Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 225 van 1110

...  213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238  ...
[4] Ik zal nu niet verder uitweiden over deze kwalijke zaak omdat jij, Mijn vriend Cyrenius, je de rest vanzelf gemakkelijk kunt voorstellen. Maar dit voeg Ik er nog aan toe: als jullie mettertijd vrij willen zijn van allerlei vijanden, dieven, rovers en moordenaars, dan moet je de waarde van het goud en van alle edelstenen beoordelen naar de eigenschappen die ze hebben, dan zullen jullie daardoor het aantal vijanden zeer aanzienlijk verminderen; want door jullie wijsheid zullen dan velen zelf wijs worden en Gods orde in alle dingen onderkennen! En als ze dat doen, zullen ze ook edele en liefdevolle mensen worden, waar jullie niet voor hoeven te vrezen.
Hoofdstuk 89: De gevaren van goud - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar als jullie, of in ieder geval jullie nakomelingen, het goud, het zilver en de edelstenen weer een gefingeerde waarde gaan toekennen, dan zullen jullie weer in de oude vijandelijke situatie terechtkomen waarin jullie je nu bevinden. Ik zeg je: onder bepaalde, juiste omstandigheden is alles goed op aarde en brengt het zegen door het ware gebruik ervan voor lichaam, ziel en geest, en voor de zuivere is alles zuiver, en voor degene die zelf een licht is geworden, kan er geen nacht meer zijn; maar door een dom, verkeerd gebruik, dat dus in strijd is met de orde, moet uiteindelijk zelfs het beste slecht worden en in plaats van zegen en heil vloek en onheil brengen! .
Hoofdstuk 89: De gevaren van goud - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Laat daarom deze dingen rustig in hun eigen gebied, waarin zij voor de aarde nuttig zijn; streef er vooral naar om volmaakte mensen te worden, -ja, jullie moeten zo volmaakt worden als jullie Vader is, dan zal alle gif van planten en dieren geen vat op jullie hebben!
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wordt toch weer datgene waartoe jullie geroepen zijn, wat de aartsvaders waren, aan wie alle schepselen gehoorzaamden; jullie moeten door het in acht nemen van Mijn leer heer worden over wat jullie Vader geschapen heeft binnen Zijn orde; hiervan hebben de negers jullie een klein bewijs geleverd, en onder zulke omstandigheden zal er geen vijandschap meer bestaan, noch bij jullie onderling, noch tussen jullie en de aan jullie ondergeschikte schepselen! Maar als jullie buiten deze orde treden, dan zul je weer genoegen moeten nemen met de oude vloek en de onvrede.
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Daarom zal het uiterst waardevol en goed zijn, als jullie voor je broeders ook dezelfde inspanning en hetzelfde geduld opbrengen, die Ik nu Zelf met jullie aan de dag heb gelegd.
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Ik ben echter een volle dag over Mijn tijd heengegaan tot jullie heil, en het was Mijn grote liefde voor jullie, die Mij dat liet doen.
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Jullie moeten dit zeker niet vergeten, en hetzelfde doen als een broeder tegen jullie zal zeggen: 'Verlichte afgezant van de Heer, blijf nog bij mij; want mijn hart vindt een geweldige troost en een grote, weldadige versterking in uw aanwezigheid!' Blijf daar dan, ook al zou het de tijd die jullie door de geest is voorzegd, ver overschrijden! Want waarlijk, Ik zeg jullie: Een dergelijk vrijwillig werk van naastenliefde zal door Mij hoog gewaardeerd worden!
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] IK zeg: 'De wijze Salomo zei ooit: ' Alles heeft zijn tijd!', en zo heb ook Ik Mijn goede en zeer nauwkeurig ingedeelde tijd, en Ik zal daarom dit keer niet aanjouw verlangen kunnen voldoen; want kijk, in het grote land van de joden zijn veel steden, plaatsen en dorpen, die allemaal door mensen bewoond worden! De meesten weten nog niets van Mij, zijn ook Mijn kinderen en wachten vaak al op de komst van de Vader uit de hemelen, en zullen ook zeer verheugd zijn als Hij door hen, zoals ook nu door jullie, gezien wordt. Maar, Mijn innige vriend, het is zeker niet zo, dat er helemaal niet aan je verlangen tegemoet gekomen wordt! Omdat jullie Mij zozeer liefhebben, wil Ik nog deze hele nacht en van de dag van morgen nog drie uur bij jullie blijven, omdat het ook Mij een gelukkig gevoel geeft om bij jullie te zijn; maar langer dan drie uur is in geen geval mogelijk, want zoals gezegd: Op deze wereld heeft alles zijn tijd en zijn orde!'
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En STAHAR maakte tamelijk luid tegen Floran de volgende opmerking: Moet je toch eens kijken hoe deze profeet, die zogenaamd van Gods geest vervuld moet zijn, zich vol laat lopen en gulzig zit te eten! Ook lijkt hij absoluut niet afkerig te zijn van het vrouwelijk geslacht; want dat ene bekoorlijke meisje zit aldoor zo dicht tegen hem aan als zijn beide oren aan Zijn hoofd! En dan te bedenken wat volgens onze zedelijke voorschriften, die van Mozes stammen, de mens allemaal verontreinigt! Als hij werkelijk vervuld is van de geest van de Almachtige, dan kan hij nu toch onmogelijk zelf in strijd met dezelfde geest, waarvan ook Mozes vervuld was, handelen!? Nou, nou, ik vind dat zeer bedenkelijk!
Hoofdstuk 92: De Farizeeën nemen aanstoot aan de vrolijke maaltijd van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Uit zijn leer en zijn daden blijkt duidelijk, dat hem van God uit een hoger vermogen verleend is dan ooit aan een mens verleend werd, en wie volgens zijn leer leeft kan voor God niet verloren gaan; maar wie zoveel drinkt en eet als hij, zal te zijner tijd na het laatste oordeel, waarover Daniël profeteerde, niet licht het paradijs binnengaan! Want er staat geschreven: 'Hoerenlopers en dronkelappen zullen Gods rijk niet binnengaan! 'Hoe denk jij daarover, mijn altijd zeer gerespecteerde Floran?"
Hoofdstuk 92: De Farizeeën nemen aanstoot aan de vrolijke maaltijd van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En zoals al in de buitenwereld is te zien dat het ene wezen het andere op een bepaalde manier aantrekt, des te meer is dat in de wereld van de geesten het geval; en als dat niet zo was, hoe zou er dan een aarde, een maan, een zon en talloze andere hemellichamen in de onmetelijke scheppingsruimte kunnen bestaan?! Een atoom voelt zich aangetrokken tot zijn buurman; beide trekken elkaar aan. Wat deze beide doen, doen dan talloze aeonen atomen, al het gelijke trekken ze aan, en tenslotte ontstaat daaruit een wereld, zoals de Heer dit de afgelopen nacht aan al Zijn leerlingen heel tastbaar heeft laten zien en zoals je dit in het aan jullie overhandigde grote boek ook volop beschreven zult vinden.
Hoofdstuk 96: Demonen en hun invloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Zelfs in de zielen van dieren is een drang (instinct) geplant die geheel aan hen zelf is gegeven, volgens welke zij, en wel ieder op zijn eigen manier plegen te handelen. Het zou helemaal onjuist zijn om aan te nemen, dat deze schijnbaar spraak en verstandloze schepselen hun handelingen verrichten als machines die door een kracht van buitenaf in werking worden gezet. Als dat het geval was, dan zou zelfs het allerbeste huisdier nog niet voor het meest eenvoudige werk afgericht kunnen worden en zou het zeker geen gehoor geven aan de mens, als deze hem roept.
Hoofdstuk 98: De zelfbeschikking van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] En omdat ook ieder dier een eigen ziel heeft die in zichzelf een besloten levenskracht bezit, van waaruit de ziel van het dier volgens haar eigen willekeur het organisme van haar lichaam in beweging zet, kan een dier ook op verschillende manieren afgericht worden. Een wezen dat puur van buitenaf tot leven gebracht wordt, heeft geen geheugen en ook niet een soort beoordelingsvermogen. Zijn hele leven is mechanisch en wat hij wil is zo afgemeten en onvrij, dat er absoluut geen sprake kan zijn van een veredeling door een bepaald soort onderricht; dit kan dan ook alleen maar op mechanische wijze van buitenaf plaatsvinden.
Hoofdstuk 98: De zelfbeschikking van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik heb God de Heer nu meer dan alles in de wereld lief terwijl ik Hem pas een heel klein beetje heb leren kennen, en ik voel hoe mijn liefde tot de Almachtige, hoe meer ik Hem leer kennen, steeds groter wordt, en ik voel heel duidelijk in mezelf hoe daardoor ook mijn wilskracht duidelijk machtiger wordt. Zoals ik hier sta, neem ik het helemaal alleen tegen duizend maal duizend legioenen Farizeese duivels op! Met z'n allen kunnen ze nog geen strohalm optillen, - en dan beweren deze kerels dat deze Heiligste der heiligen van God Zijn verrichtingen met behulp van hun ingebeelde duivels tot stand brengt!? o, jullie verdorven gespuis, ik zal die almachtige duivels van jullie wel eens uitdrijven! Komt me goed uit, dat ik nu op deze kerels stuit, daar heb ik lang naar uitgekeken!"
Hoofdstuk 93: Roclus richt scherpe woorden tot de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar de wil van de mens, alsook zijn inzicht en vertrouwen, moet dan geheel en al gepaard gaan met uiterste vastberadenheid. Want anders blijft het bij de orde volgens welke iedere ziel zichzelf moet helpen met de geboden. middelen, omdat Iedere vreemde instroming in de huishouding van de eigen wil noodzakelijkerwijs tot gevolg heeft, dat er aan het wezen van de zielonmiskenbaar afbreuk wordt gedaan. Want als de ziel zichzelf moet ontwikkelen volgens de eeuwig noodzakelijke ordening van de Heer , dan moet ze zich ook zelf ontwikkelen en voltooien met de aangereikte middelen, zoals ook ieder mens op aarde zelf de voeding voor zijn lichaam moet zoeken, herkennen en tot zich nemen, als hij zijn aardse leven in stand wil houden.
Hoofdstuk 97: De vrije wil van de mens. De hulp van de goddelijke genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  213 - 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238  ...