Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 207 van 1490

...  195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220  ...
[1] CYRENIUS zegt: "Je wens zal vervuld worden, want ik ben met je beschrijving van Herodes heel tevreden en weet nu wat ik met hem zal moeten doen. Maar zeg me alleen nog of zijn vorstelijke volmacht wel precies is zoals als je mij eerder hebt beschreven! Heb je gezien of deze met mijn naam ondertekend was? Of heb je soms gelegenheid gehad de oorkonde zelf in te kunnen zien? Spreek de waarheid en vertel mij dat heel precies!"
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] ZINKA zegt: "Niets is eenvoudiger dan dat omdat ik, daar ik kan schrijven en de drie talen beheers, deze oorkonde al misschien wel vijftig maal heb overgeschreven. Deze afschriften liet Herodes steeds door de landvoogd voor tien groschen waarmerken ten bewijze dat zij gelijkluidend waren aan het origineel. Uw naam zag ik niet, maar wel die van de thans heersende keizer. Meer kan ik u daar niet over zeggen."
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Voor Herodes kwamen zij als geroepen, want hij broedde er al vier weken op, hoe en door wie hij op de meest veilige en geheime wijze dat buitengewone verzoek naar Rome kon laten brengen. Deze gelegenheid kwam hem nog meer van pas omdat hij met deze vijf sluwe Farizeeën heel goed overweg kon en hen ook voor de eerlijkste in hun soort hield. Toen hij naar hun brengersloon informeerde, dat anders vanaf Jeruzalem meestal niet beneden de tweehonderd pond ligt, vroegen zij niets, want wat zij voor Herodes deden, die hun ook al vele en belangrijke vriendendiensten had bewezen, deden zij ook alleen maar uit pure vriendschap!
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt: "Vriend, dat is meer dan een veronderstelling, dat is de zuivere waarheid! Want gesteld dat de keizer de verlangde volmacht omgaand verstrekt zou hebben, dan zou deze toch onmogelijk binnen zes weken van Rome naar Jeruzalem kunnen komen omdat iedere verordening die Rome verlaat, al is de wind nog zo gunstig, tot Sidon al ongeveer veertig dagen nodig heeft. Rechtstreeks over zee, wat misschien wel de kortste weg is, gaat geen schip en voor er een langs de kust van de grote Middellandse zee of van de Adriatische zee langs Griekenland hier is, duurt dat minstens veertig dagen, en daarom kan niemand die afstand binnen diezelfde tijd heen en terug afleggen.
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Als de priesters echter wordt toegestaan in Gods plaats naar believen de scepter te zwaaien, dan zal de keizer zich ook helemaal niet zo kwaad maken wanneer deze volksverdovers zonodig heimelijk, of ook openlijk, in de huid van de monarch kruipen, in zijn naam spreken en zelfs wetten uitvaardigen indien zij dat zowel voor de heerser, voor zijn staat en natuurlijk ook voor zichzelf heilzaam vinden. Dat lijkt des te aanvaardbaarder in die provincies die, zoals het Joodse vaderland hier, ver verwijderd liggen van de residentie van de heerser .
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Als de keizer hen vanwege deze valse volmacht ter verantwoording roept, zullen zij helemaal niet ontkennen dat zij zonder enige opdracht hebben gehandeld. Maar zij zullen de keizer ook nog een goede reden kunnen aangeven waaruit blijkt dat zij dat slechts voor het welzijn van de monarch en zijn staat gedaan hebben! En zij zullen de keizer ook haarfijn en zonneklaar proberen te bewijzen, waarom die maatregel nodig was en welk voordeel voor staat en monarch daaruit voortvloeide. En de keizer zal hen tenslotte daarvoor nog moeten prijzen en belonen.
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De kerels hebben de meegegeven zware schat en de dertig gezonde kamelen veilig opgeborgen, de handtekening van de keizer en de andere waarmerken nagemaakt en Herodes zo een geheime, keizerlijke volmacht overhandigd, waarvan deze zelf zeker zo weinig weet als u, geëerde heer en gebieder! Weet u, verheven heer, dat is slechts mijn mening; het kan ook mogelijk zijn dat de volmacht toch nog van de keizer afkomstig is! Misschien hebben de schepen de wind mee gehad, zowel heen als terug, dan zou het in ieder geval met de heen en terugreis zo ongeveer kunnen kloppen, en toevalligerwijs kunnen zij de keizer bij hun aankomst in Rome goedgeluimd en in een niet bezet uur hebben aangetroffen. Hij heeft hen meteen laten komen en de gevraagde volmacht gegeven, waarop zij dadelijk een hier naar Azië vertrekkend schip aantroffen, zich inscheepten en met gunstige wind de kust van Judea bereikten! Kortom, ik wil beslist geen rechter spelen! Ik gis en reken alleen maar wat."
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ja, nu is het dan ook te begrijpen waarom mij daarover uit Rome geen enkel bericht, in welke vorm dan ook, heeft bereikt! Want mij, als onbeperkte gezagsdrager van Rome over geheel Azië en een aangrenzend deel van Afrika moet toch mededeling gedaan worden van alles wat maar door Rome over Azië wordt beslist. Anders zou ik een mij onbekende bepaling van Rome, zodra deze ergens ingevoerd zou worden, aanzien voor een provinciale eigenmachtigheid en dus als opstand tegen Rome en haar macht, en daar meteen met alle mij ten dienste staande machtsmiddelen tegenin moeten gaan! Daarom zul je nu wel beseffen dat de volmacht van Herodes vals moet zijn! Maar als de volmacht vals is, zul je ook inzien dat ik ten eerste aan Herodes het bedrog moet mededelen, en ten tweede hem de valse volmacht moet afnemen en naar de keizer moet zenden, opdat deze zelf, vanwege de ontheiliging van zijn persoon, de doortrapte misdadigers kan straffen!"
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] ZINKA antwoordt: "Het is de dierbare politiek waardoor het priesterdom bijna in alle tijden en in alle landen der aarde een zeker voorrecht bezit, zodat het veel kan doen wat voor de rest van de mensheid een misdaad zou zijn. De priesters zijn vermetel genoeg zich aan de andere mensen letterlijk als goden op te dringen, en naar believen tegenover iedereen de mond vol te hebben over het zogenaamde woord van God. En geen mens ageert daar tegen, en zelfs de keizer moet dat brutale spel tolereren vanwege het vanouds ingeprente bijgeloof van het volk, waardoor de mensen op de juiste, gehoorzaam deemoedige plaats worden gehouden en niet opstaan tegen de koning van het land als deze hun vaak moeilijk op te volgen wetten en zwaar drukkende schattingen oplegt.
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] ZINKA zegt: "Geëerde vriend, edele heer! U schijnt anders heel veel gedegen staatsmanskunst te bezitten, maar hier schijnt u weer des te onervarener te zijn - als iemand die zelfs nog nooit in huis de scepter gezwaaid heeft! Een dubbele reden kan hen ervan afgehouden hebben om u persoonlijk daarvan op de hoogte te stellen! Ten eerste: "gevaar in geval van vertraging, en ten tweede: het vermijden van ieder gevaarlijk opzien bij deze zaak! Want zou u er te vroeg van in kennis gesteld zijn, dan zou u meteen heel Jeruzalem hebben laten omsingelen en zorgvuldig laten bewaken. Dat zou bij het volk grote opwinding hebben veroorzaakt en het met een bittere haat tegen u hebben vervuld. Herodes zou echter zo' n stemming tegen u heel goed hebben kunnen benutten, waardoor onvoorspelbare kwade zaken hadden kunnen ontstaan!
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] CYRENIUS zegt: "Maar als ik nu zelf overtuigd ben van de ontzettende verdorvenheid van de tempelpriesters, moet ik ze dan ook nog prijzen en belonen? Is er dan geen middel en geen manier om deze satansbroeders het vuur na aan de schenen te leggen?"
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt: "Vriend, ik zie wel hoe omzichtig en slim je bent. Herodes heeft in jou een verdediger gevonden die in geheel Judea zijns gelijke niet vindt! Nu ben je weliswaar niet meer herodiaans, maar Romeins en je behoeft nooit meer voor Herodes zaken op te komen, maar alleen voor de onze, en wel voor ons. Daarom mag je nu al veel meer weten van wat zich op deze plaats aan de zee heeft geconcentreerd en de reden daarvan! Maar vertel me nu eerst, watje zou doen als de grote Galilese profeet nu opeens ergens vandaan zou komen!"
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] ZINKA zegt: "Ik?! -Helemaal niets, ik zou hem niets in de weg leggen! Ik zou wel een onderhoud met hem willen hebben om te zien of Johannes wel gelijk had met te zeggen, dat hij niet eens waardig was zijn schoenriemen los te maken! Johannes was een zeer wijs profeet en hij was meer verlicht dan alle oude profeten bij elkaar. Wel, als Johannes dan zo'n getuigenis geeft over deze Jezus uit Nazareth, hoe groot, hoe wijs en hoe machtig moet die dan wel zijn!
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Dan richt IK Zelf het woord tot Zinka en zeg: "Beste vriend, Ik ken Jezus van Nazareth even goed als dat Ik Mij Zelf ken, maar ik kan over Hem slechts zeggen dat Hij van geen mens een vijand is, maar een weldoener van allen die tot Hem komen en hulp bij Hem zoeken. Wel is Hij een vijand van de zonde, maar niet van de zondaar die berouw heeft van zijn zonde en deemoedig terugkeert naar het goede. Hij heeft nog geen mens berecht of veroordeeld, ook al zou deze meer zonden begaan hebben dan er zandkorrels in zee en grassprieten op aarde zijn.
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zijn leer bestaat heel in het kort daarin, dat de mens God moet erkennen en Hem boven alles moet liefhebben, en dat hij zijn medemens, wat of wie deze ook moge zijn, hoog of laag, arm of rijk, man of vrouw, jong of oud, even lief moet hebben als zich zelf. Wie dat altijd doet en de zonde mijdt, zal weldra in zichzelf gewaar worden dat die leer waarachtig uit God is, en niet afkomstig is uit de mond van een mens, maar uit de mond van God. Want geen mens kan weten wat hij moet doen om het eeuwige leven te verkrijgen, en waaruit dat bestaat. Dat weet alleen God en later ook hij die het uit Gods mond heeft vernomen.
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220  ...