Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 224 van 1166

...  212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237  ...
[14] De man die nu heimelijk met de opperstadhouder heeft gesproken is kennelijk een erg sluwe, door de wol geverfde ondervrager van Rome! Als we ook maar een béétje zouden geloven aan de komende Messias waren we heier al zo goed als geofferd! Daarom is het hier zaak ons stereotiep aan de mathematica te houden en meer te luisteren dan te praten. Begint men hier weer over de Messias, dan weten we terwille van ons huidige aardse heil, wat wij voor de uiterlijke schijn als uit één mond moeten zeggen! Wij weten zelf wel wat wij als Joden van de profeten moeten denken, maar deze slimmeriken hoeven wij het niet aan de neus te hangen! De rechter en onderzoeker kent onze Schrift van a tot z beter dan al onze schriftgeleerden en wilde wel kat en muis met ons spelen, maar ook wij zijn slim en wijs en het zal hem niet lukken, ondanks dat wij hier door de wonderlijke man van de zekere ondergang gered zijn. Daarom houden wij ons nu strikt aan onze mathematica, dan zullen we hier nog wel heelhuids vandaan kómen! Maar als we ook maar enigszins onze mond voorbijpraten, zou dat ons in de grootste ellende kunnen storten!"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Nu zul je ook de werkelijke reden beginnen te zien waarom Ik eigenlijk deze Perzen van de ondergang op zee heb gered. Om hun lichaam in leven te houden zou Ik geen engel gezonden hebben om hen te redden. Maar omdat de juiste voorlichting van deze mensen over Mij en Mijn werk erg belangrijk is in verband met de grote invloed die zij uitoefenen op hun grote land en op hun talrijke volk, moest Ik hun leven redden. Zonder hen zouden wij geen effectief middel hebben om de Perzen te bevrijden van hun eenmaal opgevatte waanvoorstelling."
Hoofdstuk 198: Schabbi blijft achterdochtig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] SCHABBI zegt: "Nou, wat dan?! Ik zou toch ook iets gemerkt moeten hebben, want mijn ogen ontgaat anders niet zo gemakkelijk iets en mijn gevoel is zo teer als een ochtendbriesje. Het zou me verbazen als jij hier iets ontdekt zou hebben dat mijn ogen ontgaan zou zijn!"
Hoofdstuk 199: Het betere inzicht van Jurah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] JURAH zegt: "Niets anders, dan dat hij zélf de beloofde Messias is, voor wiens macht alle heersers der aarde zich moeten buigen! Kijk, dat ontging jouw grote voorzichtigheid helemaal en dat ontdekte ik! Ook hoorde mijn zeer gespitste oor, hoe kort daarvoor de opperstadhouder jouw onderzoeker zijn 'Heer' noemde! Iets ongehoords voor een Romeins opperbevelhebber! Kijk, dat zijn puur zaken, waar men uit louter overdreven voorzichtigheid toch echt niet zo maar overheen moet rennen! Maar wat, als deze zeldzame man mogelijkerwijs tóch de beloofde Messias zou zijn?!"
Hoofdstuk 199: Het betere inzicht van Jurah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] De ANDER zegt: "Je bent weliswaar steeds de voorzichtigheid zelf en voorzichtigheid is de moeder van de wijsheid, maar hier schijn je deze niet op het juiste moment te gebruiken! Want een beetje mensenkennis hebben wij ook en hoe langer wij de onderzoeker gadeslaan, des te meer verdwijnt iedere gedachte, als zou hij iets kwaads in de zin hebben! Ik, jouw medeafgevaardigde, heb voorheen mijn oren wat gespitst en hoorde veel van de geheime bespreking van de ondervrager met Cyrenius. Dat had alleen betrekking op een lichte bezorgdheid over de mogelijkheid, ons van onze waan te genezen! De tempel moet ons indirekt op laaghartige wijze geheelonjuist geïnformeerd hebben over de Messias en over de Romeinen, waardoor wij nu blinde angst voor hen hebben en ons juiste en goede geloof voor hen verbergen !
Hoofdstuk 199: Het betere inzicht van Jurah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] SCHABBI zegt: "Nou, dan zou. Hij erg tevreden kunnen zijn met mijn terechte zorg, want mijn voorzichtigheid is er juist op gericht het heiligdom van onze godsdienst te bewaren voor het gif van de heidenen! Jouw waarneming kan zeker waarheid bevatten, maar zonder het scherpste, geheime onderzoek mogen wij niet zo maar iets aannemen, -tenzij wij daar door de overtuigendste bewijzen gewoonweg toe gedwongen worden. Want alles wat jij hebt waargenomen, zou toch een listige maskering kunnen zijn en dan zou het best mogelijk kunnen zijn dat wij op de door mij gevreesde plaats staan! Doe dus maar kalm aan, vriend! Als zulke zaken waar zijn, neemt de mens ze altijd nog vroeg genoeg aan, want een overhaaste aanvaarding zou iemand in grote verlegenheid kunnen brengen!"
Hoofdstuk 199: Het betere inzicht van Jurah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] In de stad van de koning had een rijke Griek, die zich echter tot ons geloof had bekeerd, een jonge, wondermooie en lieftallige vrouw die haar man zo trouwen toegenegen was, als mijn rechterhand mijn lichaam en de wil van mijn hart. Het duurde echter niet zo lang totdat de charmante duivel van een man hoorde over de mooie vrouwen aanstonds zijn gangen zo aanpaste, dat de vrouw hem wel tegen moest komen. Het toeval wilde dat de Griek op een gegeven moment in een afschuwelijke klachtprocedure verstrikt raakte met een geboren en getogen Pers, vanwege een geweigerde terugbetaling van een heel aanzienlijke en rechtmatige schuld die de Pers bij onze Griek had gemaakt. De Pers had zijn landslieden als scheidsrechters, die dezelfde beschaving hadden als hij en daarom kon onze Griek geen recht op de trouweloze en zijn woord niet houdende Pers verkrijgen. Toen zei de vrouw, die wel wist dat die schone hoveling zijn ogen al vaker op haar had laten rusten: 'Wat denk je ervan, als wij die mooie hoveling zover zouden kunnen krijgen ons goede recht bij de koning aanhangig te maken?' De Griek zei: ' Ja, ik weet, dat hij je vaak met zeer begerige ogen nakijkt en één woord van jou of van mij zou veel kunnen doen, ook al zou daar alleen maar een totaal zinloze hoop tegenover staan, maar men hoort over deze mooie hoveling beslist niets goeds! Ja, men zou zelfs beter zijn vijand dan zijn vriend kunnen zijn! Wie nóg zo vriendelijk met hem omging, werd zonder meer erg ongelukkig! Daarom schijnt mij het verlies van onze vordering het minst kwade van de twee te zijn en we zullen er beter aan doen het eerste en kleinere aan God de Heer als offer te brengen.'
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De Griek kwam dat zeer gelegen, omdat hij allang graag hofjuwelier wilde worden. Maar de vrouw zei: 'Wij kunnen het nu niet meer veranderen, maar daar zal niet veel goeds uit voortkomen, niet voor jou en nog minder voor mij! Deze mens heeft kwade bedoelingen met mij en het kan jou gebeuren, dat je aan mijn zijde wordt geofferd! Het beste zou zijn, om alles bij elkaar te pakken en op vleugelen van de wind er vandoor te gaan, vóór de ongelukszwangere zevende dag aan zal breken!'
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar de Griek zei: 'Lieve vrouw, voorzichtigheid is goed, maar een te groot wantrouwen koesteren tegen mensen die iemand nog nooit daadwerkelijk reden daartoe gaven en van wie men ook niets anders weet dan wat boze tongen over hen verzonnen en valselijk uitgebroed hebben -een zaak, die een man van eer al gauw overkomt -is net zo onverstandig als een immorele lichtzinnigheid!' De zachtzinnige vrouw nam genoegen met deze heel verstandige terechtwijzing. De volgende dag moest de schuldige Pers de Griek alles betalen.
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De Griek, die daardoor in een heel goed humeur was, zei: ' Ah, deze man moet alleen al vanwege zijn schoonheid en bescheidenheid en zijn geluk bij het hof veel benijders hebben, die hem aftekenen als een afschuwelijk wezen en bij het hofverdacht willen maken; hij spreekt echter zo kalm en wijs als een profeet! Waarlijk, achter deze mens kan niets slechts schuilgaan!' Het duurde niet lang tot onze hoveling weer bij onze Griek kwam en een grote in goud gevatte diamant kocht voor zijn tulband, die de koning hem had gegeven. De prijs van de diamant bedroeg honderd ponden goud, die de hoveling ook meteen wilde voldoen, want hij had steeds een groot gevolg bij zich dat de nodige schatten voor hem moest dragen. Maar de Griek zei tegen hem: 'Schone, wijze en zeer verheven vriend, help mij slechts aan mijn geld dat ik nog te vorderen heb van N.N. (* n.n.= nomen nescio = de naam weet ik niet.), - en dan is deze kostbare broche betaald! Uw woord vermag alles bij de grote koning; ik zal u dankbaar zijn!'
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] BEIDEN zeggen: "Ja, Heer, als dat mogelijk zou zijn! Maar bij mij heeft het vreemde vergif al mijn ledematen verlamd en ik kan me slechts moeizaam voortslepen en zie deze arme, totaal geknakte bloem van een vrouw eens, -haar lichaam is voor haar hele leven bedorven! O Jehova, waarom moest nu juist óns zoiets ontzettends overkomen?!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Daar zal Ik weer Mijn loods voor inzetten. Pas daarna zullen jullie Gods heerlijkheid aanschouwen en Hem geloven, Die jullie allemaal heeft gered!" Dan roep Ik Raphaël, geef hem slechts een teken dat hij begrijpt en nog geen minuut later brengt hij reeds de weeklagende vrouw, die zich voorlopig helemaal niet laat troosten, bij Mij op de heuvel.
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Toen werd de VROUW rustiger en zei: "Ik weet wel dat bij God alle dingen mogelijk zijn, maar ik weet ook, dat ik als zondares de genade van God niet waard ben! O, hoe rein moet een mensenhart wel zijn, om ook maar de geringste van God uitgaande genade waard te zijn! Deze deur van genade is voor mij echter allang dicht. God zal nu in mijn nood beslist ook weinig aandacht aan mij schenken, omdat ik, toen ik gelukkig was, veel te weinig aandacht voor Hém heb gehad. Maar God bewees mij al door mijn tuchtiging een echte genade!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Dan zeg IK tegen de engel: "Breng de drie lijken hier!" En de engel brengt de drie meteen op de heuvel en legt ze aan Mijn voeten.
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Maar de MAN zei:'Vraag het aan deze steen, die zal je daarover hetzelfde kunnen vertellen als ik nu! Ik weet alleen maar dat een geweldige waterstroom mij meesleurde in zee, waardoor ik direct bewusteloos raakte en derhalve dood ging, zodat ik vanaf dat moment niets meer weet van wat er met mij is voorgevallen. Ik herinner mij alleen nog -maar alleen innerlijk -dat ik mij kort nadat ik door de dodelijke vloed verslonden was, heel treurig met mijn dochters op een grote weide bevond en niet wist waarom ik nu eigenlijk treurig was. Weldra omhulden ons aan alle kanten lichte wolkjes en in dit licht voelde ik me zo gelukkig worden! Wij zagen echter niemand buiten ons zelf en tijdens deze zaligheid overviel ons een zoete slaap en uit deze slaap ontwaakten wij weer hier. Nu weet je alles wat ik erover kan zeggen, -oordeel nu zelf maar!
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237  ...