Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 212 van 1112

...  200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225  ...
[13] Toen ging ik naar mijn vader en vertelde hem dat ik even tevoren een voorname geest gezien had die de kamer binnenkwam, mij wenkte en zei dat de kinderen van Lazarus zich gereed moesten houden, want de geest van hun vader zou nog één keer komen en hen zegenen en een grote belofte geven. Ik zei ook tegen mijn vader dat hij dat aan de drie moest vertellen; en mijn vader deed dat. De zoon van Lazarus en zijn beide nog heel jonge zusjes, meisjes van veertien en zestien jaar oud, verheugden zich daar erg op.
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Reeds bevindt de Heer zich als een zoon van arme ouders lichamelijk op deze aarde. Hij, de Eeuwige, de Heiligste, is reeds begonnen met het grote verlossingswerk. Hij wil voor alle mensen van deze aarde die van goede wil zijn, voor eeuwig een Vader zijn. Voortaan zullen de mensen van deze aarde geen onzichtbare, eeuwig onbereikbare, maar een bereikbare en altijd zichtbare Vader hebben. En deze God, Die alles wat zich in de eeuwige oneindigheid bevindt, geschapen heeft, zal in dit huis in en uit gaan. Behoed jullie hart daarom voor onzuiverheid, opdat dit huis waardig zal zijn Hem te ontvangen, Die hemel en aarde niet kunnen omsluiten!
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] De rabbi bedekte echter zijn gezicht en ging weg, en trok zich waarschijnlijk in Jeruzalem in zijn woning terug om over al zijn doodzonden na te denken. Wat er verder met hem is gebeurd, weet ik tot op heden niet; alleen dit ene weet ik, dat zowel mijn vader als ook ik hem daarna nog ettelijke malen in Jeruzalem hebben ontmoet, waarbij hij ons echter al op een afstand schielijk ontweek. Waarom dat was, uit toorn of uit een soort angst, weet ik ook niet. Hij kwam ook nooit meer naar het huis van Lazarus, hoewel hij daar zijn toverflesjes vergeten was, -wat wij eenvoudig te weten kwamen omdat de jonge Lazarus en zijn zusters ons later nog heel vaak bezocht hebben.
Hoofdstuk 137: De rabbi houdt zich niet aan zijn woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Ik zal het jullie uitleggen; alleen moeten jullie allen daarbij heel goed opletten, omdat je anders niets van de hele zaak zou begrijpen! Want dit sterfgeval is heel bijzonder, zoiets heeft zich in lange tijd niet voorgedaan en het zal nog lang duren voor het weer eens gebeurt.
Hoofdstuk 138: Het levensverhaal van de oude Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] De oude Lazarus, die een hoge, oergeschapen engelgeest was, werd geheel volgens zijn eigen wil in het lichaam van een mens gebracht, en wel onder de moeilijkste levensomstandigheden die op deze aarde maar voor kunnen komen. Vanaf de wieg tot aan zijn zeven en veertigste aardse levensjaar heeft hij omstandigheden en beproevingen doorstaan die hier niet gemakkelijk weergegeven zouden kunnen worden. Hoe vaak was hij niet in levensgevaar! Wie van jullie de levensgeschiedenis van Job kent, kan zich daaruit ongeveer een beeld vormen van hoe het Lazarus is vergaan.
Hoofdstuk 138: Het levensverhaal van de oude Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Nu gaan wij naar de sterfkamer van de oude Lazarus! Daar zag je geen onduidelijke nevelvorm boven het lijk zweven, maar al meer een volle menselijke vorm. De reden daarvoor ligt in de grote liefde tot werken, wat duidt op een volmaakt, innerlijk, geestelijk leven dat geheel zonder vrees is voor de komende grote werkzaamheid in het eindeloze rijk der hemelen. De angsttrillingen van de ziel doen zich daar niet gelden en daarom is de menselijke vorm van de ziel al meteen bij het uittreden uit het lichaam volmaakt en volkomen in rust zichtbaar, natuurlijk voor diegene, die het zeldzame vermogen heeft om dat te zien.
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Omdat hij echter onder alle slaven van zijn heer de trouwste was en alle strengheid van zijn heer steeds met veel geduld en berusting verdroeg, riep zijn heer hem na tien jaar bij zich en zei tegen hem: 'Ondanks al mijn strengheid tegenover jou is mij gebleken dat je mij zeer trouw bent geweest en jezelf moeite noch werk bespaard hebt om mijn belangen te behartigen. Als ik veel van je verlangde, deed je altijd nog meer en vaak in mijn voordeel. Ik ben wel een streng heer -iedereen getuigt dat van mij -maar daarom nog niet blind en zonder inzicht en kennis, en omdat ik dat niet ben, geef ik je de volle vrijheid! Je kunt nu rustig naar huis naar je eigen land gaan. Bovendien schenk ik je als blijk van erkenning voor je trouwe diensten nog honderd kamelen, tien van mijn mooiste slavinnen en negentig knechten; en opdat je overal iets kunt kopen en zult kunnen voorzien in je verdere leven en handel en wandel, zal mijn schatmeester je duizend buidels goud en tweeduizend buidels zilver uitbetalen! Kijk, zo beloont de strenge heer een trouwe slaaf, en een trouwe knecht krijgt het dubbele, maar die heb ik jammer genoeg nog nooit gehad! Vertrek nu met een gerust hart met alles wat ik, je strenge meester, je heb geschonken!'
Hoofdstuk 138: Het levensverhaal van de oude Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Lazarus besteeg zijn kameel en de tocht begon. Na tien heel aangename reisdagen kwam hij weer in Bethlehem aan, nam zijn intrek in een herberg en won inlichtingen in over zijn vroegere bezit. Dat was echter volgens de Romeinse wetten als Romeins staatsbezit verkocht en reeds drie jaar geleden in het rechtmatig bezit van de koper overgegaan omdat de oorspronkelijke bezitter ondanks alle door speciale herauten gedane afkondigingen niets van zich liet horen. Want de koper was gedurende zeven jaar in zekere zin slechts pachter; kwam de eerder verdwenen bezitter in het zevende jaar terug, dan had hij nog recht om bezwaar in te dienen, -alleen moest hij de koper het hoogste bod inclusief rente vergoeden, omdat deze koper gezien moest worden als een bedrijfsleider zonder opdracht en voor zijn moeite wettig betaald moest worden. Maar als de volle zeven jaar voorbij waren, kwam de koper in het daarna onaantastbare, volle bezit van zo'n door koop verworven goed. En dat was ook daar in Bethlehem het geval met het bezit van Lazarus. De koper was nu volle bezitter, beschermd door de wetten van Rome, en onze Lazarus moest onverrichter zake verder trekken.
Hoofdstuk 138: Het levensverhaal van de oude Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Omdat de oude Lazarus zijn aardse levensloopbaan zo goed voltooid had en niet alleen niets had ingeboet op zijn vroegere hemelse volmaaktheid, maar zelfs heel veel daaraan had toegevoegd, verenigden zich tegen de tijd van het afscheid van onze zwaar beproefde engel die zijn proef zeer goed doorstaan had, talloze volmaakte engelen en deze beïnvloedden de natuurgeesten van deze aarde zodanig dat deze hetzelfde werk moesten verrichten als de natuurgeesten van de zon. Door deze buitengewone activiteit van de talloze op een beperkte ruimte samengedrongen geesten ontstond dat door jou, je vader en de jonge Lazarus waargenomen licht, juist op het ogenblik dat de engelenziel en de geest van de oude Lazarus zich los begonnen te maken van de banden van het vlees.
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Dat deze stoet, volgens jouw terminologie, van het oosten naar het westen ging, duidt op een belangrijk aards sterfgeval, overeenkomstig het feit dat alles op aarde in het oosten, waar de zon opkomt, met zonsopgang ontwaakt en bij zonsondergang weer in slaap ondergaat. Maar tegelijk stemt de aardse avond in omgekeerde zin overeen met de puur geestelijke morgen en de aardse morgen met de geestelijke avond, want op de aardse morgen beginnen de meeste mensen zich zo veel mogelijk bezig te houden met de wereldse zorgen en die zijn vaak genoeg een echte en zwarte geestelijke avond zonder schemering, dus reeds letterlijk een geestelijke nacht. Alleen 's avonds, moe van de wereldse zorgen, gaan dan velen er toe over om na te denken over het verdwijnen van het tijdelijke, en zich tot God te wenden, en dat komt dan op z'n minst overeen met een geestelijke ochtendschemering.
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zal hij ooit waarachtig gelukkig kunnen zijn, ook al bezit hij alle aardse goederen, als hij zich bij tijd en wijle zal af moeten vragen: 'Wat zal er na de dood met mij gebeuren? Zal ik op de een of andere wijze bewust verder leven of zal het voor eeuwig helemaal met mij gedaan zijn?' Als de bange vragensteller echter geen bevredigend antwoord krijgt, noch van iemand die meer ervaren is, of nog minder uit de eigen duistere, wereldse levenskamer waarin nog nooit een waarachtig geestelijk licht is doorgedrongen, -wat dan? Zal zo'n steenrijke man die zich dat ernstig afvraagt, wel genoegen beleven aan zijn grote schatten en rijkdommen? Dat zal wel nauwelijks het geval zijn als hij zich enigermate bewust is van de liefde voor het leven! Wat heeft de mens eraan als hij alle schatten van de wereld zou winnen, maar schade zou lijden aan zijn ziel?
Hoofdstuk 140: Over het stellen van dwaze vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Heer, wie nu deze handelwijze van Jehova tegen de zondaars, -en wie zijn dat anders dan wij, mensen, - ook maar een beetje onder ogen ziet en op zich laat inwerken, kan toch onmogelijk iets anders ontdekken dan regelrechte toorn en ondubbelzinnige wraak van Jehova!
Hoofdstuk 141: Gods 'toorn'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Het zal desondanks toch wel zo zijn als U, o Heer, het eerder heeft gezegd; maar het blijft wel vreemd dat wanneer in oude tijden Gods toorn werd aangekondigd, ook de grimmigste straf volgde als de mensheid zich niet verbeterde en echt boete deed, en dat zowel in het groot als in het klein, en in het algemeen als in het bijzonder, zonder enige consideratie! Wel, het zou werkelijk de moeite waard zijn als bij deze gelegenheid wat nader belicht zou worden hoe zich dit alles in overeenstemming laat brengen met de zuiverste liefde, zonder enige toorn of wraak!"
Hoofdstuk 141: Gods 'toorn'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Op aarde bevond zich nergens een stoffelijk paradijs waar de mens de gebraden vissen zo maar in de mond zwommen, maar hij moest ze -net als nu -eerst vangen en braden en dan pas met mate eten. Als de mens echter werkte en vruchten verzamelde die de aarde hem schonk en hij zich daardoor een voorraad had gevormd, dan was iedere aardse streek die de mens in cultuur gebracht had, een waar aards paradijs!
Hoofdstuk 142: Gods 'toorn' bij Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] In het warme voorjaar, de zomer en de herfst kon hij het wel zonder kleding uithouden, maar in de winter begon hij de koude erg te voelen en in zijn gevoel, dat God steeds meer door geestelijke en natuurlijke ingeving deed ontwaken, vroeg hij zich af: 'Waar ben ik? Wat is er met mij gebeurd? Eerst had ik het zo prettig en nu heb ik het koud, en de koude winden doen mijn huid pijn!' Hij voelde zich genoodzaakt op zoek te gaan naar een tegen de wind beschutte woning, en zijn lichaam te bedekken met allerlei bladeren van de bomen. Door deze gedwongen bezigheid werd het denken actiever en ook weldra ordelijker.
Hoofdstuk 142: Gods 'toorn' bij Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225  ...