Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 214 van 278

...  202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227  ...
[25] De prior zegt: wat mijn liefde voor de Heer betreft, die is wel zo machtig dat ik alles voor Hem zou willen doen, als ik maar iets zou kunnen doen! ik ben echter al tevreden als ik Hem maar vanaf enige afstand rustig in mijn hart kan en mag liefhebben. Ik ben het toch zonder meer in alle eeuwigheid niet waard om in Zijn nabijheid te zijn. Als ik terugkijk op mijn puur bekrompen leven op aarde en bedenk hoe vaak ik daar van Gods macht profiteerde, dan zou ik van schaamte willen vergaan! Laat me daarom maar zo vlug mogelijk mijn heil zoeken in de vlucht.
Hoofdstuk 95: Verder op de proef gesteld. Het begin van de beloning - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] O Heer, hoe eindeloos zalig ben ik nu, dat ik U nu zo heb leren kennen! Ja, U bent de hemel aller hemelen en de hoogste zaligheid aller zaligheden! Als ik slechts U heb en U eeuwig steeds meer mag liefhebben, dan vraag ik noch naar een hemel noch naar een andere zaligheid. Laat me hier een hut bouwen die groot genoeg is om mij, mijn broeders en U, o Heer, te herbergen, dan wil ik dat met geen andere zaligheid meer verruilen! Maar U, o allerliefdevolste, heilige Jezus, mag ons beslist niet meer verlaten, want zonder U ben ik voor eeuwig het meest ongelukkige wezen.
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Voor deze wezens zullen we nog lang volkomen onzichtbaar blijven. Want jullie moeten weten dat engelengeesten, of deze nu uit de derde hemel zelf zijn of dat hun wil overeenstemt met die van de derde hemel, voor geesten van lagere hemelen zolang volkomen onzichtbaar blijven, totdat de geesten van de lagere hemelen zelf innerlijk het wezenlijke van de liefde tot de Heer hebben opgenomen, en wel eerst met betrekking tot het inzicht en dan tot het werken uit liefde. Daarom kunnen ook wij zonder meer dit klooster binnengaan zonder dat iemand ons zal zien. Mij niet, omdat ik een burger van de heilige stad ben en jullie niet, omdat jullie in mijn sfeer zijn en derhalve overeenstemmen met de wil van de opperste hemel, welke de wil van de Heer is.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Kijk, door die uitspraak werden onze Farizeeën en schriftgeleerden als door de bliksem getroffen, want er bestond nog een andere wet, volgens welke het hoogste priesterschap vrij van zonden zou moeten zijn. De Farizeeën en schriftgeleerden wisten net zo goed van deze wet als van de wet tegen overspelige vrouwen, maar tevens wisten deze Farizeeën en schriftgeleerden dat zij de zonde van de echtbreuk in ieder opzicht, zowel geestelijk als lichamelijk, zelf hadden begaan. Daarom schrokken zij ook zozeer van dit buitengewoon indringende antwoord, dat ze allemaal zonder uitzondering onze echtbreekster totaal vergaten en zich vlug uit de voeten hebben gemaakt. Ze wilden Christus deze keer niet verder irriteren omdat zij vreesden dat Hij hun schande bekend zou maken aan de vele gelovige joden, die hen dan zouden grijpen en ook behandelen zoals de wet van Mozes voor dit geval ten scherpste voorschreef. Maar wat gebeurde er niet onze echtbreekster? Zij stond daar nu alleen. Heeft de Heer haar soms veroordeeld? O nee, Hij vroeg haar: hebben zij die jou hier brachten jou dan niet veroordeeld? En onze echtbreekster zegt: o nee Heer, niemand heeft me veroordeeld. En Hij zegt tegen haar: `Ook Ik veroordeel jou niet, maar ga heen en zondig voortaan niet meer!' Wel, wat zeg je van deze handelwijze van de Heer?
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Jullie moeten nu niet denken dat men voor de communie moet betalen, want iedereen die ter communie gaat, krijgt deze kleine hostie, zo vaak hij maar wil biechten, gratis. Wil iemand echter ook de volle werking van re grote hostie voor zichzelf verkrijgen, dan moet hij betalen en bovendien nog een mis laten lezen. Bovendien moet hij, als er na zijn dood nog regelmatig missen gelezen moeten worden, een behoorlijk grote schenking doen. Wil hij de te lezen missen nog meer kracht bijzetten, dan moeten deze bovendien nog voor geprivilegieerde altaren worden gelezen. Ik denk dat jullie uit deze weinige gegevens zonder veel moeite kunnen opmaken hoe men alleen door zilver, goud en edelstenen bij het door ons aanschouwde allerheiligste kan komen. Op aarde betekenen goud, zilver en edelstenen weliswaar een verering van God en heet: Omnia ad majorem Dei gloriam! (Alles tot meerdere eer van God.) Maar hier wordt er iets anders onder verstaan en wordt het vertaald als: alles tot groter aanzien van onszelf, tot onze verheerlijking en tot onze steeds groeiende priesterlijke rijkdom, of nog duidelijker gezegd: laat ons heren zijn op aarde, dan zal iedere keizer zijn hoofd tot op de grond voor ons buigen.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Heb je dan niet gehoord wat de kerk volgens het haar door Christus verleende gezag verlangt? Namelijk dat men alles wat zij te geloven aanbiedt ook onvoorwaardelijk geloven moet, zonder te vragen of dit ergens geschreven staat of niet. Dit is ook een heel billijk verlangen van de kerk, want als de kerk in het bezit is van de Heilige Geest en deze via de kerk spreekt, wie zou hem als oprechte christen dan niet geloven? Wanneer men echter bij iedere uitspraak van de kerk vragen gaat stellen zoals jij, dan zou men toch ook moeten vragen: waar stond dan eertijds geschreven wat Mozes en de profeten van God hebben getuigd? Kijk, jij gemene duivel, wat deze verklaard hebben ging uit van de Heilige Geest en daarom is en blijft het een eeuwige waarheid.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Zelfs de tempel van Salomo was in de grond niets anders dan een stille voorbode, die door zijn aanwezigheid vanaf de tijd van Salomo het hele volk van Israël aantoonde, hoe het van het geestelijke in het materiële is overgegaan en hoe in de hele tempel ten slotte niets goeds of waars meer te vinden was. De Heer getuigde tegenover de joden zelf over de tempel, dat ze het huis van gebed tot een moordenaarshol hadden gemaakt! Ja, in deze tempel hebben gruwelen zonder naam plaats gevonden. En de mensen werden door de tempel zo misleid, dat ze de Heer der heerlijkheid niet hebben herkend en zelfs in de tempel hebben besloten Hem te kruisigen. Ook judas is in de tempel met geld uitbetaald en wierp dit bloedgeld ten slotte zelf weer terug in de tempel als een sterk getuigenis dat de tempel reeds van oudsher een moordhol was van Gods Geest.
Hoofdstuk 70: Bij de paradijselijke augustijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] De monnik zegt: o liefste broeder, deze man bevalt me al vanaf zijn eerste verschijning buitengewoon goed. Hem zou ik kunnen volgen waarheen hij maar wilde en zou hij me ook hier of daar neerzetten om op de Heer te wachten, dan zou ik als een rots op één punt een halve eeuw lang kunnen blijven staan, zonder ook maar een haarbreed te wijken. Dat is nu echt een man die ik om de hals zou kunnen vallen, om al mijn liefde over hem uit te storten. De prior zegt: wat zou je dan doen wanneer de Heer van alle hemelen en alle werelden jou in zo'n eenvoud zou naderen?
Hoofdstuk 97: De bekentenis van een prediker Huiswaarts - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] De prior zegt: o mijn almachtige, heilige Liefde, goede, heilige Vader, hoe is dat nu mogelijk? Hoe snel is dat allemaal toch veranderd! De huiveringwekkend golvende, eindeloos uitgestrekte vlakte is droog land geworden en we kunnen er zonder angst en beven overheen wandelen. Hoe kunnen we U ervoor danken, dat U ons zo'n wonderbaarlijke, almachtige liefde hebt betoond?
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] De prior zegt: o Heer en Vader, mijn eeuwige liefde, waar U bent, daar bevalt het mij overal onuitsprekelijk goed; maar zonder U zou het hier zijn, zoals zeker overal, om wanhopig van te worden!
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De Heer zegt: Mijn lieve zoon, vriend en broeder, je hebt goed gesproken; zo is het en niet anders. Met Mij kunnen jullie alles, zonder Mij echter niets! Daarom is het bij Mij ook altijd goed toeven! Maar buiten Mij is er nergens een bestendig zijn, want alleen Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven! Wie in Mij blijft door de liefde zoals Ik in hem blijf, heeft het licht, de waarheid en het leven. Daarom, volg Mij nog verder, dan zal Ik jullie een andere plek tonen en zien, hoe het jullie daar zal bevallen. Als jullie het daar naar de zin hebben, kunnen jullie je daar een woonplaats uitzoeken. Zo niet, dan zoeken we weer een andere. Volg Me dus maar!
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] De ander zegt: beste vriend en broeder, ik denk dat je hier in het paradijs toch niet van plan bent om een ketter te worden? We weten wel dat de Heer op aarde heeft geleefd zonder pracht en praal. Dat was ook het geval met de eerste verkondigers en verbreiders van Zijn leer. Maar je weet toch dat de kerk van de Heer in die tijd een behoeftige en lijdende kerk was. Na de grote kerkvergadering van Nicea heeft ze echter over al de heidenen tot ver in de omtrek gezegevierd. Vandaar dat ze dan ook ophield een behoeftige en lijdende kerk te zijn en daarvoor in de plaats een zegevierende, een rijke kerk werd, ja een kerk vol luister, pracht, aanzien, macht en gezag.
Hoofdstuk 71: In ogenschijnlijke gevangenschap bij de paradijselijke augustijnen. Hun twijfel over de juistheid van hun handelen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] O mijn lieve vrienden en broeders, dat moet jullie helemaal niet beangstigen, want hier in het rijk van de geesten beleven wij, dienaren van de Heer, vaak heel andere gevechten dan dit, waarvan jullie nog nauwelijks het eerste begin zien. Wacht eerst eens tot deze helden meer naar voren komen voorzien van allerlei wapens; dan zullen jullie pas het reusachtige van deze theaterhelden zien. Jullie zien nu ook onze vroegere kleine Abrahamstafel op dezelfde manier vergroot. Zo zullen jullie ook zien, hoe zich hier spoedig, zonder zich om ons te bekommeren, enkele reusachtige bedienden zullen vertonen en deze tafel gaan dekken met evenredig reusachtige vruchten. Al gauw daarna gaan zulke zelfde reuzengasten aan tafel zitten en jullie zullen meesterstukken van veelvraat zien, doordat jullie dan in de letterlijke zin van het woord en de betekenis waarachtige wereldeters voor je zult zien. Maar stel je voor vandaag tevreden met wat jullie tot nu toe hebben gezien. De volgende keer volgt pas de hoofdkomedie en dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 76: Het opblazen van de bedrieglijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Jullie zullen daaruit leren, hoe buitengewoon belangrijk het is om te weten welke leerschool er nodig is om allerlei geesten die er verkeerde inzichten op na houden, geleidelijk aan op het juiste levenspad te brengen. Het principe luidt als volgt: op grond van zijn vrijheid kan geen enkele geest eerder gevangen worden, dan dat hij zichzelf heeft gevangen. Daarom moeten voor deze geesten hier dan ook alle gelegenheden worden toegelaten, waardoor zij, zonder dat daardoor hun vrijheid aangetast wordt, in zekere zin toch uit zichzelf noodgedwongen in hun eigen netten verstrikt raken. Wanneer ze dan op geen enkele manier een uitweg meer zien, moeten zij zich overgeven, wat zoveel wil zeggen als: Wanneer op aarde de verkeerde stelling van een geleerde op alle mogelijke manieren mathematisch juist wordt weerlegd, dan moet die geleerde zich tenslotte gewonnen geven en zijn geesteskind een betere opvoeding laten geven.
Hoofdstuk 80: Verdere uitleg over de bedrieglijke komedie. Het geestelijke leven wordt op oneindig veel verschillende manieren begeleid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Als het hart van een biechtvader werkelijk van liefde vervuld is en hij de biecht gebruikt om bij die gelegenheid de biechteling aan te duiden wanneer en op welke manier hem alleen door de Heer de zonden worden vergeven, en hij hem laat zien dat de biecht op zich, zonder het in acht nemen van deze vriendelijk aangeraden middelen en de volledige toepassing daarvan, niet het minste effect zal hebben, maar dat daarentegen een zondaar, indien hij bij de biecht aan de volledige kwijtschelding van zijn zonden gelooft, door zo'n biecht alleen nog verstokter en onverbeterlijker wordt. Wanneer de biechtvader de biechteling bovendien nog heel vriendelijk en liefdevol de raad geeft, dat hij heel zorgvuldig en ernstig moet proberen om door het voortaan vermijden van al zijn beleden zonden, op de weg die door het evangelie wordt aangewezen, zonder onderbreking voort te gaan - de enige weg die tot de wedergeboorte van de geest leidt - en de biechteling daarop de biechtvader oprecht belooft dat hij al het mogelijke zal doen om die raad op te volgen waarop de biechtvader hem in Naam van de Heer zijn beleden zonden kwijtscheidt, dán alleen is hij een echte biechtvader en kan in dit geval worden beschouwd als een `onrechtvaardige' rentmeester.
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227  ...