Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 221 van 263

...  209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234  ...
[5] Ik zeg echter: 'Liefste Helena, jij meent weliswaar dat Ik jou niet kan vatten, maar Ik heb je eigenlijk al te pakken en je kunt Me niet meer ontsnappen, en zult zelfs moeten spreken volgens het uitdrukkelijke gebod van Paulus en volgens Mijn gebod, dat nog hoger staat dan dat van Paulus en waaraan helemaal niet valt te ontkomen. Kijk, in een brief aan de Romeinen beval Paulus Febé aan, die de gemeente te Kenchreë in Mijn dienst voorging. Ook beveelt hij om dezelfde redenen Priscilla aan, groet een zekere Maria die eveneens veel werkte in Mijn naam, en eveneens Tryféna, Tryfosa en zijn geliefde Persis, die met woord en daad veel in Mijn naam had gewerkt.
Hoofdstuk 84: Helena's mening over de weg tot heil voor de mensen op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Als alles in gereedheid is gebracht, deel Ikzelf het brood en de wijn uit en zeg: 'Kinderen, neem, eet en drink allen. Drink op het welzijn van onze kinderen en broeders op aarde, die veel vervolgingen moeten doorstaan en nu al zeer moe en zwak zijn geworden. Waarlijk, zij zullen geholpen worden! Moge iedere druppel duizendvoudig heil brengen aan allen, die goed van hart en wil zijn! Ik zeg jullie, vandaag nog zal het de goede mensen vaak een uitstekende dienst bewijzen, dat wij hen hier zeer sterk indachtig zijn. Hun harten en de gebeurtenissen op aarde zullen het hun doen weten! En aan enkelen op aarde zal woord voor woord worden meegedeeld wat hier gebeurt en hoe hier voor de arme aarde wordt gezorgd.
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] We willen echter onze gedachten ook uit laten gaan naar de blinden en doven! Maar alleen de verharde mensen zullen in het vuur terecht komen, dat een meester is in het verdelgen van karbonkel en diamant. Want zij die zich nimmer willen laten vermurwen door de waarheid van het woord, zullen door het machtige vuur milder worden gemaakt! En onder de geweldige slagen van de hamer van Mijn wijsheid zullen zij als gloeiend erts worden omgesmolten tot een nuttig werktuig voor ons huis (hemelse kerk)! Wel zullen ze nog veel drukte en lawaai en allerlei gissingen maken en nog menig plan ontwerpen. Maar dit alles zal vergeefse moeite zijn en steeds het tegenovergestelde resultaat hebben van datgene wat zij wilden bereiken. Want Ik alleen ben de Heer en heb de macht om kronen en scepters te breken en de gebrokenen weer op te richten, wanneer zij zich tot Mij wenden! Maar wee hen, als zij niet bij Mij de ware hulp zoeken!
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Koningen die op Mij vertrouwen, zal Ik oprichten en hun ware wijsheid geven en daaruit voortvloeiend grote macht! Hun volkeren zullen dan luid roepen: 'Heil aan onze grote, ons door God geschonken koning en heer! Wat van ons is, is ook van U! Uw grote wijsheid en goedheid moge onze ware en levende grondwet zijn. Moge uw woord onze wil zijn en uw wil onze wet. Wee degene die uw wet overtreedt!'
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Driemaal wee tegen die koningen, hertogen en vorsten, die steeds hun woord en trouw breken tegenover hun buren en wier harten vervuld zijn van leugen en bedrog. Ik zeg jullie, zij zullen vergaan als de mijten op een blad. Want Ik wil nu de aarde zuiveren van al het onkruid!
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Maar Mijn allerliefste Helena, wat voor andere, echte kus zou er nog kunnen bestaan dan die ene, welke de zuivere en waarachtige liefde biedt! Er zijn echter twee soorten echte kussen: de eerste, die meer uit achting dan uit wezenlijke liefde wordt gegeven, en de tweede, die puur uit liefde wordt gegeven. Kijk, deze tweede soort, de kus die de mond op de mond geeft en niet alleen op het voorhoofd, wordt door Mij als een echte kus bestempeld. Een van innerlijke achting heb je Me reeds op Mijn voorhoofd gegeven. Ik merkte toen reeds dat hij meer uit liefde dan uit zuivere achting werd gegeven. Omdat sindsdien jouw achting helemaal in liefde is overgegaan, kun je Mij nu ook geen kus meer op Mijn voorhoofd geven, maar enkel en alleen nog een vurige kus op Mijn mond, en dat zal dan een echte kus zijn! Begrijp je dat, Mijn allerliefste Heleentje?'
Hoofdstuk 88: Het grootste geschenk van de zuiverste liefde tot God: bruid van God te zijn - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Zo zie je hier op tafel het kwalijke symbool: een omver geworpen tiara, haar rijken die inwendig bloeden en spoedig zullen doodbloeden. Wel probeert de hiërarchie te voorkomen dat haar uiterlijk aanzien bevlekt zou worden door haar innerlijke gruwelen, maar al haar moeite zal nu nutteloos zijn. Want kijk, daarom heb Ik nu haar innerlijke waarde, door het omkeren van de tiara, aan iedereen getoond. Ze kan nu doen wat ze wil, ze zal haar kroon niet meer rechtop kunnen zetten en zal zichzelf vernietigen en verteren. Begrijp je deze zaak nu al wat beter?'
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Maar achter de troon laten dezelfde wezens gruwelijk hun tanden zien. In plaats van kronen, scepters en wapens dragen zij in hun handen zware boeien en ketenen en gesels van gloeiende slangen. O koning, sta op van de troon, deze zetel van haat en nijd en bezie je vertrapte vijanden, die je met woord en daad brutaal, recht in je gezicht beliegen, maar achter je rug je ergste vijanden zijn!
Hoofdstuk 90: Verdere ontwikkeling van het tijdsbeeld. Waarom laat God de gruwelen in de wereld toe? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Dismas zegt: 'Vooruit dan, vriend Robert, vertrouwend op jouw woord zal ik het wagen! Nu mag me in welverdiende mate overkomen wat maar wil, ik zal het verdragen! Waarom zou ik voor de ogen van de alziende God mijn eer, die ik eeuwig onwaardig ben, hoog willen houden? Schande en beschaming mogen nu mijn levenslot zijn. Want als ik op aarde al geen aandacht schonk aan de goddelijke geest in mij, die mij het leven gaf en in stand hield, hoe zou ik dan nu eer kunnen verwachten van Hem, die ik zo vaak te schande heb gemaakt?
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Dismas zegt: 'O Heer Jezus, Gij enige God, heb geduld met mij arme zinnelijke geest! Ik weet wel dat ik een grove zondaar ben en niet in staat ben om ook maar één verstandig woord voor U te stamelen. Oordeel niet naar mijn ellendige woorden, maar naar mijn zieke hart en genees het door Uw vrije genade, dan zal mijn tong nimmer nalaten U te loven! Heer, als U mij nu verstoot, wie moet mij dan aannemen en oprichten?'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Ik zeg je, zolang je woord niet uit je hart komt, zul je het moeilijk met Me hebben. Want twee stemmen in een mens kan Ik niet aanhoren. Wanneer echter je hart één wordt met je mond, wil Ik jouw woord horen en er helemaal rekening mee houden. Aan datgene wat jou aan Mij heilig voorkomt, moet je ook gehoorzamen! De macht van Mijn goddelijke wil is voor jou het heiligst, zoals je zelf hebt verklaard; daar moet je je dan ook bij neerleggen en niet als een muiter tegen Mijn almachtige gerechtigheid in verzet komen.
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] O jij, oerdomme kerel van een Robert Blum! Op aarde was je een ezel en hier ben je een os! Dus in één persoon het complete vee, dat bij de geboorte van Christus aanwezig was. Nou, mooi zo! Werkelijk, jij zult het in jouw hemel nog ver brengen. Denk jij dan, koninklijke, Saksische boekenjood, dat ik niet elk woord heb gehoord van jullie beraadslagingen over de gehele oneindigheid Gods? Maar ere wie ere toekomt, of niet! De mooie Lerchenfeldse Aurora had het belangrijke voorrecht te mogen oordelen, en jullie wijze Gods-ossen en -ezels hebben het genoegen gehad te zonnebaden in haar wijsheid, net als de bladmijten in de heerlijke stralen uit de snuit van een glimworm! Ja, dat was werkelijk hemels mooi, verheven en de grote God waardig, of niet soms?
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Je hebt toch vrienden in overvloed. Zouden die dan niet in staat zijn om je te helpen? Bedenk dat je meer dan zestig jaar lang op aarde leefde zonder Mijn hulp, alleen met je vrienden die je met raad terzijde stonden. En je was niet ongelukkig, behalve bij de aanblik van je eigen vrouw, wanneer zij je soms betrapte terwijl jij vertier zocht bij een andere. Wanneer iemand je iets over Mij vertelde en je aantoonde hoe jouw leven Mij zou moeten mishagen, lachte je hem gewoonweg uit. Nu lig je voor Mij en wilt de dood en het leven van Mij. Wat moet Ik je geven? De dood kan Ik je niet geven en het leven wil je niet volledig, daar je woord niet overeenstemt met je hart en al je aardse handelingen niets in zich dragen dat op een zaadkorrel voor het leven lijkt! Ga dit eens bij jezelf na en zeg dan wat je wilt!'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Dismas zegt: 'Heer, waar is de rechtschapene die een strijd met U zou kunnen doorstaan? Nog veel minder kan ik met U redetwisten, omdat ik voor U, evenals voor de mensen vol zonden ben! Ik weet wel dat U voor de berouwvolle zondaar ook barmhartig kunt zijn, wanneer U dat wilt. Daarentegen lijkt het mij ook juist, dat U, voor wie de engelen niet eens onberispelijk zijn, ook het goed bedoelde woord uit de mond van een zondaar die tot U spreekt, kunt uitleggen zoals U wilt en hem zijn zonden kunt vergeven ter verkrijging van het eeuwige leven of hem dit onthouden, hetgeen leidt tot de eeuwige dood en dat allemaal volgens de strengste gerechtigheid!
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Dismas zegt daarop: 'Vriend, dit lichaam dat we hier hebben, is geen vleselijk, maar een zuiver etherisch-geestelijk lichaam, waarin we al datgene gewaar worden wat ons de grote Meester Jezus op aarde heeft verkondigd. Als we hier echter in de hoogste mate, alles voor ons bevestigd zien door het voortbestaan na de lichamelijke dood, door de herinnering aan ons aardse leven en door het inzicht dat we dezelfden zijn die we in ons aardse leven waren, dan zullen we er toch hopelijk niet aan twijfelen dat die levensleraar, die op aarde als een zon de stervelingen voor het eerst de ogen opende en hun hun ware thuis en hun ware Vader leerde kennen, toch wat meer moet zijn dan alle mensen bij elkaar, en wel omdat Hij de enige en eerste was die de mensen naar hun ware bestemming leidde, en omdat wij nu als geesten de levendige overtuiging hebben, dat het precies zó is als Hij het door woord en daad heeft geleerd! Als Hij het niet is, zeg eens, wie is het dan?
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234  ...