Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 216 van 1110

...  204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229  ...
[1] (ROCLUS:) 'Daarom heb ik nu de volgende overtuiging: Weliswaar geloofde ik niet meer aan een godheid, maar wel aan een geheime, puur geestelijke, alomtegenwoordige kracht van de natuur, die zich overal ernstig en wijs en daarbij toch vriendelijk doet voelen en voortdurend volgens de aan haar ten grondslag liggende wetten binnen een bepaalde orde werkt en zich er beslist niet over bekommert wat de vergankelijke mensen uitspoken. Zij kent geen goed en geen kwaad; want dat veroorzaken alleen de slechte mensen onder elkaar. De grote, heilige natuur weet daarvan niets!
Hoofdstuk 21: De atheïstische geloofsbelijdenis van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] CYRENIUS zegt: 'Dat zou allemaal goed en best zijn, als dat zo maar even op staande voet zou kunnen gebeuren, maar het is niet zo eenvoudig als jullie je dat misschien voorstellen. Men kan een veldwachter wel vragen hoe laat het is, en hij zal je als de zon schijnt, met behulp van zijn in de grond gestoken stok, precies en zonder moeite het uur van de dag meedelen, waarvoor je hem dan een stater moet geven; maar op die manier gaat dat hier niet! Heb geduld, misschien komt er uiteindelijk toch nog wat tevoorschijn, maar dat zal wat meer kosten dan een stater voor een veldwachter!'
Hoofdstuk 21: De atheïstische geloofsbelijdenis van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: "Ik zeg immers niet dat de wetten van de koning uit het Noorden onwijs of zelfs maar onrechtvaardig en gruwelijk zouden zijn; alleen voor mensen als wij zouden zij toch wel wat ongemakkelijk zijn! En ik meen daarom toch dat ik Rome, u en de oude Marcus geen oneer aandoe als ik heel stellig beweer, dat de huidige wetten van Rome mij veel liever zijn dan die van de noordse koning, die beslist niet onwijs zijn en wiens rijk volgens een oude sage zelfs tot aan het einde der wereld moet reiken en dus wel het grootste rijk van de aarde zal zijn. Of het hem echter mogelijk zal zijn, zijn wijze wetten aan alle volken van zijn uitgestrekte rijk ook maar te verkondigen, is een heel andere vraag! Geluk zij hem en zijn volken, als hij daartoe in staat zal zijn! -Maar sta mij nu toe dat ik nog een heel onschuldige opmerking maak; want nu ik eenmaal eerlijk moet zijn, ben ik graag heel eerlijk, en wars van alle achterbaksheid!
Hoofdstuk 19: De eigenlijke bedoeling van Roclus en zijn metgezellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Een goed regeerder moet daarom juiste macht, kennis in alle zaken en scherpzinnige wijsheid bezitten, dan is hij pas een goed heer, gebieder en leider van vele duizendmaal duizenden blinde mensen, die helemaal niet in staat zijn om te beseffen wat voor een groot weldoener een goed heerser voor hen is! Dat een waar heerser zich om wijze redenen niet altijd door zijn onderdanen in de kaart kan laten kijken en daardoor voortijdig zijn goede plannen verraden, is zonneklaar en goed begrijpelijk en dus zal het ook zonneklaar en goed begrijpelijk zijn, waarom ik jou nu dit geheim met onthul; want je zult toch wel inzien dat een regeerder tot meer in staat moet zijn dan een ander mens, omdat hij anders beslist een erg onbeduidend regent zou zijn! Wat voor eerbied zouden zijn onderdanen dan wel voor hem hebben, als hij tegenover hen in noodgevallen niet ook een beetje almachtig zou zijn? Ga nu maar het wonderwerk van dichtbij bekijkend. en kom daarna terug; misschien kan er dan met jullie op wat verstandiger wijze gesproken worden! Maar voor dit ogenblik zijn wij klaar'
Hoofdstuk 19: De eigenlijke bedoeling van Roclus en zijn metgezellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Het is een groot ongeluk voor de mensen om slaaf te zijn; maar wie heeft hem tot slaaf gemaakt? De grote heilige natuur zeker niet, maar alleen de bij toeval sterkere mens heeft uit pure lust om zelf niets te hoeven doen en daarbij toch goed en gemakkelijk te leven, de.zwakkere tot zijn lastdier gemaakt en in gelijke mate ook het vee. Wie wierp het harde, zware juk op de nek van de os wie belaadde de ezel, de kameel en het moedige paard en wie bouwde zelfs torens op de rug van de geduldige olifant? Wie vond het zwaard uit en wie de ketens, de kerkers en zelfs het zeer smadelijke kruis, waaraan jullie Romeinen de ongezeggelijkste en eigenzinnigste mensen, die ook zouden willen heersen en moorden, vastbinden en onder de ergste pijnen de dood laat ondergaan? -Alles, al die ellende is afkomstig van de mens!
Hoofdstuk 21: De atheïstische geloofsbelijdenis van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] CYRENIUS zegt: 'Ja, als men zoiets voor veel goud of zilver zou kunnen kopen, dan was het natuurlijk wat anders! Maar ik kan je in dit geval met stelligheid verzekeren, dat het voor geen enkele schat ter wereld verkregen kan worden! Waarvoor het echter wel verkregen kan worden, daarover moeten jullie eerst onderwezen worden en door menige proef zelf gelouterd worden! Terwijl je doordrongen bent van volkomen ongeloof aan een persoonlijke god en aan andere persoonlijke, aan God gelijke wezens, en daarin formeel bent opgevoed, wil je van mij dadelijk te weten komen wie Degene is aan Wie het mogelijk was dit alles enkel door Zijn almachtige wil in een oogwenk tevoorschijn te roepen, om dan, als je onder elkaar bent, daar eens behoorlijk om te kunnen lachen! Dan zeg ik: Stop, beste mensen, wij zullen eerst eens zien of jullie in staat zijn om iets te geloven! Als je helemaal niet meer kunt geloven, dan kan ook de van mij verlangde mededeling niet gegeven worden! Kunnen jullie echter nog geloven, dan zullen jullie zodra dit geloof levend wordt, ook in staat zijn al het andere te ontvangen! -Hebben jullie mij goed begrepen?"
Hoofdstuk 21: De atheïstische geloofsbelijdenis van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ja, als rijk en fysiek kerngezond mens kan men het best volgens Epicurius in deze wereld leven; want het principe 'Men moet ter wille van zichzelf eerlijk en verdraagzaam ten opzichte van iedereen zijn, - maar altijd voor zichzelf het eerlijkst!' klinkt wel goed voor wereldse oren, maar de door Gods adem gewekte ziel van een mens huivert daarvan, omdat zo'n Epicurist toch altijd slechts een uitgeslapen egoïst is en alleen voor eigen welzijn zorgt! Wat kunnen hem alle mensen schelen. Kan hij geen voordeel van hen trekken, dan mogen zij allen door de bliksem gedood worden.
Hoofdstuk 21: De atheïstische geloofsbelijdenis van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Dat zijn zo de hoofdtrekken van een Epicurist! Hoeveel.geestelijks er in zo'n gemoed van steen huist, zal hopelijk zelfs wel voor iedere blinde overduidelijk zijn. Ja voor het rijk worden op deze aarde deugt de leer van Epicurius het meest, vooral wanneer zij met stoïcijns cynisme doorspekt wordt zoals dat bij jullie het geval is; maar voor het rijk worden naar de geest deugt zij allerminst, omdat zij de zuivere liefde tot God en de arme naaste totaal uitsluit. Dit was om Jullie wat zicht te geven op jezelf! En laat nu de redenen horen voor jullie echt Esseense atheïsme!"
Hoofdstuk 21: De atheïstische geloofsbelijdenis van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Je hebt deze mens heel juist beoordeeld en de zaak ligt bij hem inderdaad zoals je zegt; want zoveel natuurlijke, gezonde wereldervaring als deze Roclus, en door hem ook zijn elf metgezellen, heeft wel niemand van jullie. Maar omdat hij in deze tijd al herhaaldelijk naar aanleiding van zijn aanzienlijke, aardse schatten op louter list en bedrog is gestoten en overal de godheid vertegenwoordigd vond door de grootste en sluwste bedriegers, daarom kan men zich er ook niet over verwonderen dat hij tenslotte noodgedwongen het kind met het badwater moest weggooien.
Hoofdstuk 25: Het karakter van Roclus, zoals de Heer hem ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Daarop vroeg ik de vriendelijke man, die uiterlijk met de grootste en vroomste gemoedsrust jarenlang kon aanzien hoe volgens de aan hem bekendgemaakte wil van Lama honderd boetelingen hun lichaam ondraaglijk pijnigden en kastijdden, waarom zich dan onder de boetelingen geen jonge vrouwen nog minder een meisje en ook helemaal geen priester bevond. Men zag alleen maar wat meer bejaarde mensen, merendeels Moren, en heel oude, gewoonlijk erg lelijke vrouwen! Daarop zei de vrome priester alleen maar: 'Beste, weetgierige vreemdeling, iedere verklaring ligt in het 'Lama wil het' besloten. Als men dat weet, is ieder verder vragen overbodig!"'
Hoofdstuk 27: Het kunstmatige Allerheiligste in de tempel te Jeruzalem. Indische gruwel van boetedoening - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Die eerste weldoener van zijn medemensen werd door hen beslist op handen gedragen en zijn opvolger niet minder. Dat wekte afgunst op bij sommigen die hielden van een lui leventje, en zij verlangden ook om door hun medemensen op handen gedragen te worden. Zij probeerden ook hun ervaringen in bepaalde opzichten uit te breiden, maar begonnen tevens steeds meer geheimzinnig te doen om zich daardoor bij hun medemensen belangrijk te maken. Iemand die het een lange tijd volgehouden had stom als een vis, maar met een verheven gezicht, rond te wandelen en die natuurlijk door veel nieuwsgierigen heel indringend gevraagd werd waarom hij steeds zo zonder iets te zeggen en diepzinnig kijkend rondliep, antwoordde daarop: 'Als jullie zouden weten wat ik weet, en gezien, gehoord en ervaren zouden hebben wat ik gezien, gehoord en ervaren heb, dan zouden jullie van stomme verbazing nog woordelozer zijn en diepzinniger kijken dan ik!'
Hoofdstuk 23: Roclus' mening over goden en priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En wee de eerlijke en goedmenende, rechtschapen man die uit waar inzicht en reine, onbaatzuchtige liefde tegen het volk zou zeggen: 'Geloof deze valse profeet niet; want ieder woord uit zijn mond is een keiharde leugen waaruit alleen brandende eigenliefde en tirannieke heerszucht blijkt, die jullie die nu nog vrij zijn, spoedig met zware ketenen,zal binden! Hij zal jullie onverdragelijke wetten onder de titel 'wil der goden' opleggen en op het overtreden daarvan de zwaarste straffen, ja zelfs de marteldood zetten. Dan zullen jullie en je kinderen onder de zware druk van zo'n valse leraar zuchten en weeklagen en luid om redding roepen! Maar jullie roepen zal volkomen tevergeefs zijn, want tegen de macht van de tiran, die noch een hart noch een greintje menselijke naastenliefde bezit, zal moeilijk iets gedaan kunnen worden!'
Hoofdstuk 23: Roclus' mening over goden en priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wie de mensheid vervelen wil, moet haar maar goede, bekende en goed begrijpelijke waarheden voorleggen en ik sta ervoor in, dat hij heel snel alleen zal staan! Kan hij echter erg goed liegen, en fantaseren dat hij bijvoorbeeld in het verre Indië dieren gezien heeft zo groot als een berg, en met honderd koppen, waarbij iedere kop sprekend lijkt op die van een bepaald dier, en in het midden van die honderd koppen van de meest verschillende diersoorten ook nog omhoogstekend een reusachtig mensenhoofd, zittend op een lange, dikke nek, dat alle talen van de wereld heel duidelijk, maar wel met donderende stem spreekt en de mensen zelfs wetten voorschrijft voor hun gedrag ten opzichte van de rest van zijn grote leger dierekoppen! Ja, hij kan de mensen die heel opmerkzaam naar hem luisteren ook nog zonder schroom wijsmaken dat op de grote rug van dit wonderbaarlijke reuzendier de mooiste steden en tuinen zijn aangelegd, waarin mensen en dieren wonen, die een heel aangenaam leven leiden mits zij de wetten in acht nemen die uitgaan van de centrale kop van dit reusachtige dier, maar door de tijgerkop van het dier meteen opgevreten worden wanneer zij daartegen zondigen! Deze absurde leugen kan hij nog op veel manieren uitbreiden, en dat wordt allemaal vast en zeker geloofd; en wee degene die zou willen zeggen: 'Maar waarom luisteren jullie naar deze aartsleugenaar?! Ik was toch zelf meerdere malen in Indië en heb nooit ook maar in de verste verte iets dergelijks gezien of daarover horen spreken! 'Dat helpt allemaal niet! Hij wordt als lasteraar tegen deze wonderbaarlijke zaak op een voor hem heilzame manier tot zwijgen gebracht, en de aartsleugenaar die Indië nooit heeft gezien, komt als overwinnaar tevoorschijn. Ik heb zelf meermalen ervaren dat de mensen veel eerder een kolossale domheid aannemen en geloven dan een waarheid, ook al heeft deze zich als nog zo nuttig bewezen.
Hoofdstuk 24: Roclus' probeert zijn atheïsme als juiste wereldbeschouwing te bewijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Toen ik als handelaar voor de derde maal in Indië kwam, heb ik heel veel verstandige en goede dingen aangetroffen, maar daarnaast ook weer zoveel afschuwelijke domheden, dat men zichzelf zou kunnen kruisigen om maar nooit meer met zulke enorme godendwaasheden in aanraking te komen. Volgens datgene wat ik daar over hun theosofie vernam, moet de hoogste god Lama, die ook de bijnaam Dalai heeft, eenmaal per jaar zijn hoogste plaatsvervanger, die eveneens onsterfelijk is, de hoogste eer bewijzen door zich aan hem en tevens aan zijn opperpriester te vertonen, maar dan wel op een hoge bergtop! Daar moet de plaatsvervanger dan op bevel van de allerhoogste god op een zuiver witte doek zijn behoefte doen, de uitwerpselen vervolgens drogen en laten verpulveren. Dit 'poeder van god', zoals de Indiërs het noemen, wordt dan korrelsgewijs in zeer kleine houten doosjes gedaan en goed verpakt tegen een hoog losgeld aan de hoofden van de volken gestuurd. Deze hooggeplaatsten moeten dan na een voorgeschreven boetedoening dit poeppresentje van god zeer eerbiedig opeten. Dat en nog een groot aantal van de meest absurde domheden zijn feiten, waarvan iedere reiziger die daarheen gaat zichzelf kan overtuigen.
Hoofdstuk 24: Roclus' probeert zijn atheïsme als juiste wereldbeschouwing te bewijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar ik zei met een heel ernstig gezicht tegen hem: 'la, ja, bekijk mij maar, zodat je mij later aan het hoofd van een machtig leger des te eerder en gemakkelijker zult herkennen wanneer ik de kwade, versterkte burcht van jullie gruwelijke god en zijn opperpriester zal aanvallen en verwoesten! , Toen vermande mijn eerst zo vriendelijke zieleherder zich, trok een grimmig gezicht en zei tegen mij: 'lij waanzinnige sterveling, eerder verwoest je de maan dan de vesting van Lama! Maar waar is je leger?'
Hoofdstuk 28: Roclus over de Indische priesterkaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229  ...