Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 217 van 1088

...  205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230  ...
[11] Van de maan beweer je het volslagen tegendeel, omdat je van deze planeet nog nooit enige warmte hebt gevoeld. Van de andere sterren beweer je helemaal niets, omdat je van hun invloed nog nooit iets anders dan alleen het schaarse licht ervan hebt ondervonden.
Hoofdstuk 60: Het wezen van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Het is wel waar dat jij over de beroemde Nazarener een heleboel hebt gehoord wat je ongelooflijk toescheen, en dat je graag een ontmoeting met Hem had gehad als het zonder al te veel moeite mogelijk was geweest; maar dat je er bepaald moeite voor gedaan hebt, is niet zo, en je dacht bij jezelf: 'Wij hebben toch al enkele broeders naar hem toegestuurd en zij zullen ons wel berichten wat hij onderwijst en doet!' Maar die hebben zich vervolgens volledig van jullie afgescheiden en zijn Zijn leerlingen geworden en hebben aan jullie helemaal geen verslag over Hem uitgebracht, en dat verontrustte jullie een beetje en pas daardoor zijn jullie van dag tot dag nieuwsgieriger geworden om de Nazarener persoonlijk te leren kennen.
Hoofdstuk 59: Raphaël onthult wat Roclus diep in zijn hart over de Heer denkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Roclus deed dat met een bevreesd hart, en IK keerde Mij met een ernstig, vriendelijk gezicht naar hem toe en zei: 'Vriend, van Tyrus en Sidon naar Caesarea Philippi en van daar naar hier is duidelijk een kleinere afstand dan van hier naar Achter-Indië, waar de oosterse Sihiniten ver over het hoogste gebergte van Indië een geweldige muur hebben aangelegd! Daar zocht je de waarheid -en ook weer niet de waarheid; want ook al zou je de waarheid gevonden hebben, dan zou je de waarheid toch niet herkend hebben! Zou je haar echter herkend hebben, dan zou ze je niet bevallen zijn; want als de waarheid niet volledig verenigd is met liefde, dan lijkt ze op het zonlicht in het noorden. Dit verlicht ook de aarde; maar omdat het licht zonder warmte is, schenkt het de grond geen leven en is alles verstard als in de dood!
Hoofdstuk 60: Het wezen van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] De mens moet dus door iets bewogen worden om er warme levendige gedachten over te krijgen. Door de koude waarheid, die een schijnsel is van de verre sterren, kan het innerlijk leven nooit bewogen worden, omdat de innerlijke warmte ervan daardoor niet toeneemt, maar slechts minder wordt.
Hoofdstuk 61: Het inzichtelijk vermogen van de liefde. De ontoereikendheid van rede en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Je kunt hier nu wel uit opmaken, dat de mens alleen met zijn scherpzinnigheid en zijn verstand, ook al is dit nog zo helder en scherp, niets kan begrijpen van alles wat geestelijk is. Hij kan het leven niet begrijpen en het essentiële einddoel ervan; want scherpzinnigheid en verstand zetelen voornamelijk in de hersenen en het bloed dat de hersenen in een zekere actieve spanning houdt, waardoor deze voortdurend in staat zijn om de indrukken en beelden van de materiële buitenwereld op te nemen, ze te vergelijken wat hun vorm en werking betreft, en daar uiteindelijk een reeks conclusies uit te trekken.
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Kijk, dit alleredelste deel in je hart heb je nog nooit verzorgd en je had ook geen vermoeden van de waarde ervan, en daarom is het heel begrijpelijk dat je een overtuigde godsloochenaar bent geworden en ongeacht al je zoeken de eeuwige Godheid die alles geschapen heeft, alles doordringt en behoudt, nooit op het spoor kon komen!
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] ROCLUS gaat naar hen toe en begint als volgt tegen hen te spreken: 'ik heb het van te voren al gedacht, toen die jongen mij zei dat ik naar de Nazarener moest gaan, dat hij zich dan vooral zou richten op de vernietiging van ons instituut tot heil van het volk; vooral daarmee schijnt de wonderen verrichtende Nazarener de meeste moeite te hebben! Maar hij zal ons toch niet al te gemakkelijk in het nauw drijven met al zijn theosofische frasen!
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] EEN ANDER, die intussen ook vanuit Caesarea Philippi hier naartoe was gekomen, zegt: 'Vriend Roclus, ik heb vanaf het begin tot nu toe met de grootste aandacht naar het hele betoog geluisterd en nauwlettend gadegeslagen wat hier allemaal is gebeurd, en ik moet je nu openlijk bekennen dat jij echt ongelijk hebt met je beweringen, en jouw geestelijke blindheid is om razend van te worden! In het openbaar zeg je het een en bij jezelf denk je heimelijk iets heel anders! Tegenover die jongen verafgood je de beroemde Nazarener en bij jezelf houd je hem voor een magiër van de oudste en meest geheime school van Egypte! Wij weten nu toch waar de magie en de uitspraken van bijna alle ons bekende orakels op gebaseerd zijn!
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Denk toch eens na of jij een toverkunst kent, waarmee men in een enkelogenblik een stuk graniet in het zuiverste goud kan veranderen! Dit wonder alleen al doet toch al onze wonderen teniet, die op niets anders dan op het allerpuurste bedrog zijn gebaseerd! En kijk ook eens naar dit nieuwe prachtige huis, die tuin met zijn grootse ringmuur, die haven met zijn schepen, kijk eens naar al die heerlijke fruitbomen in de tuin, die guirlandes van wijnranken vol met de kostelijkste druiven! Vier uur geleden was deze plek nog een woestijn, waar ik toen zelf nog geweest ben omdat ik bij de zee iets moest doen. Kijk nu eens naar deze woestijn! Wat een weelde, wat een zegen!
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ga daarom naar hem toe en zeg -maar gemeend en oprecht -, dat jij en wij allemaal vast willen wat hij je heeft aangeraden! Want we kunnen met deze ruil onmogelijk iets verliezen als we ons instituut helemaal zo inrichten als hij dat wil. Daardoor wordt hij dan heer en meester van ons instituut, en wij willen en zullen zijn trouwe leerlingen zijn. - Zijn jullie het daar mee eens?"
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] De goede spreker, die RUBAN heette, zegt: 'Dat doet hij, dat weet ik zeker, omdat hij zo'n buitengewoon menselijk en vriendelijk gezicht heeft! -Wat vind jij ervan, Roclus, wil e nog steeds iets doms uitbroeden?"
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ik wil echter eerst weten, wat hij nu eigenlijk in dit opzicht van ons verlangt! Daarom zal ik dan nog een keer naar hem toe gaan en zien en horen, wat hij in dit opzicht allemaal voor eisen aan ons zal stellen; want van een ontmaskering voor de ogen van het volk door onszelf kan absoluut geen sprake zijn!"
Hoofdstuk 64: Ruban pleit bij zijn metgezellen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] RUBAN zegt: 'Zoiets zal hij zeker niet van ons verlangen; want hij zal het beter weten dan wij allemaal! Het is geen sprong in het duister; in de hele ons bekende natuur moet het een uit het ander voortkomen! Dat wij met onze drogmiddelen soms rare sprongen hebben gemaakt, wil nog niet zeggen dat hij ook zo met ons zal doen! Ga daarom naar hem toe en doe heel open wat ik je nu heb aangeraden"
Hoofdstuk 64: Ruban pleit bij zijn metgezellen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] ROCLUS zegt: 'Ja, mijn beste broeder Ruban, omdat jij het allemaal zo goed weet, moet jij maar in plaats van mij naar de Nazarener toe gaan en naar jouw eigen goeddunken alles met hem regelen, en dan moet het ook voor ons allen goed zijn; want tegen zo'n geweldige stroom is niet op te zwemmen! Ga en doe dat, en ik zal je er bovendien nog heel dankbaar voor zijn!" .
Hoofdstuk 64: Ruban pleit bij zijn metgezellen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Nadat RUBAN deze volmacht heeft gekregen, gaat hij naar Mij toe en zegt, wanneer hij bij Mij is gekomen: 'Heer en meester vol ware goddelijke kracht! Omdat Roclus om U zeker niet onbekende redenen niet bij U durfde te komen, zoals ook geen van zijn elf metgezellen, hebben ze mij gemachtigd om met U, Allerwaarachtigste, alles met betrekking tot ons afkeurenswaardige instituut te bespreken. Daarna zal alles, wat U maar wilt, beslist gebeuren, en wij willen U zelfs graag het hele instituut ter beschikking stellen en allemaal Uw leerlingen worden! Zegt U nu dus genadig wat Uw wil is, die ons allen heilig is, dan zullen wij strikt daarnaar handelen! Wilt U echter dat het instituut helemaal opgeheven wordt, zegt U het dan; want we zijn allen ook overeengekomen dat het instituut geheel opgegeven wordt, als U dat verlangt!"
Hoofdstuk 65: Ruban richt zich tot de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230  ...