Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 226 van 1490

...  214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239  ...
[7] Deze vrijheid beviel hun als zij terug dachten aan de verpletterende druk die zij hadden ondergaan. Maar tijdens deze werkeloze vrijheid werden zij na verloop van tijd hongerig en zij begonnen in de ruimte voedsel te zoeken, -een verzadiging van buitenaf dus. Dat vonden zij en moesten zij vinden, want de begeerte is als die noordelijke magneetsteen die al het ijzer, evenals ook alle ijzerhoudende mineralen, met onweerstaanbare kracht naar zich toe trekt.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Op dat tijdstip ontwaakt in hen dan de reeds zeer ernstige wil om door het nakomen van de ware goddelijke orde over te gaan in het oorspronkelijke zuiver geestelijke. Velen bestrijden de in hen gelegde prikkel en worden oorspronkelijk geschapen engelen, zonder voorlopig een lichamelijk leven door te maken. Degenen die zich, hetzij meteen op de zon of zelfs op deze aarde wel daaraan willen onderwerpen, mogen dat doen, hetgeen echter ook, dit zij hier nog eens vermeld, bij de eerder beschreven centraalzonnen het geval is, -maar niet zo dikwijls als met name en vooral bij deze planetaire zon, die deze aarde het licht schenkt, dat voornamelijk ontstaat door de grote activiteit van haar geesten.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Als zodanig is de hoogmoed echter zeer ontevreden, omdat deze nog steeds constateert dat alles nog altijd niet zo aan hem ondergeschikt is als hij zou wensen. Hij gaat nu al zijn middelen en overige mogelijkheden na en komt tot de conclusie dat hij alles aan zich ondergeschikt zou kunnen maken als hij zich uit tactisch oogpunt voor zou doen als een vlot en vrijgevig iemand. Zo gedacht, zo geprobeerd en gedaan! Omdat er altijd meer hongerigen zijn dan mensen die voldoende te eten hebben, heeft de royaal geworden hoogmoed heel gemakkelijk spel. Weldra verzamelen alle hongerlijdende, kleine krachten zich om hem heen en laten zich ringeloren omdat ook zij nu een graantje mee kunnen pikken van de rijkdom der hoogmoed. Zij gehoorzamen de hoogmoed al gauw slaafs en vermeerderen daardoor zijn kracht, en de hoogmoed probeert nu al meteen om zeer veel of liever gezegd alles aan zichzelf dienstbaar en schatplichtig te maken. En dit onverzadigbare streven is dan datgene wat men in de ware zin van het woord de allerverderfelijkste heerszucht noemt, waarin geen liefde meer heerst.
Hoofdstuk 104: De zelfzucht als oorsprong van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Ik heb het hier echter niet over die heersers en regenten die Gods orde hier ter vermindering van de heerszucht van iedere enkeling heeft aangesteld om als pijlers en in stand houders te dienen van deemoed en bescheidenheid, liefde en geduld; want deze door God aangestelde regenten van de volkeren moeten dat zijn wat zij zijn, en kunnen niet anders handelen dan op de manier waarop zij gedreven en geleid worden door de wil van de almachtige God, ter verbetering van de volkeren. Hier gaat het alleen maar over dealgemene, echte heerszucht van iedere afzonderlijke geest en ieder afzonderlijk mens, en hier is getoond wat heerszucht in feite is. Ja, er waren wel heersers die men erge tirannen noemde! Die zijn uit het volk opgestaan, rebelleerden tegen de door God aangestelde heersers, zoals eens Absalom tegen zijn eigen vader David. Zulke heersers zijn niet door God aangesteld, maar door zichzelf, en daarom zijn zij slecht en een waar onkruid en overeenkomstige vormen van de hardste materie.
Hoofdstuk 104: De zelfzucht als oorsprong van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Maar jij, Mijn Cyrenius, en jouw keizer zijn dat niet. Hoewel jullie nog heidenen zijn is het Mijn wil dat jullie zijn wat je bent! Jullie zijn Mij als heidenen liever dan veel koningen die, als aangestelde leiders van de kinderen Gods, slechts ware lichamelijke en meer nog geestelijke moordenaars van hen waren. Daarom zijn hun echter ook voor altijd de oude tronen en kronen en scepters afgenomen en aan jullie, wijzere heidenen, toevertrouwd. - Ik vond het nodig om hier deze woorden aan toe te voegen om te voorkomen dat jij, Mijn Cyrenius, zou gaan denken dat Ik zou menen dat jij en je neef als overweldigers op de heerserstroon zouden zitten. - En nu verder met onze beschouwing over het onkruid op de goede akker!"
Hoofdstuk 104: De zelfzucht als oorsprong van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Uit de nu als laatste beschreven ineenschrompeling ontstonden, en ontstaan nog, de planetaire zonnen, zoals die welke deze aarde beschijnt. De zonnen van deze soort zijn weliswaar in wezen veel teerder en zachter dan de centraalzonnen, maar bezitten toch een kolossale hoeveelheid zware materie tengevolge van de eigenliefde van hun aeonenmaal aeonen geesten, door welke eigenliefde nu juist zo'n zon zich tot een klomp gevormd heeft. Voor de meer edele en betere geesten in deze lichtklomp wordt mettertijd de druk van de kant van de lagere geesten die geheel materie geworden zijn, dan toch weer veel te zwaar en onverdraaglijk. Het gevolg daarvan is, net als bij de eerdere zonnen, gewelddadigheid en uitbarsting na uitbarsting, en de betere geesten maken zich vrij.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Door dit voortdurende opzuigen en verslinden wordt zij ook steeds dichter en dichter en zwaarder en zwaarder. Mettertijd wordt zij door de zon waaruit zij is ontsnapt, weer zodanig aangetrokken dat zij er ordelijk omheen moet gaan draaien. Als zij zich eenmaal zo'n orde moet laten welgevallen, wordt zij net zo'n planeet als deze aarde, de morgen en avondster, of Mars, Jupiter en Saturnus en enige van de jullie onbekende planeten.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Nu is er dus een planeet ontstaan en die heeft steeds een verschrikkelijke honger, en omdat zij nu nauwere banden met de zon heeft dan daarvoor als komeet, krijgt zij van haar ook voldoende voedsel, dat tegelijkertijd een lokmiddel is om degene die ontsnappen wil steeds dichter en dichter tot zich te trekken en na lange tijden weer geheel in zich op te nemen, - een prijzenswaardige wens van de oorspronkelijk geschapen geesten in de zon, die echter wat betreft de zeer grote planeten, waartoe ook deze aarde gerekend kan worden, zeker nooit op die wijze in vervulling gaat. Want ofschoon de in de planeten verbannen geesten nog zeer stoffelijk zijn, kennen zij de zonnematerie en hebben zij geen speciale behoefte en helemaal geen zin zich nog ooit weer geheel met de zon te verenigen. Zij nemen de uit de zon naar hen toekomende geesten en geestjes als een goede versterking en voeding heel graag op, maar van een algehele vereniging met de zon willen zij niets weten.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (De Heer:) "Een deel van zulke ontbonden geesten wil echter nog op de een of andere planeet de weg van het vlees doormaken. Enigen doen dat ook op de zon, in een zone die hun natuurlijk het meest aanstaat; naar deze aarde gaan er echter maar heel weinig, daar het lichamelijke leven hun hier te moeilijk voorkomt omdat zij hier zelfs iedere herinnering aan een vroeger bestaan moeten opgeven en helemaal vanaf het begin een nieuw bestaan moeten opbouwen, en dat is op de andere planeten en hemellichamen niet het geval:
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Alleen bij alle mensen van deze aarde doet zich het volkomen unieke geval voor, dat zij al hun herinneringen kwijtraken en daarom vanaf het begin met een geheel nieuwe levensorde en -ontwikkeling starten, die zo gemaakt is dat ieder mens tot een volkomen evenbeeld van God kan uitgroeien.
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar daarom kan ook slechts een ziel op deze aarde geïncarneerd worden, als deze afkomstig is van een zon waar zich nog alle oerelementen bijeen bevinden en waar zij reeds een lichamelijk bestaan heeft doorlopen en zodoende al die specifieke ziele-intelligentiedeeltjes in zich heeft die voor het voltooien van de hoogste vorm van geestelijk leven nodig zijn, -óf als deze direkt afkomstig is van deze aarde en voordien alle drie de zogenoemde natuurrijken heeft doorlopen, vanaf de grofste steen materie door alle mineraallagen, vandaar door de totale plantenwereld, en tenslotte door de gehele dierenwereld in het water, op de aarde en in de lucht.
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Want daar behouden de geïncarneerde geesten altijd een soort droomherinnering aan de vroegere bestaanstoestanden en het gevolg daarvan is, dat de mensen op de andere planeten en hemellichamen van het begin af aan reeds veel wijzer en bedachtzamer zijn dan op deze aarde. Maar daarom kunnen zij ook geen hogere trap van het vrije leven bereiken. Zij lijken, zoals reeds eerder ter sprake kwam, meer op de dieren van deze aarde, die reeds van nature voor hun bestaan toegerust zijn met die bepaalde, instinctmatige ontwikkeling waarin zij altijd een grote vaardigheid en perfectie aan de dag leggen, zodat de mens hun met al zijn verstand in heel veel niet zou kunnen evenaren. Maar probeer eens een dier in andere zaken te onderrichten en je zult het niet veel nuttigs bij kunnen brengen!
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Daarom bevinden zich op deze aarde ook meer verschillende soorten mineralen, planten en dieren dan op alle andere planeten en zonnen, natuurlijk ieder afzonderlijk genomen. Alle bij elkaar zouden wel een groter aantal soorten opleveren, maar op ieder ander hemellichaam apart vindt men in de gehele scheppingsruimte niet het honderdduizendste deel van het aantal soorten dat hier op deze aarde in ieder van haar drie rijken voorkomt. Juist daarom is ook alleen maar deze aarde aangewezen om in de waarste zin van het woord Gods kinderen te dragen.
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Hoe en waarom is dat zo? Er is met deze aarde iets heel bijzonders aan de hand. Zij behoort weliswaar nu als planeet bij deze zon, maar strikt genomen is zij niet afkomstig uit deze zon zoals alle andere planeten, uitgezonderd die ene tussen Mars en Jupiter, die echter door bepaalde, kwade oorzaken reeds zesduizend jaar geleden is verwoest, of eigenlijk door zichzelf en door haar bewoners werd verwoest. Deze aarde ontstond oorspronkelijk uit de oercentraalzon en is in een bepaald opzicht wat de tijd betreft voor jullie onvoorstelbaar veel ouder dan deze zon. Toch is zij eigenlijk pas begonnen stoffelijk te worden nadat deze zon reeds lang als een gevormde hemelklomp de eerste omloop om haar centrale zon had aangevangen, en zij heeft toen haar feitelijke, stoffelijke lichaam toch hoofdzakelijk uit deze zon naar zich toe getrokken."
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Vele duizendmaal duizenden aardse jaren geleden was zij (de aarde) aanmerkelijk zwaarder en haar geesten stonden onder grote druk. Toen ontstaken de kwade geesten echter in toorn en zij maakten zich met vrij veel zeer grove materie van haar los en zwermden gedurende vele duizenden jaren in een zeer onregelmatige baan om deze aarde.
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239  ...