Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 222 van 278

...  210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235  ...
[6] Kijk, zo is het ook met de mens. Het goede dat hij tijdens zijn leven gedaan heeft, wat met een breed uitgegroeide boom te vergelijken is, wordt bewaard. Wanneer echter de mens sterft, wordt zijn lichaam begraven en met hem dus ook al zijn uitgebreide kennis. Blijft het lichaam zonder vrucht te dragen in het graf? O nee, op zijn vele takken en twijgen groeien nog vele wormen op, die zich geleidelijk aan meester maken van de boom waarop ze zich ontwikkelen, waarna zij hem dan, eveneens geleidelijk aan tot op het laatste atoom verteren. De wormen zelf dragen echter weer andere gasten in zich, welke hen langzamerhand in het slijk van de aarde en tenslotte in aarde zelf veranderen.
Hoofdstuk 37: Vierde verdieping. De gewone mens en de goddelijk-geestelijke mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] We zijn over de boom in deze scheepvormige bak al in de vorige galerij te weten gekomen dat hij uit de vaas vandaar naar hier is overgeplant nadat hij daar de juiste grootte had bereikt. Wat gebeurt er echter hier met hem als hij ook hier voor deze bak te groot wordt? Lanen als deze zijn we al eerder gepasseerd. Wanneer de boom hier vrucht heeft gedragen dan worden de vruchten verzameld en wordt hij zonder veel moeite naar buiten in de lanen en de andere boomgroepen geplaatst, waar hij dan voortdurend kan bloeien en overvloedig vruchten kan dragen. En heeft hij daar eenmaal zijn dienst gedaan, dan legt men zijn hout, takken en gebladerte op het altaar dat jullie als eerste in de laan hebben gezien. Op dit altaar wordt het aangestoken en dus aan God geofferd. Dat is dus het lot van de boom, - maar wij hebben nog de bak voor ons.
Hoofdstuk 36: Derde verdieping. Het karakter van de verstandsontwikkeling in overeenstemmende vormen en kleuren - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Ja, ik zeg jullie, deze mensen zijn zo beeldschoon dat jullie op aarde niet in staat zouden zijn om zulke schoonheid te aanschouwen zonder onmiddellijk het leven te verliezen. Ik zeg jullie bovendien: de glans van deze schoonheid zou letterlijk zelfs jullie gehele aarde in enkele ogenblikken volledig oplossen. Daarom verlaten we ook weer deze galerij en gaan naar de derde verdieping ofwel de vierde galerij.
Hoofdstuk 35: Tweede verdieping. Geestelijke vooruitgang, uitgebeeld door de paleisinrichtingen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Precies zo is het met de mens; van trap tot trap moet hij opklimmen van verdieping naar verdieping. Zo komt hij steeds hoger in de sfeer van zijn leven en alle inzichten daarvan. En zo zijn wij nu ook, zonder ook maar in het minst vermoeid te geraken op onze tweede verdieping aangekomen en we kunnen hier in deze prachtige galerijen zogezegd alle tijd nemen om al deze grote heerlijkheden in ogenschouw te nemen.
Hoofdstuk 35: Tweede verdieping. Geestelijke vooruitgang, uitgebeeld door de paleisinrichtingen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Bijgevolg wordt een wandelaar door een doelmatig gebruik van de kracht in zijn voeten van dag tot dag sterker. Hij die doelgericht op een muziekinstrument oefent, wordt steeds bekwamer en hij die zich geestelijk ontwikkelt zal eveneens langs de weg van de geleidelijkheid steeds beter in staat zijn om zich zonder waanzinnige vermoeidheid van de geest in de grootste hoogten en diepten van de wijsheid te verheffen.
Hoofdstuk 35: Tweede verdieping. Geestelijke vooruitgang, uitgebeeld door de paleisinrichtingen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Voorlopig mogen we deze mensen nog niet naderen. Eerst moeten we voldoende gewend raken aan de steeds groeiende pracht van dit gebouw, anders zouden we allemaal zonder uitzondering enige schade aan onze geestelijke gezondheid kunnen lijden. Want een geest, zelfs een van de hoogste hemelen, is nooit zó volmaakt dat hij onvoorbereid alle schoonheid van de schepping van de Heer zou kunnen aanschouwen zonder daarbij tijdelijk enige schade op te lopen.
Hoofdstuk 34: Eerste verdieping. Bijzonderheden van het paleis en hun overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Wat zeggen jullie van dit bouwwerk? Jullie zeggen wat ik eigenlijk ook zeg: hier is men bij zo'n groots en verheven schouwspel sprakeloos en met stomheid geslagen! Wanneer men zich een tot in het oneindige veredelde en verfraaide toren van Babel zou voorstellen, dan zou men er ongeveer nog het beste beeld van hebben. Men zou alleen de spiraalvormig omhooglopende gangen van de toren van Babel moeten wegdenken en hem in tien verdiepingen indelen, waarbij iedere verdieping telkens iets kleiner van omvang is. Dat zou echter slechts een kale vorm zonder licht zijn. Maar hier is de meest fantastische en edele vorm overgoten met een onbeschrijfelijke pracht en glorie van licht. Wat blijft de vorm die we ons hadden voorgesteld dan ver achter bij deze onbeschrijflijke, alle begrippen te boven gaande heerlijkheid.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Men zou nog veel van zulke voorbeelden kunnen aanhalen, maar ik denk dat dit voldoende is om het voor ons liggende, al tamelijk sterk op een wonder lijkende verschijnsel te begrijpen; dat wil zeggen als verschijnsel op zich, zonder de innerlijke, geestelijk overeenstemmende betekenis, waarop we bij een passende gelegenheid terug zullen komen.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Heerlijk is de grond waarop men wandelt, overal vrij en zonder hindernis, en blauw is zijn kleur, vol zachte glans; zo is ook het vrije bewustzijn van de geest dat zich in een onveranderlijke standvastigheid openbaart. Maar in het midden van de vrije ruimte zijn piramiden geplaatst. Dat zijn grafmonumenten; maar wat hebben die te betekenen? Jullie zouden willen zeggen: misschien het gehele afsterven voor de wereld. Dat, mijn lieve broeders en vrienden, gebeurt reeds tijdens de reis door de drie lanen.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Het ligt in de wijsheid van deze mensen besloten, dat zij overal naar boven kunnen gaan zonder dat de een de ander ook maar in het minst van de wijs zou kunnen brengen, want deze zuilen stellen de leraren of leiders voor. Omdat echter een leider of leraar niet zo geaard mag zijn dat men door zijn leiding niet omhoog zou kunnen komen, mag er ook bij geen enkele overeenstemmende zuil de omhooggaande wenteltrap ontbreken.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Jullie denken dat er achter deze hoogst eenvoudige verschijning toch niet al te veel belangrijks kan schuilen met betrekking tot de overeenstemming. Maar ik zeg jullie: juist in deze wat saaie reis ligt iets heel buitengewoon diepzinnigs verborgen. Wat we daar tegenkomen is weliswaar weinig, maar evenals bij jullie gezegde, dat de wijze met weinig genoegen neemt en in dat weinige grote dingen ontdekt, is het ook met dit weinige zo gesteld dat het voor ons volkomen voldoende is, als we het maar met een enigszins wijze blik beschouwen. Opdat jullie je daarover een beetje een idee kunnen vormen, zal ik jullie om te beginnen nog enkele heel kleine duwtjes geven, waarna jullie zonder veel moeite het meer diepzinnige zelf kunnen vinden.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Dat heb ik nu voor mijzelf gedaan en jullie moeten dit doen in mij en kijk, de waterhooskolom is alweer gedeeld, zodat we zonder enige moeite onze tocht weer kunnen voortzetten.
Hoofdstuk 30: Voortzetting van de tocht op de zon. Twee obstakels bij het bidden: gebrek aan inzicht en liefde voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk toch eens, dit altaar. Het is ongeveer een klafter hoog en bestaat uit louter ronde staven, die zijn gemaakt van een heel sterk glanzend materiaal dat met deze karakteristieke eigenschappen zeker op geen ander hemellichaam voorkomt. Kijk eens naar die staven. Ze zien er niet eens stevig uit, maar het lijkt wel of ze uit louter neerwaarts schietende waterstralen bestaan, die echter zogezegd zonder gespetter in gouden trechters neerwaarts vallen. De vlammende beweging van de stralen in deze ronde staven ziet er bijna uit alsof deze staven slechts ronde waterstralen zouden zijn, die, zoals het wel lijkt, van een of andere plaats door een zuil in het midden opwaarts gaan en hier, zoals we zien, volgens de regels van de waterbouwkunde naar beneden vallen. Om ons er echter van te overtuigen, pakken we de staven met de handen vast - en kijk, alles is slechts de karakteristieke eigenschap van het materiaal. Dat heeft een zodanig vlammende beweging in zich, dat het lijkt alsof het zuiver stromend water is; op zich is het echter hard als diamant.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Maar waarom zouden we onze ogen bederven door in de verte te turen? We kunnen het hele bouwwerk toch zonder meer van heel dichtbij bekijken; laten we er daarom maar vlug naartoe gaan. Maar ik zie dat jullie je ogen op een niet meer ver van ons afstaande, tamelijk hoge wal richten. Dat lijkt op het eerste gezicht wel een aanzienlijke wegversperring die ons van onze rechte lijn afbrengt, want we hebben geen stormram bij ons.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Zo kan ik nu al heel goed waarnemen dat dit uitzonderlijke bouwwerk uit twaalf afdelingen bestaat, die zich zodanig boven elkaar verheffen dat het net lijkt alsof jullie op aarde een uitgeschoven verrekijker, natuurlijk van de allergrootste soort en ook met precies twaalf geledingen, loodrecht hadden opgesteld is. En als jullie alles nog eens echt goed beschouwen, zullen jullie zonder veel moeite ontdekken dat elk van deze twaalf verdiepingen uit louter naast elkaar geplaatste zuilen bestaat en dat elke verdieping een andere kleur uitstraalt.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235  ...