Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 223 van 1112

...  211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236  ...
[9] De voortreffelijkheid van de ziel en haar geest zit echter niet in de bepaalde, meer dierlijke vastheid van de wil, maar in de eigenschap van de zielom gemakkelijk kennis in zich op te nemen, waardoor zij het licht der waarheid snel begrijpt en bevat, en in de gemakkelijke buigzaamheid van de wil, zodat de ziel het ware en goede inziet en met haar wil aangrijpt en in daden omzet, zonder welke geen enkele kennis nut heeft voor een ziel."
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Want de plaats van het verloren geestelijke wordt meteen ingenomen door het materiële, en dat is een gericht dat zich niet zo gemakkelijk meer opzij laat zetten als in het begin. Want zoals al het geestelijke voortdurend geestelijker en vrijer wordt, zo wordt ook al het stoffelijke steeds stoffelijker, wereldser en steeds voller van het gericht en de dood; wie zich echter eenmaal in het gericht bevindt en met zijn willen en kennen aan banden is gelegd, zichzelf moeilijk of nooit de vrijheid weer teruggeven.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Wat zou het iemand baten die een reis moest maken naar een plaats waarvan hij slechts de naam kent maar de weg er naar toe niet, als iemand die de weg kent hem een volledige beschrijving zou geven van hoe die weg naar de plaats loopt, en hij, nu hij de weg kent, deze niet wil gaan, maar zich omdraait en in een geheel tegengestelde richting begint te reizen?! Zal hij ooit die plaats bereiken? Ik zeg: Hij kan komen waar hij wil, -alleen op de plaats van bestemming zal hij nooit komen, want waar men komen wil, daar moet men ook heengaan!
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Dat hij al vanouds een sterke aanhanger van Plato was, weet ik. Als zoon van een zeer vooraanstaande familie in Rome en rijk als Croesus, is hij reeds in zijn jeugd met de Griekse en Egyptische filosofen zeer bevriend geraakten heeft hij Egypte gekozen als het belangrijkste onderwerp van al zijn studies. Ongeveer tien jaar heeft hij in het land der oude wijsheid doorgebracht en zich daar in alles in laten wijden. Met een geleidebrief van mijn broeder, Caesar Augustus, in de hand, moesten hem alle mysteriën van begin tot eind getoond worden, en zo kwam hij aan zijn huidige wijsheid. En omdat hij zo door en door thuis was in alle Egyptische aangelegenheden, plaatste Augustus hem als een meer burgerlijke dan militaire overste naar Memphis over in Opper-Egypte. Er liggen wel wat militairen in Memphis waarover onze Justus Platonicus het bevel heeft, maar een veldheer is hij daarom nog niet.
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Jullie blanken zijn vaak ziek en jullie huid is gevoelig voor allerlei kwalen; maar zij kennen, als zij zich aan hun natuurlijke voeding houden, geen lichamelijke aandoeningen. De meesten sterven aan ouderdomszwakte. Zoals hun lichamelijke natuur reeds onveranderlijker is dan die van jullie, zo is ook het innerlijke karakter van hun ziel heel anders en veel vaster dan dat van jullie; juist daardoor zullen zij echter in vergelijking met jullie veel geringere vorderingen maken met het tot volle wasdom brengen van hun geest, omdat hun daartoe de buigzaamheid van de wil vrijwel volledig ontbreekt. Hun wil laat zich weliswaar ook op een bepaalde manier een beetje buigen, maar daar is altijd grote ernst en veel moeite en werk voor nodig.
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De verschillende temperaturen zijn een onvermijdelijk gevolg van de bolronde vorm van de aarde. De ronde vorm is echter noodzakelijk omdat bij iedere andere vorm het licht van de zon zich onmogelijk zo doelmatig zou kunnen verspreiden als juist bij de ronde vorm, -dan zou men een aarde door drie zonnen moeten laten verlichten, namelijk één boven iedere pool en één boven de evenaar! Maar dan vraag ik in de eerste plaats wie de hitte op de aardbodem zou verdragen en wat er dan terecht zou komen van de nacht, die alle schepselen versterkt, en in de tweede plaats hoe de beweging van de aarde er uit zou zien als die afhankelijk zou zijn van de even sterke aantrekkingskracht van drie gelijke zonnen?
Hoofdstuk 198: De verschillen in klimaten en rassen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ik heb jou en verschillende anderen van jullie immers toch uitgelegd hoe groot de zon is en zijn moet, en hoe klein daarentegen de aarde! Deze moet op een passende afstand en met een juiste snelheid om de zon cirkelen, omdat zij anders daarin zou vallen of, bij te grote snelheid, zich ervan zou moeten verwijderen de oneindigheid in. In het eerste geval zou de aarde in de lichtgloed van de buitenste zonneatmosfeer vrijwel ogenblikkelijk uiteenvallen in de oer-etherstaat of in de in haar materie gevangen gehouden oernatuurgeesten; in het tweede geval echter zou zij door gebrek aan warmte bevriezen tot een steenharde ijsklomp! In beide gevallen zou lichamelijk leven op de aardse vlakten niet denkbaar zijn.
Hoofdstuk 198: De verschillen in klimaten en rassen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Je ziet dus dat volgens Mijn orde de ene noodzaak de andere met zich meebrengt en dat op deze aarde een gelijke temperatuur van pool tot pool onmogelijk is, maar dat het anderzijds toch noodzakelijk is dat de gehele aarde zoveel mogelijk helemaal bewoond is, opdat de uit de voorafgaande schepsels voortgekomen en vrijer geworden zielen in een lichaam kunnen incarneren dat met hun aard overeenkomt. Wat blijft er dan anders over dan de hete streken van de aarde te bevolken met mensen die een dusdanig lichaam hebben, dat het zo'n heet klimaat goed kan verdragen, en streken met een koud klimaat met mensen die in staat zijn wat voor koude streken dan ook te bewonen en enigermate te cultiveren.
Hoofdstuk 198: De verschillen in klimaten en rassen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] O, er zijn er wel die zeer goede talenten bezitten en daarbij ook alle andere capaciteiten hebben! Zij bevatten alles snel en gemakkelijk en begrijpen het goed, maar op het moment dat zich noodzakelijke beproevingen voordoen, denken zij aan hun wereldse voordeel, zijn bang teveel te moeten offeren, en proberen dan zo mogelijk die geestelijke zaken te vergeten en kwijt te raken die, hoewel zij van de waarheid daarvan overtuigd zijn, hun op deze wereld geen voordeel opleveren. Zulke mensen lijken op die bijna doorzichtige dagvliegen die de hele mooie dag door in het licht spelen en volleven zijn, omdat zij zelf helemaal door het licht doorschenen en doorgloeid worden; maar komt dan de nacht die het leven beproeft, dan is het uit met hun licht en hun gloed, en daarmee ook met hun leven!
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Wat van de eerste schrik bekomen bukte de Moor zich en tilde de tamelijk grote klomp op en legde hem op tafel, verwijderde het riet en het linnen en al snel lag de goudklomp open en bloot op tafel; en velen liepen er op af en bekeken deze grote schat. Ook onze Judas Iskariot kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen, bekeek de schat en vond het heimelijk erg jammer dat niet hij daarvan de bezitter was.
Hoofdstuk 201: Schenking van de schatten aan Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Dan kijken vijf van de aan de tafel zittende Moren onder de tafel en.zien tot hun grote verbazing ieder hun eigen welbekende, vrij grote bundel en tillen die op de tafel, en dan komen er nog vier heel behoorlijke klompen goud te voorschijn, die gezamenlijk meer dan honderd pond wegen; maar in de vijfde bundel bevinden zich zeven tamelijk grote rivierstenen, waarvan Markus die naast de engel stond, dacht dat ze totaal geen waarde hadden.
Hoofdstuk 202: De oorsprong van de Jabusimbil-tempel, de sfinx en de zuilen van Memnon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Markus haast zich, omdat hij zelf erg nieuwsgierig is, naar zijn gereedschapskamer en komt al gauw te voorschijn met een stevige, ijzeren hamer en overhandigt die aan de engel. Deze neemt een van de stenen in. zijn hand en geeft die een paar voorzichtige tikjes, waarop meteen de witachtige, op kieze1 lijkende korst loslaat en een parel ter grootte van een mensenhoofd te voorschijn komt, tot overgrote verbazing van allen.
Hoofdstuk 202: De oorsprong van de Jabusimbil-tempel, de sfinx en de zuilen van Memnon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Ruim tien jaar lang werden vaste wachten opgesteld om te zien of er niet weer zo'n ontzettende reiziger uit de lucht aankwam; maar omdat daar na die tien dagen geen spoor meer van te ontdekken viel, werden de gemoederen van de mensen gaandeweg weer rustiger en zij waagden zich zelfs bij de grote, geheel verdroogde reuzenlijken, die tot een kwart dagreis ver verspreid van elkaar lagen.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Het is met het grondig bevatten en het juiste begrijpen van Mijn leer ongeveer als met het verwerven van een vermogen: Wie heel gemakkelijk aan een aanzienlijk vermogen is gekomen, weet daar ook snel en gemakkelijk raad mee, want aan ontberingen is hij nooit gewend en sparen heeft hij nooit geprobeerd. Als hij eenmaal door een erfenis of door een ander gemakkelijk verkregen gewin in het bezit is gekomen van een vermogen, zal hij geen waarde hechten aan dat vermogen, want hij denkt, en voelt dat ook, dat men heel gemakkelijk een groot vermogen vergaart. Wie zich echter met hard werken een aanzienlijk vermogen vergaard heeft, kent de zware inspanningen en het vele werk en weet hoeveel zweetdruppels hem iedere penning gekost heeft; daarom waardeert hij ook zijn met moeite verworven vermogen en hij verkwist en verbrast het beslist nooit op een lichtvaardige manier.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Op het oppervlak van deze wonderparel waren hiëroglyfen en andere tekens ingegraveerd. Onder andere was daar een heel goede tekening zichtbaar van de tempel van Ia bu sim bil tijdens de bouw, en wel op het moment waarop de vier reusachtige beelden na een honderdzeventig jaar lange arbeid vol zweet en veel opoffering gereed waren en men nog ijverig werkte aan de kroonlijsten, en door middel van beeldhouwwerk reusachtige opschriften en verdere tekens op de platte, grote vlakken ingraveerde, en tevens ook de poort tussen de twee aan iedere kant staande reuzenfiguren begon open te breken. Wie deze tekens en opschriften, die heel duidelijk te zien waren, kon ontcijferen, had de oorsprong van deze tempel voor zich en de reden waarom hij door de toenmalige Egyptenaren zo dicht bij de Nijl is gebouwd.
Hoofdstuk 202: De oorsprong van de Jabusimbil-tempel, de sfinx en de zuilen van Memnon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236  ...