Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 206 van 1166

...  194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219  ...
[4] De ENGEL zegt: "Ongetwijfeld, als ik dat mocht. Maar mijn wil is die van de Heer en ik kan slechts willen, wat Hij wil. Als de Heer het wil, kun je je niet voorstellen hoe snel ik de brand zou blussen! Maar zonder de wil van de Heer kan ik net zo weinig als jij, want al de door mij uitgevoerde wonderen heb niet ik, maar heeft slechts de wil van de Heer door middel van mij tot stand gebracht.
Hoofdstuk 122: Het wezen van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Om mijn wezen echter nog beter te begrijpen, wijs ik je op een soort holle of brandspiegel, die de van oudsher beroemde werktuigkundige Archimedes bij toeval heeft uitgevonden. Deze spiegels hebben de natuurlijke eigenschap een aantal op hun vlak vallende zonnestralen in één punt op een bepaalde afstand te concentreren. De op één punt geconcentreerde zonnestralen hebben dan zowel wat licht en warmte betreft een zoveel maal grotere kracht dan de enkelvoudige straal, als het verhoudinggetal tussen het kwadraat van de doorsnede van het brandpunt en de doorsnede van het spiegelvlak, waarbij de doorsnede van het brandpunt vaak bij de grootste concentratie nauwelijks twee duimbreedtes meet en de doorsnede van het spiegelvlak vaak manshoog is.
Hoofdstuk 122: Het wezen van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL zegt: "O jij kleine Jarah! Kijk toch eens aan, die wijsheid had ik achter jouw persoontje werkelijk niet gezocht! Het is al goed, mijn liefste Genezarethse, maar nu zou ik wel eens van je willen weten hoe jij eigenlijk bidt!"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JARAH zegt: "Ik verplaats mij met al mijn gedachten en gevoelens in het diepst van mijn hart, waar Gods liefde woont. Daardoor wordt deze heilige liefde net zo gevoed als wanneer men op een zwakke vuurgloed die niet meer vlamt, goed, dor en zeer licht brandbaar hout legt.
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] 'O heilige Vader in de hemelen! Uw naam worde geheiligd! Dat Uw Vaderliefde kome naar ons arme zondaars, die vol dood en nacht zijn! Uw enig heilige wil geschiede hier op deze aarde zoals in al Uw hemelen! Als wij tegen Uw eeuwige, heilige orde gezondigd hebben, vergeef ons dan die dwaasheid en wees geduldig en begrijpend voor ons, zoals ook wij voor diegenen geduld en begrip tonen, die ons op de een of andere wijze onrecht hebben aangedaan! Laat niet toe, dat onze lichamelijke zwakheid hoe dan ook boven ons vermogen door de wereld en door de duivel wordt verzocht, maar verlos ons door Uw grote genade, liefde en mededogen van de duizendvoudige soorten kwaad waardoor onze liefde tot U, o heilige, grote, goede Vader, vertroebeld en verzwakt zou kunnen worden! Maar als wij hongerig zijn en dorstig, zowel geestelijk als lichamelijk, geef ons dan, goede, lieve Vader, datgene wat U vindt dat wij dagelijks nodig hebben! U alleen zij al mijn liefde, alle eer en alle lof eeuwig, eeuwig!'
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Want God Zelf is een geest en moet daarom in de geest der liefde en in het helderste vlammenlicht der waarheid aanbeden worden. -Begrijp je nu wat waarachtig bidden is naar mijn gevoel en mijn begrip?"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] MATHAËL zegt: "Ja, goddelijk kind, daar kon je wel eens groot gelijk in hebben! Ik had God reeds vanaf mijn kinderjaren boven alles lief en daarom lieten mijn ouders mij ook wijden voor de dienst in de tempel, waar mijn lichaam eerst omgevormd werd tot een ware helse machine, maar waar mijn ziel ondanks dat toch bleef wat zij vanaf het oerbegin van haar bestaan was. Maar daar wil ik verder met geen woord meer over spreken, want dat roep ik niet graag in mijn gedachten terug. -En zeg jij nu eens, liefste Helena, hoe dit wijze meisje jou bevalt! Is het niet verbazingwekkend dat dit kind zo wijs is?"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] MATHAËL antwoordt: "Wel, wel, daar weten we alles van en jij hebt haar vader Ebahl, die hier ook aanwezig is, een herbergier uit Genezareth, al gisteravond beneden bij jullie drie tenten gezien en gesproken! Ben je dat dan al vergeten? Zeg me liever wat je van de buitengewoon kernachtige wijsheid van dit meisje vindt en of je niet ook zoals ik een levendig verlangen voelt om net zo wijs te zijn als zij, deze allerliefste, bevallige kleine! Heus, ik weet veel, -maar dit kind weet meer! In mijn hart zie ik dat haar reine borst dingen bewaart waar wij nog geen flauw idee van hebben. Maar Raphaël schijnt door haar niet zo hoog aangeslagen te worden! Wat denk jij daar nu van, liefste echtgenote Helena?"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JARAH zegt: "Denk daar maar niet aan, want dat is een zaak van de Heer, die de mensen afhankelijk van hun mogelijkheden verschillende genadegaven.geeft en net als een zaaier de tarwe bij hen op een geploegde akker uitzaait. Daar waar het zaad op een goede bodem valt, brengt het ook gemakkelijk en snel, veel vrucht voort. Ik geloof dat jouw hart ook een goede akker is!?"
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] HELENA zegt: "Dat zou wel zo moeten zijn, maar ik leefde te lang in het blinde heldendom, dat nog steeds in mij nagalmt als een slecht gestemde snaar op een windharp! Ik ken nu wel de waarheid en die is nu mijn leven geworden, maar denk eens aan mijn grote volk thuis, dat nog muurvast verbonden is met het heidendom en zijn afgoden! Hoeveel moeite zal het ons kosten het volk op een andere wijze voor te lichten en van het bijgeloof te bevrijden! Als de almachtige wil van de Heer ons daarbij niet geweldig ondersteunt, zullen we weinig of niets kunnen bereiken!"
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL zegt: "Zeker, wie zal dat willen ontkennen, maar mijn zeer geliefde echtgenote tilt er veel te zwaar aan! Ja, het zal echt niet zo gemakkelijk zijn, -maar nog lang geen Augiasstal die de reus Hercules binnen een bepaalde korte tijd moest schoonmaken! Ik heb helemaal geen angst en ik denk dat alles met hulp van de Heer heel gemakkelijk zal gaan!"
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] HELENA zegt: "Dat hoop ik ook, maar ik ken mijn volk en alle traditionele gewoonten van het land en ik zeg je dat het temidden van hen, dat wil zeggen temidden van de mensen van mijn rijk, heel moeilijk is om mens te zijn en te blijven!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] OURAN zegt: "Je hebt gelijk als je eens over wat anders begint! Ik heb intussen wel een klein, mij zeer versterkend slaapje gedaan en in mijn droom heel wonderlijke dingen gezien, maar ondertussen heb ik toch van jullie gesprek het een en ander opgevangen en ik zeg jullie dat de kleine helemaal gelijk heeft en jij, Mathaël mijn zoon, hebt ook gelijk. Maar de vrees van mijn lieve dochter, ook al is die niet geheel ongegrond, is toch wat te overdreven!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ik ken mijn volk toch zo goed als mijzelf! Voor het grootste deel drijft het handel, leert allerlei volken kennen en komt dan ook in aanraking met hun zeden, gebruiken en religies. In het binnenland vind je wel gemeenten die nog heel trouw aan hun orakels hangen, maar aan de kusten kun je het hele godendom voor een paar dubbeltjes van ze kopen. Het priesterdom staat bij de meesten al heel lang in de slechtste reuk en de filosofie heeft allang het eigenlijke godendom uit het zadel geworpen.
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Wij zouden waarschijnlijk toch nooit hier naar het Joodse land gereisd zijn als wij niet hadden gehoord dat in de tempel te Jeruzalem de enig ware God haast zichtbaar aanwezig was, waarvan speciaal Plato in zijn dialoog 'Symposion' beschrijft hoe men zich geestelijk met deze enig ware God kan verenigen! Mijn gehele volk weet daarvan en daarop kan best iets goeds gebouwd worden!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219  ...