Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 220 van 1110

...  208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233  ...
[4] ROCLUS zegt: "Neen, neen, dat is hij niet! Ten eerste is hij daar veel te jong voor; dertig jaar, -hoe komen jullie daarbij!? Deze jongen is amper zestien! En ten tweede hebben we de hoogst eigen bekentenis van de jongen zelf! Zijn moedwilligheid is wel een beetje erg, maar van een leugen is bij hem absoluut geen sprake, dat garandeer ik jullie, -geen spoortje van een leugen is bij hem; want zo goed heb ik hem welleren kennen! Oprecht is hij zonder meer, soms ook wel een beetje ondeugend, wat we vanwege zijn jeugdige leeftijd graag door de vingers willen zien, te meer daar hij zo'n prachtige jongen is als ik in mijn leven nog nooit heb gezien! Men zou bijna denken dat hij een verkleed erg mooi meisje is; maar soms ziet hij me er toch veel te ernstig uit, zodat ik hem dan ook ondanks zijn zeer vrouwelijke schoonheid toch voor een mannelijk persoon moet houden. Ook is hij veel te wijs voor een meisje; want meisjes, ook al zijn ze nog zo mooi, zijn altijd een beetje dom en kunnen zich nooit en te nimmer tot de wijsheid van een man verheffen. Maar hij bezit een heel bijzondere wijsheid, waar iemand zoals wij niet mee kan wedijveren. Dit alles bewijst echter ook dat hij niet de Nazarener zelf, maar een echte dienaar van hem is. Laat hij ons bij de Nazarener brengen!"
Hoofdstuk 56: De Essenen gissen naar de persoon van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Wel weet ik nu dat de mens bij het puur met het verstand zoeken naar de hoogste geestelijke zaken van het leven, ook al is dat verstand nog zo zuiver en scherp, er nooit helemaal zal komen; maar als dit licht van de ziel volledig ontbreekt, zal de mens het nog moeilijker hebben om bij de hogere, dieper liggende waarheden van het leven te komen! Als de mens een goed ontwikkeld verstand heeft, dan is hij volgens mij al een flink eind op weg naar de eeuwige en onvergankelijke levenswaarheid die van God komt, en dat is vanuit dit gezichtspunt bekeken zeker ook al van zeer hoge waarde, en het is daarom helemaal niet juist dat jij, jonge vriend, zo plagend over mijn scherpzinnigheid spreekt!
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Het is wel waar dat jij over de beroemde Nazarener een heleboel hebt gehoord wat je ongelooflijk toescheen, en dat je graag een ontmoeting met Hem had gehad als het zonder al te veel moeite mogelijk was geweest; maar dat je er bepaald moeite voor gedaan hebt, is niet zo, en je dacht bij jezelf: 'Wij hebben toch al enkele broeders naar hem toegestuurd en zij zullen ons wel berichten wat hij onderwijst en doet!' Maar die hebben zich vervolgens volledig van jullie afgescheiden en zijn Zijn leerlingen geworden en hebben aan jullie helemaal geen verslag over Hem uitgebracht, en dat verontrustte jullie een beetje en pas daardoor zijn jullie van dag tot dag nieuwsgieriger geworden om de Nazarener persoonlijk te leren kennen.
Hoofdstuk 59: Raphaël onthult wat Roclus diep in zijn hart over de Heer denkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Kijk, vriend, dit en nog een heleboel meer bevat jullie innerlijke levenswind, waar je waarschijnlijk nauwelijks iets anders tegenin kunt brengen dan slechts te verklaren, dat alles wat ik nu gezegd heb een leugen is, wat echter ook niet zal gaan, omdat ik je dan meteen documenten zou laten zien die door jou geschreven zijn en waarvan de schandelijke inhoud hier waarschijnlijk veelopzien zou baren. En dat is nu juist het stukje, dat jouw haren, die reeds behoorlijk grijs zijn, te berge zou kunnen doen rijzen! Had ik nu gelijk, toen ik je zei dat je dus maar moest proberen om met dat scherpe verstand van jou de beroemde Nazarener te zoeken? Wat heb je nu op dit alles te zeggen?"
Hoofdstuk 59: Raphaël onthult wat Roclus diep in zijn hart over de Heer denkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Veel is je opgevallen, zoals bijvoorbeeld het steeds terugkeren van dezelfde vormen in de jou creatief voorkomende natuur. Je dacht aan een permanente consolidering van een zichzelf bewuste, vergrote, intelligente levenskracht, die, in staat om alles te doordringen en tot zich te trekken, uit de ruwe grondkrachten dan steeds weer dezelfde vormen tevoorschijn tovert. De hele aarde, maan, zon en ook de sterren beschouwde je als een tempel, waarin tenslotte nu wellouter onzichtbare magiërs wonen. Bovendien kreeg je in Indië nog menige schijnbare bevestiging, en om die reden werd je toen degene die de belangrijkste rol speelde bij het inrichten van jullie toverkamer in Essea.
Hoofdstuk 61: Het inzichtelijk vermogen van de liefde. De ontoereikendheid van rede en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Er lijkt wel veel waars in zijn woorden te zitten, maar ons instituut met al zijn goede voorzieningen zal hij toch niet gemakkelijk ten val brengen! Hiermee wil ik jullie echter niets voorschrijven; jullie kunnen doen wat Jullie willen, -want jullie hebben het daar voor het zeggen, evengoed als ik!"
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik behoor weliswaar niet tot jullie geheime raad en ben pas een paar uur geleden bij jullie gekomen; maar zoveel kan ik jullie vanuit hetgeen ik nauwlettend heb geobserveerd wel zeggen, dat het met ons nol?ele leugen en bedroginstituut gedaan is! Het zou de grootste dwaasheid zijn om onder zulke omstandigheden nog in zekere zin het hoofd te willen bieden aan de God uit Nazareth!
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Jou en jullie allemaal zeg ik: Evenmin als wij in staat zijn om de maan bij het opgaan te hinderen, ook al gaan we nog zo enorm staan blazen en schreeuwen, zal ons luchtige instituut voor deze almachtige Godmens een hinderpaal op zijn weg zijn! Hij hoeft er zelfs niet eens heen te blazen, maar enkel zomaar een beetje te willen en al onze dingen zoals gebouwen, muren, catacomben en al onze toverapparaten zijn lucht geworden! Wat moeten we daarna? Daarom is het nu de hoogste tijd dat jullie tot betere gedachten komen!
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ga daarom naar hem toe en zeg -maar gemeend en oprecht -, dat jij en wij allemaal vast willen wat hij je heeft aangeraden! Want we kunnen met deze ruil onmogelijk iets verliezen als we ons instituut helemaal zo inrichten als hij dat wil. Daardoor wordt hij dan heer en meester van ons instituut, en wij willen en zullen zijn trouwe leerlingen zijn. - Zijn jullie het daar mee eens?"
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Ja, ja, je hebt gelijk, ook ik denk er zo over! Maar als hij dat nu eens alleen voor ons zou willen doen op voorwaarde, dat wij tenslotte al onze leugens aan het volk bekend moeten maken en al die aardse schade moeten vergoeden, die wij bij het volk door ons toverbedrog hebben aangericht?! Wie van jullie zin heeft om deze noot te kraken, die moet het maar doen; ik voel er voorlopig nog bar weinig voor om me daarna door het volk te laten toetakelen! Het is een zeer hachelijke zaak!
Hoofdstuk 64: Ruban pleit bij zijn metgezellen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] ROCLUS zegt: 'Ja, maar ik doe het alleen maar omdat ik het doen wil, niet omdat jullie het willen en omdat jij, Ruban, het mij aangeraden hebt!"
Hoofdstuk 64: Ruban pleit bij zijn metgezellen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En daarom ken ik de goddelijke Nazarener in zoverre al heel aardig, zodat ik weet hoe hij is, wat hij wil en wat hij wenst. Deemoedigheid schijnt bij hem bovenaan te staan, want zonder deemoed.kan waarlijk van geen liefde en nog minder van volle waarheld sprake zijn. Maar Ja, ons uitgangspunt is zodanig, dat iedere blik van ons, iedere stap, ieder woord en iedere handeling tegenover onze medemensen je reinste bedrog en meest geraffineerde leugen is en volgens de regels van onze orde ook moet zijn omdat ons devies is, dat iedereen door ons bedrogen en belogen moet worden omdat iedereen dat zelf wil.
Hoofdstuk 64: Ruban pleit bij zijn metgezellen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] RUBAN zegt: 'Waarom niet? Als jullie mij daar allemaal toe machtigen dan wil ik jullie dat plezier graag doen, - zelfs veel liever dan nog langer een laffe volksbedrieger te zijn!"
Hoofdstuk 64: Ruban pleit bij zijn metgezellen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Je bent een eerlijke ziel, waarom jouw huis dan ook door de vlammen ontzien werd! Maar kijk, als Ik wil dat jullie instituut opgeheven wordt dan zou Ik er hetzelfde mee kunnen doen als met die grote rots in zee, waartegen al heel wat schepen in de storm te pletter zijn geslagen! Zie je de rots nog?"
Hoofdstuk 65: Ruban richt zich tot de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik zeg jullie, dat jullie in Mijn naam bergen zullen kunnen verzetten en nog grootsere dingen kunnen doen dan Ik Zelf nu doe; maar nooit mag de gedachte in jullie opkomen dat jullie iets gedaan zouden hebben vanuit jullie kracht en macht; want die bestaat niet op deze wereld! Alleen door de kracht van Gods Geest zullen jullie alle dingen mogelijk zijn die voor de mensen van nut kunnen zijn!
Hoofdstuk 66: Raad en toespraak van de Heer, gericht aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233  ...