10915 resultaten - Pagina 217 van 728
... 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 ...
[13] Toen de vijfpriesters dat zagen, werden ze erg bedroefd en EEN van hen, die het moedigst was, zei tegen de anderen: 'Broeders, tegen de almachtige wil van een Godmens helpt niets, het is maar het beste je naar zijn wil te schikken! Natuurlijk zijn wij nu opeens zonder werk en dus ook brodeloos, maar wat kunnen we eraan doen? Wij hebben dit ambt echter altijd heel waardig uitgeoefend, en met dat geringe, vrome bedrog van ons hebben wij nooit iemand schade berokkend, ook hebben wij nooit van iemand meer geƫist dan het tarief; wij hebben de mensen altijd veel bijgebracht en hebben hen altijd het goede voorbeeld gegeven. En daarom vertrouwen hoop ik dat deze waarlijk almachtige Godmens ons, als wij hem daarom vragen, niet zo maar zal verstoten.'Hoofdstuk 93: Het bezoek aan het heilige bos. De vernietiging van de afgodenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kijk, het gaat hier ten eerste om de mogelijke instandhouding van de staatswetten met behulp van allerlei goede lessen over het bestaan van bovenzinnelijke krachten en machten in de natuur, die wij in het algemeen goden noemen! Om deze voor het volk aanschouwelijk te maken hebben wij ze door gepaste beelden in zuivere vormen volgens de regels der kunst zichtbaar gemaakt. Het volk is er al vanaf de wieg aan gewend en werd door het zien ervan steeds gesticht en heeft daarbij zeker goede en vrome bespiegelingen gehad. Wij, priesters, hebben het volk echter ook door op de verheven beelden te wijzen, op eenvoudige wijze menige goede en nuttige les kunnen geven, wat zonder deze beelden beslist een veel moeilijker opgave geweest zou zijn.
Hoofdstuk 94: De vraag van de priester om herstel van de afgodenbeelden. Het heilige meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Dat het meer heel zuiver water heeft, is gemakkelijk te begrijpen want er kan immers niets inkomen wat het vertroebelt -; maar of het iets met de Elyseese zaligen te maken heeft is erg onzeker! Het verschijnsel zal heus niet zo bijzonder zijn, en het zal ook zeker een heel natuurlijke oorzaak hebben, maar de priesters, die erg goed van de tongriem gesneden zijn, weten daar zoiets van te maken datje er op 't laatst zelf in ieder geval op dat ogenblik -helemaal van onder de indruk raakt, vooral' s nachts wanneer je altijd wat meer voor magie openstaat dan overdag. De omheining om het meer heeft echter ook z'n goede kanten, want het is niet raadzaam ook maar een paar passen voorbij de aangebrachte palen en de daardoor getrokken afrastering te komen; wie daar wegzakt zou reddeloos verloren zijn.
Hoofdstuk 94: De vraag van de priester om herstel van de afgodenbeelden. Het heilige meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Maar dat maakt alles bij elkaar niets uit, want het meer kan stevig omheind worden, wat dan het gevaar wegneemt, en dat bepaalde lichtverschijnsel zou zelfs goed begrijpelijk aan de mensen uitgelegd kunnen worden. Omdat wij echter om wille van deze priesters hier alles uit de weg willen ruimen waarmee zij de mensen zonder veel moeite gemakkelijk zouden kunnen bedriegen en nog verder op allerlei dwaalwegen zouden kunnen brengen, zullen wij dit meer tot duizend manshoogten diep met vaste grond opvullen en zijn noodzakelijke opening ergens met een ander groot meer in verbinding brengen, en dan zijn jullie gebaat en het mechanische leven van de aarde niet geschaad. En zo zij het en gebeure het!'
Hoofdstuk 94: De vraag van de priester om herstel van de afgodenbeelden. Het heilige meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen zei IK tegen hen: 'Spreek alleen de waarheid, vertel hoe het was, en hoe het gebeurde, en beroep je op de getuigen, waarvan je er hier een behoorlijk aantal hebt, dan zal jullie geen haar gekrenkt worden! Neem daarna echter Mijn nieuwe leer op en verkondig die aan jullie mensen, dan zullen zij zich er allemaal zeer over verheugen dat zij eindelijk eens heel andere mensen en leraren te zien krijgen dan tot op heden het geval was! Denken jullie dan dat de tot jullie tempel behorende mensen nog iets van jullie verhalen geloofden? Ik zeg jullie: nog geen twee op de paar honderd! Oudergewoonte kwamen zij naar jullie toe en vermaakten zich met jullie spektakelstuk; maar reeds lang heeft vrijwel geen mens meer een woord van jullie geloofd! Jullie hebben hiermee dus niets verloren, maar alleen veel gewonnen.
Hoofdstuk 95: Bij de maaltijd in het huis van Jored de tollenaar. De levensleer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Zoals gezegd, van jullie tijdsberekening zijn slechts de maankwartieren die om de zeven dagen steeds wisselen, de daaruit voortkomende week, de periode van een maand en de duur van het jaar waar en juist, -al het andere is grote kletspraat. Nu weten jullie ook, welke waarde jullie rekenwerk heeft, en het hangt nu helemaal van jullie zelf af wat je wilt doen! ,
Hoofdstuk 96: Over de astrologie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Ook DE ZEUSPRIESTER volgde ons, want hij zei tegen de andere vier: 'Letten jullie goed op wat de beide mannen jullie zullen zeggen; ik zal echter de meester achternagaan om te zien en te horen wat hij allemaal zal doen en zeggen. ,
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] DE TOLLENAAR schold hen die echter volledig kwijt en zei bovendien: 'Niet alleen de pacht die jullie mij schuldig zijn scheld ik kwijt, maar ik onthef jullie ook voorgoed van iedere verdere heffing; alleen de keizerlijke belasting moeten jullie van nu af aan als volledig vrije eigenaars van dit dorpje en jullie visvangst, zelf voldoen, en die zullen jullie door de verkoop van de vis wel gezamenlijk kunnen opbrengen. -Zijn jullie daarmee tevreden?'
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar IK stelde hen op hun gemak en zei tegen hen: 'Wie en wat Ik ben, zullen jullie nog vroeg genoeg ervaren. Voorlopig kan Ik jullie echter wel zoveel vertellen, dat Ik een enig ware wereldheiland voor alle mensen ben, en niet alleen de macht heb ieder mens enkel door Mijn wil en door Mijn woord lichamelijk gezond te maken, maar dat Ik ook de zielen van de mensen van hun lange dwaling kan verlossen en hun het eeuwige leven kan geven. Hebben jullie zieken in jullie dorpje, breng ze dan hierheen, dan zal Ik hen allen gezond maken! ,
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Toen bedankten DE ARME MENSEN al bij voorbaat en zeiden: 'O, beste wereldheiland, we hebben zieken genoeg, en zelfs wij zijn niet zo gezond als wij er ogenschijnlijk nog uitzien; onze zieken hebben echter voor het merendeel zulke gebreken dat er bij hen niet veel meer te genezen valt!'
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Daarop keek DE AANWEZIGE ZEUSPRIESTER erg verbaasd en zei tegen de dokter: ' Als hij dat kan, is hij geen mens meer, maar werkelijk een god! Het meest nieuwsgierig ben ik echter naar de man zonder armen! Kan hij ook hem zijn beide verloren armen teruggeven, dan is hij vast en zeker een god, en dan moeten we hem aanbidden! ,
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Daarop zei DE EERSTE APOLLOPRIESTER, die eigenlijk de voornaamste astronoom was: 'Ik heb toch in Diathira in Opper-Egypte onder de grote zodiak in de tempel van Cronus zorgvuldig de tijdrekening, de astronomie en de wonderbare astrologie bestudeerd, en wel volgens het nieuwe systeem van de grote Ptolemaeus*, (* N.B. Dit is noch Ptolemaeus, de jongere astronoom, noch een van de koningen, maar deze voor de wereldgeschiedenis geheel verloren geraakte Pdolomeuz (veldmeter) leefde 400 jaar na de tijd van Mozes. Hij moet echter ook niet verwisseld worden met Pdolomeuz van Diathira, die de zodiak berekende. Pdolomeuz betekent zoveel als 'veldmeter', 'landmeter'. Vergeet dit niet! (J.L.) )en is dat nu opeens allemaal niets waard?! Maar wat moet men dan denken bij het zien van die fantastische sterrenbeelden aan de hemel? Moeten die dan in alle ernst geen andere en belangrijker betekenis hebben, dan dat ze alleen maar door hun schijnsel 's nachts deze aarde heel spaarzaam verlichten?! Waartoe dienen dan al die groeperingen, die altijd hetzelfde blijven? Waarvoor die verschillen in grootte en kleur? Heus, dat is toch wel een zware beproeving voor ons! Maar hoe het ook zij, wij zullen zien wat zijn leerlingen ons voor nieuws vertellen zullen!'
Hoofdstuk 96: Over de astrologie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Toen zei EEN AAN JICHT LIJDENDE GRIJSAARD: 'Goede, beste wereldheiland, als het u mogelijk was de zoon van Jored uit de dood op te wekken, geloven wij ook dat u ons gezond kunt maken! Dat wij die zo zeer lijden, allen echter weer actief en gezond willen worden, spreekt natuurlijk vanzelf. Als u, o goede, beste wereldheiland, ons gezond wilt maken, bewijs ons daarmee dan uw liefde en genade! Daarvoor kunnen wij u weliswaar niets geven; want u ziet immers onze grote armoede. We hebben weliswaar al alle goden aangeroepen, maar zij wilden ons niet verhoren omdat we daarvoor zeker geen groot genoeg offer konden brengen. Als u ons echter geneest, bent u meer en beter dan alle goden van de hemel!'
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Daarna gaf Ik de leerlingen opdracht om de mensen de grondbeginselen van Mijn leer mee te delen. Toen ook dat snel en zonder moeite gebeurd was, dankten allen Mij heel innig voor de grote weldaad die hun bewezen was. Meteen zeiden ze echter ook tegen de Zeuspriester, dat ze zijn dode en niemand van nut zijnde goden volledig zouden afzweren en de tempel voortaan niet meer zouden bezoeken.
Hoofdstuk 98: De handige verdedigingstoespraak van de heidense priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] DE PRIESTER zei echter: 'Daarmee ben ik jullie al voor geweest! We zullen elkaar nu echter in het vervolg in deze nieuwe leer nog heel vaak tegenkomen en elkaar wederzijds stichten in de naam van deze levende god. Want onze oude, stenen goden bestaan allang niet meer, dat wil zeggen, dat wij priesters daar eerlijk gezegd allang geen waarde meer aan gehecht hebben, en zij waren voor ons ook al heel lang zo goed als niet aanwezig; maar nu bestaan ze ook niet meer, want deze almachtige heeft hen door zijn wil vernietigd en hij heeft ook het heilige meer voor alle toekomstige tijden met vaste grond afgedekt. Wijzelf zijn nu ook zijn leerlingen geworden en wij zullen jullie nu in plaats van de oude leugen de nieuwe, rotsvaste waarheid verkondigen en jullie helpen door allerlei nuttig onderwijs, en zo zullen wij oude, goede vrienden blijven!'
Hoofdstuk 98: De handige verdedigingstoespraak van de heidense priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)