5587 resultaten - Pagina 214 van 373
... 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 ...
[4] Wat een verschil is er nu in mij! Voordien, nauwelijks enkele uren geleden, was alles nog koud om mij heen en alles was dood, - ja, mijn hart zelf was koud en mijn ogen tot geen traan in staat; nu leeft alles. De harde steen spreekt en het gras zendt geurende lofzangen op naar de heilige hoogten van God.Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] O mijn hart, mijn hart! Stel je nu wijd open; ja breid je over alle eindeloze scheppingen uit en ervaar wat zich daar nu op gindse heilige hoogte bevindt!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Begrijp en besef het; want God, de grote, eeuwige, meer dan heilige Schepper van de oneindigheid - o hart, besef het! - de meest liefdevolle, meest heilige Vader is het! Ja, ons aller Vader is liet die Zich daar bevindt, zichtbaar temidden van Zijn kinderen!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] O heilige plek, oord van de levende verheerlijking van mijn hart, mijn geest, - met welk eeuwig gedenkteken zal ik jou versieren, met welke heilig woord jou benoemen, jij heilige plaats, waarheen het woord van de Vader mij heeft geroepen?!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] O onuitsprekelijke liefde, oneindige barmhartigheid van de Vader, die altijd heilig, meer dan heilig is, z hoe moet het hart U danken, hoe U loven en prijzen, met welke woorden, de gehele aarde waardig, zulke eindeloze mildheid van U aan ons, arme mensen, verkondigen, aan ons die zonder het ook maar enigszins waard te zijn, ons Uw kinderen noemen?!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Want wat zou een stoffige slijkworm wel zeggen over datgene waarover de hele oneindigheid het meest verheven eerbiedige stilzwijgen in acht neemt?! Dus stil, wees stil, mijn hart en mijn tong; want alles om mij heen is nu stil geworden. Stilte in God, stilte; want - de Vader is nabij!'
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden verstomde Horeds tong weliswaar, maar des te luider werd het in zijn hart; want dat zocht en zocht naar geschikte en deugdelijke heilige woorden om op waardige wijze uitdrukking te geven aan zijn dank en de grootst mogelijke liefde die de mens maar kan hebben ten aanzien van God. Maar het was tevergeefs; hoe dieper Hored in zijn hart doordrong en hoe ijveriger hij alle verborgen hoeken daarvan doorzocht, des te minder kon hij vinden wat hij nu zo graag gevonden zou hebben.
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Hoe kan ik standhouden in Zijn aanwezigheid? Ik in een staat van de grootste, meest verworpen laagheid van hart en geest, als een menselijke larve?!
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Hij, de allerhoogste heiligheid! O tong, - O hart, wat zullen jullie doen wanneer Hij zal komen, - spoedig zal komen? !
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Maar nu, mijn hart, gaat het om de laatste strijd, om het leven - of de dood!
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Ik heb niets anders dan een groot hart vervuld van de vurigste liefde nu alleen voor Hem, voor Hem, de allerheiligste Vader! Of die liefde zuiver is, - Vader, dat weet ik niet; maar wat U ook met me zult doen - mij weer opnemen of verwerpen -, er zal toch immers alleen maar Uw heilige wil geschieden en die is toch eeuwig en altijd de beste! Laat daarom - Uw heilige wil geschieden!'
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Blijf daarom ook in jezelf, en verstrooi niet nutteloos hetgeen je hart verzameld heeft; er zal heus voor jou een tijd komen waarin je Mijn akkers zult moeten bewerken! Spaar daarom het heerlijke zaad des levens vanuit Mij voor die tijd, wanneer Ik je zal beroepen!
Hoofdstuk 39: Het sabbatmaal op de morgenhoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Hierna werd het meteen weer warmer en helderder in Adams hart en hij vroeg Abedam om vergeving. Maar Abedam antwoordde hem:
Hoofdstuk 39: Het sabbatmaal op de morgenhoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Deze woorden raakten Adam diep in zijn hart, daarom riep hij zuchtend uit:
Hoofdstuk 40: De Heer en de onstuitbare lofprijzingen. De talloze liefdes- en levensstadia in de schepping. Adams tafelgebed en Abedams zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Daarom zal ook de liefhebbende mens die een kleiner hart heeft leven; maar zijn leven zal gelijk zijn aan zijn liefde en er zal dan ook een oneindig groot verschil zijn tussen leven en leven.
Hoofdstuk 40: De Heer en de onstuitbare lofprijzingen. De talloze liefdes- en levensstadia in de schepping. Adams tafelgebed en Abedams zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)