Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 223 van 263

...  211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236  ...
[20] Ik zeg: 'Goed, Mijn beste Thomas, het is allemaal in orde wat jij hebt gesproken, maar wanneer je Mij verwijt, dat Ik tegen de gruwelen van de roomse kerk nog nooit een weerwoord heb laten horen, doe je Mij onrecht. Bekijk toch eens al die afscheidingen van de roomse kerk; zijn dat geen geweldige tegenkrachten? Maar zij baatten weinig, omdat Ik de draak omwille van Mijn liefde nog niet wilde oordelen. Kijk verder eens naar de grote verbreiding van het zuivere woord door het gedrukte schrift in alle talen. Maar het baatte weinig, omdat Ik de draak nog niet wilde oordelen omwille van Mijn liefde. Kijk verder nog naar de te allen tijde door Mij gewekte nieuwe profeten. Deze oefenden een sterk tegenwicht uit. Maar het baatte weinig, omdat Ik de draak nog steeds niet wilde oordelen... omwille van Mijn liefde. Bekijk dan nog de honderdvoudige verdeemoedigingen, die Ik de roomse kerk als krachtige vermaningen op velerlei manieren heb laten ondergaan. Maar zij baatten tot nu toe eveneens maar weinig, omdat Ik de draak nog steeds niet wilde oordelen omwille van Mijn liefde.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De generaal zegt: 'Ik zie aan jullie heldere uitstraling, dat jullie je in de waarheid bevinden. De leugen kan geen licht uitstralen, omdat ze hol en leeg is. Daarom wil ik jullie op je woord geloven, wat jullie mij ook mogen zeggen. Ik brand van verlangen om uit jullie mond de zuivere waarheid te vernemen.'
Hoofdstuk 129: 129 Thomas en Dismas bij de generaal en zijn drieduizend zielen tellend gezelschap. Uitleg over Jezus en de weg tot het heil. Rede van de generaal. De Heer bij de deur van de zaal des levens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Als hij daar nu zo in nieuwe kleren staat, zeg Ik tegen hem: 'Wel broeder, je bent nu volmaakt en verzadigd van Mijn genade, liefde en wijsheid. De maaltijd hier is bereid en het ontbreekt ook niet aan gasten die voor deelname waardig zijn gemaakt. Zoals je echter daarnet zelf hebt aangegeven, bevinden zich buiten in de voorzaal ongeveer drieduizend nog heel arme geesten onder leiding van een generaal die jij goed kent. Deze man heeft een goed en verstandig hart en zijn woord heeft grote invloed op zijn aanhang. Ga jij nu met broeder Dismas, die de generaal op aarde heel goed heeft gekend, naar de voorzaal en probeer die rechtschapen man, met behoud van de vrijheid van zijn hart, voor Mij te winnen, en via hem ook het hele grote gezelschap. Heb je je eerste missie in dit rijk van het ware leven goed volbracht, dan zul je na de maaltijd voor grote taken gesteld worden. Want Ik zeg je: in Mijn rijk zijn er vele en door jou nog nooit vermoede grote taken van allerlei soort. Ga daarom nu vlug; aan Dismas zul je een buitengewoon wijze helper hebben.' Thomas zegt: 'O goede, heilige Vader, hoe goed zorgt U toch voor het verloren schaapje, voor de verloren stuiver en voor de verloren zoon! U zij eeuwig alle eer en roem, liefde en aanbidding!'
Hoofdstuk 128: Thomas' bede voor de nog in de voorzaal verblijvende schare van zijn voormalige vijanden. Hij wordt met een eregewaad en een wijsheidshoed gekleed. Zijn eerste opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De generaal zegt: 'Twee van zulke getuigen zijn voldoende, en daarom geloof ik jullie op je woord! Laat mij nu echter ook enkele woorden tot deze al tamelijk gewekte schare richten.'
Hoofdstuk 129: 129 Thomas en Dismas bij de generaal en zijn drieduizend zielen tellend gezelschap. Uitleg over Jezus en de weg tot het heil. Rede van de generaal. De Heer bij de deur van de zaal des levens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De dertig die zich buiten bevinden, horen dit gesprek; graaf Bathianyi zelfs heel duidelijk, woord voor woord.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Na deze woorden van de franciscaan wordt het hele gezelschap stil en luistert of het niet ergens iets hoort, maar van geen enkele kant komt een woord.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De generaal staat verbaasd, als hij achter Dismas de hem bekende monnik Thomas in lichtende kleren en in een vriendelijke houding ziet staan. Hij reikt hun beiden meteen de hand en zegt: 'Gegroet, beste vrienden! Duizend keer welkom! Maar vriend Thomas, hoe ziet u er uit? Toen mijn gezelschap u daarnet tegen mijn eigenlijke wil vastgreep vanwege het mislukken van het 'Onze Vader', de voorgestelde mis en nog menig woord dat niet meer vermeld behoeft te worden, was u zo zwart als een oude moriaan en nu straalt u als een zon! Hoe bent u tot zo'n enorme verheerlijking gekomen? Hebt u dat dan toch door het mislezen en door het latijnse 'Onze Vader' gekregen? Hebt u daardoor misschien zelfs de Godheid gevonden? O zeg mij welke weg u bent ingeslagen, waardoor u zo'n ware staat van zaligheid hebt bereikt?'
Hoofdstuk 129: 129 Thomas en Dismas bij de generaal en zijn drieduizend zielen tellend gezelschap. Uitleg over Jezus en de weg tot het heil. Rede van de generaal. De Heer bij de deur van de zaal des levens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Mijn beste Theowald, de levensverhoudingen op aarde zijn anders dan die in de geestelijke, onvergankelijke wereld, maar zij moeten zo zijn, opdat daaruit dit ware, volkomen leven kan ontstaan. Weliswaar is ieder mens al tijdens zijn aardse leven geroepen door het nauwkeurig naleven van Mijn woord, dat hoofdzakelijk in de vier bekende evangeliën geschreven staat, de weg vrij te maken om zich van dit volmaakte leven te verzekeren, maar omdat ieder mens, om een eeuwig levende geest te worden, over zijn volledig vrije wil moet kunnen beschikken, gebeurt het dan ook maar al te vaak, vooral bij het voortschrijden van deze tijden, dat de mensen zich hun oren door de wereldse sirenenstem doof laten maken en hun ogen door het bedrieglijke licht van de glans van de wereld laten verblinden.
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De graaf zegt: 'Zeg jij mij nu eens, wie jou het recht heeft gegeven zo tegen mij te spreken, alsof wij samen varkens hadden gehoed? Denk jij dan, dat een graaf Bathianyi zich dat nog langer laat welgevallen? Of denk je soms dat ik, omdat ik de laatste tijd in de rijen van de gewone huzaren streed, met jou gelijk in rang sta? O, dan vergis je je danig! Ik zeg je, als jij je loze praatjes niet meteen voor je houdt, zul je spoedig ondervinden wat een verschil er bestaat tussen jou en mij! Daarom, nu geen woord meer! Neem een voorbeeld aan onze andere tweeëndertig lotgenoten. Allen zijn stil en rustig en betreuren in mij diegene, die hun toekomstige, goede koning had moeten worden. Alleen jij veroorlooft je de brutaliteit om mij te pesten, omdat ik er nu hulpeloos bij sta. Laat jou nu maar gauw deze lust vergaan, anders kon hij je wel eens duur komen te staan!'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] De graaf zegt: 'Ja, kijk, nu heb ik echt spijt, dat ik die man iets te hard heb aangepakt. Als hij vroeger als monnik zoveel wijzer was dan zijn orde-collega's, wier verstand zo bekrompen was dat hij hen heeft afgeranseld, behoort hij klaarblijkelijk tot de betere mensen. Ah, met hem moet ik direct weer vriendschap sluiten!' De graaf wendt zich daarop weer tot de meedogenloze en zegt: 'Geachte vriend, u moet mij maar niet kwalijk nemen, dat ik daarnet wat al te onhoffelijk tegen u ben geweest, maar ik wist immers niet wie u eigenlijk was. Omdat ik nu echter van deze vriend heb vernomen wie u op aarde was, ziet alles er nu inderdaad totaal anders uit. U bent dus de reus Goliath, die zijn orde uit innerlijke overtuiging de rug toekeerde en daarop met sterke hand het zwaard heeft opgenomen om het vaderland zo mogelijk te redden?'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] De graaf zegt: 'U hebt goed gesproken, het is waar, maar ik bedoel heel iets anders dan u, en dat zou men hier ook wel kunnen aantreffen. Het is: wraak nemen uit heerszuchtige boosaardigheid! Ha, ha, wat zegt u daarop?' De derde zegt: 'Niets anders dan: waar niets is, daar is het met alle wraak- en heerszuchtige boosaardigheid gedaan en ieder werkelijk of vermeend recht loopt op niets uit!' De graaf zegt daarop: 'Vriend, de innerlijke satanische kwaadaardigheid is een vuurworm, die niet sterft en wiens vuur nooit dooft. Wij hebben hier weliswaar niets anders dan ons ellendige bestaan, maar voor de echte boosaardigheid kan dat nog veel te weinig zijn. Men kan daarom gemakkelijk aannemen, dat het haar vurigste wens is om het zo mogelijk voor ons nog ellendiger te maken. Daarom denk ik dan ook, dat wij langzaam, met handen en voeten laverend, van deze plek moeten weggaan. Komen wij iemand tegen, dan vragen wij wie hij is. Is hij niet gevaarlijk voor ons, dan nemen we hem op. Maakt hij echter een gevaarlijke indruk, dan laten we hem weer gaan.
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Met dit voorstel zijn allen het eens en ze gaan de naderende man tegemoet. Als zij bij hem aankomen, neemt de graaf het woord en zegt: 'Is het mij geoorloofd om te vragen waar u zo haastig naartoe gaat? u hebt misschien nog een lange weg te gaan?'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Kijk, hier in ons midden bevindt zich een buitengewoon ervaren leider, die heel goed ziende is in deze wereld. Deze verzoeken wij allen eenstemmig om ons op de goede weg te leiden. Ik ben er vast van overtuigd, dat één woord van Hem meer uitwerking zal hebben dan wanneer wij blinden nog een halve eeuwigheid een lege strohalm zouden blijven dorsen!'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De graaf, helemaal buiten zichzelf, deels uit vrees, deels uit vreugdevolle vervoering, deels ook uit angst voor een door hem voor mogelijk gehouden misleiding, kan door Mijn verklaring nauwelijks meer tot zichzelf komen. Pas na een hele tijd van innerlijke strijd om geestelijk te worden wedergeboren waarin zijn geest alle banden verbreekt en zich tot zijn gehele, hem omvattende ziel uitbreidt, stamelt de graaf de woorden:
Hoofdstuk 146: Het grote ogenblik voor de graaf. U bent het! Heerlijke lofrede. De Heer over de verhouding van de Vader tot Zijn kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De franciscaan komt nu naar Mij, de generaal en de graaf toe. Juist als hij zijn vraag wil stellen: 'Wie ben jij, onbekende vriend?' komt natuurlijk door een innerlijke oproep Robert Blum naar Mij toe en zegt: 'Heer, brood, wijn en kleding staan gereed.'
Hoofdstuk 148: De franciscaan wordt door de aanblik van Robert Blum nogmaals sterk aan het twijfelen gebracht. Zijn angst voor de duivel wordt door de Heer met vaderlijke mildheid bejegend - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236  ...