadhouder.
Hoofdstuk 9: De spionnen van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] De aanvoerder, die ZINKA heette, antwoordde: "Heer! Gekneveld aan handen en voeten kan ik die niet voor u uit mijn verborgen zak halen! Laat mijn boeien losmaken dan krijgt u deze, opdat u beseffen zult dat ook wij een gebieder achter ons hebben staan die ons beveelt en die wij moeten gehoorzamen, omdat hij van u, Romeinen, voor veel geld het recht heeft gekocht om in uw plaats ook heer over ons leven te zijn en -zonder aan u verantwoording af te leggen - naar believen kan laten doden wanneer hij maar wil!
Hoofdstuk 9: De spionnen van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Cyrenius laat ZINKA losbinden en die grijpt meteen in de verborgen zak, haalt een perkamentrol te voorschijn, geeft deze aan Cyrenius en zegt: "Hier, lees, en oordeel dan ten aanschouwe van iedereen of onze vervolgingen met betrekking tot de Galilese profeet wettig of onwettig zijn!"
Hoofdstuk 9: De spionnen van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[19] Zo luidt de door Rome aan Herodes verstrekte volmacht, die ik heb ingezien en zelf heb mee ondertekend, want wat door Rome voor Azië beschikt wordt moet door mijn handen of door die van een afgevaardigde van mij gaan, die mij echter van alles wat er maar komt zo spoedig mogelijk op de hoogte moet stellen. Deze volmacht verklaar ik daarom van nul en generlei waarde en wel gedurende de tijd dat ik uit Rome nog geen bericht heb gekregen hoe, wanneer en waarom - aan mij onbekend - aan Herodes zo'n uitgebreide volmacht gegeven werd, die ons, trouwe Romeinen, terecht angst en bezorgdheid moet inboezemen.
Hoofdstuk 9: De spionnen van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[20] Deze volmacht krijgt u niet eerder terug dan wanneer zij van Rome zal terugkomen. U blijft intussen mijn gevangenen! Ook al bent u voor uzelf naar wereldse maatstaven geen misdadigers, dan bent u toch werktuigen waarmee die ene misdadiger de ene gruweldaad na de andere begaat, -en voor gruweldaden heeft Rome iemand nog nooit bevoegdheid verleend en zeker niet aan uw Herodes!
Hoofdstuk 9: De spionnen van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218  ...