Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 211 van 1112

...  199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224  ...
[14] Onze gids verwonderde zich over mij en mijn gave als ziener en geloofde wat ik verteld had, want hij dacht dat mijn fantasie en verbeeldingkracht onmogelijk zo'n dichterlijke hoogte bereikt konden hebben dat ik daardoor zoiets zo maar uit mijn mouw zou kunnen schudden. Daarin had hij dan ook helemaal gelijk, want vindingrijk ben ik nog nooit geweest en als knaap en jongeling bezat ik vrijwel geen fantasie of ook maar enige verbeelding, wel had ik zeer veel talent voor het Ieren van vreemde talen.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Na deze niet bepaald uitnodigend mooie handeling gingen de scherprechters naar huis, terwijl de lijken ter verdere vernietiging overgeleverd werden aan de vilder en zijn knechten. De wijze van vernietiging was verschillend en is dat nog, als de lijken maar niet begraven worden. Gewoonlijk werden zij verbrand door middel van het vervloekte hout, of gekookt in vervloekt water en daarna als prooi voor de wilde dieren geworpen. De wilde, verscheurende dieren die daarvan vraten stierven meestal. Daarom kookte de vilder dergelijke lijken meestal in het vervloekte water, waarna hij ze dan ter verdelging van wolven, hyena's, beren en vossen in de wijde omtrek heel goed kon verkopen en er veel geld voor kreeg.
Hoofdstuk 132: Het einde van de gekruisigde roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Jullie hebben immers gezien hoe daarnet uit de geheel gelijkvormige vuurtongen of rondzwevende vuurslangen, die zo klein zijn dat je ze met je lichamelijke ogen niet zou kunnen zien, een volmaakte, gemoedelijke ezel ontstond. Geloven jullie dat daaruit, door een andere structuur van de oersubstanties bij het zich samenvoegen tot een complete organische vorm, niet even goed een tijger, een kameel, een os of olifant of wat dan ook had kunnen ontstaan? O heel zeker! En een anders geordende samenvoeging zou dan ook een volkomen andere aard en eigenschap hebben, die heel vijandig tegenover een andere zou kunnen staan, omdat in iedere anders georganiseerde, karakteristieke vorm voortdurend de wens overheerst en grotendeels ook blijft, om al het andere en mogelijk zwakkere in zijn eigen structuur te veranderen.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De MEESTEN zeggen: "Ja, Heer, wij begrepen deze les in ieder geval redelijk; maar als wij er ons op zouden beroemen er nu alles van af te weten dan zouden wij onwaarheid spreken. Uit de vorming van de ezelin daarstraks hebben wij wel waargenomen en gezien hoe uit de geestelijke oersubstanties een ding of een wezen ontstaat. Wij zagen immers gewoonweg het gras groeien en hoe zich een ezelin in zekere zin vanzelf uit de vuurtongen geschapen heeft. Ja, wij weten door Uw goedheid en genade zelfs, wat, wie en waarvandaan deze vuurtongen zijn en hoe zij zich samen kunnen voegen tot een duidelijk herkenbare idee en vorm. Wij beseffen heel goed dat deze talloze oergedachten van U waar de gehele oneindigheid vol van is, hoewel zij er uiterlijk hetzelfde uitzien, op zichzelf toch zeer verschillend zijn, lichter en zwaarder al naargelang hun doel hoger, ernstiger en degelijker is, en dat aan elkaar verwante oergedachten zich ook het eerst samenvoegen en een bepaald orgaan beginnen te vormen.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Mijn vader zei daarop: ' Als een andere arts een zieke reeds tot aan de dood heeft gebracht, dan moet iemand zoals ik weer een wonder verrichten! Daar zou ik het ook wel mee eens zijn als dat maar meteen overal mogelijk was! Ik zal met mijn enige zoon, die hier bij mij staat, en die mij moet begeleiden omdat hij de gave bezit geesten te zien en in geval van nood zelfs met hen te spreken, dan nu maar met je meegaan en zien wat er mogelijkerwijs aan gedaan kan worden. Als je echter een paar muildieren meegenomen zou hebben, die jou vlugger hierheen en ons nu sneller naar hem toe gebracht zouden hebben, dan zou een genezing gemakkelijker geweest zijn. Maar mochten zich bij hem nu reeds de hippocratische doodstekenen vertonen, dan is genezen niet meer mogelijk; want tegen de macht van de dood is geen kruid gewassen, niet op de Alpen en nog minder in een of andere tuin.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] En ik antwoordde hem geheel naar waarheid: 'In het licht, waarnaar ik door de enorme lichtsterkte toch al veel minder kon kijken dan naar de middagzon, was niets te ontdekken, maar wel beneden bij ons op de grond. Daar vertoonden zich voor mij zo half en half een aantal gestalten, -maar die gingen allen alsof ze grote haast hadden naar het westen; hun beweging was derhalve overeenkomstig die van het lichtverschijnsel. Slechts één geestgestalte die erg dicht bij ons kwam, was helemaal zichtbaar. Hij had een ernstig uiterlijk als van een oude man en scheen erg genoten te hebben van het lichtverschijnsel. Maar toen het hemelse lichtfenomeen begon te verdwijnen, verdween ook de geestgestalte snel en wel, naar het mij voorkwam, ook naar het westen, maar wat meer in de richting van Bethanië! ' Meer zag ik niet en daarom kon ik mijn vader ook niets meer vertellen.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Alleen de kleine rabbi kwam naar mijn vader toe en vroeg of er soms toch nog iets gedaan kon worden om de oude man, ook al was het maar voor even, bij bewustzijn te brengen. Mijn vader antwoordde niet meteen op die vraag maar vroeg mij heel zachtjes hoe het er met de oude man voorstond en of de ziel zich soms al uit het lichaam begon terug te trekken en op begon te stijgen.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Toen mijn vader mijn beschrijving gehoord had, wendde hij zich meteen tot de al wat ongeduldig wordende, kleine rabbi en zei: 'Vriend, zoals ik het nu zie, zou het zonde zijn van iedere druppel levensbalsem, ook al is die nog zo sterk, want zijn ziel zweeft al manshoog boven het reeds zo goed als helemaal dode lichaam. Hef daarom nu maar je klaagpsalm aan en stel als priester de mensen ervan op de hoogte dat hier geen aardse hulp iets uitkan richten!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Op dat ogenblik kwam de ziel geheel los van het lichaam en verscheidene verheven en wijs uitziende geesten namen haar meteen in hun midden, gaven haar een wondermooi, plooiend gewaad dat gemaakt leek van de witste byssus, en één nam de lichtzuil, boog deze om de lendenen van de nu vrije ziel en daaruit vormde zich een gordel die zo helder straalde als de zon. Tevens zette een machtige geest de vrije ziel een net zo helder stralende hoed op het hoofd en zei: 'Broeder, wees voor eeuwig getooid met het licht der wijsheid dat uit God in je straalt! ,
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Hierbij verlieten echter alle aanwezige hoge geesten samen met de nu vrij geworden ziel onmiddellijk het huis, wat ik meteen aan mijn vader doorgaf, en mijn vader zei tegen de rabbi: 'Wel, nu de ziel van de oude man volledig gescheiden is van zijn lichaam, ga je toch wel naar die mensen die zich bijna blind wenen, om hun te vertellen dat de oude man helemaal dood is?'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] De kleine rabbi is weliswaar een beetje onthutst door deze krachtige tegenspraak van mijn vaders kant, maar gaat toch naar de dode, opent zijn mond en laat, in plaats van de normale twee tot hoogstens drie druppels, tien druppels op de reeds geheel uitgedroogde tong vallen. Daarna sluit hij de mond weer en wacht met volle aandacht op enige beweging van de dode. Maar een vol uur verstrijkt en nog een vol uur, het begint al helemaal dag te worden en de dode maakt nog geen aanstalten zich te bewegen.
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Maar ik vertelde heel argeloos aan mijn vader wat ik zag: 'De ziel zweeft reeds in z'n geheel op halve manshoogte horizontaal boven het lichaam en is met het lichaam alleen nog door een haardunne lichtdraad verbonden, wat volgens onze opgedane ervaringen waarschijnlijk geen zestig tellen meer zal duren; die zal direkt breken. Het is echter merkwaardig om te zien hoe de enorme lichtzuil die wij in de grote natuur met onze natuurlijke ogen zagen, zich hier weer vertoont boven het hoofd van de ziel, daarbij dezelfde lichtkracht heeft en ook een zeer weldadige warmte uitstraalt. De ziel wendt haar ogen niet af van de lichtzuil en schijnt daar veel welbehagen in te vinden."
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mijn vader zei glimlachend: 'Ga je gang maar! Mijn hele uitgestrekte bezitting die je wel zult kennen, is van jou als de dode zich ook maar enkele ogenblikken beweegt tengevolge van de druppels die jij hem geeft, want jouw geheimmiddel ken ik. Ik bezit het ook, en het heeft mij bij schijndoden al heel goede diensten bewezen; maar bij schijndoden bevindt de ziel zich nog lang in het lichaam. Daarom kan dit geheimmiddel bij alle gestorvenen die nog geen hippocratische symptomen vertonen heel nuttig gebruikt worden; maar als het gezicht van een overledene eenmaal overduidelijk de hippocratische tekenen vertoont, dan is de ziel vertrokken en dan kun je in de dode tienduizend van zulke flesjes leeggieten zonder dat het lichaam zich zal gaan bewegen, maar het zal volkomen dood en ongevoelig blijven liggen als een steen of een verdroogd stuk hout. Maar begin nu je proef met je echte Perzische varenolie en zoals ik hier in het bijzijn van getuigen gezegd heb: "mijn bezitting is vanaf dat ogenblik geheel van jou, waarop deze dode, die nu al zo zachtjes aan een geur van ontbinding begint te verspreiden, ook maar één reactie op jouw druppels laat zien!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Lazarus' zoon wendde zich toen tot mij, als zoon van mijn vader, en vroeg mij wat ik als zoon van de dokter hem wel tot zijn troost zou kunnen zeggen. En Ik vertelde hem haarfijn en heel uitvoerig wat ik allemaal gezien had. Er waren veel luisterende oren om mij heen, maar weinigen met een zo'n gelovig hart als onze Jonge Lazarus. Hoe langer ik hem vertelde over wat ik gezien had, des te opgewekter werd zijn gezicht, wat ook zijn beide zusters, die nog in hun prille vrouwelijke jeugd waren, weldra bemerkten, waarop ze hem vroegen wat de oorzaak was van zijn plotselinge opgewektheid. Lazarus wees naar mij en zei er verder niets over.
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] De beide meisjes drongen daarop weliswaar niet verder bij mij aan om hen te zeggen wat ik hun broer verteld had, maar ze werden toch wat minder treurig, en mijn vader wendde zich, omdat de zon juist helemaal purperrood boven de horizon begon te komen, tot de rabbi en zei: 'Wel vriend, hoe is het nu met je Perzische varenoliedruppels? De overledene ligt er nog steeds even bewegingloos bij als een oud stuk hout! Hoe staat het er nu mee? De zon is al op en alles is stil en dodelijk rustig! Wie won de weddenschap, ik of jij?'
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224  ...