Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 219 van 1088

...  207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232  ...
[7] Zo'n ziel bevindt zich dan in een toestand welke de oer-aartsvaders, die begaafd waren met het vermogen om geestelijk te zien, 'SHE OUL A , (hel = dorst naar leven) noemden, wat een heel ware en juiste benaming was.
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Door God mag hier alleen in zekere zin het zaadje geschapen worden, dat is toegerust met alle denkbare levenscapaciteiten, die als in een huls opgesloten zitten; de verdere, vrijere levensontwikkeling en de vorming daarvan moet aan het zaadje zelf overgelaten worden. Het moet ook het van buiten eromheen stromende leven uit God zelf naar zich toe gaan trekken en daaruit een eigen, op zichzelf staand leven vormen.
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Luister dan! 'SHE', of 'SHEI' of ook 'SHEA' betekent: 'hij dorst'; 'OUL' of ook 'VOUL': 'de in zichzelf verlaten mens', men zou kunnen zeggen: ' dierlijke mens' ; en dan' A' : 'naar de consistentie van datgene, wat de innerlijke wijsheid en kennis uitmaakt'.
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Kun je je echter van God geen voorstelling maken die je voldoet, kijk dan naar Mij, dan heb je ook die voor eeuwig geldende en blijvende vorm voor je, de enige vorm waaronder jij je jouw God en Schepper voor kunt stellen! Want God is ook een Mens, maar de eeuwig meest volmaakte in en door Zichzelf! Als je Mij ziet, zie je ook alles! -Heb je Mij ook wat dit betreft goed begrepen?"
Hoofdstuk 73: Hoe men God boven alles liefheeft en hoe God graag ziet, dat de mens werkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Want wie niet in zijn geest werkt voor het ware, hem door God gestelde doel, zoals hij naar recht en billijkheid volgens Gods orde behoort te doen, die werkt zeker ook niet voor het tijdelijke en eeuwige welzijn van zijn naaste, en vindt het niet de moeite waard om God te zoeken en Hem nader te leren kennen. Wie zich echter niet inspant om God te vinden en Hem waarachtig te leren kennen, spant zich nog minder in voor het welzijn van zijn naaste, en als hij al iets voor hem doet, dan doet hij dat omwille van zichzelf, opdat zijn naaste op de een of andere manier in staat zal zijn hem vele malen meer van dienst te zijn dan hij het voor hem is geweest.
Hoofdstuk 73: Hoe men God boven alles liefheeft en hoe God graag ziet, dat de mens werkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar als God, de Heer en Schepper van alle dingen en wezens, het toelaat dat de levende wezens, en met name de vrij denkende mensen die een vrije wil hebben gekregen, Zijn bossen verwoesten, bomen omkappen, er hutten en huizen van bouwen en het grootste deel ervan verbranden, Zijn mooie gras vertrappen, afmaaien en als voer aan de koeien, ossen, ezels, schapen en geiten geven, en als God dan niemand op zijn vingers tikt bij talloze andere ingrepen tegen Zijn stereotype orde, hoeveel onwaarschijnlijker is het dan dat Hij Zich met Zijn almachtige wil verzet als het erom gaat de zeer kleine wilsvrijheid van de mens te ontwikkelen tot de grootste goddelijke vrije wil!
Hoofdstuk 76: De vrijheid van de menselijke wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Maar om de wil van de mens daartoe bekwaam te maken, moet men er naar toe werken dat de mens zich geheel vrijwillig op de wegen van het licht begeeft, en hierop zolang met alle liefde en wereldse zelfverloochening voortgaat tot hij door eigen werkzaamheid en volkomen zelfbestemming het juiste doel heeft bereikt.
Hoofdstuk 78: De ontwikkeling van de vrije wil. De nadelen van overdreven ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Na deze woorden maakt ROCLUS een diepe buiging voor Mij, gaat dan naar zijn vrienden en metgezellen en zegt: 'Van weggaan is nu geen sprake, we moeten eerst aan het avondmaal deelnemen dat zojuist opgediend wordt, en wel daar, aan de tafel van de heren! De Heer en Meester wil het zo en dan wordt er niet geweigerd! Kom daarom nu snel met me mee en neem met mij plaats aan het vrije gedeelte van de tafel daar, waar de heren reeds lang zitten!"
Hoofdstuk 79: De Heer maakt gewag van Zijn laatste avondmaal en Zijn kruisdood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Zelfs een grijsaard van honderd jaar en ouder zal nog naar medicijnen grijpen om zijn leven te verlengen, ook al zou hij weten dat het afleggen van zijn broze lichaam met het hoogst mogelijke welbehagen verbonden zou zijn. Dat de zucht van mensen om gezond en zo lang mogelijk.op deze armetierige wereld te leven zelfs onder vaak heel slechte omstandigheden onverzadigbaar is, leert ons in het algemeen een meer dan duizendjarige ervaring; en als de mensen op grotere schaal weten dat iedere kwaal van hen alleen door de kracht van Uw Naam genezen kan worden, ja, dat, als dat nodig is, zelfs overledenen in het leven teruggeroepen kunnen worden, dan zullen we keer op keer door het volk belegerd worden!
Hoofdstuk 74: Vragen over ziektes en het genezen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Daarom is iedere ziekte tijdelijk te genezen als men in staat is om de massa van het vlees te verlichten; maar voor het lichaam dat oud wordt bestaat er geen verlichting meer, ofschoon iemand die in goede orde leeft, over het geheel genomen nog tot op zeer hoge leeftijd weinig over pijn te verhalen zal hebben. Diens lichaam zal tot aan het laatste uur nog heel flexibel en buigzaam blijven, en de ziel zal zich stukje bij beetje heel zacht van het vlees los kunnen maken volgens de eigenlijke, beste en ware orde. Zij zal weliswaar ook niet wensen om zich, zelfs op de hoogste leeftijd die op aarde mogelijk is, van het lichaam los te maken; maar wanneer de voor haar duidelijk te horen, hoogst gelukkig stemmende roep uit de hemelen klinkt: 'Kom uit je kerker naar het volledig vrije, eeuwige, ware leven!', dan zal ze geen seconde aarzelen om haar bouwvallige, aardse huis te verlaten en zich naar buiten te begeven naar de lichte velden van het ware, eeuwige leven.
Hoofdstuk 75: Pijn, ziekte en dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Ja Heer en Meester over alle wezens en dingen, doordat U zo genadig bent om deze dingen uit te leggen, staat dit nu voor mij natuurlijk allemaal in een ander licht en menig raadsel dat ik vroeger niet kon oplossen, is me nu volledig duidelijk! Ja, nu begin ik ook een beetje te begrijpen wat een mens eigenlijk is, en wat hij in deze wereld te zoeken heeft en na moet streven en volgens Uw woord ook kan bereiken en eigenlijk moet bereiken! Ja, om zich aan Uw geboden te houden en letterlijk Uw wil te vervullen, is nu natuurlijk iets dat zeer gelukkig maakt en heel eenvoudig is; want nu ziet men overduidelijk wat men van U uiteraard krijgt! Want als ik een plaats, hoe ver ook verwijderd, voor me zie en zo rechtstreeks mogelijk naar deze plaats toeloop, dan moet ik hem tenslotte toch eens bereiken!
Hoofdstuk 77: Over juiste en onjuiste ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En na degene die op de troon zit, wordt dan ook iedereen bovenmatig gelukkig die door de heerser een ambt krijgt aangeboden waarin hij, al is het maar in naam van de heerser, ook een kleine heerser kan spelen, en zijn naar vrijheid dorstende wil iets meer lucht kan geven. Hij onderdrukt weliswaar zo goed hij kan zijn oorspronkelijke vrije wil, en maakt in plaats daarvan de wil van zijn heerser geheel tot de zijne, ook al is hij het daar vaak niet mee eens; maar dat doet hij allemaal om ook maar een beetje mee te kunnen heersen, en om zijn wil enigszins te kunnen laten gelden. Want bij bijzonder hooggeplaatste staatsbeambten is er immers altijd wel een keer gelegenheid om van de geheel eigen vrije wil gebruik te maken. en dat is voor de mens op deze aarde al een allerhoogste zaligheid.
Hoofdstuk 78: De ontwikkeling van de vrije wil. De nadelen van overdreven ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Probeer zodoende van nu af aan om stukje bij beetje, al naar gelang de dingen zich als het ware vanzelf aandienen, al het verkeerde uit jullie instituut te verwijderen, dan zal het instituut en het volk dat er aan gehecht is, langzaam aan gezond worden overeenkomstig de volle waarheid! Zou je nu echter met je medebroeders meteen alles overhoop willen halen, dan zouden de vele medewerkers van het instituut jou voor waanzinnig en bijgelovig verklaren en op alle mogelijke manieren proberen om je onschadelijk te maken voor het instituut, dat volgens hen uiterst doelmatig is ingericht; en daardoor zou jou iedere gelegenheid ontnomen worden om heel geleidelijk aan en ongemerkt al het verkeerde uit het instituut te verwijderen en te vervangen door de volle waarheid "
Hoofdstuk 78: De ontwikkeling van de vrije wil. De nadelen van overdreven ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Het meest sprekende voorbeeld daarvan vind je hier immers bij Mij. Nu ken je Mij, Mijn leer en ook de ware strekking ervan voor het leven. Je kent ook Mijn macht, door middel waarvan Ik deze hele aarde even snel en gemakkelijk tot niets zou kunnen omvormen als tevoren de jou welbekende oude rots in de zee! Maar dan zou Ik Me tenslotte Zelf toe moeten roepen: ' Als je deze wereld vol met je hartskinderen, die je hun aanleg en geaardheid hebt gegeven, liever niet had willen hebben, dan had je beter al in het begin helemaal geen aarde kunnen scheppen!' Maar de aarde en de mensen zijn er nu eenmaal, en het is dus zaak alles met alle liefde en geduld te behouden en te leiden volgens de wijsheid uit God, opdat van alles wat deze aarde draagt en in zich bevat, niets, zelfs niet ter grootte van een zonnestofje, verloren zal gaan!
Hoofdstuk 79: De Heer maakt gewag van Zijn laatste avondmaal en Zijn kruisdood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] ROCLUS zegt: 'Passend of niet, de Heer en Meester over alle dingen wil het nu eenmaal zo en dan staat ons niets anders te doen dan te gehoorzamen, en wel met het vreugdevolste hart van de wereld! Laten we daarom gaan, opdat er niemand op ons hoeft te wachten! Maar ook, omdat ik werkelijk al flink honger heb en me echt van harte verheug op een overvloedig en goed toebereid maal! Ik zie dat ze ook hele kruiken en grote bekers vol wijn bij de spijzen op tafel zetten, en de lieftallige jongen schijnt vooral aan onze tafel veel zorg te besteden; laten we er dus maar snel naar toe gaan!"
Hoofdstuk 79: De Heer maakt gewag van Zijn laatste avondmaal en Zijn kruisdood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232  ...