10915 resultaten - Pagina 213 van 728
... 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 ...
[21] En IK zei tegen hem: 'je hebt heel goed gesproken omdat Ik je immers Zelf de woorden in de mond heb gelegd; maar ondanks dat blijft de overste toch tempeldienaar, en als hij een nieuwe aansporing van Jeruzalem zou krijgen om Mij te vervolgen, dan zou hij dat met volledige inzet doen. Maar zo zonder aansporing is hij te veel op zijn gemak gesteld en laat hij ons doen en laten wat wij maar willen. Of hij echter voor Mij hierheen zal komen, is een vraag die moeilijk te beantwoorden is; want als de overste morgen wakker zal worden, zal hij zich datgene wat jij met hem besproken hebt, nauwelijks meer herinneren. -Maar laten we nu gaan slapen, want de berg heeft onze ledematen moe gemaakt!'Hoofdstuk 78: Een gesprek tussen de waard en de overste over de Heer De Heer in het noorden van Galilea (Ev.Joh. hfdst.7) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[23] Daarna bleef Ik daar nog twee volle dagen, waarin zich echter niets van enig belang voordeed. Maar op de derde dag' s morgens ging Ik met de leerlingen en met de waard naar buiten en gebood de zee tot kalmte. En meteen verdwenen de golven, en de vissers gingen al gauw daarna ijlings aan het werk, omdat zij toch al vijf dagen lang hadden moeten nietsdoen, wat hen bepaald ook niet geschaad had.
Hoofdstuk 78: Een gesprek tussen de waard en de overste over de Heer De Heer in het noorden van Galilea (Ev.Joh. hfdst.7) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen kwamen DE LEERLINGEN echter bij Mij en zeiden: 'Heer, waarheen wilt U nu gaan? Galilea hebben we al van plaats naar plaats en van huis tot huis doorlopen. Alleen Judea, Samaria en Klein-Mesopotamië, evenals Syrië en het gebied in de richting van Damascus zijn door ons nog weinig of helemaal niet betreden. Wat vindt U ervan om daarheen te gaan?'
Hoofdstuk 79: Het afscheid van de herbergier te Kapérnaum. Het innerlijk woord als godsgeheim in het hart van een mens. (Ev. Joh. 7,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Als je ergens een zieke zult vinden, leg die dan in Mijn naam de handen op, dan zal hij beter worden! Als je echter iemand op deze wijze genezen hebt, laat je dan niet voor de genezing betalen, maar zeg tegen de genezene:'Dank God, de Almachtige, in Zijn Zoon Jezus! Ga heen en zondig niet meer! Houd de geboden en doe het goede!' Daardoor zul je voor Mij veel gelovigen opwekken. ,
Hoofdstuk 79: Het afscheid van de herbergier te Kapérnaum. Het innerlijk woord als godsgeheim in het hart van een mens. (Ev. Joh. 7,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Het jonge echtpaar had al een kind, een jongen; maar het kind, dat nauwelijks een paar weken oud was, leed aan erge stuipen tengevolge van een schrik die de jonge moeder nog in het kraambed kreeg door een brand in het huis van de buren, die echter snel weer geblust werd. De jonge ouders alsook hun nog levende ouders, probeerden van alles om het kind van deze kwaal te genezen; maar alles was tevergeefs.
Hoofdstuk 80: Het bezoek bij de waard in Kana. De genezing van het zieke kind. Een evangelie voor zogende moeders. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Dat de door jullie genoemde landen licht nodig hebben, en vooral Judea, dat het meest ontaard is, dat weet Ik; maar Ik ga daar nu toch niet heen, omdat men Mij daar het meest naar het leven staat. (Joh. 7, 1) Weliswaar kan niemand Mij vóór Mijn vastgestelde tijd grijpen, waarvan Ik jullie al een aantal bewijzen geleverd heb, - maar Ik wil door Mijn aanwezigheid het volk van Juda niet ook nog kwader maken dan het al is. De andere landen zijn echter voor Mij nog te weinig rijp, en daarom zullen we toch in Galilea blijven en hier het licht nog meer ontsteken. ,
Hoofdstuk 79: Het afscheid van de herbergier te Kapérnaum. Het innerlijk woord als godsgeheim in het hart van een mens. (Ev. Joh. 7,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei: 'Leer Mij die landen kennen! Daar komen op één -zeg maar -slechte jood minstens tien Grieken en Romeinen voor die pure heidenen zijn met een echt, ontzettend duister bijgeloof Hoe zouden die het ware, geestelijke levenslicht kunnen bevatten?! In Samaria hebben we het licht reeds verspreid en het groeit daar aanzienlijk. Damascus is een grote handelsstad. De mensen daar denken er alleen maar aan hoe en waar zij hun produkten het best kunnen afzetten, en met het licht is daar voorlopig maar heel weinig te bereiken; later zal het licht echter ook wel daar komen, en daarom blijven we nu in Galilea, bezoeken onze lichtvrienden en bevestigen hen nog meer!
Hoofdstuk 79: Het afscheid van de herbergier te Kapérnaum. Het innerlijk woord als godsgeheim in het hart van een mens. (Ev. Joh. 7,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Maar IK zei tegen hem: 'Je bent nu ook een leerling van Mij geworden, want je hebt goed herkend wie Ik ben. Blijf jij maar thuis, daar zul je Mij meer van nut zijn dan wanneer je mee zou gaan! Er zullen vandaag nog veel gasten in je herberg komen en je zult gelegenheid krijgen om Mij te vertegenwoordigen, en dat zal zich nu in deze tijd heel vaak herhalen. Binnen een paar weken zal Ik echter weer bij je komen en nogmaals enige dagen bij je doorbrengen; dan zul je wel weer gelegenheid krijgen om nog meer over Mijn leer te horen. Maar als je van nu af aan in Mijn naam zult spreken, hoefje niet te bedenken watje zult zeggen, maar Ik zal je de woorden in je mond leggen!'
Hoofdstuk 79: Het afscheid van de herbergier te Kapérnaum. Het innerlijk woord als godsgeheim in het hart van een mens. (Ev. Joh. 7,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] HET JONGE ECHTPAAR zei: 'O Meester, wij weten echter dat U meer bent dan een mens, en daarom is het wel passend dat men voor U op de knieën valt! 0 help ons kind! ,
Hoofdstuk 80: Het bezoek bij de waard in Kana. De genezing van het zieke kind. Een evangelie voor zogende moeders. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Vervolgens zei IK tegen de jonge moeder: 'Wees echter in het vervolg voorzichtig! Als je erg opgewonden bent door het een of ander, en je nog een kind aan de borst hebt, voed het dan pas als je weer helemaal rustig bent! Want door de moedermelk kunnen allerlei kwalen in het lichaam en zelfs in de ziel van de kinderen ontstaan. Denk daaraan! -Maar zorg nu dat we allemaal een avondmaal krijgen!'
Hoofdstuk 80: Het bezoek bij de waard in Kana. De genezing van het zieke kind. Een evangelie voor zogende moeders. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Ik bleef ongeveer zeven dagen in Kana in Galilea, en Mijn leerlingen predikten het evangelie aan het volk. Na zeven dagen gingen we echter verder, nadat wij eerst veel goeds verricht hadden. Veel mensen begeleidden ons vanuit Kana nog een heel eind en keerden getroost weer naar huis terug.
Hoofdstuk 81: De Heer in het noorden van Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] IK zei: 'Ga nu naar huis, omdat Ik dat zo wil, en uw zoon zal leven! Wij zullen echter over een uur volgen.'
Hoofdstuk 82: De leerlingen en de strenge tollenaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] DE DRIE DOKTERS zeiden echter tegen hem: 'Heer, het is heel ernstig met uw zoon! Hij is niet meer te redden! Wij hebben vrijwel alles geprobeerd wat onze wetenschap en ervaring ons ingaven, maar het was allemaal vergeefse moeite. Als wij hem nog een uur in leven kunnen houden dan mag dat een groot wonder heten!'
Hoofdstuk 83: De Heer wekt de gestorven zoon van de tollenaar op - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei: 'Ik heb noch uw buiging en nog minder uw bekentenis nodig, maar Ik doe, wat Ik doe, omdat Ik het zo doen kan en ook zo doen wil! Als Ik echter zeg dat Ik het doen kan, dan matig Ik Mij niets aan, omdat Ik het doe uit Mijn hoogst eigen kracht die in Mij is, en Ik heb daar ook geen ander middel voor nodig dan Mijn eigen, vrije wil; maar u verkondigt aan iedereen dat u de beste meesters in uw kunst bent, - en wat is het resultaat van uw grootsprekerij?
Hoofdstuk 83: De Heer wekt de gestorven zoon van de tollenaar op - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daar voor u ligt het! De jonge man kreeg wat koorts, - een lepel gebrand zout met zeven lepels wijn zouden hem voor altijd genezen hebben! U kende dit geneesmiddel wel, maar u dacht en zei: 'O, dat is de zoon van een rijk man, die kan die lichte koorts jarenlang houden, dat levert ons dan veel geld op! Als de zoon oud genoeg wordt, zal de koorts hem vanzelf wel verlaten. ' Ik zeg u echter, slechte dokters: De koorts zou . de zoon ook al lang geleden verlaten hebben, maar u hield hem in stand om er aan te verdienen, en u maakte er een slopende koorts van die u nu niet meer genezen kon, en zodoende werd u vanwege uw gemene hebzucht ware moordenaars van deze jonge man!
Hoofdstuk 83: De Heer wekt de gestorven zoon van de tollenaar op - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)