Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 209 van 1110

...  197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222  ...
[5] IK zeg: " Als jullie bij de mensen waar je komt, een belangstellend hart vindt en als zij jullie zullen opnemen in hun huis, blijf dan en probeer voor alles hun gemoed, dat enig leven in zich heeft, zoveel mogelijk leven in te blazen. Als jullie dat doen, zal het steeds levendiger wordende gemoed van zulke mensen beginnen licht in de hersenen te verspreiden en de warmte van dit licht zal dan beginnen de hersenplaatjes meer en meer in een redelijke orde te brengen, en dan zullen zulke mensen weldra beter in staat zijn tot het opnemen van een hogere leer, en zo tree voor tree omhooggaan naar het steeds zuiverder licht.
Hoofdstuk 240: De hersenen van een wereldse geleerde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Vinden jullie echter bij degene waar je komt een gemoed, waar totaal geen leven in zit, ga dan vlug verder! Want daar moetje nooit parels voor de zwijnen werpen! -Begrijp dat alles nu goed! Wie nog iets niet helemaal duidelijk is, wel, Iaat die het nog vragen, dan zal het juiste antwoord niet uitblijven! Anders doen we de beide breinen weg."
Hoofdstuk 240: De hersenen van een wereldse geleerde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Heer, Ik formuleer dit precies volgens Uw eigen woorden en voeg er niets aan toe, maar haal er ook niets van af! Als ik nu aan de ene kant Uw almacht, goedheid en liefde in aanmerking neem, en aan de andere kant de fundamenteel beslist onverdiende verdorvenheid van iedere ellendige ziel en de haast eeuwigdurende gevolgen van de meest ijzingwekkende aard en uiteindelijk al de onbeschrijflijke kwellingen van een hemel der zaligheid, die er nauwelijks een haar beter uitziet dan een goedverzorgde plaats voor slaven op deze goede moeder aarde, dan moet ik U ondanks alle gunsten die U, o Heer, mij geschonken hebt, openlijk bekennen, dat ik dat met mijn verstand heel vreemd vind, en dat ik als mens, begiftigd met een meelevend gemoed, een ongerechtigheid daarin ontdek, waarbij vergeleken alle door de mensen begane grootste, en ten hemel schreiendste ongerechtigheden totaal in het niet vallen. En ik bedank eerbiedig voor zo'n bestaan, moge het tenslotte uitlopen op wat het maar wil!
Hoofdstuk 242: Schijnbare onrechtvaardigheden bij het leiden van zielen hier en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Ja, ja, dat is nu juist de moeilijkheid, die Ik na de uitleg over de hersenen niet alleen in jou, maar in een aantal van jullie heb ontdekt, en Ik heb jullie juist daarom uitgenodigd om vragen te stellen.
Hoofdstuk 243: De noodzakelijkheid van aardse beproevingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] In een extreem geval kan deze weg natuurlijk alleen maar een bijzonder langdurige worden, maar dan draagt niemand anders daaraan schuld dan de te star en eigenzinnig geworden ziel, die dat natuurlijk meestal alleen maar werd tengevolge van datgene wat Ik jullie over haar onvolmaaktheid eerder heb verteld en uitgelegd.
Hoofdstuk 243: De noodzakelijkheid van aardse beproevingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Wat zou een ziel er dan aan hebben als zij, na het afleggen van het lichaam, voor al de doorgestane moeiten haar bewustzijn, als het onvergankelijke oer-ik, zou verliezen, en zelfs ophield te bestaan of haar ik verdeeld zou zien in duizend andere?! Zou er bij jullie ook maar iemand tevreden zijn als Mijn orde zo werkte? Beslist niemand! Daarom geloof Ik dat het toch altijd nog beter zal zijn alles in de oude orde te laten en er vóór alles op te letten, dat niemands ik, ook al is het er nog zo slecht aan toe, enige schade zal lijden aan zijn identiteit!
Hoofdstuk 244: De mens bepaalt zelf zijn lot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Dat een ik pas dan volkomen gelukkig kan en moet worden, wanneer het zichzelf bepalend binnen Mijn orde is gekomen, dat weten jullie nu precies; want daarom heb Ik jullie nu gedurende bijna zeven dagen ononderbroken les gegeven en jullie teruggevoerd naar de oerwortels van de gehele schepping van de geestelijke en zintuiglijke wereld. Dat daarentegen een zielook zolang geen ware en duurzame gelukzaligheid kan bereiken, tot zij uit eigen vrije wil Mijn orde is binnengegaan, heb Ik jullie ook al heel vaak laten zien door woorden, daden en veel zichtbare voorbeelden, en Ik heb het jullie nogmaals met woorden duidelijk gemaakt. Hoe kan er dan enige liefdeloosheid, onbarmhartigheid, hardheid en ongerechtigheid in Mij aanwezig zijn? Of kun je datgene wat voor het bestaan van een mens noodzakelijk is, wel een hardheid in Mij noemen? Ja, met een greintje minder geduld en met evenveel minder lankmoedigheid, zou Ik hard en onrechtvaardig zijn, maar zo beslist niet!"
Hoofdstuk 244: De mens bepaalt zelf zijn lot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ah, bijeen ziel die over zichzelf beschikt en zichzelf volgens het gehoorde woord van God ontwikkelt, is dat heel wat anders! Wat zij heeft, is haar volledige eigendom en zij kan zich daaruit duizend en meer hemelen bouwen, want zij heeft nu haar eigen stof en haar eigen materie, en door de in haar gewekte geest der liefde ook volkomen dezelfde kracht als God om dat te doen, en in alles net zo volmaakt te zijn als ook de Vader in de hemel volmaakt is! En nu verder!
Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar bij een ziel die zichzelf vervolmaakt, ligt dat heel anders! Om dat te kunnen realiseren moesten haar toch alle daarvoor nodige middelen volledig ter beschikking gesteld worden, waardoor zij, als zij deze wil gebruiken, noodzakelijkerwijs en onfeilbaar de volmaaktheid bereiken moet; maar de daarvoor vereiste middelen worden de ziel die tot het vrije kindschap van God geroepen is, toch beslist nooit opgedrongen, maar worden alleen klaargezet, zoals voor een wijze bouwmeester de materialen die voor de bouw van een huis nodig zijn. Vanaf dat punt gebruikt de bouwmeester ze naar eigen goeddunken en bouwt daarvan een huis volgens zijn idee en zijn smaak, en het gebouwde huis is dan volkomen zijn werk en niet het werk van degene die het materiaal voor hem heeft klaargezet. Ook al heb je het beste materiaal klaargezet om een goed woonhuis voor je te laten bouwen, maar je bouwt het zelf niet, maar stelt een bouwmeester aan die het gevraagde huis voor je bouwt, kun je dan toch zeggen: 'Kijk, dit mooie en prachtig ingerichte huis is mijn werk!? Beslist niet, want het huis blijft altijd het werk van degene die het naar eigen goeddunken en inzicht heeft gebouwd!
Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar zoveel kan Ik je wel zeggen, dat hier niemands ziel jonger is dan alle zichtbare, geschapen werelden! Je voelt je nu onbehaaglijk wanneer Ik je naar waarheid zeg, dat jullie zielen reeds veel meer dan aeonenmaal aeonen aardse jaren oud zijn; moet Ik Mijzelf soms ook onbehaaglijk gaan voelen, omdat Ik eeuwig ben en er tijdens Mij en uit Mij reeds aeonen voorafgaande scheppingen, alleen maar ter wille van jullie, gedurende voor jullie onvoorstelbaar lange tijden hebben plaatsgevonden?!
Hoofdstuk 246: Waarom de vrije mensenziel zelfstandig haar volmaaktheid moet bereiken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ik zeg jullie: Voor Mijn eeuwige, voorbereidende werk begint nu pas de oogst en jullie zullen Mijn eerste, geheel volmaakte kinderen zijn, wat echter nog steeds van jullie en niet van Mijn wil afhankelijk is. En nu geloof Ik dat jij, Mathaël, Mij wel wilt verontschuldigen, omdat je nu hopelijk alles zult begrijpen wat je eerder nog niet hebt begrepen! - Is het je nu duidelijk?"
Hoofdstuk 246: Waarom de vrije mensenziel zelfstandig haar volmaaktheid moet bereiken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Ja, Mijn vriend, dat was een heel ander geval; met Jullie zielen, maar alleen jullie lichamen waren bedorven, omdat zich in jullie ingewanden een aantal boze geesten genesteld hadden! Die veroverden het lichamelijke organisme in zoverre dat zij daarin heer en meester waren zoveel zij maar wilden, en jullie zielen, die lang niet opgewassen waren tegen zoveel geesten, trokken zich gedurende die tijd terug en moesten de kwade geesten in jullie lichaam hun gang laten gaan.
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Maar daardoor leden jullie zielen niet de minste schade, .want zulke bezetenheid wordt ook alleen maar daar toegelaten, waar een lichaam bewoond wordt door een ziel die reeds zo zuiver is, dat de slechte, nog zeer onrijpe geesten van zielen uit het hiernamaals, deze ziel beslist niet kunnen schaden wanneer zij nog eenmaal, in de mening er beter van te kunnen worden, gebruik maken van een lichaam.
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] En dat is nu de taak die Ik Mijzelf voor jullie gesteld heb, en jullie taak voor de naasten zal volgen! Weliswaar mogen jullie geen hoop koesteren dat dat allemaal al binnen enkele jaren plaats zal kunnen vinden! Ik zeg jullie: Over duizend jaar en meer, zal meer dan de helft van de wereldbevolking nog geen syllabe van Mijn woord gehoord hebben!
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Er zit echter ook een grappige kant aan omdat Ik bepaaldelijk koren op de molen van de Essenen ben, en jullie zullen nog beleven dat men tegen jullie zal zeggen dat ook Ik een leerling uit de school van deze orde ben en nu werk voor de uitbreiding van deze orde, die nu zelf van mening is dat zij weldra moreel de hele wereld zal beheersen. Deze orde is daarom voorlopig niet tegen ons en zij dient ons ook zonder ons eigenlijk te willen dienen; want zij verzacht voor het volk onze tekenen het meest, zodat daarnaast voor de mensen nog steeds een grote, vrije speelruimte overblijft voor hun gedachten en allerhande meningen. Anders zouden wij met onze tekenen waarschijnlijk niet zoveel bereiken!
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222  ...