Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 218 van 1088

...  206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231  ...
[7] Als zulke mensen naar jullie toe komen, wijs hen dan de deur en maak hen duidelijk dat Gods woord en de kracht daarvan nooit als nutteloos voer aan de onbehouwen aardse zwijnen voorgezet moet worden! Jullie moeten hen hierom weliswaar niet vervloeken en ook niet verwensen want aan Gods geest is alle toorn en alle wraak! -maar ze worden al voldoende gestraft doordat hen resoluut de deur gewezen wordt en jullie vriendschap hun wordt onthouden!
Hoofdstuk 66: Raad en toespraak van de Heer, gericht aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En opdat jullie weten wat je voortaan allemaal in Mijn naam moet weten en doen, moeten jullie naar die jongeling daar gaan; die zal jullie een boek geven waarin jullie al het nodige zullen vinden! -En nu moet Roclus nog bij Mij komen; want Ik heb nog het een en ander met hem te bespreken! Ga naar hem toe en vertel hem dat Ik dit wil!"
Hoofdstuk 66: Raad en toespraak van de Heer, gericht aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] IK keek hem heel vriendelijk aan en zei hem op vragende toon: 'Wel, Mijn scherpzinnige vriend, hoe denk je nu over Mij? Wat vindt jouw scherpe verstand van Mij en wat voelt daarnaast je hart? Je hebt immers daarstraks aan die jongen bekend, toen je nog naar Mij op zoek was, dat Ik een echte God was, dat je Mij ook zonder Me persoonlijk te kennen, liefhad en steeds sterker de levensdrang in je waarnam om je knieën voor Mij te buigen en Mij zelfs serieus als een ware God te aanbidden!
Hoofdstuk 66: Raad en toespraak van de Heer, gericht aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Nu ken je Mij persoonlijk, en zul je er ook niet aan twijfelen dat Ik de beroemde Nazarener -zoals jij Mij noemde - volledig naar waarheid ben. Maar je knieën heb je nog niet voor Mij gebogen - wat Ik ook nooit van je verlangd zou hebben -, en je hart lijkt nog heel weinig liefde voor Mij te voelen. Waarom heb jij, grote waarheidsvriend, dat dan tegen die jongen gezegd, als het niet waar is?"
Hoofdstuk 66: Raad en toespraak van de Heer, gericht aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Dat is toch zeker een enorme leugen, groter en dommer kan men er zich geen voorstellen; maar de ouders hebben daarbij zeker de beste bedoeling om door zulke puur uit de lucht gegrepen verhalen hun kleintjes te behoeden voor onkuise gedachten en ze op die manier fris en gezond naar lichaam en ziel naar de volwassenheid te leiden, en dat zal toch hopelijk niet onjuist zijn?! En zo ben ik dan ook van mening dat een leugen, waar niet in het minst een slechte bedoeling aan ten grondslag ligt, maar vaak, voor zover wij als mensen kunnen beoordelen, alleen maar een bijzonder goede intentie, eerder als deugd dan als zonde gezien moet worden!
Hoofdstuk 67: Roclus probeert zijn onwaarachtigheid tegenover de Heer te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] We hoeven alleen maar te kijken naar de mij zeer goed bekende verhalen van de tempel in Jeruzalem en daarnaast naar de tempelverhalen van Rome, dan is het meer dan duidelijk wat er van Mozes en al helemaal van alle oerwijsheid van Egypte terecht is gekomen! En -ik wil geen onheilsprofeet zijn -, maar ik durf ten overstaan van u te beweren, dat uw zuivere en goddelijke leer, waarvan die jongen de hoofdlijnen al wonderbaarlijk snel aan mijn metgezellen heeft duidelijk gemaakt, en die voor zover ik gehoord heb veel heerlijks bevat, al over enkele eeuwen een heel ander gezicht zal hebben!
Hoofdstuk 67: Roclus probeert zijn onwaarachtigheid tegenover de Heer te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Zolang de mensen hun vlees en hun vrije wil wordt gelaten, zo lang zullen ze over het algemeen ook dat blijven, wat ze zijn, en zullen ze allerlei voorzieningen treffen al naar gelang de klimatologische omstandigheden in een land. Hoe verder hier vandaan, des te erger, zoals ik dat tijdens mijn vele reizen maar al te vaak duidelijk heb ervaren! Hoe verder ik mij van dit, nu mijn enige geestelijke lichtpunt, verwijderde, des te blinder en dommer vond ik ook de mensen, ook vroeger al toen ik nog atheïst was, en het zou me zeker overal nog meer opgevallen zijn als ik alles had geweten wat ik nu weet.
Hoofdstuk 68: Het priesterdom als grootste hindernis om de leer van de Heer te verbreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Men moet zich eens een volk voorstellen dat diep verstrikt is geraakt in een hoogst absurd en duister bijgeloof! Daar zullen enkele woorden, ook al bevatten ze nog zoveel licht, en zelfs verscheidene tekenen, al zijn die nog zo opvallend, nauwelijks enig licht brengen! Zo 'n volk wordt dan nog duisterder en boosaardiger, en zal juist in aanwezigheid van het licht een grote vijand ervan blijken te zijn, waarna het dan pas echt duister wordt bij zo'n dierlijk volk.
Hoofdstuk 68: Het priesterdom als grootste hindernis om de leer van de Heer te verbreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En zoals het bij de Farizeeën is, is het overal waar van priesterdom sprake is. Ook al zullen alle mensen.een waar licht aannemen. omdat.zij het weldadige ervan snel en gemakkelijk inzien, dan zullen de priesters zich daar toch met alle middelen en uit alle macht tegen verzetten en het niet aannemen, omdat zij door pure hoogmoed en heerszucht zo blind zijn dat zij helemaal niet in staat zijn om de weldaad van het zuivere waarheidslicht te onderkennen.
Hoofdstuk 68: Het priesterdom als grootste hindernis om de leer van de Heer te verbreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Daarom ben ik er wat deze zaak betreft zelfs vast van overtuigd, dat men éérst alles wat maar een beetje naar priesterdom ruikt, volledig uit de weg moet ruimen, dus de oude Augiasstal uit moet mesten, en pas dan de ware geestelijke zon over alle volkeren tegelijk moet laten opgaan; anders sterft ieder zaadje, al is het nog zo goed, voordat het nog maar enigszins wortel heeft kunnen schieten in de aarde van het leven.
Hoofdstuk 68: Het priesterdom als grootste hindernis om de leer van de Heer te verbreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Men moet iemand altijd eerst via allerlei zijpaden helemaal door en door leren kennen -wat geen gemakkelijke opgave en geen gemakkelijk werk is -, voordat men hem met de hele waarheid bekend maakt; want anders kan men immers niet weten aan welke kant hij toegankelijk is voor de waarheid! Want geen enkel mens is, vooral met betrekking tot zichzelf, een bijzonder goede vriend van de lichtende waarheid. Hij heeft veel liever dat het donker om hem heen is, en dat is dan ook de reden, waarom ik bij die jongeling de waarheid binnen in mij een beetje op de achtergrond heb gehouden. En overigens is het toch voor iedereen een bekend feit, dat kinderen pas door allerlei onwaarheden naar de waarheid geleid worden, en dat is ook verstandig van de ouders; want als deze hun kinderen meteen de waarheid zouden gaan verkondigen, dan zou er van die kleintjes weinig goeds en fatsoenlijks terecht komen.
Hoofdstuk 67: Roclus probeert zijn onwaarachtigheid tegenover de Heer te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Als jullie in Mijn naam willen werken, dan moet Ik ook volledig naar waarheid door de liefde en door het meest levendige geloof geheel in jullie zijn.
Hoofdstuk 69: De ware levensweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Of kun jij aannemen dat God, de hoogste en diepste waarheid Zelf, leugenachtige neigingen in het hart van de mens heeft gelegd, opdat deze dan zondigt tegen Gods orde, en onrein wordt in alles wat hij zegt en doet? O, integendeel! God schiep de mens geestelijk naar Zijn evenbeeld, dus zuiver, waar en goed.
Hoofdstuk 70: Het wezen van satan en van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Als je dus houdt van de wereld en haar gewoel en je wilt verrijken met haar schatten, lijkje op een dwaas aan wie in alle ernst een mooie prachtige bruid wordt voorgesteld, die hij echter niet wil en naar wie hij ook geen verlangen koestert; maar die zich wel met het vuur van een blinde fanaticus op de schaduw van de bruid werpt en deze schaduw bovenmatig liefkoost! Maar als de bruid dan de dwaas zal verlaten, zal natuurlijk ook haar schaduw met haar meegaan! En wat zal er voor de dwaas dan overblijven? Natuurlijk niets!
Hoofdstuk 70: Het wezen van satan en van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Wat zal hij dan jammeren, de dwaas, omdat hij heeft verloren wat hij zo liefhad! Maar dan zal men tegen hem zeggen: 'Blinde dwaas, waarom nam je dan niet de volle waarheid in plaats van de schaduw ervan, die toch duidelijk niets was?!' Wat kan de schaduw ook anders zijn dan een ontbreken van licht, dat iedere vaste vorm aan de aan het licht tegenovergestelde zijde veroorzaakt omdat de lichtstraal niet door de vaste en dichte massa kan dringen?
Hoofdstuk 70: Het wezen van satan en van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231  ...