17481 resultaten - Pagina 213 van 1166
... 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 ...
[15] Hij vertelde mij dat hij nog heel veel andere wonderen kon doen, die nog veel merkwaardiger waren dan de reeds vertoonde! Maar ik had echt geen lust nog meer te vragen en aan te zien. Het reeds geziene had mijn hoofd al te zeer verhit en ik was blij toen deze Achter-Indiërs weer voor goed uit de stad verdwenen, want zij zouden het volk behoorlijk oproerig gemaakt hebben.Hoofdstuk 151: De overste fantaseert. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Kijk, buitengewoon lieve jongen! De magiër uit Achter-Indië was zeker net zo min een engel van Jehova als ik en deed toch wonderlijke dingen. Waarom zou jij met je echt, zeg maar, hemels mooie lichaam dan een engel zijn omdat ook jij voor mijn grove mensenverstand buitengewone dingen kunt doen?!
Hoofdstuk 151: De overste fantaseert. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar u heeft nog geen brood bij de wijn en wijn alleen drinkt u niet zo graag! Uw magiër had enige stenen nodig om ze in broden te veranderen. Ik heb alleen maar mijn wil nodig, - en kijk, daar ligt reeds een hoeveelheid brood voor u! -Proef het, of het niet beter smaakt dan uw gelogen brood!
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Het is waar, grote, lieflijke boodschapper van de Heer, dat mijn zojuist vertelde verhaal over de magiër uit Achter-Azië zo goed als geheel door mij werd verzonnen, - maar wel naar de trant van iemand die het mij eens vertelde. Ik vertelde het slechts om je wat nader te testen, maar ik ontdekte dat je werkelijk hart en nieren doorziet en dat je wil echt het onmogelijkste spelenderwijs doet.
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Daarom geloof ik nu ook vast, dat je ondanks je heel mooie lichaam een volmaakte boodschapper van God bent en ik heb nu een grote vreugde in mijn hart dat ook ik eenmaal dat heb beleefd, waarvan in het Boek geschreven staat, dat de vrome vaders in oude tijden dat ook zo nu en dan hebben beleefd!"
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] STAHAR zegt: "Geliefde, almachtige boodschapper des Heren, herinner mij niet aan een tijd waarin ik beslist slechts door een vloek het wereldse licht aanschouwde, en aan een daad die ik later vele, vele malen diep heb betreurd! Maar voor mijn denken en mijn inzicht van toen, bleef er haast geen andere mogelijkheid over!
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] In het geheim was ik reeds geheel en al ingevoerd in de Griekse filosofie en ik wist waarom ik een mens werd. Plato en Socrates waren net als Aristoteles, mij duizend maal liever dan mijn duistere en zeer mystieke profeten, die ik tot op heden nog niet begrijp en ook nooit zal begrijpen, omdat ze eigenlijk niet te begrijpen zijn. In het bijzonder de hoogliederen van Salomo, die eerder gemaakt kunnen zijn door een waanzinnige dan door een wijze. Daardoor was ik behoorlijk kwaad op alles wat maar enigszins in tegenspraak was met de zuivere rede van Euclides, door wiens werken ik eigenlijk rekenmeester werd.
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Almachtige, hemelse vriend! Als iemand tegen mij zegt: 2 en 2 is 4, en dat de dag licht is en de nacht duisternis, dan heeft hij de volle waarheid gesproken en ik zal hem als vriend aan mijn borst drukken. Als er echter één komt die met een stalen gezicht beweert dat 2 en 2 5 is en dat de dag duister en de nacht licht is, dan sla ik zo'n os meteen met één slag dood, want zo'n moordenaar van de geest vind ik veel erger dan elke dief en struikrover en moordenaar!
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] STAHAR antwoordt, terwijl hij nu diep nadenkt over de woorden van de engel: "Hm, dat is een heel vreemde gewaarwording! Het is zeker waar en de waarheid straalt uit ieder woord van je hemelse mond. Ik ben nu bekeerd. Het gaat nu echter om mijn collega's, dat ook zij bekeerd worden, en dan gaat het erom waar wij de grote Messias kunnen ontmoeten om Hem Zelf te horen!"
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] STAHAR zegt: "Als het zo is, wat ik binnen mijn persoonlijke sfeer helemaal niet wil betwijfelen, dan vraag ik echter: Wat doen we dan met Mozes, bij wie toch ook heel nadrukkelijk en duidelijk staat: 'Geen mens kan Jehova zien en tevens het leven behouden!'? Tevens vinden we in Mozes een formeel verbod, van Jehova's kant aan de grote ziener, waarin staat dat men God met geen enkele afbeelding, hoe verheven ook, mag voorstellen! Maar jij zegt dat de Messias, volgens het gezegde van David, nu Zelf als een mens In corpore (lichamelijk), dus geheel en al vorm, rondwandelt!? Hoe staat het dan met het verbod van God bij Mozes, wat moet daarmee gebeuren?! Eén moet vervallen, hetzij Mozes of jouw Messias, want Mozes en David kunnen onmogelijk beiden gelijk hebben!"
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] STAHAR zegt: "Vriend, je bent dwaas als je zo praat en nog niet eens het onderscheid weet tussen een echt en een namaak wonder! Ik heb alle bezwaren naar voren gebracht en alle redelijke tegenargumenten gebruikt, maar met al mijn geopperde tegenwerpingen ben ik smadelijk; door de mand gevallen toen die jongen mij mijn geheimste gedachten begon voor te houden! Daardoor zag ik pas mijn oude, grote vergissing in en daarom kom ik nu naar jullie om jullie dat over te brengen wat ik heb gezien en gehoord!
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Omdat dat zo bij mij is, kunnen jullie het zonder verdere bedenkingen ook wel van mij aannemen! Want allen bij elkaar zijn jullie niet in staat meer commentaar te leveren dan ik reeds heb geleverd, maar al mijn bezwaren werden afgestraft als leugens! En omdat tenslotte alles over de Messias mij net zo duidelijk werd als dat 1 en 1 samen 2 is, daarom kunnen jullie mij nu wel zonder meer geloven!"
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] De woordvoerder van de COLLEGA'S zegt: "Best! Als jij het gelooft en zelfs mathematisch van deze zaak overtuigd bent, kunnen wij daar niet aan twijfelen. Maar men moet bij die nieuwe, nooit eerder voorgekomen verschijnselen er ook altijd rekening mee houden, dat de beste zwemmers vaak het eerst verdrinken, de stoutmoedigste bergbeklimmers van de berg storten en degenen, die zogenaamd vast in het geloof staan uiteindelijk eerder gaan twijfelen dan diegenen, die iets onbegrijpelijks niet zo erg vlug begrepen hebben en niet direkt zeggen dat ze een rotsvast geloof hebben!
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] STAHAR zegt: "Dat neem ik allemaal voor mijn verantwoording. Ik besef heel goed dat wij daarmee niet bij de tempel moeten aankomen, maar dáártegen zullen wij ons ook weten te beschermen! Uiterlijk blijven wij -maar dan iets verstandiger -wat wij waren en betalen de tempel de vastgestelde bijdrage, maar in ons binnenste moet het nu ontzettend veranderen en na verloop van tijd zullen wij ook het volk in iets beters inwijden.
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] CYRENIUS zegt, terwijl hij naar de engel wijst: "Kijk, dat is mijn snelschrijver, die weet allang wat hij moet doen en kent ook uw namen. Hij zal de brieven klaarmaken waar u bij staat!" Toen vroeg Cyrenius aan Raphaël om dat te doen.
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)