Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 217 van 1112

...  205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230  ...
[8] Eerst bevinden de gifstoffen zich in de grove materie van de mineralen Daarna komen zij reeds in wat mildere vorm in het daarvoor geschikte plantenrijk voor, en in heel milde vorm zijn zij in bepaalde dieren van de laagste orde gevaarlijk voor het betere, dus positieve uiterlijke leven, en onder bepaalde omstandigheden kunnen zij zelfs ook het innerlijke, volkomen positieve, ware leven met zozeer te met doen, maar toch erg beschadigen.
Hoofdstuk 158: Het gif in mineralen, planten, dieren en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Haar ziel, die voor de rest heel goed is en in een goede orde is overgegaan, heeft haar driftige oerelement in de milt en de lever van haar lichaam opgeslagen, en daar blijft het rustig en verder onschadelijk zolang deze persoon zich niet om de een of andere reden onstuimig opwindt. Als zo'n echte giftige persoon echter opgewonden is, is het voor iedere man hoog tijd zich snel uit haar giftige sfeer terug te trekken
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Want het gif dat zich in haar lichaam bevindt, is etherisch van aard en houdt verband met de zenuwen, en dringt door tot in de uitstralende levenssfeer van deze persoon. Wie het door inademing of door een langer verblijf in zo'n met gif bezwangerde sfeer met de ether van de eigen zenuwen in aanraking brengt, wat heel gemakkelijk gebeurt, is lichamelijk verloren, vooral als hij het tegengif met kent.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Het tegengif is dan, als alle zenuwen niet reeds te sterk aangedaan zijn, die bepaalde bouillon; tevens zou men echter die dieren in een groot vat in olijvenolie moeten smoren, en dan zou men naast het drinken van de bouillon, ook het hele lichaam grondig met deze slangenolie moeten inwrijven. Dat zou pas een volledige genezing kunnen bewerkstelligen, omdat het reeds in de zenuwen aanwezige gif zich meteen uit de zenuwen terugtrekt en zich gedeeltelijk via de bouillon in de maag of via de olie, met zijn daarin aanwezige oerelement verbindt en verenigt, en daardoor niet meer op de zenuwen kan inwerken en deze ook niet meer kan schaden.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Toen je vader met zijn verstandige woorden de vrees, die de weduwe innerlijk erg opwond, aanmerkelijk verminderde, trok de kwade ether zich terug in de tot rust gebrachte milt en lever; het overtollige bleef echter in de gal van de maag, werd na vier dagen tenslotte door die bepaalde bouillon helemaal opgenomen en langs natuurlijke weg afgevoerd, en de weduwe werd daarop weer helemaal gezond. De stem, die jou het middel noemde, kwam van een geest die de geestelijke beschermer van de weduwe was.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Toen de volledige losmaking van het lichaam een feit was en de oerelementen binnen de kluwen van de levensnevel door de daarna intredende rust weer inzagen dat zij bij elkaar hoorden, splitsten zich weldra de voorheen in elkaar geschoven kluwens, waarvan de grote de oerelementen van de ziel van de weduwe en de kleinste die van de dochter bevatte. Door het steeds verder tot rust komen herkenden de oerelementen van beide zielen zich ook steeds meer en verenigden zich, zodat er voor jou in de ballonnen meteen een diersoort van een hogere orde zichtbaar werd.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Toen zowel in de levenskluwen als in zijn innerlijke vorm nog meer rust kwam, gingen de vroegere zielsvormen nog inniger samen en gingen in twee vrouwelijke adelaars over. Al gauw zag je een zwerm eksters de ballonnen lastig vallen; dat waren de geesten van de uitstralende levenssfeer die zich nu ook met de beide zielen moesten verenigen. Toen dit op voor jou zichtbare en passende wijze gebeurde, zag je meteen twee koeien verschijnen. Dat ligt al dicht bij de mens, alleen mankeert er nog iets oerelementairs aan.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Toen je met je vader voor de tweede maal daarheen geroepen werd, was de weduwe erg ontstemd over haar doofstomme dochter die ondanks haar doofstomheid, toch hevig verliefd begon te worden op een enigszins lichtzinnige man. Daardoor werd zowel het gif van de weduwe alsook dat van haar dochter, die dezelfde eigenschap had, te heftig in beroering gebracht; beiden werden als door duizend giftige slangen in al hun levenszenuwen gebeten en vanaf dat ogenblik was er geen lichamelijke genezing meer denkbaar, -behalve dan dat het door Mijn kracht natuurlijk wel mogelijk geweest zou zijn. Tengevolge van de grote opwinding losten de zielen van beiden zich vrijwel geheel op, dat wil zeggen, zij losten op in hun oerelementen, en omdat zij daardoor noodzakelijkerwijs meer ruimte nodig hadden, breidden zij zich zelfs hoog en ver boven het huis uit waarin de beiden lagen te sterven
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] De stem die dank zei en die jij, Mathaƫl, op het laatst gehoord hebt, was weer van dezelfde beschermgeest die jou ongeveer twee jaar eerder het juiste geneesmiddel voor die ziekte noemde. De geest was zich echter bewust van de grote moeilijkheid om van een rechtstreekse anti-orde een echte en hemelse orde te maken; want ook daar kan men met weinig gif zeer veel balsem vergiftigen, maar met weinig balsem kan men veel gif vrijwel niet in een heilzame balsem veranderen. Slechts bij God is alles mogelijk, en daarom sprak de beschermgeest op het eind zijn dank uit aan God de Heer!
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Vooral zijn scheppingsgeschiedenis is erg duister! Er staat bijvoorbeeld: 'Laat ons naar ons beeld mensen maken die zullen heersen over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht, over het vee en over de gehele aarde en over het gedierte dat op de aarde kruipt! ' En God schiep de mens naar Zijn beeld, naar Gods beeld schiep Hij hem; en hij schiep een mannetje en een vrouwtje. En God zegende hen en sprak tot hen: 'Wees vruchtbaar en vermeerder je en vul de aarde en onderwerp haar aan je, en heers over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht en over al het gedierte dat op de aarde kruipt! ' En God sprak: 'Kijk, ik heb jullie allerlei kruiden gegeven die zich op de gehele aarde uitzaaien, en allerlei vruchtbare bomen, die zich uitzaaien om jullie te voeden, en al het gedierte en alle vogels in de lucht en al het kruipend gedierte dat leeft op aarde, om allerlei groen te eten! ' En zo geschiedde het. En God zag alles wat Hij gemaakt had en zie, het was allemaal zeer goed! En uit de avond en de morgen ontstond de zesde dag.'
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar laten we daar maar aan voorbij gaan, want men kan onder het begrip 'vogel' tenslotte toch wel alles wat de lucht bewoont in meest algemene zin verstaan, en onder het algemene begrip 'vis' alle dieren die in het water leven. Maar of Mozes de begrippen die hij gebruikt ook zo ruim genomen heeft als voor een goed begrip nodig is, zou ik in geen geval willen beweren!
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Laat het zijn zoals het is, daarover zou men het altijd nog wel eens kunnen worden; maar in de eerste teksten laat hij op de zesde scheppingsdag door God meteen na de uitroep van God 'Laat ons mensen scheppen naar het beeld van God! ' een mannetje en een vrouwtje scheppen, terwijl Hij een aantal teksten verderop het mannetje al veel eerder uit leem heeft gevormd en het vrouwtje pas veellater uit de rib van het mannetje laat ontstaan, waarbij de aarde veel minder gezegend lijkt, er helemaal geen sprake is van de zegening van dit eerste mensenpaar, hun integendeel op straffe van dood en vervloeking van de aarde verboden wordt van een bepaalde boom de vrucht te eten, en de aarde in alle ernst vervloekt wordt na de overtreding van dit gebod en nu slechts doornen en distels zal dragen, en tevens dat de mens moet sterven en zich in het zweet zijns aanschijns zijn brood zal moeten verdienen, -ja, daar is van de zegen die Mozes in de eerste teksten vermeldt, net zoals van de daar eveneens vermelde, grote tevredenheid over de voltooide werken van God geen spoor meer te ontdekken! Ja, zeer goddelijke Vriend, dat is toch wel een moeilijk te begrijpen leer, en men kan er met de beste wil niet uit wijs worden!
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Lichamelijk is Adam overigens wel uit de etherdelen van het fijnste leem door Mijn wil geschapen en gevormd volgens de geldende orde, zoals Ik die jullie nu heb getoond; en toen hij door ervaring wijs geworden, door Mijn wil eenmaal zo krachtig was geworden dat zich om hem heen een uiterst intensieve, uiterlijke levenssfeer had gevormd, en hij op een keer moe van het werk en het reizen in diepe slaap viel, was de tijd rijp om een natuurziel, die samengesteld was uit al de jullie bekende natuurlijke niveaus, in de uiterlijke levenssfeer van Adam te plaatsen.
Hoofdstuk 162: De schepping van Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Deze ziel begon, terwijl zij zich in de uitstralende levenssfeer van Adam bevond, meteen uit de uitstralende delen van Adam ofwel uit zijn overvloedige levensdamp, die haar zeer lief was, een lichaam te vormen volgens Mijn wil en Mijn orde, zoals heden ten dage zielen van gestorvenen dat nog plegen te doen als zij voor enige ogenblikken aan de mensen willen verschijnen. Binnen drie dagen was zij daar helemaal mee klaar.
Hoofdstuk 162: De schepping van Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Toen Adam daarna ontwaakte zag hij vol verbazing en vreugde zijn evenbeeld naast zich, dat hem natuurlijk uiterst toegedaan was en moest zijn, omdat het lichamelijk ook uit zijn wezen afkomstig was.
Hoofdstuk 162: De schepping van Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230  ...