Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 222 van 1490

...  210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235  ...
[12] Daarop wordt Petrus een beetje verlegen en diep in z'n binnenste op Johannes steeds wat jaloers. Dat is ook de reden waarom Petrus zich na Mijn opstanding, toen Ik hem zei dat hij Mij volgen moest en Mijn lammeren moest weiden, ergerde, omdat Johannes Mij zonder dat Ik dat vroeg ook volgde, waarom Ik Petrus toen, zoals bekend, terecht wees en waarbij Ik Johannes ook volledige onsterfelijkheid beloofde, - waardoor de sage onder het volk ontstond dat deze leerling nooit, zelfs niet lichamelijk, zou sterven.
Hoofdstuk 88: Verschillende meningen over het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] MARCUS zegt met tranen in zijn ogen: "O Heer en Vader, U zij eeuwig dank voor deze overgrote genade! Uw wil, die alleen heilig is, geschiede! Maar Heer, de nacht is erg donker omdat de hemel zwaar bewolkt is, moet ik soms fakkels hier boven laten brengen?';
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Daarop roep IK Raphaƫl en zeg tegen hem: "In het centrum van Afrika, daar waar de hoge Komrahaibergen staan en de belangrijkste bron van de Nijl uit een rots ontspringt, zul je op tien manshoogten onder de losse stenen een steen ter grootte van een mensenhoofd vinden. Breng die hier bij Mij, hij zal deze nacht voldoende voor ons verlichten! Maar als je hem hier gebracht hebt, leg hem. dan op die kale boomstam, opdat zijn licht ver zal schijnen en de omgeving verlicht! Dat Ik nu echter met je gesproken heb als met een mens, gebeurde slechts terwille van de mensen opdat zij zullen weten wat er moet gebeuren en Mijn macht erkennen door jouw uitvoering van Mijn wil."
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] CORNELIUS zegt: "Niet alleen vanwege het licht, maar veeleer vanwege Degene die hem hier liet komen! Maar laten we daar nu over ophouden! Morgen zullen we hem bij daglicht wel gemakkelijker kunnen bekijken en beoordelen dan nu; want dan zullen onze ogen door het zonlicht minder gevoelig zijn dan juist vandaag, dat wil zeggen nu in deze donkere nacht, waarin de wolken eruit zien alsof zij een behoorlijke landregen voorspellen. Laat we nu echter stil zijn, want de Heer zal een aanvang maken met wat Hij ons beneden aan tafel heeft beloofd!"
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] IK zeg:. "Met deze vraag heb je eigenlijk de wens te kennen gegeven dat je hem voor jouw kronen zou willen bezitten! Maar dat gaat niet; want vanwege het bezit van deze steen zouden er grote en rampzalige oorlogen kunnen uitbreken. Daarom zal Mijn engel hem morgen weer op de plaats terugzetten waar hij hem vandaan gehaald heeft en dat maakt dan aan alle strijd voorgoed een eind."
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Maar CYRENIUS zegt toch: "Heer! Als geschenk aan de keizer zou deze lichtsteen beslist een overweldigende indruk maken."
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[19] CYRENIUS zegt: "Maar hoe en op welke wijze bezit deze steen dan deze lichtgevende kracht? Hoe heet hij eigenlijk?"
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[20] IK zeg: "Deze stenen horen eigenlijk niet op deze aarde, maar horen alleen in de grote zonnewereld.thuis. Wel, in de grote zonnewereld vinden van tijd tot tijd reusachtige uitbarstingen plaats, met een kracht die voor jullie begrippen onmetelijk is, waardoor vrij vaak zulke stenen met zeer grote kracht in de wijde scheppingsruimte naar buiten worden geslingerd. En dit is er zo een!
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[21] Hun lichtuitstraling wordt alleen veroorzaakt door hun oppervlak, dat naar jouw begrippen onbegrijpelijk glad is en waarop zich voortdurend een hoeveelheid statische elektriciteit verzamelt, die de in de ontzettend harde materie vastgehouden geesten steeds weer opnieuw activeert. Bovendien is deze steen uitermate doorzichtig, waardoor heel gemakkelijk iedere, ook de meest inwendige activiteit van de geesten als uiterlijk zichtbaar licht naar buiten straalt en natuurlijk door de snel over het zeer gladde oppervlak van de bol voorbijglijdende luchtgeesten die aan de buitenzijde werkzaam zijn, in hoge mate wordt versterkt.
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Volgens zijn berekening zou een orkaan deze afstand in drie dagen en een pijl deze reis in een halve dag kunnen afleggen. - Welke snelheid moet de jongen dan gehad hebben om een zeker driemaal zo lange afstand in een paar ogenblikken af te leggen! Als de jongen een geest is, -hoe kon hij dan iets stoffelijks dragen en hoe was het mogelijk om materie, zelfs van de hardste soort, te beschermen tegen de vernietigende weerstand van de lucht?! Volgens de natuurwetten kan dat niet! Daar komt dan het licht, dat totaal geen warmte geeft en waarvan de intensiteit op zonlicht lijkt, nog bij; dat bestaat ook niet! Dat is nog nooit door iemand ontdekt behalve bij rottend hout, waarvan het licht echter eigenlijk maar zo'n mat schijnsel is dat het in de nacht, ook bij de grootste intensiteit maar nauwelijks het lichten van de glimwormen evenaart!
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Een tijdlang gingen die gedachten door het hoofd van ZOREL en vervolgens zei hij tegen Cornelius en Zinka: "Dit is naar mijn mening toch wel een echt wonder, want zoiets heeft tot op heden nog nooit op aarde plaatsgevonden! Wat mag dat toch wel voor een steensoort zijn? Van het begin der tijden tot op heden is zo'n steen nog nooit ontdekt! Hoeveel waarde zou zo'n steen voor een keizer of een koning hebben, vooropgesteld dat het licht ervan mettertijd niet minder wordt! Want langs de uitgestrekte kusten van Afrika tot zeer ver achter de Herculeszuilen, tot in de streken waar de uitlopers van het hoge Atlasgebergte de Atlantische oceaan begroeten, ziet men in de nazomer eveneens hier en daar witte en in de nacht op bepaalde uren zeer sterk lichtgevende stenen; maar ze geven niet lang licht en als men zo'n steen in een droog vertrek laat brengen, houdt het licht geven weldra op en daardoor heeft de steen geen waarde meer. Maar met deze steen schijnt echter iets heel merkwaardigs aan de hand te zijn! Die zal zijn licht beslist nooit verliezen en moet daarom onnoemelijk veel waarde hebben!"
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[22] Deze stenen worden echter in de zon niet als zodanig al in de natuur aangetroffen, maar zij worden daarvoor door de vaardigheid en de handen van de daar wonende mensen geprepareerd. Ze worden merendeels reeds in de ronde vorm gevonden in de omgeving van grote wateren en ze ontstaan altijd bij uitbarstingen. Onder grote hitte gesmolten elementen van mineralen worden daarbij tot.ver in de met ether gevulde ruimte naar buiten gedreven, waar zij in de vrije ruimte steeds de ronde druppelvorm aannemen volgens de wet van de middelpuntzoekende kracht, die voor alle materie geldt.
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[26] CYRENIUS vraagt: "Heer! Wanneer echter deze lichtbol nog veel harder is dan diamant, hoe kan men daar dan die paar korreltjes vanaf halen, die ik zo graag als aandenken aan deze avond zou willen hebben?!"
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[27] IK zeg: "Vaak denk jij ook nog zeer aards! Daar, waar deze lichtbol vandaan komt, zijn er nog heel veel; of het nu in Afrika is of in de zon zelf, voor Mijn engel is het overal even ver. Natuurlijk zal geen sterveling ook maar een paar korreltjes van deze lichtbol af kunnen halen zonder deze te beschadigen, en als hij de kogel stuk zou willen slaan, zouden de stukken de lichtende eigenschap ook meteen verliezen; maar de kleine bolletjes zullen de lichtende eigenschap blijvend behouden. -Maar nu in alle ernst genoeg hierover!"
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ik heb jullie met woorden reeds meerdere malen aangeduid, waarin de eigenlijke dood van het lichaam bestaat, op wat voor verschillende manieren deze kan plaats vinden, en wat de gevolgen ervan voor de ziel en haar geest zijn en moeten zijn. Als Ik jullie dat echter in lange theoretische zinnen zou uitleggen, zou dat ons in een heel jaar niet lukken. Om het jullie door en door te laten beseffen zal Ik het geheel met woord en daad tonen en dan zullen jullie het begrijpen.
Hoofdstuk 90: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235  ...