Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 208 van 278

...  196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221  ...
[12] Kijk hoe het bijna oneindig veelvoudige zich daar verenigt en aldus één geworden doorwerkt tot in bijna eindeloze verten in de ruimte. Het is niet nodig de talloze weldadige uitwerkingen van het zonlicht aan te tonen, want elke dag op jullie kleine aardbol beschrijft en bezingt deze reeds veelvoudig. Zou de zon zonder deze haar omgevende lichtbundeling met al haar talloze delen ook zulke wonderbaarlijke uitwerkingen hebben? O, zeker niet! Vraag het maar eens aan een echt donkere nacht en ze zal jullie letterlijk zeggen en tonen, waartoe een zon zonder licht zou dienen. Maar we hoeven niet alleen met dit nog steeds wat krasse voorbeeld genoegen te nemen, want er zijn nog een heleboel betere.
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Nu hebben we met ons voorbeeld ons doel volkomen bereikt. We bevinden ons daarom ook al op de geestelijke zon, zonder dat jullie nog vermoeden of inzien hoe en op welke manier. Maar Ik zeg jullie: ga maar eens vluchtig de gegeven voorbeelden na en jullie zullen, te beginnen bij het bewerken van de bomen tot en met het uurwerk, gemakkelijk ontdekken dat we juist met deze voorbeelden als het ware incognito heel monter rondlopen op de geestelijke zon, terwijl jullie nog steeds wachten om erop te komen. We zijn al op de wijzerplaat en hoeven dus niet meer langs de spil omhoog te klimmen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Nu gaan we weer terug naar onze zon. Beschouw dit grote, gouden uurwerk als meter van voor jullie ondenkbaar lange tijden. We hebben het veelsoortige mechanisme van dit reusachtige uurwerk gezien. We zagen dat ook hier Mijn liefde de almachtige, levende drijfveer is, die tussen de twee grote platen, die eeuwigheid en oneindigheid heten, dit grote werk in beweging zet. We hebben de talloze tandwieltjes gezien en alle pinnetjes en zuiltjes. We kennen nu het mechanische werk. Uit de veelsoortigheid van zijn delen is de uiteindelijke hoofdbestemming even moeilijk op te maken, als wanneer iemand zonder de wijzerplaat te raadplegen de in uren verdeelde tijd nauwkeurig zou willen bepalen alleen door te kijken naar de verschillende bewegingen van het raderwerk. Dat is waar en er is niets tegenin te brengen, zal menigeen zeggen, maar de vraag is: hoe komen we dan bij dit grote mechanisme op de centrale spil die zich uit het materiële verheft en uitstijgt boven de grote wijzerplaat van de uiteindelijke enige grote bestemming? Ik zeg jullie: maak je daarover niet bezorgd, want niets is makkelijker dan juist dit, als men een werk maar eerst zo grondig heeft onderzocht dat men alle onderdelen ervan door en door kent. Daar we het uurwerk nu eenmaal als een goed voorbeeld hebben gekozen, zullen we ons ook aan de hand van dit voorbeeld naar de grote oppervlakte verheffen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Eindeloos tevreden geest-engelwezens wandelen over de lichtvelden en maken geen onderscheid tussen land en water. Zonder moeite verheffen zij zich in de lichte ether en zweven er dronken van geluk in rond, terwijl ze zaligheid op zaligheid uitstralen. We zien slechts heel lieflijke boompjes; waar zijn de reusachtige bomen van de natuurlijke bodem? Ook zien we in al die lieflijke gewassen een wonderbaarlijke overeenkomst. Elk gewas verspreidt een onuitsprekelijk geluksgevoel, hetgeen iedere geest die in de buurt komt, ten zeerste verrukt. Ja, uit elk boompje, uit elk teer grassprietje stroomt een ander soort geluksgevoel, en toch zien we bij de boompjes, bij alle andere gewassen evenals bij het gras slechts één vorm en een volmaakte eenheid tot in het ontelbare.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Omdat onze liefdevolle geestelijke gastvrije vriend al hier is, kunnen jullie je zonder veel moeite meteen in zijn sfeer begeven om daar dingen in een ander licht te aanschouwen.
Hoofdstuk 11: De sfeer van de zesde geest. De rots Petrus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Wat moet dat eigenaardige doorlopen van een spiraalbaan toch betekenen? Ik wil daarop geen definitief antwoord geven; jullie zullen het zonder meer vinden als je de zaak nader zult hebben bekeken. Kijk dus maar heel aandachtig naar deze weliswaar dwaze, maar juist in haar dwaasheid veelzeggende speelplaats!
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk, we zijn alweer op de plaats van bestemming. Jullie zijn verbaasd dat deze wijzerplaat maar aan één kant, namelijk de linker, van cijfers is voorzien, en wel evenals bij jullie klokken van een tot twaalf. De rechterkant, die naar de morgen is gekeerd, is helemaal zonder cijfers. Dit komt, omdat hier de avondzijde alleen het tijdelijke aangeeft, en de morgenzijde het eeuwige en dus geestelijke.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Wat betekent dan het op het altaar opgestelde tweesnijdend zwaard of de spies? Dat zouden jullie toch onmiddellijk moeten raden. Hebben jullie dan nog nooit van het handels- of wisselrecht gehoord? Kijk, daar staat het op het altaar! Daarom hoeft zich maar een of ander armzalig wezen te laten vangen of hij wordt gegrepen, zonder genade of pardon op het recht gespietst en zo met dat recht meteen doodgestoken.
Hoofdstuk 18: Hoe de woeker gestalte krijgt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Jullie zeggen nu: het beeld is juist, maar er blijft ook geen twijfel meer over bestaan dat het in de onderste hel thuishoort! In de grond van de zaak hebben jullie niet helemaal ongelijk, toch blijft de eerdere uitspraak van kracht, want dit alles betekent alleen het kwaad op zich, zonder te doelen op personen die zo'n kwaad werkelijk bedrijven. Daarom is het hels van aard, maar niet de hel zelf. Want zouden jullie zoiets in de werkelijke hel te zien krijgen, dan zou het jullie bij een aanblik van veraf reeds heel anders vergaan dan hier, vlakbij het beeld van dat kwaad.
Hoofdstuk 18: Hoe de woeker gestalte krijgt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Hier hebben we dus drie bergbeklimmers. Waarom vindt de eerste zoveel verheffends voor zijn gemoed, de tweede niets anders dan abstracte, plompe vormen en waarom ergert de derde zich zelfs, omdat hij zoveel moeite heeft gedaan voor niets. De reden daarvan is voor ieder van hen niet ver te zoeken, want die ligt in henzelf. Hoezo dan wel? De eerste heeft een meer levendige en gewekte geest; het zijn niet de vormen en de toppen van de hoge bergen die hem zalig stemmen, maar deze stemming is een weergave van het hogere leven in overeenstemmende vorm over zulke hoge bergen. Want bij andere gelegenheden hebben we reeds voldoende vernomen, welk leven het is waarvan de bergen getuigen. En juist van dit leven hangt toch het gelukzalig gevoel af van de bezoeker, die met zijn meer gewekte en levende geest deze bergen betreedt. De geest van de ander bevindt zich nog in diepe slaap. Daarom merkt hij ook niets anders op dan wat zijn lichamelijke ogen zien en zijn aardse, droge verstand derhalve vaststelt. Als je hem ervoor betaalt en hem passende mathematische meetapparatuur in handen geeft, dan zal hij alle bergtoppen voor je beklimmen en als geoloog met groot genoegen hun hoogte opmeten. Zonder deze stimulans zal het jullie echter nauwelijks gelukken hem weer op een bergtop te krijgen. Wat de geest van de derde betreft, laten we daar maar over zwijgen, want bij hem leeft alleen de dierlijke mens, die al zijn zaligheid in zijn buik vindt. Willen jullie hem ooit weer op een berg zien te krijgen, dan moeten jullie er eerst voor zorgen dat hij zonder enige moeite boven komt en ten tweede, dat hij boven iets goeds te eten en te drinken krijgt. Op die manier zal ook hij nog eens een berg beklimmen; al is het dan niet met eigen voeten, dan toch met die van een goed afgericht lastdier. Dan zal hij zeggen: bij zo'n gelegenheid ben ik wel van de partij, want vanwege haar zuiverheid is de berglucht toch veel gunstiger voor de spijsvertering dan de benauwde lucht in de dalen.
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Jullie zien schitterende landschappen, hoge glanzende bergen, uitgestrekte vruchtbare vlakten, en rivieren, beken en meren die in de zon glinsteren als diamanten. Het heldere lichtblauwe firmament zien jullie bezaaid met prachtige en allerzuiverst schitterende sterrengroepen. Jullie zien een heerlijke zon opkomen. Zij straalt buitengewoon helder, mild en zacht en toch kan ze met haar licht de glans van de mooie sterren aan de hemel niet verbleken. Jullie zien grote, stralende tempels en paleizen zonder tal, grote steden, gebouwd aan de wijde oevers van grote meren. Ontelbare meest gelukzalige wezens wandelen over prachtige, zaligheid ademende contreien. Jullie horen hen zelfs spreken en hun hemelse lofzangen dringen door tot jullie oren. Jullie kijken om je heen om nog iets van de eenvoudige geestelijke zon te ontdekken. Maar nergens is er nog iets van haar vroegere eenvoud te zien; alles is in ontelbare wonderen opgelost.
Hoofdstuk 6: Het geestelijke kosmische diorama. De sfeer van de eerste geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Welnu, jullie kijken al. Wat is daar dan weer voor angstaanjagends te zien? Met een bijna vertwijfelde stem zeggen jullie: Heer, als dat zo verder gaat, dan zijn we reddeloos verloren, want de draak heeft zich als een machtige, onafzienbare grote slang in een wijde kring op de golven van de zee gelegd. Als door een onafzienbare, grote, vurige ringmuur zijn we door hem omgeven. We zien nergens meer een uitweg; dus zijn we onvermijdelijk zijn buit! We kunnen niet vanaf onze standplaats omhoog komen; wat zal er van ons worden? Aan alle kanten zien we de wijd uitgestrekte oppervlakte van de zee al sterk gloeien. Talloze kolken worden zichtbaar op het gloeiende en geweldig dampende zeeoppervlak. Vurige orkanen werpen gloeiende golven hemelhoog door elkaar. O Vader, help ons voordat al deze kwellingen steeds dichterbij komen, anders gaan we zonder meer ten onder! En als de gloeiende golven, vol pestilentie en stank, vol vloek en vol verterend vuur, ons zullen verslinden, zult U ons dan wel uit die eindeloze, eeuwig verderfelijke afgrond trekken?
Hoofdstuk 11: De sfeer van de zesde geest. De rots Petrus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Wanneer jullie onze ringmuur met wat meer aandacht bekijken, zullen jullie zien dat daarbinnen niet slechts een, maar verscheidene banen aan de rand van het erbinnen liggende terrein beginnen en spiraalvormig draaiend naar de afgesloten tent toelopen. Als jullie er nog aandachtiger naar kijken, zullen jullie bovendien nog ontdekken dat al deze banen op een welberekende manier zo naar de tent toe zijn aangelegd, dat men langs geen enkele bij de ingang van dc tent kan komen. Toch wordt er aan de rand van het aanzienlijke terrein gezegd: wie het smalste pad kan vinden en er dan, zonder op zijwegen af te dwalen, overheen loopt, zal vast en zeker de tent bereiken, waar hem een grote beloning wacht.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Toen je op aarde was, heb je weliswaar spaarzaam gezaaid en een magere oogst moest daarom noodgedwongen jouw aandeel zijn, maar met jouw magere oogst heb je niet meer gewoekerd; omdat jouw hart milder is geworden kon je geen arme aan jouw hut voorbij zien gaan zonder je karige oogst met hem te delen. Dat heeft jou geholpen en je tot een rijke bewoner van de hemel gemaakt. Kijk, deze broeder die je hier tegemoet kwam, zal je binnenleiden in jouw nieuwe bezittingen.
Hoofdstuk 23: Wie spaarzaam zaait zal mager oogsten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] De aanvoerder zegt: luister maar! Een reden die vóór het licht spreekt luidt als volgt: wat zouden alle dingen zijn zonder licht? Zij zouden er zo goed als niet zijn. Verder is het licht het grondprincipe van iedere werking en dus ook van ieder denken, want zonder het licht als de alles bewegende en opwekkende kracht zou nooit iets zijn ontstaan, dus ook geen verstandig denkend wezen. Het licht is immers ook het grondprincipe van het verstand en is in de zuiverste geestelijke toestand het heldere verstand zelf. Kijk, dat is de reden die vóór het licht spreekt.
Hoofdstuk 25: Een bekeringstocht naar de betere stoïcijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221  ...