17481 resultaten - Pagina 220 van 1166
... 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 ...
[2] Zoals gezegd, heb ik dat reeds in mijn jeugd geweten en merkwaardig: Het moest zo zijn dat ik getuige was van Uw geboorte in Bethlehem en tevens degene, die Uw aardse ouders een vluchtweg aangaf voor de meedogenloze achtervolging van de oude Herodes.Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] En heimelijk sprak ik die tekst reeds uit bij Uw geboorte. En toen U mijn knecht genas en ik vervolgens de zeer grote gunst genoot U te ontmoeten, hield ik mij in mijn hart, dat U boven alles eert en liefheeft, deze verzen voor! En daarom zeg en getuig ik het ook nu dat U alleen de grote eeuwige Koning der ere bent waarover de wijze,' grote koning der Joden op profetische wijze heeft gezongen! En mocht U niet die koning Zebaoth zijn, hoe zou U dan zó over de mensen der aarde hebben kunnen spreken, als U zojuist heeft gedaan?!
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ja, bleven Uw heilige woorden ook maar zo muurvast in ons geheugen! Maar bij mij was mijn geheugen helaas nooit mijn sterkste kant. De hoofdzaak echter, dat is de kern, onthoud ik wel! Maar datgene wat U ons nu verteld hebt, ligt ver buiten elk menselijk begrip en hoewel ik wel vrij aardig begrijp wat daarmee bedoeld wordt, komt het geheel me toch voor als een heldere droom en het zal me moeite kosten het thuis aan mijn huisgenoten zo duidelijk mogelijk uiteen te zetten. Mijn geheugen kan niet alle punten zo woord voor woord bewaren zoals ze door Uw heilige mond zijn uitgesproken."
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] IK zeg: "O, dat is vlug en eenvoudig verholpen! Kijk, daar hebben we toch engel Raphaël, laat hem maar enige vellen goed perkament aanreiken en hij zal Mijn hele toespraak, die bijzonder belangrijk is, meteen voor je hebben opgeschreven!"
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Als u geestelijk geheel wedergeboren zult zijn, zult u het ook begrijpen, inzien en zelf kunnen, maar zolang u niet in de geest bent wedergeboren, kunt u die eigenschappen van de zuivere geesten onmogelijk begrijpen, ook al zou ik ze u nog zo duidelijk laten zien! Maar vraag u zelf eens af, hoe uw gedachte in een flits van hier naar Rome of Jeruzalem kan gaan en ook weer hier naar u terug! Vriend Philopold, als u mij dat kunt verklaren, dan zult u ook al gauw mijn snelheid begrijpen."
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] PHILOPOLD zegt: "Ja, ja, heerlijk, wonderbaarlijk engelwezen, de gedachte flitst wel heen en weer, en niemand kan haar snelheid meten, maar de gedachte schept niets reëels, zij vormt een zeer vluchtig beeld. Als iemand zijn gedachten gerealiseerd wil hebben, moet hij dat moeizaam met zijn handen uitvoeren en het duurt dan lang voor het beeld van de gedachte in de werkelijkheid zichtbaar wordt. Maar bij jou is op wonderbaarlijke wijze de gedachte ook al een volbracht werk. Kijk, daar ligt toch wel een geweldig verschil tussen mijn en jouw gedachten!"
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Geloof niet, dat ik het ben, die hier handelt en doet, maar alles doet en wordt bewerkt door de geest van de Heer, die in feite mijn innerlijke wezen is en vervult. Wij, engelen, zijn van oorsprong niets anders dan uitstralingspunten van de goddelijke Geest! Wij zijn in zekere zin de gepersonifieerde, zeer krachtig werkende wil van God. Ons woord is wat Hij zegt en onze schoonheid is een geringe weerspiegeling van Zijn oneindige heerlijkheid en niet te meten majesteit.
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Prijs mij daarom nu niet omdat u mij iets wonderbaarlijks hebt zien doen. Want omdat ik eigenlijk nog geen persoon ben, maar omdat mijn ik alleen maar de wil van de Heer is, moet ook alleen de Heer Zelf geroemd en geprezen worden voor het wonder, want Hij zou dat en nog oneindig grotere dingen hebben kunnen doen, zonder mijn verschijning daarbij te gebruiken.
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Zeg eens, of mijn mening juist is of niet?!"
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] PHILOPOLD zegt: " Ja,' ja, je zou wel eens gelijk kunnen hebben. Het spijt me nu ook echt dat ik mij zover door mijn verstand heb laten verleiden. Maar ik kan het nu niet meer ongedaan maken, hoewel ik er daarnaast toch ook van overtuigd ben, niets ongerechtigs begaan te hebben!"
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Jouw beschouwing over het verschil tussen een engel en een waar mens van deze aarde is heel juist. Het is precies zoals jij het hebt begrepen en zo voortreffelijk hebt uiteengezet. Mijn lichte sluimer was alleen maar een gevolg van lichamelijke vermoeidheid, want wij hebben nu bijna twee volle nachten gewerkt!
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar omdat jij nu toch al zo'n platonische. wijze bent, geef jij dan nu eens de werkelijke verklaring voor Mijn afdaling in het vlees van deze aarde!
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] "Dat Mijn geest is en eeuwig was, dat weet je. Ik heb echter ook een lichaam van vlees en bloed, net als de andere mensen, dat zie je en voel je net zo goed als allen hier aan tafel.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] PHILOPOLD zegt: "Heer, eerlijk gezegd vermoed ik het en in mijn levensnacht zie ik het schemeren als heel vroeg in de ochtend. Kennelijk schenkt Uw genade mij dat, o Heer! Ja, ik voel de eindeloze grootheid van hetgeen aanschouwelijk gemaakt moet worden, maar woorden ontbreken mij daarvoor!
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar hoe zou je ten eerste aan zo'n taal moeten komen en hoe zou je ten tweede de mensen een goed begrip daarvoor kunnen bijbrengen?! Kijk, o Heer, dat zijn naar mijn mening zeer belangrijke voorwaarden, zonder welke een uitleg op zo'n hoog wijsheidsniveau volkomen onmogelijk is!
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)