Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 224 van 1112

...  212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237  ...
[9] In de tempel te Ja bu sim bil werden in ieder van de drie afdelingen zeven reuzen als een soort dragers van het plafond afgebeeld, dat wil zeggen in steen uitgehouwen, en hun kleding is die waarin de grote reizigers uit de lucht aangekomen zijn; en de Egyptenaren, die voorheen vrijwel naakt rondliepen, zijn begonnen zich ook op die wijze te kleden, -dat is dan ook de reden waarom men tot op de huidige dag alle oude stoffelijke overschotten zo gekleed ziet. Hun mummies en sarcofagen zijn vol van dergelijke versieringen."
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] En kijk, meer rechts van dit tafereel zien jullie de weiden al ommuurd, en daarop liggen stierenkoppen met de horens afwisselend op-, af en zijwaarts gericht, wat allemaal wil zeggen dat de kudden, voordat de grote weldeplaatsen met reusachtige muren omgeven waren, zich steeds volkomen weerloos in groot gevaar hebben bevonden. In de hoeken. van de muren zie je ook een grote hond in een strijdvaardige houding staan of liggen; de naam die de oude Egyptenaren aan dit waakzame dier gaven was Pas, ook wel Pastshier (bewaker van de weidegrond).
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De ENGEL zegt: "Geen van beide, -ik doe dat enkel en alleen om jullie te laten zien, hoe je in soortgelijke gevallen zulke stenen moet behandelen om ze, hun schat prijs te laten geven! Gesteld dat je er ergens weer een paar mocht vinden, want vooral in Opper- en Midden-Egypte bevinden zich veel van zulke met een korst omgeven stenen, vooral heel verspreid in de woestijnen; weliswaar zullen daar nog maar weinig van zulke parels bij zijn. Maar ook de andere stenen zijn voorzien van allerlei tekens, teksten en afbeeldingen, want de oude Egyptenaren bezaten nog lang geen papier om op te schrijven. Daarom werd vooral in het begin het oppervlak van stenen gebruikt om allerlei zaken ter herinnering in te graveren, eerst met benen en later met ijzeren stiften.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Luister! Onze Shivinz had als herderskoning een van de grootste honden, waarvoor werkelijk geen leeuwen geen panter veilig was. Deze hond bewaakte lange tijd de kudden van de Shivinz. Toen echter na verloop van tijd de hond van ouderdom stierf, nam Shivinz zich voor om uit achting en als nagedachtenis dit dier in een sterrenbeeld aan de zuidelijke hemel voor altijd te verzinnebeelden. Hij gaf dat sterrenbeeld de naam van de grote hond die jarenlang de kudde van de koning trouw bewaakt had. Dat de koning zijn hond tussen de sterren onderbracht is te zien aan het feit, dat onder de buik van de hond de zon en de maan te zien zijn. Alles waar de zon en de maan onder staan, bevindt zich zinnebeeldig tussen de sterren, ter nagedachtenis aan iets van grote betekenis.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Naast de grote honden hielden de oude Egyptenaren echter ook graag een kleiner soort hond; hun naam was Mal pas (kleine hond). Dat waren de lawaaimakers; Poroshit betekent in de oude taal 'sein-' of 'lawaaimaker'. Als iets vreemds een huis of een kudde naderde, begonnen de kleine honden al te blaffen; dat trok de aandacht van de grote en die begonnen dan met hun geweldige geblaf de wilde beesten ontzag in te boezemen, waarop deze zich dan ook terug begonnen te trekken. ..
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Onze Shivinz, die de grote hond verbond met het uitspansel, gaf ook de kleine een plaats tussen de sterren en gaf hem de naam Porishion (Prozion). In zijn buurt bevindt zich de oude Kokla (kloek); later kreeg dit sterrebeeld ook de naam Peleada, ook wel Peleadza, en door de Grieken kreeg het naar aanleiding van een onware Griekse sage de naam Plejaden.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] In deze tijd bevinden er zich echter in het uitgestrekte en zeer lange Nijldal nog veel piramiden en allerlei tempels die pas veellater onder de Farao's ten tijde van Abraham, Isaäk en Jacob gebouwd zijn; die worden hier niet bedoeld, maar alleen slechts die, welke onder Shivinz gebouwd werden.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De vraag werd echter drie dagen tevoren reeds aan de klanten bekendgemaakt, zodat zij erover na konden denken. Op de derde dag, als zij deze zelfde vraag uit de mond van het beeld moesten krijgen waarbij hun leven van het goede antwoord afhing, liet echter beslist niemand het er op aankomen, maar iedereen trok zich heel bescheiden terug, betaalde het verlangde bedrag voor de vooraf gekregen vraag en reisde terug naar zijn eigen land, dat vaak heel ver weg lag.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] MARCUS zegt: "Is er dan in het verloop van zo'n duizend jaar niemand geweest, die de moed had zich met inzet van zijn leven door de sfinx het genoemde raadsel te laten voorleggen? En als hij dat gedaan zou hebben, wat zou hem dan overkomen zijn als hij zoals goed te begrijpen is, het raadsel niet opgelost zou hebben?"
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Heden ten dage is een zeer grote en waakzame hond -vooral in dit land waar vrijwel geen verscheurende dieren voorkomen -niet van enige bultengewone betekenis; maar in het oude Egypte, waar hele kudden verscheurende dieren voorkwamen en ten dele nog voorkomen, was een grote, sterke en moedige hond iets wat men heel erg nodig had. Want zo 'n hond was op de eerste plaats de betrouwbaarste bewaker van de kudden. Zijn onderhoud was erg gemakkelijk, omdat dit grote hondenras zich gewoonlijk voedde met de ontelbare aardmuizen waaraan dit land nog nooit gebrek heeft gehad; ook aten zij dagelijks duizenden grote sprinkhanen. Slechts eenmaal per dag kregen zij wat melk, wat maakte dat zij trouw bleven aan de kudde.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Kijk, hier voor ons staat direkt al een Zodiacus van Diathira op het mooiste en grootste vlak van de parel getekend! Daar staat een kolossale tempel; 365 massieve zuilen dragen een net zo massieve boog van roodgeaderd graniet, iets buitengewoons uit bouwkundig oogpunt bezien, en zeer degelijk geconstrueerd. Het hoogste deel van de boog bevindt zich gerekend vanaf de grond op 66 manshoogten. De gehele boog bevat precies 365 openingen, die zo exact zijn aangebracht, dat gedurende de tijd dat de zon zich in een teken van de dierenriem bevindt, haar licht precies op het midden van de dag op het middelpunt van een in het midden van de tempel rechtopstaande zuil moest vallen. Het licht door de andere gaten viel weliswaar ook op verschillende tijden van de dag op het altaar , maar nooit op het middelpunt, maar een of meer graden terzijde.
Hoofdstuk 205: De indeling van de tijd op de vijfde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] RAPHAËL zegt: Het kolossale borstbeeld stelt weer Shivinz voor. Het volk heeft het op eigen initiatief door de beste beeldhouwers en nietselaars geheel op eigen kosten laten maken om de grote weldoener te eren. De grote piramide met de twee obelisken was een 'Mens, ken jezelf!'-schoolgebouw. Hierin bevonden zich grote vertrekken en lange gangen die naar alle richtingen liepen, en waarin zich allerlei vreemde zaken bevonden om tot zelfkennis te komen en daaruit tot de kennis van de allerhoogste geest van God. Deze zagen er soms heel barbaars uit, maar ze misten maar hoogst zelden hun uitwerking. De andere piramiden zijn voor het merendeel alleen maar tekens voor die onderaardse plaatsen waar zich een aantal sarcofagen bevonden waar een muur overheen genietseld was, zoals wij al eerder zagen.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] RAPHAËL zegt: "Op de plaats waar de ondervraagde moest gaan staan bevond zich een deksel waardoor men hem snel in een put kon laten zakken, en als hij eenmaal beneden zou zijn, zouden een aantal dienaars hem via onderaardse gangen, hoewel hij het raadsel niet juist had opgelost, toch vanwege zijn moed naar de school te brengen, waar hij had moeten blijven tot hij een volmaakt mens geworden zou zijn. Maar dat is nooit gebeurd, en ten tijde dat het raadsel opgelost werd, was deze oeroude inrichting al dermate dichtgeslibd en verzand dat zij volledig onbruikbaar was, en de eerste herderskoningen en hun volk waren in die tijd reeds lang in zekere zin door een Phoenicisch volk overwonnen, en de Farao's ten tijde van Abraham waren zelf reeds Phoeniciërs.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Hoe meer er daarheen op pelgrimstocht gingen, des te meer vestigden zich daar ook in de loop van de tijd, en zo verliep de onderwerping van de oervolken en hun regeerders merendeels langs een heel vreedzame weg.
Hoofdstuk 207: De sterrenbeelden van de zevende parel. Het verval van de Egyptische cultuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] De nakomelingen van Shivinz werden steeds verfijnder en verwekelijkten steeds meer, leidden een heel aangenaam leven, pochten op de roem van hun voorvader en lieten het regeren voor wat het was. Het gevolg daarvan was, dat al gauw en zonder veel moeite de vreemdelingen die zich daar gevestigd hadden en veel haar op hun tanden hadden, door de inheemse bevolking zelfs gekozen en benoemd werden als leiders en aanvoerders, en dat allemaal zonder bloedvergieten.
Hoofdstuk 207: De sterrenbeelden van de zevende parel. Het verval van de Egyptische cultuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237  ...