Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 220 van 1490

...  208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233  ...
[6] Want goede wil is de ziel en het leven van een goede daad; waar deze mankeert, heeft zelfs het beste werk totaal geen waarde voor de rechterstoel van God. Als je echter ook zonder enig middel de levende, goede wil hebt om je naaste op de een of andere wijze te helpen wanneer je hem in een bepaalde nood ziet of aantreft, en het doet je verdriet wanneer je dat niet kunt, dan hecht God aan die goede wil van jou veel meer waarde dan aan het werk van een ander die men eerst door wat dan ook daartoe heeft moeten overhalen.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Zo is de vreugde en vriendelijkheid van de gever en helper juist die overvloed aan echte, innerlijke, geestelijke levenswarmte, die niet genoeg aanbevolen kan worden. Daardoor wordt de ziel meer dan tweemaal zo snel rijp voor de volledige opname van de geest in haar gehele wezen, en dat moet ook zo zijn omdat juist deze warmte een overgang is van de eeuwige geest in de ziel, die daardoor steeds meer op de geest gaat lijken.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Natuurlijk heeft de goede wil als zodanig ook geen waarde als je een bepaald vermogen zou bezitten en het je ook niet aan goede wil zou ontbreken, maar als je daarbij toch met het oog op jezelf, je kinderen, je verwanten en nog heel wat andere zaken bepaalde overwegingen zou laten gelden, en je degene die behoeftig voor je staat, hetzij maar een klein beetje of misschien zelfs helemaal niet zou helpen, met de gedachte dat je nooit kunt weten of de hulpzoeker toch niet een luie schooier is die de gevraagde hulp niet waardig is. Zo zou men alleen maar een schooier steunen in zijn luiheid en daardoor aan iemand die dat meer waard was, hulp onttrekken! Maar als er dan iemand komt die het meer waard is, zijn er weer dezelfde bedenkingen; want men kan immers niet met volkomen zekerheid weten of déze het geheel en al waard is!
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] In iedere ziel bevindt zich steeds een gevoel van eigenwaarde en eerzucht dat bij de minste gelegenheid en aanleiding maar al te gauw ontvlamt tot een alles vernietigende, onbeheerste toorn, die niet eerder te doven of volledig te blussen is voordat hij de slachtoffers die hem beledigd hebben, verteerd heeft. Door deze vreselijke drift wordt de ziel echter zo ontwricht en vol materie dat zij nog veel ongeschikter wordt voor een innerlijke, geestelijke vervolmaking, dan het gloeiende zand van de grote Afrikaanse woestijn geschikt is voor het stillen van de dorst!
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mijd daarom allen vóór alles de hoogmoed, want niets ter wereld verwoest de ziel meer dan de schuimbekkende hoogmoed en trots! De begeleider daarvan is een voortdurende dorst naar wraak, zoals de eeuwige en onstilbare dorst naar regen de voortdurende begeleider is van Afrika' s grote, gloeiende zandwoestijn, en ook alle dieren die voet op deze bodem zetten worden maar al te snel door dezelfde plaag geteisterd, zoals de bedienden van iemand die trots is, tenslotte ook zelf verschrikkelijk trots en wraakzuchtig worden. Want wie diensten verleent aan een trots persoon, moet tenslotte ook zelf trots worden; hoe zou hij anders degene die trots is kunnen dienen?!"
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Maar hoe kan een mens zich dan beschermen tegen deze allergrootste ondeugd, terwijl toch in iedere ziel de kiem daarvoor aanwezig is en heel vaak bij kinderen reeds ver is doorgewoekerd? Dat is alleen door deemoed mogelijk!
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] En juist ter voortdurende beteugeling van de hoogmoed is er op deze aarde onder de mensen zoveel meer armoede dan rijkdom. Zet bij wijze van proef een arme bedelaar maar eens een koningskroon op, dan zul je al gauw merken dat zijn vroegere deemoed en geduld sneller dan de bliksem verdwenen zijn. Daarom is het goed dat er maar weinig koningen en veel deemoedige bedelaars zijn.
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als zwakke en kortzichtige ouders dan trachten het beledigde kind te kalmeren door de belediger van het kind, ook al is dat slechts schijnbaar, ter verantwoording te roepen en straf te geven, is door hen bij het kind reeds de eerste kiem gelegd van het stillen van de dorst naar wraak. Als de ouders hun kind steeds op deze wijze kalmeren, heeft dat niet zelden tot gevolg dat het zowel voor hen als voor veel andere mensen een duivel wordt. Maar als de ouders verstandig zijn en het kind al vroegtijdig voortdurend wijzen op de grotere waarde in andere mensen en kinderen, en zo het schaamtegevoel ombuigen tot ware deemoed, zullen zij van hun kinderen engelen maken, die later als echte levensvoorbeelden de anderen met hun licht zullen voorgaan als stralende sterren in de nacht van het aardse leven, en die hen zullen verkwikken met hun zachtmoedigheid en geduld.
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Nu zag je wat de ware deemoed is en wat deze doet; leg je in het vervolg dus op deze deugd toe! Wie dit, wat Ik nu tegen je heb gezegd, getrouw opvolgt, zal bij zichzelf constateren dat deze eenvoudig te begrijpen woorden, hoewel ze alle gegeven zijn zonder enige oratorische, nietszeggende verfraaiing, met afkomstig zijn van een mens, maar van God. En wie daarnaar leeft en handelt, wandelt op de goede weg naar de ware, innerlijke, geestelijke voltooiing van het leven. - Maar zeg jij Mij nu ook of dit alles je wel helemaal duidelijk en begrijpelijk is geworden!"
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] ZOREL zegt, geheel bevangen door zijn verbazing over de grote waarachtigheid en zuiverheid van Mijn tamelijk uitvoerige, praktische levensles: "Heer en eeuwige Meester van het hele bestaan en leven! Ik heb, wat mij betreft, U ook zonder de voorafgaande, praktische levensles herkend en beseft, dat wat U zegt geen mens, maar alleen een God, die de hemel en deze aarde en de mensen schiep, heeft gesproken. Maar daarom zal ik met des te meer kracht ook alles in de praktijk van mijn leven toepassen wat U, o Liefde der liefde, mij nu vol genade hebt geleerd!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] O Heer, mijn akker is nu gereed, hetgeen U beslist gezien hebt omdat U er anders niet zo overdadig het zuiverste zaad in gezaaid zou hebben. Laat deze wetenschap het onbeschrijflijke gevoel van geluk maar in mij doen ontstaan, want ik ben zeker van het goede resultaat omdat ik zo goed als zeker ben van de mogelijkheid Uw heilig woord in mij volledig tot werkelijkheid te brengen. En als de oorzaak er eenmaal geheel en al is, dan kan het grote, heilige gevolg niet achterwege blijven. Ik wil echter niet het halfslachtige, maar het volledig hele; daarom moet bij mij uit mijn daden ook nooit een half, maar een volledig werk, zoals Uw woord, te voorschijn komen!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Zelfs toen ik nog een laagdenkend mens was heb ik de dingen nooit half gedaan, hoewel ik totaal geen zekerheid had over het verkrijgen van enig gezegend resultaat; slechts één kwaad zuchtje en al mijn hoopvolle verwachtingen lagen op de bodem van de zee! En toch kan niemand mij ooit van enige lauwheid betichten en mij enige halfheid verwijten. Als ik dus als laagdenkend mens mij helemaal kon inzetten, vaak ook zonder enig uitzicht op een goede uitkomst ook al was het maar voor de helft, hoeveel te meer zal ik nu op déze weg iedere halfheid weten te vermijden en mijn gedachten, woorden en daden afwenden van wat de wereld eist; want zij heeft mij lang genoeg bij de neus genomen.
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] O, ik redeneer nu niet als de een of andere dronken dwaas, maar volkomen nuchter getuig ik met deze woorden dat ik de waarheid van Gods woord volkomen heb begrepen en verstaan! En dat ik het volkomen begrepen heb, volgt daaruit, dat ik mijn aardse leven voor deze heilige waarheid in de waagschaal wil stellen, -wat ik nu niet zo maar zeg om mijn woorden bij jullie een zekere oratorische kracht bij te zetten, maar omdat mijn hart mij dat nu werkelijk ingeeft.
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Wie na deze woorden de juiste weg naar de innerlijke, geestelijke voltooiing van zijn leven nog niet zou vinden en niet de sterke aandrang in zich zou krijgen nauwkeurig al zijn doen en laten daarnaar te richten, moet werkelijk óf helemaal geen mens zijn óf hij moet zich heel erg gewend hebben aan de domme, dode wereld, en zijn ziel moet helemaal diamanthard zijn geworden. Anders zou het toch absoluut niet denkbaar zijn dat een mens die deze les gehoord en begrepen heeft, ook niet zijn gehele leven daarnaar zou inrichten, daar hij .toch het daardoor te bereiken einddoel zo helder en duidelijk als de zon op het middaguur voor zich zou moeten zien! Daarmee wil ik mij er echter niet op voor laten staan dat ik al iets bereikt zou hebben; maar een diep in het levensbesef doordringend, en volkomen duidelijk inzicht in de zuivere waarheid van die les is toch ook al iets dat -tenminste voor mij -heel belangrijk en waardevol voor mijn leven is.
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar wie deze heilige zaak eenmaal zo duidelijk inziet als ik, zal toch evenals ik geen dwaas meer zijn en zich ondanks dat duidelijke inzicht en die kennis, liever in alle modderpoelen en putten van de wereld storten om de stinkende modder op te vissen waarin hij uiteindelijk zou moeten stikken, dan de verheven hoogten van de Horeb en de Libanon te beklimmen en daar de heilzame kruiden te verzamelen die de zieke ziel genezen en volledig gezond maken voor het eeuwige leven. Ik bedoel met de heilzame kruiden op de verheven hoogten van de Horeb en de Libanon: "de daden, die men slechts op de verhevenste hoogte van het besef der waarheid van Uw leer, o Heer, verricht, dat wil zeggen, door te handelen volgens het woord dat men uit Uw mond vernomen heeft. Met 'de Horeb' en 'de Libanon' bedoel ik het goddelijk ware en het goddelijk goede, - dat is zo volgens mijn begrip de betekenis.
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233  ...