Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 211 van 728

...  199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224  ...
[13] Geloof je echter dat er mensen zijn waarvan de ziel niet zo heel ver boven de dierenziel staat, ja daardoor vaak ogenschijnlijk zelfs overtroffen wordt? Wel, zulke zielen reeds aan deze zijde door woorden tot innerlijk levensbewustzijn proberen te brengen, zou totaal vergeefse inspanning en moeite zijn! Voor zulke mensen voldoet reeds het blinde en stille geloof dat hun ziel na de dood van het lichaam voortleeft en daar hetzij loon of straf te verwachten heeft, teneinde zich te voegen naar de een of andere wettige orde, zoals de os naar zijn juk. Al het verdere moet voor een andere levenstoestand bewaard worden.
Hoofdstuk 67: De onsterfelijkheid van de menselijke ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Dat mensen zoals jij het echter tot nu toe niet tot een bepaald bewustzijn over het voortleven van de ziel na de lichamelijke dood hebben kunnen brengen, daarvan heb Ik je de oorzaak reeds laten zien, en je zult die ook ingezien hebben; maar de vrees voor de lichamelijke dood ligt eigenlijk niet zozeer in het je niet bewust zijn van het leven van je ziel na het afvallen van je lichaam, dan veeleer in je liefde voor de wereld en in je eigenliefde. Door deze beide soorten liefde wordt je ziel steeds verder met haar vlees vermengd, en het gevolg daarvan is dat zij zich juist daardoor het gevoel van sterven, vergaan en eindigen steeds meer eigen maakt en ten prooi valt aan allerlei angst en vrees.
Hoofdstuk 68: De oorzaak van de vrees voor de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Kijk, zo zijn de mensen ten opzichte van jouw vraag heel verschillend! Waar het ene volk vaak erg bang voor is, daarvoor heeft een ander volk, zelfs bij de meest verschillende leren en verwachtingen, niet de minste vrees en angst. De joden zijn echter het meest bang voor de lichamelijke dood, en de reden daarvan is juist hun grote liefde voor de wereld en hun zinnelijke lust. Wie deze zo zorgvuldig koestert als de joden, moet mettertijd al het hogere inzicht verliezen; want niets schaadt het juiste, levende geloofsinzicht zo zeer als juist ontucht, allerlei geilheid en lichamelijke hoererij, die reeds lang bij de joden veel erger algemeen gebruikelijk is dan bij de meest duistere heidenen. Deze zonde verstikt de ziel letterlijk in de modder van het vlees en doodt zelfs het vlees zelf. Als dat zo is, waar moet dan zo'n ziel het heldere levensbewustzijn vandaan halen?!
Hoofdstuk 68: De oorzaak van de vrees voor de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei: 'Zolang een mens op deze aarde leeft en een volkomen vitale, ernstige wil heeft, is dat alles nog heel goed mogelijk, waarvan David je een levend en concreet voorbeeld geeft; want ook hij had in een periode, die jullie niet onbekend is, veel gezondigd op het gebied van de lichamelijke lust. Maar hij heeft zich daarna ook op tijd vermand, zondigde uit liefde tot God niet meer en werd daardoor een man naar Gods hart. Want waarlijk, Ik zeg je, dat in de hemel meer vreugde is over één zondaar die zijn zonden als zodanig herkent, ze verafschuwt, er waarachtig berouw over heeft, op een juiste en verstandige wijze boete doet en zich grondig verbetert en niet meer zondigt, dan over negenennegentig rechtvaardigen die nooit hoefden te boeten! Of is het bij de mens ook niet zo dat hij over iets, hoe onbeduidend ook, wat hij verloren en dan gelukkig weergevonden heeft, meer vreugde heeft dan over zijn grote schatten die hij nooit verloren had?! Kijk, zo gaat het ook bij God, en als het niet zo was dan zou je Mij nu in jouw herberg waarlijk niet te gast hebben!
Hoofdstuk 68: De oorzaak van de vrees voor de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Waar Ik echter eenmaal ingetrokken ben, is ook de volledige vergeving van alle zonden, en het licht en het eeuwige leven zelf ingetrokken. Ik kan je daarom zeggen dat jouw huis en jou zelf nu een groot heil is overkomen, en de gevolgen zullen je dat beter duidelijk maken dan Ik nu Zelf; want Ik heb je nu de leer en de belofte gegeven, maar pas in de vervulling daarvan zul je de volledige waarheid in jezelf ontdekken.'
Hoofdstuk 68: De oorzaak van de vrees voor de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Als God echter al zo voor het gras zorgt, dat vandaag groeit en morgen afgemaaid wordt en volgens een oud gebruik in bundels gedroogd en in de oven tot as verbrand wordt, hoeveel te meer zal God dan voor die mensen zorgen die Hem liefhebben en Zijn geboden onderhouden!
Hoofdstuk 69: De goddelijke liefde, haar zorg en wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Als echter al volkomen menselijke wijsheid alleen maar goede dingen tot stand brengt, en de onwijze mensen naar het ware geluk van het leven stuurt, hoeveel te meer dan de allerhoogste en diepste Goddelijke wijsheid!
Hoofdstuk 69: De goddelijke liefde, haar zorg en wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Dat hangt nu van jou af; want voor vandaag, morgen en overmorgen zal Ik helemaal niets bepalen. Als je echter iets hebt, zeg het dan, dan zal Ik zien wat er aan te doen is!'
Hoofdstuk 69: De goddelijke liefde, haar zorg en wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Toen zakte de rook, en binnen in het gat begon het geweldig te keer te gaan en te bruisen. Dat duurde echter maar heel kort en al gauw zag men dat het verzonken stuk land langzaam maar zeker omhoogkwam, en na een uurtje was het gat weer zodanig opgevuld dat niemand kon zien dat dit deel ooit verzonken was geweest.
Hoofdstuk 70: Het verzonken land - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daarom is het dan ook wenselijk dat jullie proberen of zo iemand wiens zinnen bedwelmd zijn nog nuchter en wakker te maken is! Als het kan, wek hem dan, en dat zal jullie van groot nut zijn omdat hij dan weer gemakkelijker dan Ik met succes op zijn gelijkgezinden in kan werken; laat hij zich echter niet wekken, laat de luie en trage ezel dan slapen! Dan moeten er al andere wekmiddelen komen om zulke slapers te wekken. Dergelijke middelen bestaan echter uit allerlei ziekten, oorlog, hongersnood en epidemieën. -Hebben jullie dat begrepen?'
Hoofdstuk 71: Het wezen van de boze geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Hij lijdt echter ook als wakende onder de vele slapers, en derhalve verliest hij weinig of niets. Of is het soms prettig om zich in een vertrek als enige wakende tussen louter slapenden te bevinden en stil te zijn?!'
Hoofdstuk 71: Het wezen van de boze geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] En zo gebeurt er op aarde helemaal niets eigenlijk puur natuurlijk op zichzelf, maar altijd in volle verbinding met het geestelijke* (* 'het geestelijke' is een aanvulling), ter wille van een geestelijk doel; want overal staat het geestelijke doorlopend nauw in verbinding met het natuurlijke en beide werken constant op elkaar in, hetgeen jullie echter pas helemaal duidelijk zullen inzien als jullie door volgens Mijn leer te handelen in jullie geest zullen zijn wedergeboren. Maar nu kunnen we na deze gedane arbeid wel weer naar huis teruggaan; want we zullen daar ook iets nieuws aantreffen.'
Hoofdstuk 72: Invloed van geesten bij natuurlijke gebeurtenissen als toelatingen van de voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Spoedig daarop verklaarde de dokter dat de dochter helaas gestorven was. Maar ze moesten haar toch in verwarmde doeken wikkelen; misschien zou ze binnen enige uren toch nog ontwaken. Dat zei hij echter alleen maar om de ouders nog enige troost te geven. De waard betaalde de dokter, die ook direct met een vrolijk gezicht vertrok en beloofde, dat hij terstond zelf de klaagvrouwen zou laten komen. De waard zei echter, dat hij daarmee nog tot morgen moest wachten; als het nodig was, zou hij zelf 's morgens wel naar hem toekomen. Daarop ging de dokter weg.
Hoofdstuk 73: De verdronken dochter van de waard en haar opwekking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Zij lijken op die dromers die zich met allerlei zoete dromen als vorsten en koningen in slaap wiegen, in hun droom allerlei domme onzin uitkramen en zich vaak heel druk maken. Nu weet iedereen echter dat zulke dromen niet zo erg bevorderlijk zijn voor de natuurlijke gezondheid van de mens en dat het goed is zulke mensen die 's morgens zo zoet dromen, te wekken. Wat wordt zo'n slaper echter geërgerd en kwaad als hij door iemand die wakker is, gewekt wordt! Maar als hij daarna helemaal wakker wordt, is hij toch erg blij dat hij uit zijn verdovende slaap gewekt is. Hij is bij het wakker worden weliswaar al zijn mooie vorstendommen kwijt en van koning weer gezonken tot heel gewoon mens; maar als zodanig is hij ook juist tot het duidelijke besef gekomen dat zijn koningschap niets dan een ijdele ziekelijke koortsdroom was.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de boze geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Hier ging het echter om een samenloop van omstandigheden, die sinds lange tijd precies berekend was voor het bereiken van een goed doel. Hier , onder dit stuk land, bevond zich reeds sinds voor jullie onvoorstelbare aardse oertijden een grote holte, die een onderaardse voortzetting van de zee was. Maar in de loop van de tijd blokkeerde en verstopte aangegroeide zeeklei de reeds vanaf het begin wat nauwe verbinding tussen de open zee en de daarmee verbonden onderaardse zee, die zijn water daaruit betrok. Toen de aanvoer van het water in de loop van de tijd helemaal opgehouden was, zakte het onderaardse water steeds verder en er ontstond daardoor een grote holle ruimte. Door herhaalde aardbevingen brokkelde onder dit stuk land het ene loshangende deel na het andere af en viel in de diepte van de holle ruimte. Daardoor is dit ingestorte stuk land natuurlijk steeds dunner geworden en kreeg het steeds minder houvast.
Hoofdstuk 72: Invloed van geesten bij natuurlijke gebeurtenissen als toelatingen van de voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224  ...