Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 218 van 1490

...  206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231  ...
[6] Vóór de extatische slaap zou hij echter ook niet met zo'n gerichte scherpzinnigheid gesproken hebben, maar door deze slaap heeft zijn geest een zekere nawerking in zijn ziel achtergelaten en daarom geeft deze nu zo'n scherpe kritiek. Die scherpzinnigheid zou echter al gauw weer verloren gaan als hij hierna weer terug zou vallen in de oude levenssfeer. Deze behandeling maakt hem echter steeds scherper van oordeel, hetgeen Ik ook speciaal terwille van Mijn leerlingen toelaat opdat zij bij deze gelegenheid i.ets kunnen proeven van de grootst denkbare scherpzinnigheid van het menselijke, wereldse verstand, hetgeen zeer heilzaam voor hen is. Want hoewel zij zeer deemoedige mensen zijn en een hart bezitten dat al erg verstandig is, hebben zij toch zo nu en dan wat zelfgenoegzame gedachten, en ten opzichte daarvan is zo'n mens een voortreffelijke steen des aanstoots.
Hoofdstuk 71: Cyrenius' verwondering over Zorels scherpzinnigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Dan zou men je eerst zorgvuldig al het ware bij moeten brengen, je de ware weg wijzen en je gedurende enige tijd daarop leiden! Als iemand, die in deze waarheid volmaakt onderwezen zou zijn, toch weer in zijn oude fouten zou terugvallen en net zo slecht zou handelen als voorheen, zou hij wél zondigen, omdat hij dan tegen zijn vaste overtuiging in zou handelen en zijn geweten in grote onrust zou brengen. De beelden die jij gebruikte, deugen daarom alleen voor mensen die net als de dieren nog nooit enige waarheid hebben gekend. Maar jij bent geen leek in de echte waarheid, jij kent die daarentegen bijna net zo goed als ik die ken en je hebt deze als zodanig ook allang gekend. En je geweten heeft je ook altijd bij elke slechte daad van je aangeklaagd, maar jij schonk daar weinig aandacht aan en probeerde het door allerlei valse, verstandelijke overwegingen te overstemmen. Je voelde ook altijd berouw als je iets slechts had gedaan tegen je overtuiging en je geweten in, maar tot boete en werkelijke verbetering kwam het bij jou tot op heden nog niet.
Hoofdstuk 72: Johannes geeft Zorel advies zijn leven te beteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Alleen de mens die door zijn energieke, verlichte wil der waarheidsliefde de wereldse wil der genotzucht geheel heeft overwonnen en zo in het licht en in alle waarheid in zichzelf een eenheid vormt, is daardoor geheel licht en waarheid en dus ook het leven zelf. Daarvoor is echter, zoals ik je al eerder zei, een waarachtig stoïcijnse zelfverloochening nodig, - maar niet de op zichzelf hoogmoedige verloochening van jullie Diogenes, die zich meer en hoger acht dan een van goud blinkende koning Alexander, maar de deemoedige van een Henoch, een Abraham, Isaäk en Jacob. Als je dat kunt, dan zul je in het tijdelijke en voor eeuwig gered zijn; kun je dat echter niet, en niet uit je eigen kracht der waarheidsliefde, dan is het gedaan met je en dan kun je noch aan deze, noch aan gene zijde geholpen worden. Ik ben echter van mening dat je daartoe bij jezelf in staat bent; want aan inzicht en kennis ontbreekt het je niet. Wat zegt je innerlijk gevoel daar nu over?"
Hoofdstuk 73: De zucht naar kennis en de zucht naar genot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] God is het Woord en het Woord zelf is God. Dit eeuwige Woord is nu vlees geworden en kwam in de wereld tot de Zijnen, maar deze herkennen niet het Licht dat daardoor in de wereld is gekomen. Daarom zal dit Licht van de kinderen weggenomen en aan de heidenen gegeven worden. Want de heidenen zoeken nu de waarheid, de kinderen van het licht ontvluchten deze echter zoals erge misdadigers het gericht. Daarom zal het van de kinderen worden afgenomen en aan de heidenen worden gegeven, hetgeen juist nu het geval is en gebeurt.
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Want de kinderen van de oerstam van het licht wonen in Jeruzalem, zij verwerpen de waarheid uit God en hechten zich steeds meer aan de nacht, de leugen en hun lichtzinnige werken. Maar de heidenen trekken door de wereld en zoeken de waarheid en als zij deze gevonden hebben, verheugen zij zich zeer en prijzen de gever van het licht uitermate en waarachtig in hun hart en door hun daden.
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] ZOREL zegt: "Vriend, je hebt gelijk: "Wat de mens in duisternis geniet, heeft geen waarde! Dat ik in een diepe geestelijke nacht leef, merk ik nu zelf; want jouw woorden hebben mij ondanks hun geheimzinnige klank een echte, grote verlichting gegeven en dat schenkt mij nu reeds veel vreugde. Maar, als jij bij Cyrenius ook wat in te brengen hebt, vraag hem dan of hij mij tenminste een wat betere mantel wil geven; want in jullie gezelschap kan ik mij in deze vodden niet meer vertonen. Cyrenius zal toch wel de een of andere oude, afgedragen bediendenmantel hebben!"
Hoofdstuk 75: Cyrenius ontfermt zich over Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Als je hier om je heen kijkt, zie je een grote groep mensen. Voor het grootste deel bestaat deze uit heidenen die het licht uit de hemelen hebben gezocht. Zij hebben het gevonden en verheugen zich daarover. Maar Jeruzalem, de stad des Heren, zond alleen maar gerechtsdienaars en achtervolgers om het licht te vernietigen! Zij die uitgezonden werden, waren echter verstandiger dan die hen gezonden hadden. Ze kwamen uit hun grote duisternis in het licht, verheugden zich zeer daarover en bleven daarin. Zij hebben het licht wel gevangengenomen, maar niet voor de kerkers van Jeruzalem maar voor zichzelf, voor hun harten en zij zijn nu onze broeders in het licht uit God, en verheugen zich daarover en over Hem van wie het grote licht uitgaat.
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Jij kwam als heiden hierheen, weliswaar niet om het licht voor je levensnacht te vinden, maar goud en zilver. Maar wie uit de kerkers in het zonlicht komt zal niet gemakkelijk kunnen voorkomen dat hij beschenen wordt. En zo vergaat het jou hier. Ook al zocht je het licht niet, toch wordt je nu beschenen omdat je in het zonlicht kwam, dat wil zeggen niet in het licht van de natuurlijke zon die nu net bij het ondergaan de horizon raakt, maar in het licht van de geestelijke zon, dat de oneindigheid verlicht met alle wijsheid, opdat alle wezens die tot denken in staat zijn vanuit dit licht kunnen denken en willen, zowel op deze aarde als ook op talloze andere werelden waarmee uit God de eindeloze ruimte vervuld is.
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] CYRENIUS zegt: "Jouw akker is niet van jou, maar van degene, voor wiens geld je deze gekocht hebt. Daarom zullen wij hem verkopen, de bezitter of zijn kinderen het geld overhandigen en pas dan kun je mijn dienaar zijn!"
Hoofdstuk 75: Cyrenius ontfermt zich over Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Na deze woorden van Cyrenius boog Zorel zich zo diep mogelijk voor ons en ging daarna meteen weer naar Johannes, die hem opnieuw vriendelijk ontving en hem vroeg, hoe het nu met hem gegaan was.
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Daaruit volgt tenslotte de gevolgtrekking: "hoe vloeibaarder een lichaam is, des te meer rust het zoekt; en hoe meer zijn lichamelijke wezen naar rust streeft, des te gemakkelijker kan zijn rust verstoord worden. Maar hoe gemakkelijker de rust van een elementair lichaam verstoord kan worden, des te vloeibaarder moet het zijn. Uit dit voorbeeld zie je hoe men in een filosofenschool begint met te leren denken en hoe men gevolgtrekkingen gaat maken van oorzaak naar gevolg en ook omgekeerd.
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Ben je in jezelf op dit punt aangeland, dan ben je ook net als een van ons in staat niet alleen dat te zien en te herkennen wat alle natuurlijke mensen met hun zintuigen kunnen zien en waarnemen, maar ook die dingen, die voor de gewone mens onnaspeurlijk zijn, zoals je dat bij mij ontdekt hebt. Ik kon, zonder je vroeger gezien of gekend te hebben, alles wat je ooit ergens op deze aarde hebt uitgehaald en wat je nóg zo verborgen hield, haarfijn vertellen.
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] ZOREL zegt: "Ik vind de les die je mij nu hebt gegeven heel wijs, waarachtig en goed. Het moet allemaal wel zo zijn, anders zou je mij niet mijn meest verborgen daden als uit een boek hebben kunnen voorlezen. Het is dus zeker dat men als mens een nauwelijks voor te stellen volmaaktheid kan verwachten, en deze overtuiging geeft mij thans de meeste voldoening. Ik verlang ook helemaal met naar een volmaaktheid zoals ik die nu bij jou heb waargenomen, om bij andere soortgelijke gelegenheden arme zondaars hun begane zonden voor te schotelen, maar ik zou die toestand willen bereiken terwille van de menselijke volmaaktheid zelf, om daardoor mijzelf een ware troost voor het leven te bezorgen en mij zo in stilte over mijzelf te verheugen! Ik wil nooit leraar of de een of andere rechter zijn, ook al is die nog zo zachtzinnig; als volmaakt mens wil ik slechts dienstbaar zijn, opdat in het vervolg geen mens door mijn domheid enig nadeel zal ondervinden.
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] ZOREL zegt: "Sinds mijn ontwaken had ik reeds bij mijzelf het vermoeden dat deze timmermanszoon uit Nazareth, waarover men mij eerder vertelde, wat meer moet zijn dan alleen maar een mens. Uiteindelijk blijkt dus waar te zijn wat ik tot nu toe slechts vaag vermoedde! Het is trouwens uiterst merkwaardig, dat juist deze mens mij zo erg bekend voorkomt! Hoe werd hij toch zo volmaakt? Kun jij mij daar iets over vertellen?"
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] JOHANNES zegt: "Daarover kan ik je niets anders zeggen dan dat zo'n vraag je wel te vergeven is; maar eigenlijk zou dat net zoiets zijn, alsof je zou vragen hoe en op welke wijze Gods wijsheid en macht zo oneindig volmaakt zijn geworden. God Zelf heeft Hem uitgekozen als Zijn lichamelijke woonplaats! Dat is de grote genade die door deze Gekozene tot alle volkeren is gekomen. Het menselijke dat je aan Hem ziet, is in zekere zin de Zoon van God, maar in Hem woont de Geest van God in Zijn volheid!
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231  ...