Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 210 van 215

...  190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215
[32] Als nu koning Lucifer zo schoon, heerlijk, hoog en heilig geschapen is, zo behoorde hij God zijn Schepper te loven, te prijzen en te eren, en hij behoorde te doen, wat God, Zijn Schepper deed. In God helpen en beminnen alle Oergeesten elkander. Zij doordringen elkander en temidden van de hemelse pracht vormen zij schone gestalten en gewassen, vruch­ten en kleuren. Dat alles is in God als een heilig spel. Daar nu God eeuwige schepselen uit zichzelf geformeerd heeft, zo behoren deze in de hemelse pracht niet op dezelfde wijze te werk te gaan als God Zelf. Neen, tot dat doel zijn zij niet zo geformeerd, want de Schepper had daarom het lichaam van de Engelen droger tezamen gevoegd en be­lichaamd, opdat de eigenschappen harder en vaster zouden worden, en de toon bekend zou worden.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[33] En opdat de zeven Oergeesten in de Engel, in het midden van het hart het Licht en de Geest, welke ten monde des Engels uitvaart in de goddelijke kracht, een heldere klank zou voortbrengen en zijn als lieflijke muziek. Wanneer de Heilige Geest de hemelse vrucht vormt, zo is de toon welke van de Engelen uitgaat, aanwezig bij de vorming van de vrucht, en de vrucht is de spijze der Engelen. Daarom bidden wij ook in het “Onze Vader”: Geef ons heden ons dagelijks brood. Mattheus 6:11. Opdat deze zelfde toon, dit zelfde woord: geef, hetgeen wij door de geest met onze mond spreken in de Goddelijke Kracht, ons zal helpen ons dagelijks brood te verwerkelijken, hetgeen de Vader ons hierna tot spijze geeft. En als dan zo onze toon opgaat in Gods spraak en zo de vrucht gevormd wordt, zo moet ons dat gezond maken en wij zijn deswege geworteld in Gods Liefde en wij gebruiken de spijze als een natuurrecht, daar onze geest in Gods Liefde deze spijze heeft helpen vormen. Hierin is de hinderlijkste en grootste diepte Gods verborgen: O, mens, denk daaraan; te gelegener plaats zal ik dit uitvoerig verklaren. Tot bovengenoemd doel nu heeft God de Engelen geschapen en zij be­antwoorden ook daaraan, want hun geest spreekt door middel van hun mond, evenals God de Heilige Geest uitgaat van de Vader en de Zoon en Hij de Heilige Geest helpt alles vorm en gestalte aan te nemen, door Mercurius, zowel gezang, spreken als een hemels spel der vreugde. Dit alles is het werk van de Heilige Geest. Want zoals God in de natuur werkt en allerlei vormen, gestalten, gewassen, vruchten en kleuren te voorschijn roept, alzo doen ook de Engelen en zij verheugen zich in de bloemen in de Hemelse Meimaand en spreken daarover vol eenvoud. En de toon of rede stijgt, te midden van den Goddelijke Salniter, op en helpt vormen en uitbeelden.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] Toen nu Lucifer door God als koning geschapen was, en zijn geest in hem woonde en werkte en hij door God vol Liefde ontvangen werd en werd verheerlijkt, zo zou hij ogenblikkelijk zijn gehoorzame wandel in God hebben moeten aanvangen, en hij zou als een lieve zoon in het huis zijns vaders hebben moeten wonen. Dit echter deed hij niet. Toen in hem het licht werd geboren en zijn Oergeesten daardoor verlicht en ontstoken werden, verheugden zij zich allen zeer, en verhieven zich bovenmate, méér dan hen toekwam en wilden machtiger en groter zijn dan God. Daardoor werden de Oergeesten te vurig; de wrange hoe­danigheid deed het zoete water verdrogen. En de geweldige en grote hitte, die in het zoete water was ontstaan, waardoor het bittere in het zoete teweeg gebracht wordt, worstelde met de wrange eigenschap, als wilde de hitte haar uit grote vreugde uit elkander doen springen. Want het licht was zo schel, dat het de Oergeesten onverdraaglijk was. Daar nu het zoete water door de samentrekking verdroogd was, zo bleef er slechts een kleine vlam over (want het licht ontstaat in de zoetheid van het water), en glinsterde als een heet stuk ijzer, dat nog niet geheel gloeiend is en daardoor donker. Of het is ook te vergelijken met een harde steen, die men in ‘t vuur werpt, welk men dan in de hitte laat liggen, zo lang men wil. Hij wordt dan niet gloeiend, dat komt, doordat hij te weinig water in zich heeft.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[37] Alzo stak nu de warmte het verdroogde water aan en werd daardoor volkomen opgezogen. Niet zó, dat de geest van het water zou worden verzwolgen, welke in alle zeven Oergeesten woont, maar hij werd in een donkere, hittige, zure eigenschap veranderd. Hier is de zure eigenschap geboren, welk ook thans op deze aarde aanwezig is. In de Hemel, in God, is hij op deze wijze niet aanwezig, en ook niet in de Engelen. Zij veroorzaakt droefenis en ellende, een verzaking van het goede. Toen dit nu geschiedde (zie boven) zo verweerden de Oergeesten zich tegen elkander op de wijze, zoals ik hierboven bij de bespreking van het zevenvoudige rad heb uiteengezet, want zij plegen in elkander op te stijgen en elkander aan te steken en in elkander op te gaan, hetgeen leven en liefde veroorzaakt. In alle geesten was nu echter niets dan ijdelheid, vurig verderf en koude; dus, toen zij in elkander opstegen werd het gehele lichaam boos, want hitte en koude voerden strijd met elkander. Toen dan nu het zoete water verdroogd was, ontsprong de bittere eigenschap (die door ‘t eerste licht ontstond), in het lichaam en deed alle geesten aan, als wilde zij het lichaam verwoesten. Zij woedde en worstelde er in als het ergste vergif zou doen. Daardoor ontstond het eerste vergif, hetwelk wij, arme mensen nu te verwerken hebben, en daardoor is de bittere, giftige dood in ons vlees gekomen. Te midden van dit woelen en werken werd nu het leven in Lucifer ge­boren, d.w.z. zijn zoon, in zijn hart. Wat dit voor een leven en voor een zoon geweest moet zijn, geef ik de lezer te bedenken. Want zoals de vader was, zo werd ook zijn zoon, nl. een duistere, zure, koude, bittere, wrange, harde oerbron en de liefde was, te midden dezer bittere eigen­schap een vijandin van de hoogmoedige koning. Alzo steeg nu de toon, de klank op, door de bittere eigenschap, door de hitte en het verdroogde water in het hart, in de Zoon. Daar ging de geest uit; zoals hij in het hart geboren was, zo ging hij in de mond wederom uit. Welk een gast hij voor God en de heilige Engelen geweest zal zijn en voor de andere koninkrijken, geef ik u te bedenken. Hij zou één hebben moeten zijn met God en Zijn Zoon, als één hart en één God, ach, hoe droevig, hierover te schrijven.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Ziehier koning Lucifer; men zal u de Hemelse kroon ontnemen; gij kunt niet meer in de Hemel regeren. Sta nu nog een wijle stil; wij willen u aanzien, zoals ge vroeger waart. Welke een schone bruid zijt ge. Och, kon ge slechts het vuil van u werpen, zo, dat ge weder rein zoudt zijn. Wij willen uw tucht en deugd beschrijven. Welaan, gij filosofen en gij, die oordeelt, dat koning Lucifer de gerechtigheid liefheeft, treedt nu toe en kiest zijn partij, nu hij nog de kroon draagt. Want wij willen hier over hen recht spreken. Hij zal uw koning zijn, zo gij het recht kunt handhaven; zo niet, zo zal hij in de hel gestoten worden en een ander zal uw koninklijke kroon dragen, een, die beter regeert, dan gij. Toen nu Lucifer zo droevig gevallen was, waren al zijn Oergeesten tegen God gekeerd, want zij allen arbeiden anders dan God en er ontstond eeuwige vijandschap tussen God en Lucifer. Nu zou iemand kunnen vragen: Hoe lang heeft Lucifer in Gods Licht gewoond?
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] In dit heldere licht werden nu tegelijkertijd de zeven Oergeesten ontstoken, het is ermee, als een vuur, dat men ontsteekt. Zij triomfeerden, vol trots en vreugde en verhieven zich belangrijk. Zo zij echter op de plaats, die hen was gegeven, gebleven waren, en hadden gearbeid, zoals zij hadden moeten doen, van eeuwigheid af, zo zou het licht hen niet geschaad hebben, want zij waren geen nieuwe geesten, uit iets anders geschapen, maar het waren de oude geesten die geen begin gehad hadden; die eeuwig in God geweest waren. Ook toen God het lichaam schiep, zo doodde hij niet van te voren de Oergeesten, maar hij formeerde het lichaam van koning Lucifer uit het beste, wat in hem was, uit de kern. Anders, wanneer de eigenschappen gedood zouden zijn geworden, zo zouden zij behoefte gehad hebben aan een nieuw leven en zouden er aan twijfelen, of de Engel eeuwig zou kunnen bestaan. God schiep daarom Engelen uit zich zelf, opdat zij vaster en krachtiger zouden zijn be­lichaamd dan de ideeën, figuren, die door de werkingen der goddelijke geesten in de natuur ontstonden, en die daardoor ook weer te niet gingen. Opdat der Engelen licht helderder zou schijnen en de klank het geluid, dat van hen uitging, schoner en helderder zou klinken, opdat het goddelijke vreugdenrijk groter en heerlijker zou worden. Dit is de reden, waarom God Engelen heeft geschapen. Dat er echter gezegd wordt, dat de Engel een nieuw licht zou hebben voortgebracht, of een nieuwe geest, is zó te verstaan: Toen de Oergeesten vaster en krachtiger belichaamd waren, scheen het licht helderder in en uit het lichaam, dan voor die tijd in den Salniter. Want in het lichaam werd een helderder licht ontstoken dan voorheen, toen de Salniter dun was. Daarom werden ook de Oergeesten trots en meenden, dat zij een veel schoner licht bezaten (of zoon), dan de Zoon Gods was. Daarom ook verhieven zij zich en wilden niet meer zijn in God, hunne Vader, zij verachtten de geboorte van den Zoon van God en meenden, dat zij zich wel konden tonen als de schoonste bruid des Hemels. Zij wisten wel, dat zij slechts een deel van God waren en niet God zelf. Ook wisten ze, hoever hun macht zich uitstrekte, maar zij wilden zich daarmee niet ver­genoegen; zij wilden méér zijn dan God en heersen over de Godheid en alle koninkrijken. Hij, Lucifer, wilde de Heer zijn, en geen ander zou nevens hem mogen regeren.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Ziet, koning Lucifer is het hoofd geweest in zijn ganse gebied en een geweldig koning, en hij werd geschapen uit de kern van zijn gebied en hij heeft, doordat hij zich wilde verheffen, zijn gehele koninkrijk willen aansteken, zodat alles zou branden, zodat het brandt in zijn wezen. Of nu de Godheid hem al tot boete heeft gemaand en hem heeft willen verlichten en zachtmoedig jegens hem heeft willen handelen, zo kon dit alles niet verhinderen, dat bij Lucifer geen andere wil aanwezig was, dan de wil, om over den Zoon van God te heersen en zijn gehele konink­rijk aan te steken, en hij wilde op deze wijze zelf God zijn en meer dan alle heirscharen der Engelen. Toen het Goddelijk Hart vol liefde en zachtmoedigheid tegen Lucifer toornde, zo had hij hiervoor niets anders dan verachting en hij meende, dat hij véél beter was en hij toornde wederom met vuur en koude, in harde donderslagen tegen den Zoon van God en meende, dat deze hem onderdanig moest zijn. Hij wilde heer zijn, en hij verachtte het licht van den Zoon van God. Zegt nu: hoe is het mogelijk, dat hij zoveel macht gehad heeft? Ja, hij heeft die macht gehad, want hij is een deel van God geweest en wel uit Gods kern; hij heeft ook geworsteld met de grootvorst Michaël, om hem te verderven, maar deze heeft hem overwonnen, dewijl de kracht van God, die aanwezig was in Lucifer's rijk tegen Lucifer zelf meege­streden heeft, totdat hij eindelik van zijn koninklijke troon als een overwonnene, verstoten is. Openbaring 12.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] Neen, want wanneer God dit zou hebben geweten, vóór de schepping der Engelen, zo zou dit een vooropgezet plan zijn geweest en zou er geen sprake zijn van vijandschap jegens God, want God zou hem dan, van de aanvang af, als duivel geschapen hebben. God heeft hem echter ge­schapen als een vorst des lichts, en daar hij ongehoorzaam werd en zich bóven God wilde verheffen, zo stootte God hem van zijn troon en schiep midden in onze tijd een nieuwe koning uit dezelfde Godheid, waaruit ook Lucifer geschapen was, en zette hem op de koninklijke troon van Lucifer en gaf hem macht en gezag, zoals Lucifer die bezat, vóór zijn val en deze koning heet Jezus Christus en is de Zoon van God en de Zoon des mensen, hetgeen ik ter plaatse klaar en duidelijk wil bewijzen.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[21] De eerste geest is de wrange, zure kwaliteit; deze wordt gebruikt voor de vorming. Alhoewel zij iets te scherp is, zo wordt dit gematigd door het zoete water, zodat zij zeer zacht, lieflijk en vreugdevol is. Zij ont­leent aan de andere Oergeesten haar liefde. Zij bemint haar kinderen zeer; alle zes andere Oergeesten zijn haar kinderen. De geesten hadden het inzicht, de wetenschap en eeuwige wet Gods in zich en wisten, wat uit de godheid voortkwam. Zo ook wisten zij, dat het Hart van God het eerste in de gehele Godheid was; ook wisten zij dat zij niets meer be­zaten om mee te doen of te laten, dan hun eigen lichaam, want zij zagen wel, dat de Godheid zich openbaarde buiten hun lichaam, zoals de God­heid van eeuwigheid af gedaan had. Zij wisten ook wel, dat zij niet alles in alles waren; wel moesten zij de vreugde vermeerderen en vriendelijk verkeren met de eigenschappen buiten hun lichaam. Zij hadden ook alle macht, met de gewassen, figuren en gestalten te doen, hetgeen zij wilden; het was alles een hartelijk spel van liefde in God. Zij zouden God, hunne Schepper niet hebben kunnen ontstemmen, al hadden zij alle Hemelse gestalten en gewassen te niet gedaan. Hij zou steeds weder nieuwe hebben doen groeien, want alles was slechts een goddelijk spel. Daartoe waren zij ook geschapen, dat zij met de gewassen en de ge­stalten en figuren spelen zouden en ze gebruiken, al naar hun welgevallen. Zo zijn van eeuwigheid af, de vormen gemaakt, zij zijn door de Oergeesten veranderd en vervormd en weer vergaan. Dit is het eeuwige spel Gods geweest van de tijd van de schepping der Engelen af.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[33] Ge dient te weten, dat er tussen God en Lucifer geen ander onderscheid is geweest, als dat hetwelk er is tussen de ouders en hun kinderen. Want zoals de ouders het kind uit hun eigen lichaam voortbrengen, naar hun gelijkenis en het in hun huis als een natuurlijke lichamelijke erfenis laten wonen en het verzorgen, zo nabij is ook het lichaam van Lucifer aan God. Want God heeft hem uit Zijn Wezen voortgebracht; daarom heeft Hij hem ook tot een erfgenaam zijner goederen gemaakt en heng de ge­hele ruimte, waarbinnen hij werd geschapen, tot een bezit gegeven. Nu moet ge weten, waarmede Lucifer tegen God gestreden en God ver­toornd heeft: met zijn lichaam heeft hij het niet kunnen doen, want zijn lichaam strekte zich niet verder uit dan de plaats die hem toebehoorde. Het is iets anders. De geest, welke in het midden, in het hart van alle zeven Oergeesten geboren werd, is ook (omdat hij nog in het lichaam is, wanneer hij geboren is) als één met God. Er is geen onderscheid. Er is geen onderscheid tussen beiden. Wanneer dezelfde geest, welke in het lichaam geboren wordt, door de ogen iets aanschouwt, of door de oren iets hoort, of door de neus ruikt, zo leeft hij daarin en hij werkt temidden daarvan als in zijn eigendom. En wanneer het hem behaagt, zo eet hij daarvan en wordt er door aangestoken, hij voert een strijd mee, veroorzaakt een matiging; laat iets bepaalds zijn zo groot en zo wijd het maar wil: zo ver als zijn oorspronkelijk koninkrijk in God reikt, zo ver kan de geest regeren en hij wordt door niets tegengehouden. Want er is in deze geen onderscheid tussen God den Heiligen Geest en de Geest des lichaams. Slechts dit, dat de Heilige Geest van God de ganse volheid is en een andere geest slechts een gedeelte, en waar hij komt, daar heerst hij tezamen met God. Want hij is uit God en in God en kan niet tegen­gehouden worden, dan alleen door de zeven natuurgeesten des lichaams, die den Geest voortbrengen; zij hebben de teugels in handen. Gods Geest heeft in zich alle bronnen, maar er zijn drie grondprincipes. De ene bron (1e principe) is in het vuur, de tweede in het licht en de derde is in de geest dezer wereld, in de lucht en de sterren. Als de wrange kwaliteit, als de Vader, het Woord of den Zoon of Geest formeert, zo staat hij in het midden van het Hart en wordt door de andere geesten beproefd, of hij goed is. Wanneer hij nu aan het vuur welge­vallig is, zo laat het vuur de straal (de bliksem, waarin de geest der bitterheid woont), door het zoete water heen gaan; aldaar ontvangt het de liefde en vaart met hem in de wrange kwaliteit. Wanneer deze in de wrange, zure kwaliteit woning hebben gemaakt, met de nieuwgeboren geest of de Wil, zo verheugt zich de wrange kwaliteit van den nieuwen jongen Zoon en verheft zich. Daar wordt hij gegrepen door de toon, het geluid en dat gaat van zijn mond uit, ook de ogen, de oren en de neus doen datgene, wat door de raad der zeven geesten besloten is. Deze raad kan de geest veranderen, zoals hij wil. Daarom is de oor­sprong van alles het hart; de raad der zeven geesten, zoals zij den Geest voortbrengen, zo is hij ook.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] Meent ge, dat ge recht doet, zo ge u in Gods toorn zoudt baden: ziet toe, dat Hij uw lichaam en uw ziel niet ontsteekt en gij eeuwig zoudt moeten branden, gelijk Lucifer. Wanneer echter God aan het einde dezer bedeling het verborgene aan het licht zal brengen, zo zult ge wel zien, waar Gods liefde en Gods toorn woonde. Ziet daarom toe en neem u in acht en wendt uwe ogen af van het kwaad of ge zult u zelf in 't verderf storten. Ik roep Hemel en aarde tot getuige dat ik alhier volbracht heb, hetgeen God mij heeft geopenbaard. Het is Zijn wil. Alzo heeft koning Lucifer in Zijn lichaam het zoete water in scherpte en zuurheid doen veranderen, met de bedoeling hiermee in zijn over­moed de Godheid te regeren. Hij heeft het zo ver gebracht, dat hij in deze wereld met zijn scherpte en wrangheid alle schepselen in het hart aangrijpt, zo ook het loof en het gras en alles wat er is, als een koning en vorst dezer wereld.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] De ziel begrijpt dit Zij ziet, wat God, haar Vader maakt en arbeidt mede in de Hemelse vorming; daarom schrijft zij de natuurgeesten een model voor, een voorbeeld, hoe zij een bepaald iets moeten vormen. En naar dit voorbeeld der ziel worden alle dingen in deze wereld gemaakt, want de verdorven ziel arbeidt steeds, opdat zij Hemelse vormen zou kunnen voortbrengen. Zij kan dit echter niet, want voor haar arbeid heeft zij slechts aardse, verdorven Salniter, ja, een half dode natuur zelfs, waarin zij geen Hemelse beelden kan vormen. Hierdoor kunt ge verstaan, welk een grote macht in de Hemelse natuur de geesten der verstoten Engelen gehad hebben, en hoe zij de natuur in de Hemel verdorven hebben, waar zij aanwezig waren en met hun gruwelijkheid hebben verwoest, waardoor de vreselijke boosheid, die in deze wereld heerst, ontstond. Want de natuur, door hen aangestoken, brandt nog steeds, tot aan de jongste dag en deze vuurbron is een eeuwige vijandschap jegens God. Of echter deze vuurgeest, die aangestoken werd, gelijk heeft met te zeggen, dat God zelf hem aangestoken heeft, waardoor het vuur des toorns ontstoken werd, dit zal bewezen moeten worden; waar dit niet het geval is, zo zal deze vuurgeest vervloekt worden.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Merk nu op: Op een dergelijke wijze nu bestond ook de bittere kwaliteit in Lucifer; en er was geen oorzaak aanwezig, dat Lucifer zich zou ver­heffen; ook geen drift, geen stuw. Hij volgde de trotse hoogmoed der zure, wrange kwaliteit alsof dit de Vader was en meende ook, dat hij over de ganse Godheid moest heersen en terwijl hij zich zondig verhief, ontstak hij zichzelven. Toen hij nu de geest hielp in het lichaam geboren worden, zo werd deze geest in deze gestalte een grimmige, stekende, woedende, verscheurende geest,. met de eigenschappen van het helse vuur; een grimmig en vijandig wezen. Toen nu deze geest in de anima­lische geest uit het hart van Lucifer en van zijne legioenen trachtte in de Godheid zijn wil te doen doordringen, zo was dit niet anders dan een verscheuren, verbreken, steken, moorden en gif-branden. Daarom zegt ook Christus in joh. 8 : 44: De duivel is een mensenmoor­der van den beginne en is in de waarheid niet staande gebleven. Lucifer meende evenwel, dat hij op deze wijze méér dan God was, en dat er niemand zo vol verschrikking zou kunnen heersen en regeren als hij. Alles zou voor hem moeten buigen en met zijn geest wilde hij over de ganse Godheid vol geweld heersen als een koning die macht heeft. Omdat hij de schoonste was, wilde hij ook de machtigste zijn. Hij zag en wist echter wel van het zachte en deemoedige in God Zijn Vader; hij wist óók wel, dat deze zachtmoedigheid van eeuwigheid af geweest was en dat hijzelf ook in goddelijke zachtmoedigheid zou moeten voort­brengen, zoals een geliefde en gehoorzame zoon. Dewijl hij echter nu zo schoon en heerlik geschapen was, als de koning der natuur, zo meende hij daarom tevens, daar hij in God en uit God geformeerd was, dat er niemand was, die over hem zou kunnen zegevieren of die hem zou kunnen veranderen. Hij wilde zelf de Heer zijn en met zijn scherpte in alles heersen en ook wilde hij, dat zijn lichaam de gestaltenis zou zijn, die men zou moeten vereren. Hij wilde zichzelf een nieuw koninkrijk oprichten, want alles zou hem moeten toebehoren. Hij wilde God zijn in plaats van God zelf. Hij werd in zijn hovaardigheid met duisternis en blindheid ge­slagen en maakte zichzelf tot een duivel. Deze moet hij ook zijn en eeuwig blijven. Hij erkende in God slechts de majesteit en niet het Woord. Hij verblindde zichzelf door de wrange duisternis, want hij wilde zich ver­heffen en in het vuur heersen, over het licht en over de zachtmoedigheid. Toen nu deze boze duivelse geesten in de Salniter Gods op roof uit­gingen, zo was daar niets dan een branden, steken, moorden, roven en een afschuw van alles, want het hart van God verlangde liefde en zacht­moedigheid, Lucifer wilde deze liefde en zachtmoedigheid met geweld in woede en boosheid doen verkeren. Daar was niets dan vijandschap en afkeer; hij ontstak met geweld de Salniter Gods, die van eeuwigheid af gerust had in Zijn zachtmoedigheid. Hier is van toepassing, wat geschreven staat in 2 Mozes 20 : 5 en 5 Mozes 5 : 9. God noemt zich een toornig en naijverig God, jegens hen, die Hem haten, d.w.z. jegens hen, die Zijn toorn en gramschap nog meer doen ontbranden met hun duivelse geesten, met vloeken, lasteren en velerlei grimmigheid, die in het harte woont; met hovaardij, gierigheid, nijd en toorn, dit alles, wat in u is, werpt ge op God, d.w.z. dit alles dicht ge toe aan de voortbrengselen der natuur. Daarom moet zij door het vuur op de proef gesteld worden en de geest ook, daar de boosheid in het vuur moet blijven. Wanneer ge uwe ogen opent en het wezen Gods aan­schouwt, zo steekt ge als met doornen in het wezen Gods, en ge ont­steekt de toorn Gods. Als de toon in uwe oren klinkt, en gij hem opvangt uit het wezen Gods, zo is het, alsof ge donderslagen hoorde. Bedenk, wat ge verricht met uw neus en uw mond, wanneer ge spreekt en de rede uit uw mond vloeit, als een zoon van alle zeven geesten, bedenk dan, of 't hiermee niet gesteld is als met Lucifer, die in de Salniter Gods woedde. Hierin is geen onderscheid. Daartegenover staat, dat God óók spreekt: Ik ben een barmhartig God en doe barmhartigheid jegens duizen­den dergenen, die mij liefhebben en mijn geboden onderhouden. 2 Mozes 2O : 6 en 5 Mozes 5 : 1O.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[28] Op een dergelijke wijze behoorde ook Lucifer voort te brengen, als een geliefkoosde zoon in de natuur. Gelijk een zoon des huizes den vader helpt bij zijn arbeid, naar de wijze en het inzicht van zijn vader, zo had ook Lucifer met zijn Engelen in het grote huis van God den Vader, naar Gods wijze, met zijn zielegeest alle verschij­ningsvormen en gewassen in de Salniter Gods moeten helpen formeren. Want de gehele Salniter behoorde een huis der verrukkingen te zijn, waarin Engelenlichamen vertoeven en alles zou naar de lust van hunne geesten zich hebben moeten vormen, opdat zij nooit of te nimmer enige afkeer zouden hebben van iets, dat geschapen was. Hun ziele-geest behoorde aanwezig te zijn bij de vorming. De vorming uit de Hemelse elixers geschiedt magisch. Alles geschiedt volgens de wil en de bekwaam­heid der natuur en der schepselen. En de Salniter moet het eigendom der schepselen zijn.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[29] Wanneer zij slechts onder Gods wil gebleven waren, zo zou alles het hunne geweest zijn en hun wil zou ten allen tijde vervuld zijn geworden. Het zou zijn geweest als een vreugdevol bestaan naar de lust hunner harten. Want God en Zijn schepselen zouden één hart en één wil ge­weest zijn. Toen Lucifer zich echter verhief en zijn Oergeesten ontstak, zo voer de ziele-geest in de toon of de klank uit alle lichamen der Luciferische Engelen en hij voer in de Salniter Gods, als een vurige slang of draak en vormde allerlei giftige en vurige verschijningen, zoals daar zijn de wilde en verscheurende dieren. Dit is de oorzaak van het ontstaan der wilde dieren in deze wereld, want het heirleger van Lucifer heeft de Salniter der aarde en der sterren ontstoken, daarna gedeeltelijk gedood en verdorven. Want toen God, na de val van Lucifer, de schepping dezer wereld bewerkstelligde, zo werd alles uit de zelfde Salniter geschapen, waarin Lucifer zijn verblijfplaats had. Zo moesten hierna ook de schepselen dezer wereld uit dezelfde Salniter geschapen worden. Zij vormden zich nu, naar de aard der eigenschappen, boos en goed.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215