Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 215 van 1037

...  203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228  ...
[16] Ik zei nu tegen iedereen: 'Laat hiervan nooit één woord over iemands lippen naar buiten komen; want dat zou hem uiterst slecht bekomen! De beide vissers zullen pas morgen hun opdracht krijgen en zullen op deze wereld geen verraad meer plegen"
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zei: 'ik zegje: In deze tijd bestaat er op de hele aarde niets ellendigers! Ik zeg je: Er leven nu op de hele aarde zeer veel, ontzettend veel uiterst slechte en boosaardige mensen die helaas door hun opvoeding vanaf hun geboorte meestal slecht zijn geworden. Maar bij dezen hier heeft het waarlijk nooit aan de beste opvoeding ontbroken en ze werden onderwezen in alle goede dingen; maar reeds in hun kinderjaren hebben ze zich al door allerlei huichelarij anders voorgedaan dan ze waren, zodat men hen overal naar voren haalde en hen steeds naar mogelijkheid eerde. Daarom kregen ze al in hun jonge jaren zeer aanzienlijke taken, maar begonnen dan al spoedig, vaak door grof misbruik te maken van hun ambtelijke bevoegdheden, de mensen maar al te zeer te onderdrukken en werden zo steeds gevoel en gewetenlozer. Door hun listigheid hadden ze bij alles succes en zo bereikten ze, met name de drie hoofdaanvoerders, die schoolkameraden waren, heel hoge posities en bevonden zich toen pas echt op de juiste plaats om hun ware satansdrift de grootst mogelijke ruimte te bieden, en alles wat maar in hun aartsslechte geest opkwam werd tot elke prijs uitgevoerd.
Hoofdstuk 195: Het levensverhaal van de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ze wisten echter ook heel goed, dat niemand hen bij de Romeinen zo gemakkelijk kon verraden als Ik, omdat ze reeds veel over Mij gehoord hadden. Daarom stuurden ze er ook steeds achtervolgers op uit om naar Mijn persoon te zoeken, maar altijd zonder resultaat; daarom wilden ze nu zelf het gewenste werk uitvoeren. Maar Mijn geest in Mij zei: 'Tot hier en niet verder! ' En zo hebben ze nu hier hun lang verdiende loon ten volle ontvangen.
Hoofdstuk 195: Het levensverhaal van de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Enkele leerlingen begonnen bijna te lachen en THOMAS klopte Judas Iskariot eens flink op zijn schouder en zei: 'Goed geschoten, herder! Je pijlen treffen precies het doel! Dat was nu eens een slag op het juiste moment! Ik had je graag hardop terechtgewezen vanwege je verlangende blik naar het schip en die rotswand daar; maar ik dacht bij mezelf: 'Misschien doet iemand anders het wel!' En inderdaad, ik heb me in mijn vurige verwachting niet vergist! Kijk, je had je daarstraks gemakkelijk meteen door een aardige beer mee naar die rotswand kunnen laten dragen! Als je toevallig niet samen met de anderen door die echt Indische fijnproevers mee zou zijn opgegeten, had je je morgenvroeg mooi alle daar aanwezige kostbaarheden kunnen toeëigenen! Maar nu ziet het geheel er wel een beetje bedenkelijk uit!
Hoofdstuk 196: De geldzucht van judas. De voordelen van nachtelijke rust op ligstoelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] HIRAM en AZIONA zeggen: 'O ware, goddelijke heer en meester van het leven, ook hiervoor zijn wij u een waarachtig nooit eindigende dank verschuldigd, en wij zullen deze buitengewoon wijze raad van u ook naar kracht en inzicht in praktijk brengen!"
Hoofdstuk 196: De geldzucht van judas. De voordelen van nachtelijke rust op ligstoelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Ja, Mijn beste vrienden, jullie hebben werkelijk veel ervaring en zijn thuis in de wetenschappen, maar wat dat betreft wordt het moeilijk voor ons om een voor jullie begrijpelijk antwoord te geven! Want ten eerste is deze aarde al een ontzettend oud hemellichaam, gemeten naar jullie tijdsbegrip; er is geen voor jullie begrijpelijk getal waarmee men het aantal jaren van haar bestaan zou kunnen uitdrukken.
Hoofdstuk 197: De oergeschiedenis van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Maar heel anders was het met de kinderen Gods. Deze woonden alleen in de bergen, daalden slechts hoogst zelden af naar de laagten en leefden heel eenvoudig en natuurlijk. Daar waren geen steden, geen plaatsen, geen dorpen en ook geen getimmerde huizen, maar alleen bepaalde door levende bomen geheel omgeven zuivere grasvelden. Tegen de bomen was een op een bank gelijkende aarden wal gemaakt, die waar dat nodig was tegen de boomstammen dik met mos was belegd, en zo vormde deze ronde wal aan de binnenkant een heel comfortabele rustbank voor overdag en een goede slaapplaats voor 's nachts.
Hoofdstuk 197: De oergeschiedenis van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Pas toen de aarde steeds humusrijker werd en vaak voorkomende enorme inwendige vuuruitbarstingen de hard geworden zeebodem op talloze plaatsen met geweld naar boven stuwden, waardoor lange uitgestrekte bergketens ontstonden en er ook door andere machtige stormen in de lucht en op het water grotere droge gebieden met een rijkere plantengroei ontstonden, konden er tenslotte volmaaktere en met meer intelligentie begaafde wezens een bestaan vinden. Toen pas werden zij, de creatuurlijke mensen**, (** Duits: die geschoptlichen Menschen -bedoeld worden hier de pre-adamitische mensen.) in het individuele leven geroepen door de hoogst wijze, eeuwige en almachtige geest van God.
Hoofdstuk 198: De oergeschiedenis van de levende wezens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] IK zeg: 'Nee, absoluut niet; want zulke periodieke overstromingen van de zee vinden immers altijd uiterst langzaam en geheel ongemerkt plaats zodat alle mensen heel lang voldoende tijd hebben aan de zee te ontkomen door naar de zuidelijke gebieden van de aarde te trekken, waar de zee door zich terug te trekken weer enorm grote landstreken droog zal leggen, omdat zij zich in zo'n periode weer meer naar het noorden zal verplaatsen. En zo zal het dan ook weer gaan als zij zich opnieuw naar het zuiden verplaatst.
Hoofdstuk 198: De oergeschiedenis van de levende wezens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Vriend, kijk alleen maar eens met serieuze aandacht naar je lichaam, dan zul je daaraan een heel aantal verschillende ledematen en delen opmerken! Kunnen deze slechts één enkele bestemming hebben? Kunnen de hersenen en de maag een en dezelfde bestemming hebben, of het oog en de oren, de handen en de voeten, of de neus en de mond? Zie, uit hoeveel talloze kleinste deeltjes het menselijk lichaam ook uiterst kundig is opgebouwd, toch hebben zelfs de twee delen die het dichtst bij elkaar liggen en als twee druppels water op elkaar lijken en ook een en hetzelfde orgaan vormen, niet geheel dezelfde eigenschap en bestemming!
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Bijvoorbeeld: Het oog heeft de assimilatieneiging naar het licht. Als deze niet binnen de juiste perken wordt gehouden en een mens zomaar ineens in de zon gaat kijken, wordt het oog door zo'n enorme overprikkeling spoedig gedood en daardoor blind. En zo gaat het met alle menselijke zintuigen.
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Nu zien we dan ook zeer grondig in, dat de aarde enkel en alleen de bes.temming heeft om ware mensen naar het evenbeeld van de allerhoogste God te dragen, en we zien nu ook in dat u geheel vervuld moet zijn van zo'n allerhoogste geest van God; want anders zou het immers onmogelijk zijn om ons die Saturnus-ster zo indrukwekkend te onthullen en van zo dichtbij te laten aanschouwen. Ja, heer en meester, wie zulke dingen heeft geschapen moet zo groot, machtig en wijs zijn, dat het al onze denkbare begrippen te boven gaat! Hem Zelf nader te leren kennen zou werkelijk veel en veel meer betekenen dan dat we dat wonderbaarlijke gezichtsvermogen, dat we hadden, altijd zouden kunnen behouden en de talloze sterren van heel dichtbij zouden kunnen zien!
Hoofdstuk 202: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] IK zeg: 'Wel, zie, nu hebben we eigenlijk het punt bereikt waarvoor wij naar jullie toe zijn gekomen, en jullie zullen van ons de Schepper van al de talloze wonderwerken niet alleen nader leren kennen, maar zo volkomen als maar mogelijk is, alsook Zijn gemakkelijk te vervullen wil vernemen, omdat ieder mens pas door het volkomen vervullen van de goddelijke wil die hij heeft leren kennen, tot een waar, van alle wijsheid en kracht voorzien kind van de allerhoogste en enig ware God wordt. Wij hebben voorheen al eens enkele woorden laten vallen over de verwachte Messias van de joden. Ik zou nu graag van jullie geheel vrij je mening over deze joodse aangelegenheid willen vernemen. Spreek daarom zonder terughoudendheid!"
Hoofdstuk 202: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En omdat rust en niets doen de ziel zo goed bevallen, zoekt ze helpers en dienaren die voor haar werken of haar in ieder geval helpen. Daardoor wordt ze spoedig welgesteld, rijk en machtig en begint in haar voordeel te heersen, geeft wetten en schrijft allerlei dingen voor die voor haar het beste zijn. En zie, zo wordt ze dan meestal een voorname ziel die geen zin heeft om te werken, en dit is de reden dat de zeden van hele volkeren verslechteren, die door haar ziel steeds meer van het geestelijke afgewend en naar het materiële toegetrokken worden.
Hoofdstuk 204: Messias en verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ten tijde van Mozes is in het ontaarde Egypte jarenlang door de bekende zeven plagen meer dan tweederde van de mensen en het vee uitgeschift, en alle Israëlieten die als nakomelingen van de broers van Jozef een paar eeuwen eerder uit nood naar Egypte waren getrokken en zich onder de wrede farao alle onderdrukking en vervolging moesten laten welgevallen, werden, terwijl het de beste arbeiders van dit land waren, weggeleid, zodat het hele rijk daardoor in de grootste armoede en tegelijkertijd in anarchie verviel. Maar langzamerhand herstelde het zich weer, werd rijk en machtig en oppermachtig en daarom ook weer met oorlog, hongersnood en pest getuchtigd. Als je het nu bekijkt, zul je zien dat het net zo is als de rest van de wereld!
Hoofdstuk 204: Messias en verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228  ...