Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 217 van 263

...  205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230  ...
[1] We hebben in de voorgaande verhandeling voor ieders oog een treffend beeld neergezet, waarmee iedereen vanuit de uiterlijke verschijningsvorm zonder enige moeite tot de innerlijke betekenis kan komen. Aangezien dit terrein echter heel groot is en de verschijningsvormen daarop talloos zijn, heeft de mens nooit teveel aan juiste beelden om zich in iedere situatie van zijn aardse bestaan goede raad te kunnen verschaffen. Daarom zullen wij naar een ander, op zich weliswaar heel eenvoudig, maar inhoudelijk des te rijker en algemener beeld overgaan om onze zaak toe te lichten.
Hoofdstuk 127: Een mensenkind als beeld van het hemelrijk en het universum - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Nu hebben we nog het hoofd, een vast deel op de romp, dat op zich, in afgeronde vorm een volledig mens in zijn geestelijke sfeer voorstelt. De oren zijn de voeten waarop hij gaat. De ogen zijn de armen waarmee hij ver om zich heen kan grijpen. De neus is de long, de mond is de maag, waarin zich de tong, te vergelijken met het hart, bevindt, en deze helpt zowel de materiële als de geestelijke spijzen te verwerken; de materiële door deze onder de malende tanden te schuiven en daarna bij het doorslikken. Dat is haar materiële bezigheid. Maar de tong geeft ook aan de stem een verstaanbare, gearticuleerde klank en zij is het die de innerlijke gedachten in verstandige woorden omzet.
Hoofdstuk 127: Een mensenkind als beeld van het hemelrijk en het universum - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Onze man ging voornamelijk uit van één idee, dat hij ontleende aan Mijn woord: dat men 'volmaakt' moet zijn zoals de Vader in de hemel, en dat er maar één Heer is, en dat alle anderen broeders zijn zonder onderscheid van rang of stand. Maar hij geloofde om te beginnen zelf niet in Hem, op wie de mensen wat hun volmaaktheid betreft zouden moeten lijken. Eigenlijk hield hij zichzelf voor de heer door de macht van zijn welsprekendheid. Hij vergat daarbij volkomen dat vorsten ook mensen zijn, die hun macht door Mij hebben verkregen en hij vergat ook de tekst uit de Schrift: 'Geef aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt'!
Hoofdstuk 1: De aardse levensloop van Robert Blum - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze woorden wordt Robert helemaal stil en rustig met zijn mond, maar des te actiever in zijn hart. Dat ergert hem alweer, omdat hij daardoor des te meer leven en een vollediger bewustzijn in zichzelf gewaar wordt. Hoe rustiger hij wordt, des te groter wordt de innerlijke activiteit. Hoe meer hij deze wil onderdrukken, hoe krachtiger ze optreedt.
Hoofdstuk 6: Uiterlijke rust, innerlijke onrust. Wat is het leven? Verlangen naar rustgevend geloof leidt tot gebed. De gedachte aan vrouwen kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Of jij, waarde vriend, je ook door een in jou verborgen bovenzinnelijke macht had kunnen verzetten toen deze overheid je werkelijk gevangen nam, dat kan ik niet beoordelen, omdat het mijn tot nu toe verworven inzicht ver te boven gaat! Zo je daden je al niet als heidense halfgodenfabels zijn toegedicht, is het zeker dat jou als een wijze die stellig vertrouwd was met de meest innerlijke krachten der natuur ook buitengewone krachten ten dienste stonden. Maar jouw gevangenneming en terechtstelling heeft bij heel veel heldere denkers je wonderbare vermogens in een zeer verkeerd daglicht gesteld en velen hebben zich daar geweldig aan gestoten. Maar ikzelf en veel anderen hebben alleen jouw zuivere leer aangenomen en daaruit alles verbannen wat maar leek op een later bijgevoegde heidense fabel.
Hoofdstuk 17: De Heer brengt naar voren: 'Wees onderdanig aan de overheid'. Robert trekt dit gebod in twijfel. Hij wenst opheldering over de God-menselijke natuur van Jezus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] Vriend, ik meen je vraag nu voldoende te hebben beantwoord. Nu is de beurt weer aan jou. Ik zal met gespannen aandacht ieder woord van jou aanhoren en beoordelen!'
Hoofdstuk 17: De Heer brengt naar voren: 'Wees onderdanig aan de overheid'. Robert trekt dit gebod in twijfel. Hij wenst opheldering over de God-menselijke natuur van Jezus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Kijk ten eerste een volledig verstarren door het heel snel optredende gebrek aan licht en warmte; daarna noodzakelijkerwijs een volledige, innerlijke ontbranding ten gevolge van de enorme machtige druk van buiten naar binnen; en tenslotte een totale ontbinding van alle delen van de planeet en daarmee ook zijn volkomen dood!
Hoofdstuk 19: Rede over de gehoorzaamheid. Voorbeelden uit het rijk van de natuur - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] De werkingssfeer die toevertrouwd is aan hun niet te loochenen intelligentie, is voor hen een positieve wet, welke zij door hun intelligentie heel nauwkeurig waarnemen; wat je des te meer van Mij mag aannemen, daar je toch zelf zoëven beweerde dat Ik, door de leerschool van de Egyptenaren, in de innerlijke krachten der natuur meer ben ingewijd dan alle geleerden van tegenwoordig.
Hoofdstuk 20: Nog een voorbeeld. De noodzaak van hooggebergten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Daar je nu echter inziet, dat zelfs in de volgens jou levenloze natuur een zekere rangorde in haar structuur strikt noodzakelijk is, omdat daardoor de natuur blijvend in stand gehouden wordt, welnu: stel je dan de mens eens voor, begiftigd met een absoluut vrije geest, die in zijn denken, besluiten en begeren volledig onbeperkt zou zijn! Denk je eens in waar het tenslotte toe zou leiden, als ieder mens tengevolge van zijn innerlijke, absolute vrijheid zonder enige beperking mocht doen wat zijn innerlijke geest ook maar put uit datgene wat in zijn onuitputtelijke levenssfeer aanwezig is aan god gelijkende oneindige ideeënrijkdom in talloze vormen.
Hoofdstuk 22: Hiërarchische ordening ook nodig onder de mensen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Ik zeg je, dan zou geen mens meer veilig zijn voor de ander! Want ten eerste zijn er geesten, die er zich in hun innerlijke fantasieën of scheppingen hoofdzakelijk mee bezig houden, en er een merkwaardig genot in vinden, alles wat bestaat te vernietigen. Sommigen zouden steeds maar mensen op allerlei manieren willen doden, weer anderen zouden alle bergen willen vernielen. Weer anderen een gat graven door de aarde en het zo ver mogelijk opvullen met springstof, om daardoor zo mogelijk de hele aarde uit elkaar te laten springen. Weer anderen zouden al het water van de aarde willen laten verdwijnen, anderen weer de hele aarde verdrinken, nog anderen de hele aarde verbranden of de maan met een lus aan de aarde vastbinden en hem naar beneden trekken!
Hoofdstuk 22: Hiërarchische ordening ook nodig onder de mensen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Wanneer al deze geesten echter ook maar ten dele een onbeperkt gebruik zouden mogen maken van hun absolute innerlijke vrijheid, zeg Me eens, hoe zou het er dan al gauw uitzien op een hemellichaam? Je zegt: 'Vriend, dat zou ontzettend zijn, dat zou een ware hel zijn op aarde!' Precies, zeg Ik je, dat is juist gedacht en gesproken!
Hoofdstuk 22: Hiërarchische ordening ook nodig onder de mensen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Wat echter de invloed van de goddelijke wijsheid betreft is het zo, dat zij voor zulke ontaarde mensen juist die omstandigheden schept waardoor deze weer op de weg naar het juiste doel kunnen worden gebracht. Dat is ook wel een beïnvloeding en in zekere zin een dwang, maar deze raakt slechts de buitenkant van de mens, opdat de innerlijke des te eerder en gemakkelijker zal ontwaken en weer zijn ware bestemming zal volgen. De almacht zou echter in het andere geval de hele mens te gronde richten en doden!
Hoofdstuk 25: Zin en doel van de aardse levensschool. Tijdelijke of eeuwige gelukzaligheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Hoewel ik dit nauwelijks anders kan opvatten, houd ik daar toch niet hardnekkig aan vast en wil ik graag het bestaan van een of andere Godheid aannemen, als jij me dat kunt bewijzen en me haar kunt tonen. Als ik echter zulke beschuldigingen uitte tegen een Godheid die nergens anders dan enkel in ons is, kan ik jouw werkelijk afdoende weerlegging ook des te gemakkelijker als waarheid aannemen: Omdat ze alleen betrekking heeft op onze eigen innerlijke orde, die allereerst helemaal moet worden begrepen vóór ze zich aan een al te oppervlakkige kritische beoordeling kan prijsgeven. Of met andere woorden: 'Mens, ken jezelf eerst helemaal. Beoordeel dan pas je bestaan en al de onvermijdelijke omstandigheden welke de bestemming van je bestaan met zich meebrengt!'
Hoofdstuk 26: Ik geef het leven terug aan Hem, van wie ik het kreeg. Bestaat er een God van liefde die Zijn schepselen zo hardvochtig behandelt? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg verder: 'Je zegt nu bij jezelf: 'Ja, het is allemaal juist, wanneer de Godheid zo spreekt tot degenen die zich tengevolge van hun volste vrijheid helemaal van haar hebben losgemaakt overeenkomstig hun eigen innerlijke geaardheid. Zodoende kan dit schijnbaar schrikbarende oordeel onmogelijk zo huiveringwekkend zijn, als men op het eerste gezicht vermoedt. Maar hoe zit het dan met het verhaal van de arme Lazarus en de rijke zwelger die zich zonder enige genade in het verschrikkelijkste vuur van de hel bevindt? Die daar smeekt en wiens smeken niet verhoord wordt? Tussen hem en Gods genade wordt een niet te overbruggen kloof beschreven, waarover in alle eeuwigheid geen brug leidt. Wat zegt de goddelijke liefde, wijsheid en erbarming daar dan op?'
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] In de hele oneindigheid zul je nergens een plaats aantreffen die door de Godheid als hel zou zijn geschapen. Want er bestaat nergens een hel behalve in de mens zelf. Als de mens echter helemaal vrijwillig, door een totaal negeren van Gods woord in zichzelf een hel opbouwt, en nooit de eenvoudig op te volgen geboden van God in acht neemt, wat kan de Godheid er dan aan doen, wanneer een geest haar vrijwillig ontvlucht, bespot en belastert?
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230  ...