5587 resultaten - Pagina 217 van 373
... 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 ...
[14] En Abedam zei daarop tegen de zeer spraakzame Garbiël: 'Luister, Ik zeg je, je tong is werkelijk een meesterstuk; want je praat jezelf daarmee blind en je hoort de luide verlangens van je hart niet, dat werkelijk geen slechte grondslag heeft! Zie, alles wat je nu gesproken hebt, heeft kop noch staart noch een lichaam!Hoofdstuk 50: De alwetendheid en wijsheid van de vreemdeling. Het vermoeden van de verwonderde Garbiël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Daarom bekruipt je dan grote vrees; zie, alleen dat kwam uitje hart! Ik zeg je echter: Steekje tong tussen je tanden en houd hem vast, opdat hij niet nogmaals je eigen hart zal bedriegen door je te laten geloven dat je reeds de zin van Mijn bedoeling met jullie allen doorzien zou hebben!
Hoofdstuk 50: De alwetendheid en wijsheid van de vreemdeling. Het vermoeden van de verwonderde Garbiël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Ik waag het weliswaar nog niet met mijn tong uit te spreken, - maar daarvoor spreekt mijn hart des te luider door een voorheen nog nooit ondervonden liefde, dat U een Vader bent!
Hoofdstuk 50: De alwetendheid en wijsheid van de vreemdeling. Het vermoeden van de verwonderde Garbiël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Als jullie dat in je hart beseffen, dan hebben jullie het licht en het leven al volledig in je opgenomen.
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Wie Mij echter niet als Vader wil erkennen - en wel met heel zijn hart -, voor hem zal Ik zijn als wat Ik voor een steen ben, namelijk een eeuwig oordelende God en Schepper!
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Maar de Vader koestert Zijn kinderen en verbergt de almachtige God voor hun bevreesde ogen, opdat zij Hem allen in hun hart kunnen sluiten en Zijn ware vaderroep kunnen volgen.
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Wees verheugd, want Abedam heeft al veel voortreffelijks in je bewerkt! Wat staat je nog allemaal te wachten wanneer je hart in de zuivere liefde eenmaal volledig één wordt met Hem?!'
Hoofdstuk 52: Garbiëls goede toespraak over de goddelijk-vaderlijke Geest in de woorden van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] O vrienden en broeders, nu we dat begrijpen, zelfs met handen en voeten, en de vreemdeling die dat alles voor onze ogen en oren van zichzelf getuigde, nog geheel welbehouden machtig en krachtig voor ons zien staan en horen hoe Hij ons allen tot zich roept zoals een ware, ja enig ware vader zijn kinderen bij zich roept en ons hart luid roept en zegt: `Ja, U alleen bent een ware Vader en wee degenen die met deze allerheiligste naam de schandelijkste zonde zouden willen bedrijven door zich nog `vader' te laten noemen!', - Wie en wat en vanwaar is derhalve deze Vreemdeling?
Hoofdstuk 52: Garbiëls goede toespraak over de goddelijk-vaderlijke Geest in de woorden van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Zie, de oneindige hemelen vol lichtende wonderen en de aarde vol wonderen en ons hart, het grootste wonder, roepen en zeggen het ons nu overluid: `Jehova, God, de eeuwige Schepper van alle dingen, de heilige Vader, - verblijft bij Zijn kinderen op de aarde!'
Hoofdstuk 52: Garbiëls goede toespraak over de goddelijk-vaderlijke Geest in de woorden van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[30] Wie slaat er acht op dat alles?! In wiens hart is dat allemaal geordend?! En toch is het hart van die orde!
Hoofdstuk 52: Garbiëls goede toespraak over de goddelijk-vaderlijke Geest in de woorden van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] En meteen verhieven allen zich, vervuld van de grootste eerbied, en volgden Abedam en Adam naar de reeds bekende hoogte, bevend over hun hele lichaam, enerzijds door buitengewone vreugde, anderzijds weer uit overmatige vrees voor Gods heiligheid, macht, kracht en gezag, maar ook ten dele veroorzaakt door de steeds heviger voelbare liefde in hun hart tot de heilige Vader.
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Een broeder van Garbiël liep achter hem en zei heel zacht tegen Garbiël: 'Luister broeder! Wanneer ik nu deze niet ontelbare sterren bezaaide hemel zie en wij weten nu reeds allen van Seth en Enos en ook heel duidelijk van Henoch dat deze sterren louter onbegrijpelijk grote, lichtende hemellichamen zijn, - broeder, en wanneer deze verhelderende gedachte mij zegt: 'Besediël, kijk, daar vooraan loopt de Schepper van al deze talloze en mateloos grote wonderen, de almachtige, meer dan heilige Schepper! Eén heilige gedachte van Hem en de eindeloze ruimte zal onmiddellijk leeg zijn, begraven in zijn eigen eeuwige, oneindige nacht; en wederom een heilige gedachte van Hem, die daar vooraan loopt, en nieuwe heerlijke scheppingen lullen schitterend stralen door de grote ooreindigheid!', - o broeder, wat voor een onuitsprekelijk gevoel overweldigt dan mijn hart!
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Ik weet nauwelijks of het in iemands hart eerder een heilige allerdiepste eerbied opwekt of meer het diepste berouw en het sterkste verlangen Hem steeds hoe langer hoe dichter te naderen, ja, als het mogelijk zou zijn, zich geheel met Hem te verenigen!
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En komt men dan hoe langer hoe dichter bij Hem, hoe spoedig verdwijnt dan het gevoel van afstand en begint er daarentegen dan een vroeger nooit gevoelde heilige liefde het hart te bevangen, waarin zowel het leven als het vernietigd worden zich in gelijke mate eindeloos zalig uitspreken!
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] En Garbiël zei tegen zijn broer Besediël: 'O broeder! Geloof je gevoel, geloof echter ook dat dat niet vanuit jezelf in jouw hart stroomt, maar heilig vanuit Degene die daar vooraan ons allen naar de heilige hoogte leidt, - ja, broeder Besediël, naar een hoogte, die niet alleen een aardse hoogte is, maar eindeloos veel meer: een hoogte van het innerlijke eeuwige leven vanuit Hem! Dat vermoed ik!
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)