10915 resultaten - Pagina 219 van 728
... 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 ...
[3] Jored vroeg Mij echter of hij ze soms voor het middagmaal uit moest nodigen.Hoofdstuk 105: Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Heel goed! Ga nu echter tegen de mannen zeggen dat Ik met één van hen een paar woorden wil wisselen!'
Hoofdstuk 105: Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Via dezelfde achterweg gingen wij nu terug naar het huis van Jored om te voorkomen dat Judas Iskariot iets verdiende, zoals hij gehoopt had; want langer dan tot de middag wilden al die mensen niet wachten en sommigen lieten zich er zelfs teleurgesteld tegen de leerling over uit dat hij hen zo aan het lijntje had gehouden en zij Mij toch niet te zien kregen. De leerling verborg zich echter in het huis, omdat hij bang was dat hij nu in plaats van zijn verwachte geld wellicht een andere betaling zou kunnen krijgen.
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Vooraf zei IK echter tegen allen: 'Als de leerling komt laat hem dan, en doe alsof hij helemaal niet weg is geweest!'
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Nauwelijks had Ik dat gezegd of hij kwam de zaal al binnen en groette allen vriendelijk en deed ook alsof hij ons 's morgens helemaal niet gemist had. Wij deden echter hetzelfde, en aten en dronken heel opgewekt.
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] DE SCHRIFTGELEERDE onder hen, die tevens kabbalist* (* Aanhanger van de joodse geheime leer) was en het later helemaal verloren gegane boek van de 'Oorlogen van Jehova' goed kende -dat de oud-Indiërs echter in de huidige tijd toch nog onder de naam Sen Scrit ('Ik ben verborgen') bezitten -, zei: 'Toch moet je respekt voor die vijf vrouwen hebben, want ze hebben veel meer geleerd dan het merendeel van de geleerdste joden, en gezien vanuit onze natuurlijke levensomstandigheden kan men hun buitengewoon gedegen opvattingen beslist niet afkeuren.
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Nog niemand van de talloze mensen die ontslapen zijn, is ooit teruggekomen om ons te laten zien dat en hoe hij in het hiernamaals verder leeft! Zolang dat echter niet gebeurt, zal het geloof aan een voortleven aan gene zijde ook steeds maar heel zwak zijn of zo goed als niets voorstellen. Weliswaar was er tot op heden sinds mensenheugenis ook nog niemand zoals u, van god vervulde Meester, en als u ons iets vertelt, zullen wij ook alle reden hebben dat volledig te geloven; maar vreemd blijft het toch dat er van de overkant geen enkel wezen meer naar ons toe wil komen dat zegt: 'Vrienden, jullie slepen hier nog je zware lichaam rond als een moe lastdier zijn zware last, maar kijk, ik leef gelukkig, -dáár is geen dood meer, en wij leven met tallozen op deze manier!' Dat zou toch eenvoudig zijn! Maar nee, zoiets gebeurt nooit of te nimmer op een manier die ons mensen heel gemakkelijk zou overtuigen dat het nu eenmaal zo is en niet anders!
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Weliswaar bent u nu een mens die vervuld is van Gods macht, en een Meester; maar over enige honderden jaren zal de wereld over u hoogstwaarschijnlijk ook niet veel meer weten dan dat u er eens was. Onze nakomelingen zullen in ieder geval, zoals wij al gezegd hebben, deze herinnering zo levendig mogelijk bewaren, hoewel uw woorden nog meer dan uw wonderbare daden een geest uitademen die buitengewoon getuigt van Gods geestelijke aanwezigheid in u. Er zijn echter al heel veel grote geesten als mens op deze wereld geweest, en ook hun werkelijk onbegrijpelijk grote wonderdaden getuigden ervan dat zij meer dan gewone mensen waren; maar ook zij zijn allemaal gestorven, en geen van hen liet zich ooit weer als voortlevende geest zien om daardoor de volle waarheid te bevestigen van zijn leer, die hij de arme mensen vaak onder donder en bliksem gegeven heeft.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En IK zei: 'Vriend, blijf vandaag op het midden van de dag thuis bij jullie vrouwen, anders geeft jullie aanwezigheid hier hun gelegenheid om Mij bij het middagmaal te overvallen met hun stereotype wijsheden, en dat wil Ik niet, want Ik heb aan tafel tijdens het eten graag rust! Maar om een uur of drie kunnen jullie met jullie zeergeleerde vrouwen wel komen. Geef ze echter eerst wat onderricht in die dingen die jullie al van Mij weten, opdat ze wanneer Ik spreek geen bedenkingen hebben of opmerkingen plaatsen! Want jullie vrouwen zijn aanhangers van de leerstellingen van Diogenes, en met hen is het moeilijk een diepgaand gesprek te voeren; zij zijn bovendien ook nog aanhangers van het scepticisme, en dat is nog erger! Doe dus wat Ik jullie nu gezegd heb! Zij zullen ons vanmiddag nog genoeg te stellen geven! ,
Hoofdstuk 105: Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Dat wij met die paar mensen nu juist het grote geluk genieten, U, Heer en Meester, bij ons te hebben, Die ons door woorden en tekenen laat zien dat en hoe een mens tot een eeuwig en zuiver geestelijk leven geroepen en bestemd is, geldt echter nog lang niet voor alle mensen in de wereld, en zelfs voor ons slechts in zoverre wij van U moeten geloven dat het zo is omdat Uw zuiver goddelijke tekenen en daden ons geloof een vaste steun geven. Maar de werken van Mozes waren ook indrukwekkend, en dwongen vooral de mensen van zijn tijd volkomen te geloven; naderhand hielden al die buitengewone tekenen echter op, en de mensen werden zwakker en zwakker in het geloof, en staan zodoende nu merendeels op het punt een eeuwig niet-zijn als het grootste geluk te zien en dat reeds van te voren werkelijk te voelen. Want voor het totale vergaan van de dingen hebben zij dagelijks talloze bewijzen, maar voor het eeuwige voortbestaan zelfs niet één!
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Dat het er echter zo in deze wereld voorstaat, zal hopelijk niemand kunnen betwisten, en men kan het de priesteressen in deze tijd werkelijk niet kwalijk nemen als hun oordeel en de mening die zij verkondigen, overeenstemt met wat zij in de hele natuur door intensief onderzoek als juist bevonden hebben. Waarom kwam de geest van hun gestorven leraar dan niet zoals hij het hun nog tijdens zijn leven met de hand op zijn hart verzekerd had? En waarom gehoorzaamde Samuëls geest dan de machtspreuk van de heks van Endor en voorspelde Saul zijn einde? ja, dat zijn dan toch wel vreemde zaken waaruit een mens langs natuurlijk verstandelijke weg wel nooit in der eeuwigheid wijs wordt!
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wij mensen zijn duidelijk door een grote macht en kracht in het leven geroepen. Dat leert ons ons zelfbewustzijn. Wie echter die kracht is en hoe zij er uit ziet, is een heel andere vraag. Wij komen hoogstens te weten dat zij ergens moet zijn, omdat iedere werking toch een oorzaak moet hebben. Maar waar zit die oorzaak, wat is het, hoe ziet die er uit, en hoe werkt en handelt zij? Wie kan haar zoeken, wie kan haar vinden, en wie kan haar stem horen en haar wil, en wie kan haar gezicht zien?
Hoofdstuk 110: De uiteenzetting van de schriftgeleerde over het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Strooi maar eens zuiver zaad in een zorgvuldig geschoonde akker, dan zal daartussen toch altijd onkruid opschieten! Strooi echter onkruidzaad op een stuk grond, en je zult niet één tarweaar zomaar temidden van het onkruid zien opkomen! Daarom moet de mens het goede altijd met bijzondere vlijt verzorgen, en heeft hij daarbij zijn handen vol om het tegen allerlei kwaad te beschermen. Maar ondanks alle vlijt en ijver van menig achtenswaardig mens wordt dan in de loop van de tijd toch alle moeite en inspanning te niet gedaan, zoals bij een grote, mooie stad die eens vol wereldse luister was, maar waarvan men later nauwelijks meer weet waar zij gelegen heeft.
Hoofdstuk 110: De uiteenzetting van de schriftgeleerde over het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] DE PRIESTERES zei: 'Vriend, ook zonder die raad van jou, die hier totaaloverbodig is, wist ik dat wel! Maar jij begon meteen tegen ons te praten en daarom vereiste de beleefdheid dat we met jou spraken; nu schijn je echter aan het eind van je wijsheid te zijn, en daarom verwijs je mij naar de grote, wijze meester! Dat is best, maar als je dat meteen in 't begin gedaan had, zou dat mij en ons allen liever geweest zijn.'
Hoofdstuk 110: De uiteenzetting van de schriftgeleerde over het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ik zal jullie echter vertellen waar dat aan ligt! Kijk, dat komt door jullie hoogmoed, jullie eigenliefde, en de begeerte om bij de mensen als hoogdravende veel en zelfs allesweters te schitteren en ieder ander met jullie oude, wijsgerige brokken in het stof te doen bijten! Wie kan er iets tegen jullie zeggen of jullie wat aanraden, als jullie er altijd alleen maar op uit zijn dat iedereen naar jullie luistert maar jullie niet naar iemand anders? Dat is echter de gevaarlijkste soort hoogmoed, en daarop slaat de spreuk: Wie geen raad aanneemt, is ook niet meer te helpen!
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)