Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 226 van 1088

...  214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239  ...
[2] Ik ga nu alleen uit van deze kleine aarde van ons. Hoe lang zou een mens er voor nodig hebben om over haar hele oppervlakte van punt naar punt over land en te water te reizen?! Ik geloof amper dat je in vijf a zes duizend jaar zover komt datje zou kunnen zeggen: 'Nu is er op de hele wijde aarde geen enkel punt meer dat ik niet met mijn voeten heb betreden!' Als je hier ook nog de tijd bij op zou tellen dat je bepaalde dingen serieus onderzoekt en bekijkt, en tegelijkertijd de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden rust en verpozingsuren meerekent, ja, dan zou je alleen voor deze aarde toch al meer dan honderdduizenden jaren nodig hebben. Want rusturen kunnen toch waarlijk niet achterwege blijven bij het steeds zeer verheffende aanschouwen van Uw grote wonderwerken en van de hier en daar hemels mooie omgevingen en landschappen, en je wilt vaak ook graag jarenlang in een prachtige omgeving blijven.
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Neem dit van Mij aan! En als iemand ieder woord letterlijk precies zoals Ik het uitgesproken heb, zou kennen, maar de geest niet ontvangen zou hebben om hiermee in de diepte ervan door te dringen waar in Mijn woorden licht, kracht en leven heersen, dan zouden Mijn woorden even weinig zin voor hem hebben als dat iemand iets heeft aan de lange gebeden van de Farizeeën!
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Wat voor de uiterlijke mens nodig is om te weten en te geloven, wordt toch wel -kijk daar maar! - door Mijn twee schrijvers opgetekend omdat Ik het zeg (Matthéus en Johannes. Opmerking van J. Lorber). Wie dat zal aannemen en er naar zal.handelen, die zal ook zo ver komen dat hij Mijn geest ontvangt. Als hij die heeft, dan heeft hij verder niets meer nodig.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Blijft hij echter lauw onder hetgeen hij van Mij heeft vernomen, en doet hij niet zijn best om er geheel naar te handelen, wel, dan zal hij weliswaar de letter hebben zoals Mijn beide schrijvers deze hebben opgetekend, en zoals ook Raphaël deze voor jou en voor nog enkele anderen heeft opgetekend; maar doordringen tot de geest die diep binnen in de letter rust en verblijft, zal hij nooit.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Stel bijvoorbeeld het geval dat iemand het een en ander of zelfs veel over de grote keizersstad Rome heeft horen vertellen, ook de weg daar ween weet, en ook de middelen en de gelegenheid heeft om er naartoe te reizen, de grote stad rustig te bekijken en alles daar te leren kennen.- Ja, stel dat hij hiertoe zelfs meerdere malen wordt aangemoedigd door zijn vrienden die al in Rome zijn geweest! Alleen heeft hij er ten eerste nooit echt de tijd voor, en bovendien is hij te gemakzuchtig en ziet hij op tegen de ongemakken die de reis mogelijkerwijs met zich mee kan brengen, en hij zegt tenslotte: 'Ja, waarom die reis naar Rome? Mijn vrienden hebben mij deze grote stad toch al zo haarfijn beschreven, dat ik haar in mijn fantasie nu zo kan zien alsof ikzelf al vele malen in Rome ben geweest! ,
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Dat beeldt onze man zich zo echt goed in. Laten we hem nu echter een zo getrouw mogelijke afbeelding van de stad Rome Zien, maar zonder dat er onder staat geschreven wat het is en wat het voorstelt, -dan zal hij, terwijl hij ons wil doen geloven dat hij de stad Rome heel goed kent, naar de afbeelding kijken als een os naar een nieuwe, onbekende poort! En als wij hem jarenlang laten raden, dan zal hij toch nooit met volle en overtuigende zekerheid kunnen zeggen, dat dit een geslaagde afbeelding van de stad Rome is!
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar als hij, zoals gezegd, Rome ooit zelf heeft gezien, dan kunnen er honderden kletskousen naar hem toekomen en hem totaal nieuwe en bijzondere beschrijvingen geven van hoe de stad Rome er uitziet, hij .zal daar dan alleen om lachen en zich soms ergeren aan de leugenachtige onbeschaamdheid van sommige dagdieven die zichzelf beroemd willen maken, en van mensen die niet werken en in steden rondhangen; en hij zal ze allemaal duidelijk de deur wijzen; want in hem leeft nu werkelijk het ware beeld van Rome en dit kan door geen enkele, slechts verzonnen voorstelling verdrongen worden.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Dit is dus allemaal door de zon bewerkstelligd, dat wil zeggen door het licht en de warmte ervan. En precies zo gaat het met de mens en zijn ziel! Wanneer hij door een wet in acht te nemen die de beste orde uit God behelst, zijn ziel tot een steeds grotere werkzaamheid kan brengen, zal het in zijn zielook steeds lichter en levenswanner worden in alle sferen van het leven. Daardoor zal zij zichzelf steeds helderder en zuiverder kennen en zo ook de goddelijke kracht, die steeds meer in haar binnenstroomt en ook een steeds intenser en hoger leven in haar doet gedijen.
Hoofdstuk 123: Wijsheid als gevolg van liefdevolle werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ga naar Memphis, Thebe, Karnag en Alexandrië! Daar zullen jullie bibliotheken aantreffen, allemaal zo echt en juist mogelijk; maar Ik verzeker jullie, dat geen mens ze in vijfhonderd jaar geheel en al kan doorlezen! Er zou werkelijk Methusalems leeftijd voor nodig zijn om alle schriften en tekens slechts éénmaal door te lezen! En wat zou iemand er aan hebben als hij deze verbazingwekkende moeite zou hebben genomen? Hij zou het gelezene zeker al van dag tot dag, ja uiteindelijk, als hij al flink in de war geraakt zou zijn, van uur tot uur en van minuut tot minuut totaal vergeten, en er voor zijn leven ook niet het minste profijt van hebben.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Want dit is te vergelijken met een eerste noodzakelijke stap om op reis te gaan; want als Ik van hier naar bijvoorbeeld Damascus zou moeten reizen en nooit de eerste stap zou zetten, dan spreekt het vanzelf dat Ik ook de tweede stap niet zal kunnen zetten en nog minder de daarop volgende stappen die Mij naar Damascus moeten brengen. Maar ook als Ik de eerste stap nog zo stevig zet, en daarna ook de tweede, derde en vierde, dan heeft dat nog geen enkele zin wanneer Ik daarna blijf staan, en het teveel inspanning zou vinden om zo lang door te blijven lopen tot Ik in Damascus ben aangekomen.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Ik heb jullie nu heel duidelijk gemaakt wat je moet doen om waarachtig het eeuwige leven en al zijn gerechtigheid te verwerven. Handel daar dus naar, dan zal Mijn belofte aan jullie allemaal volledig in vervulling gaan; want van het vele wat Ik tot nog toe geopenbaard heb, is dit, wat Ik je nu gezegd en geopenbaard heb, wel het grootste en het belangrijkste voor jullie leven.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Jullie kunnen Mijn leer van woord tot woord met onuitwisbare letters voor alle tijden der tijden optekenen, zodat er geen letter van verloren gaat, en jullie kunnen haar nog zo prediken en voorlezen aan alle volkeren, en als deze volkeren dan luidkeels roepen: 'O, kijk eens, dit is een zeer voortreffelijke leer en de mond van een God waardig!', maar er dan toch niemand mee aan het werk wil gaan en volop actief wil worden volgens de principes ervan en volgens hetgeen erin verlangd wordt, -heeft deze leer van Mij dan voor iemand enig nut, ook al is zij nog zo zuiver bewaard? Ik zeg jullie: Dat heeft geen enkel nut! Of heeft een zieke iets aan een medicijn, als hij dit niet inneemt en niet volgens het voorschrift van de ervaren arts gebruikt?!
Hoofdstuk 122: Het belang van het daadwerkelijke christendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Als iemand echter maar iets van Mijn leer weet en dat meteen in praktijk brengt, dan zal hij daar al duidelijk een groter en levender nut van hebben dan iemand anders die weliswaar met alle eerbied over Mij en Mijn leer spreekt, maar nooit bij zichzelf het besluit kan nemen om haar in de daad om te zetten. Want de eerstgenoemde zal, doordat hij handelt volgens het weinige dat hij vernomen heeft, dit ook juist in zijn ziel tot leven brengen, en het kleine zaadje zal spoedig een grote oogst vanuit de levende geest opleveren die geen enkele kwade macht ooit meer kan vernietigen, terwijl de ander die Mijn leer aanprijst en zorgvuldig bewaart, door geestelijke honger geplaagd ook alle andere leren er bij zal halen en daarbij toch nog van geestelijke honger zal sterven. Zal diens ziel Mij aan gene zijde dan herkennen, als zij hier door haar doen en laten niet de ware geest van Mijn woorden geheel en al naar waarheid eigen heeft gemaakt?
Hoofdstuk 122: Het belang van het daadwerkelijke christendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Wanneer men het sap heeft verzameld en in een vat heeft opgeslagen, dan dulden de goed geordende natuurgeesten niet meer dat een vreemde stof, die natuurgeesten van een heel andere orde bevat, de goede orde verstoort die de natuurgeesten van het druivensap nu hebben aangenomen. Zodra zich iets vreemds in de most bevindt, dat tot een andere orde behoort, gist en bruist hij net zo lang tot het vreemde verwijderd is of tot het zich volledig naar zijn orde heeft gevoegd. Pas als dat gebeurd is, ontwaakt de geest van het innerlijke licht en de innerlijke warmte uit alle nu goed geordende natuurgeesten van het zuiver geworden druivesap; en de voorheen nog onzuivere most is daardoor tot een geestelijk sterke en zuivere wijn geworden.
Hoofdstuk 123: Wijsheid als gevolg van liefdevolle werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En daarom zeg Ik tegen jullie: Ga zorgvuldig bij jezelf na, of er niet nog sterke, wereldse, baatzuchtige gedachten jullie hart besluipen, of jullie hart, en daarom ook jullie ziel, niet af en toe bevangen is door hoogmoed, door een zekere te overdreven zuinigheid -een jongste zus van gierigheid -, eerzucht, neiging tot oordelen, graag gelijk willen hebben, neiging tot lichamelijke wellust, en door meer van dergelijke zaken! Zolang dit nog bij de een of de ander het geval is, zal hij de belofte, dat wil zeggen het volledig in vervulling gaan ervan, aan zichzelf nog niet meemaken.
Hoofdstuk 125: De noodzaak om zichzelf te onderzoeken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239  ...