Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 208 van 1490

...  196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221  ...
[8] Kijk vriend, dat is zo heel in het kort de kern van de leer van de grote profeet uit Nazareth! - Zeg ons eens hoe deze je bevalt en wat je onder die omstandigheden van de grote profeet denkt!"
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Merkwaardig! Ja, ja, zo is het: "Als iemand in een dwaaltuin niet de juiste poort vindt, komt hij niet in het paleis van de koning die in het ruime centrum van de grote dwaaltuin zijn vaste woonplaats heeft gebouwd. U heeft mij nu echter de juiste poort gewezen en deze voor mij geopend, en nu is het dus een kleine moeite zo snel mogelijk in het grote en eeuwige paleis van de koning te komen.
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Weet u, geëerde vriend, als ik Jezus werkelijk ergens zou hebben willen oppakken al was het maar voor de schijn, dan zou ik dat allang hebben kunnen doen, want eigenlijk wist ik toch meestal wel waar Jezus zich ophield! Maar daar ging het mij echt niet om; en eerlijk gezegd, -ik had een vreemde angst voor deze man! Want volgens hetgeen ik allemaal over hem heb gehoord -en dat van geloofwaardige getuigen, zelfs van Samaritanen -, moet hij welhaast helemaal een complete godheid zijn - of een geslepen magiër uit de oud-Egyptische school! Ik zou daarom in geen enkel opzicht iets speciaals met hem van doen willen hebben, want dan zou ik toch zeker aan het kortste eind trekken. Voorwaar, wat mij betreft zou ik hem alleen willen zien en spreken, maar dan alleen onder vreedzame omstandigheden en in de verste verte niet gekleed als gerechtsdienaar!"
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Ebahl legt hem de beste en grootste vis voor en beschrijft deze als een van de edelste soorten uit het meer van Tiberias, want zo heette de uitgestrekte bocht van het Meer van Galilea tot in de vrij verre omtrek van Caesarea Philippi. Omdat de vis buitengewoon lekker smaakt tast Zinka steeds geestdriftiger toe. Daarbij spaart hij het honingzoet smakende brood niet en spreekt hij ook ijverig de volle beker aan, die daardoor echter niet veel leger wordt, en ook met de vis komt hij aan geen eind, ofschoon hij daarvoor flink zijn best doet.
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Vriend Zinka, ik hield je voorheen vanwege je geestrijke uitlatingen voor een wijs man, maar door deze laatste opmerking ben je erg in mijn achting gedaald! Was dat eerdere allemaal maar huichelarij van je?"
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Het wachten zou wel gaan als er in mij in plaats van een weetgierige ziel, een dode steen lag uit te rusten, maar mijn ziel is geen steen, maar een altijd naar licht dorstende geest. Zijn dorst is niet met een koele dronk te lessen, maar door een verklarend woord dat uit de mond van een reeds gelaafde geest komt. U hebt deze geestelijke drank in overvloed en u loopt ervan over. Maar bij mij, de van dorst smachtende, wilt u uit uw overvloed ook niet één druppel op mijn gloeiende tong laten druppen! Kijk, dat is het nu wat mij het meest verdriet doet en mijn verstand in de war brengt! Als ik onder zulke omstandigheden een beetje verward wordt, -kunt u, verheven vriend, zich daar dan over verwonderen?
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Na deze woorden zei Zinka niets meer, at rustig verder aan zijn vis en nam daarbij meermalen brood en wijn. Ook zijn metgezellen deden dat en trokken zich weinig aan van wat om hen heen gebeurde of werd gezegd.
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Cyrenius vroeg mij echter heimelijk wat er nu met deze man gedaan kon worden.
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Nadat Ik deze uitleg over het zingen gaf, zei de lieflijke JARAH tegen Mij: "Maar Heer, hoe zou het dan zijn -omdat wij nu zo opgewekt bij elkaar zitten -, als Raphaël ons eens wat voorzong?"
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Onze ZINKA hoort natuurlijk ook deze woorden en hij vraagt aan de naast hem zittende Ebahl: "Is die knappe jongeman wel zo'n buitengewoon zanger? Heb je hem al eens gehoord?"
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Allen waren zo betoverd door deze ene toon, dat zij in een soort zintuiglijke verdoving raakten en in zekere zin bezwijmd waren. De engel moest hen op een teken van Mij eerst allemaal weer bijbrengen.
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] O, ik ben er helemaal weg van! Al mijn levensvezels sidderen nog door de onbeschrijfelijke schoonheid en zuiverheid van deze ene toon! Ik dacht geen moment dat jij zo'n ongehoord zuivere toon met je keel produceerde, maar het leek mij toe alsof alle hemelen open waren gegaan en er een harmonie uit Gods mond over de dode aarde uitstroomde !
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] O God, o God van Abraham, Isaäk en Jacob, - U bent geen lege uitgesproken klank! U bent alleen de waarheid en de zuiverste, eeuwige harmonie! Ach, deze toon, deze toon! Ja, deze toon gaf mij al het verlorene, hij gaf mij mijn God, mijn heilige Schepper en Vader terug; hij was voor mijn hart een zuiver evangelie uit de hemelen! Wat misschien duizend en nogmaals duizend woorden niet gekund zouden hebben, deed deze toon uit de hemelen; hij heeft mij mens gemaakt! Mijn hart, dat van steen was, is nu als was in de zon en zo teergevoelig als een hangende dauwdruppel!
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] O mensen, mensen, mensen! Hoe vreselijk moet het in jullie harten en hoe duister moet het in jullie zielen zijn, omdat jullie niet datgene hebben gehoord, wat ik nu heb gehoord en omdat jullie ook niet kunnen voelen, wat ik nu voel en mijn verdere leven zal voelen! 0, grote, heilige Vader in de hemel, U die een levensecht smeken ook van een zondaar nooit onverhoord hebt gelaten, -als ik eenmaal scheid van deze wereld van verdriet en dood, laat mij dan enige ogenblikken daarvoor nog eenmaal zo'n toon horen, dan zal ik gelukzalig deze aarde verlaten en mijn ziel zal daarop eeuwig Uw allerheiligste naam loven!"
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Na deze lovende uitroepen van Zinka, die voor alle aanwezigen hartverheffend waren, zei JARAH: "O Raphaël, Raphaël! Wat ben je nu een geheel ander wezen dan eerst! Nu heb je mijn hart helemaal gebroken! Ach, had je die toon toch maar liever niet gezongen!"
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221  ...