15542 resultaten - Pagina 207 van 1037
... 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 ...
[7] Wie kende niet de erg ongezonde koortsstreek van Genezareth? Iedereen leed aan een koorts die de levenskrachten ondermijnde, vooral de mensen die van elders daar naar toe kwamen en die daar niet zelden jarenlang ziek moesten doorbrengen, om door aan het klimaat te wennen zoveel gezondheid op te doen, dat ze weer verder konden reizen. Zelfs onze kerngezonde en stevige soldaten werden daar vaak doodziek en vulden de ziekenhuizen. De profeet uit Nazareth kwam, zegende de streek en alle zieken werden in een enkelogenblik gezond, en nu is het een van de gezondste gebieden van heel Galilea.Hoofdstuk 154: Cyrenius wijst op de wonderen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar genoeg hierover; laten we nog even naar de Israëlieten kijken die de zee oversteken, en dan zien we ze als het ware op de vleugels van de wind juist aan het eind van de weg komen, wanneer de Farao, nu in woede en boosheid ontstoken, zijn leger het bevel geeft langs dezelfde weg de Israëlieten achterna te stormen. Als de Farao vroeger was gekomen, dan zou onze goede Mozes er zeker niet heelhuids vanaf gekomen zijn; maar Farao's aarzelende houding en het uit de weg ruimen van allerlei hindernissen hebben zijn leger opgehouden. Mozes kreeg een belangrijke voorsprong en ontkwam heel voorspoedig aan de vijand die hem achterna zat. Toen nu de Farao Mozes via hetzelfde rif achterna ging, begon de zee, toen hij net het midden van het rifbereikte, zoals gewoonlijk zeer snel te stijgen en met zijn golven het leger van de Farao te overspoelen, dat begrijpelijkerwijs zijn zekere ondergang daarin vond."
Hoofdstuk 151: De tempelmoraal van de Farizeeër. Mozes' wonderen door de Farizeeër belicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] DE FARIZEEËR zegt: 'Wel, dat is ook heel gemakkelijk te verklaren vanuit de reeds genoemde reden, die uiterst steekhoudend is en voor alle tijden geldt! Wat kan een kind, ook al is het nog zo pienter, tegen de macht en de fysieke kracht van zijn ouders en vaak uiterst domme leraren doen? Het moet zich naar hen voegen! Ik geef een voorbeeld: Jullie Romeinen hebben ons met onweerstaanbaar geweld onderworpen. Wie van ons kon tegenstand bieden aan jullie geweld? Jullie zouden ons, in plaats van zeer wijze en rechtvaardige wetten, bijvoorbeeld de domste wetten hebben kunnen opleggen, waaraan wij ons dan strikt hadden moeten houden. Zouden wij, zwak als we zijn, iets anders hebben kunnen doen dan ons daar net zo precies aan te houden als aan de wijze wetten die we nu hebben? De uiterlijke macht werkt met onweerstaanbare kracht, en men moet zich naar haar voorschriften voegen. Op deze aarde is alles immers schijn en niet een werkelijk 'zijn'.
Hoofdstuk 153: De natuurfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Men zoekt de waarheid, men zoekt God. Maar waar en wat is dan de waarheid, waar en wie is dan God?! Ieder volk erkent en heeft een andere God, en bepaalt hiernaar de leerstellingen die het volk als een heilige waarheid voorgeschoteld worden. Maar zijn ze daarom soms ook voor ons waarheid? Wij lachen erom en kunnen in 't geheel niet begrijpen hoe het mogelijk is, dat een volk zulke onlogische en uiterst domme dingen allemaal kan geloven! Als wij echter naar zo'n volk toegaan en het om een oordeel vragen over ons geloof, als het hier iets vanaf weet, dan zal het ook niet begrijpen hoe wij al het onze kunnen geloven en ons eraan kunnen houden! In al die dingen zit iets goeds voor de handhaving van de algemene orde, -maar daarom is het nog lang geen waarheid en al helemaal geen werkelijk ergens bestaande godheid!
Hoofdstuk 153: De natuurfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Kijk naar dit vorstelijke badhuis en vooral naar de buitengewoon prachtige, onschatbaar waardevolle inrichting van binnen, de tuin met de uitgestrekte ring en beschermingsmuur! Kijk naar de heerlijke vruchten rn de turn, allemaal van de edelste soort! Alles staat er uiterst weelderig bij en veel vruchten zijn al meteen helemaal rijp. En kijk verder naar de heerlijke waterbronnen, betere zijn niet gemakkelijk ergens anders te vinden! Richt dan je ogen naar de zee! Kijk naar de haven en de buitengewoon stevige beveiligingsmuur ervan, die tot op de diepe bodem van de zee reikt; en naar de vijf vorstelijke schepen, en naar de afsluitketting! En kijk dan naar de plaats waar voorheen de grote, voor de schippers vaak zeer gevaarlijke rots heeft gestaan! Zie, tot in de diepste diepte is er geen spoor meer van te bekennen!
Hoofdstuk 154: Cyrenius wijst op de wonderen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kijk daar ver over zee naar het gebied van Genezareth! Bevond zich daar niet ooit, nog geen paar of hoogstens vier weken geleden, een verschrikkelijk hoge rots, waarvan de loodrechte wanden tot diep in het water reikten en waarvan de top nog nooit door een sterveling werd betreden? Duizenden jaren trokken aan zijn trotse wand voorbij en de tand des tijds vermocht met een spoor achter te laten op zijn granietmassa. Maar ongeveer vier weken geleden, de periode die ik zojuist noemde, kwam niemand anders dan de door jullie vervolgde profeet uit Nazareth daarheen en verrichtte daar naast vele andere wonderen ook het wonder, dat Hij die rots zo zacht en begaanbaar maakte, dat hij nu van alle kanten zonder enig gevaar zelfs door kinderen met het grootste gemak bestegen kan worden.
Hoofdstuk 154: Cyrenius wijst op de wonderen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Met deze woorden ging de Farizeeër met zijn metgezellen snel naar de zee, schepte water, en het water in de beker veranderde telkens in wijn.
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En omdat de mensen, die naar God en waarheid smachten, in groten getale naar hem toestromen, worden de oude orakels en hoogst egoïstisch en materialistisch ingestelde priesterkasten boos en jaloers en beginnen de profeet te vervolgen, omdat ze vrezen dat hun valse geloof verraden wordt en hun aanzien en rijkelijke inkomsten geweldig af zullen nemen. Een tijdlang kunnen ze niets tegen hem doen, omdat hij hen met de goddelijke kracht die hem eigen is, in het stof terugduwt.
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] De Farizeeën maakten een diepe buiging en gingen naar het huis van Marcus om het te bezichtigen. Op een teken van Mij begeleidt Marcus hen zelf naar zijn nieuwe wonderbaarlijke huis, zijn tuin en dan naar de zee, om hen alles te laten zien en uit te leggen.
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] In de grote nood en ellende vond het weer de weg naar Mij en nam in nauwelijks voorstelbare mate toe in genade, wijsheid en welvaart. Deze veroorzaakte echter reeds tijdens de regeringsperiode van Salomo een sterke vermindering van de vroegere werkzaamheid en het rijk viel letterlijk uiteen in de tijd van de eerste nakomelingen van Salomo. En zo moest dit volk steeds weer door allerlei ellende en nood belaagd worden om enigszins werkzaam te blijven.
Hoofdstuk 158: Nood als middel tot opvoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Kijk, twee mensen gingen naar een meester in een buitengewoon nuttige en mooie kunst! A deed dat om het vak te leren, om hiermee later zelf zijn brood te verdienen. Hij leerde ijverig en richtte zijn aandacht op alles wat nodig was om het vak te beheersen, en aan het eind was hij bijzonder blij toen hij van de meester een getuigschrift kreeg waarin geschreven stond, dat hij volleerd en nu zelf meester was. Wel waren er nog sommige geheimen van het vak waar hij niets van wist. Maar daar maakte hij zich nu weinig zorgen meer over, want hij had nu het getuigschrift, waarmee hij zonder al te veel inspanning goed zijn brood kon en moest verdienen
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Wel, dat zijn feiten die voor onze ogen gebeurden, en werkelijk niemand. kan ons ervan beschuldigen, dat wij lichtgelovige mensen zijn aan wie Iedere goochelaar uit Egypte, Indië of Perzië wijs kan maken dat hun wonderen echt zijn. Dit is iets, waar je met al je verstand niet bij kunt. Ik neem eventueel aan, dat al die dingen die op Mozes betrekking hebben op geheel natuurlijke wijze te verklaren zijn; want ten eerste doen ze -als je er op jouw manier naar kijkt -wel heel natuurlijk aan, en ten tweede hebben we behalve de moeilijk te begrijpen boeken, die van zijn hand moeten zijn, geen andere getuigen die ons daar betere gegevens over zouden kunnen verstrekken. De Griekse kroniekschrijvers weten daar weinig of niets van.
Hoofdstuk 154: Cyrenius wijst op de wonderen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] MARCUS zegt: 'Wie mij kent, zal weten, dat mijn tong nog nooit door een leugen bezoedeld is. Wie dat nog moet vragen, heeft in ieder geval nog geen sterk geloof. Maar opdat je je alles een beetje beter voor kunt stellen en om ook dat verwarde natuurverstand van jou een duwtje te geven, vraag ik je om met mij naar de zee te gaan met deze totaallege kruik en hem zelf met water te vullen en dan garandeer ik je, dat de profeet die zich nog onder ons bevindt, het water enkel door Zijn wil ogenblikkelijk in wijn zal veranderen! En als je misschien denkt, dat de kruik al voor dat doel geprepareerd is, neem dan een van je eigen bekers en ga dan naar de zee, vul op een willekeurige plaats de beker met water en zodra het water zich in de beker bevindt, zal het ook ogenblikkelijk veranderd worden in wijn zoals je die nu hebt geproefd! Wanneer ik heb gelogen, zal dit nieuwe huis met de tuin en al mijn andere grote kostbaarheden volledig jouw eigendom worden!"
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Toen ook al zijn metgezellen zich overtuigd hadden van deze grote en wonderbaarlijke waarheid, haastten zij zich zeer verbaasd weer naar de oude Marcus en de FARIZEEËR zei: 'Hier, neem de beker; want je hebt de weddenschap gewonnen! Ja, dit gaat nu werkelijk ook mijn verstand te boven! Wat moet ik daar nu op zeggen? Dit gebeurt niet op natuurlijke wijze! Het is zeer merkwaardig: Niet alleen de smaak, maar ook de geest van wijn was er rijkelijk in aanwezig, zodat wij allemaal bijna beneveld waren! Hier kan werkelijk niets anders in het spel zijn dan de wil van de Nazarener, en het dient ons als bewijs dat werkelijk ook zijn andere wonderen op dezelfde wijze tot stand zijn gebracht!
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ik wil de godheid hiermee geen verwijt maken door te zeggen: 'Het was niet verstandig om zo'n van Gods geest vervuld mens wat zijn aardse leven betreft onder te laten gaan in het ruwe materiële geweld van de mensen!'; maar in de ogen van de altijd zelfzuchtige mensheid deed het sterk afbreuk aan zijn opwekking. Want het is natuurlijk hoogst merkwaardig om te zien hoe een mens, die eerder in staat was om enkel door zijn wil hele bergen te verplaatsen, korte tijd later door mensen in de boelen geslagen en in een kerker geworpen en enkele dagen of weken daarna op een vaak vreselijke manier om het leven gebracht wordt. Daardoor worden zijn vurigste aanhangers en vereerders dan zelf ontmoedigd en keren vaak terug naar hun oude domheid, waardoor ze in ieder geval zeker zijn van een veilig aards bestaan.
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)