15542 resultaten - Pagina 226 van 1037
... 214 - 215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 ...
[3] Toen ging onze gastheer naar zijn kelder en bracht ons een paar kruiken vol bosbessensap, dat geheel als wijn smaakte omdat het in feite ook wijn was; want het druifje, momenteel ook 'Johannisdruifje" genoemd, hoort Immers ook tot de verschillende druivensoorten; de vrucht ervan is ongeveer de kleinste druivensoort. Kortom, we dronken deze boswijn met een beetje water vermengd heel graag, en het deed de heer des huizes veel plezier dat de wijn ons zo goed smaakte.Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Dat verbaasde DE WAARD uitermate en hij zei: 'Wel, ik ben werkelijk erg nieuwsgierig naar dit kunststuk!"
Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] IK zei: 'Zie, ieder mens oordeelt naar zijn verstand, en zo ook jij, en het zou helemaal niet aardig van Mij zijn daar iets tegenin te brengen! Als je tot een dieper inzicht zult komen, zul je ook anders oordelen; daarom praten we hier niet eerder over! Je hebt Me voor vandaag nog om een zogeheten kunststukje gevraagd, en dat wil Ik ook doen. Maar opdat je niet bij jezelf denkt dat Ik alleen maar kan uitvoeren wat Ik kan moet jij zeggen wat Ik voor je moet doen!"
Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] DE WAARD zei tegen de sterke broers van het zieke zusje: 'Ga naar haar vertrek en breng haar met bed en al hierheen! "
Hoofdstuk 262: De genezing van de kreupele dochter van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Maar nu begrijp ik ook de eerste begroeting van onze dierbare wonderbaarlijke gast: 'Vrede zij met je!' en 'Gods rijk is nabij gekomen!' Luister, mijn huisgenoten, dit is een hoogst bijzondere lieveling van God, een nieuwe, grote profeet! Hem moeten wij hoog vereren omwille van God en we moeten naar hem luisteren!"
Hoofdstuk 262: De genezing van de kreupele dochter van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Dit gebeurde en HET GENEZEN MEISJE stond van haar bed op, trok snel het hoogstnodige aan, liep toen snel naar Mij toe, pakte haastig Mijn hand en drukte die met tranen van dankbaarheid tegen haar mooie mond en haar hart, en zei toen snikkend van dankbaarheid en grote, zalige vreugde: 'O, waarachtig almachtige vriend en meester! Daar u alles mogelijk is, zal het u ook niet onmogelijk zijn om in mijn hart te kijken; daar zult u in het gloeiendste liefdesschrift de dank geschreven vinden die ik u eeuwig verschuldigd zal zijn!"
Hoofdstuk 262: De genezing van de kreupele dochter van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] DE WAARD zei: 'Ja, helaas, - een van mijn liefste dochters; - maar zij zal moeilijke te helpen zijn! Ze is nu twintig jaar oud en was een monter en vlijtig kind. Ze ging een jaar geleden met deze oudste en sterkste zoon van mij naar Nahim om zout te halen. op de terugweg, gleed ze daar uit waar het 't steilst is en viel meer dan vijf manshoogten diep op een uitspringende rots en brak door de val haar.handen en voeten. Meer dan driekwart jaar leed ze de ergste pijnen; na die tijd werd de pijn weliswaar minder, maar ze verschrompelde wel en werd dermate kreupel dat ze haar bed nooit meer heeft kunnen verlaten. Meester der meesters, als u in staat bent om deze dochter van mij te genezen, zou ik bijna gaan geloven, dat u nagenoeg geen ding meer onmogelijk is!"
Hoofdstuk 262: De genezing van de kreupele dochter van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] IK zei: 'Blijf in deze liefde, zij zal je veel zegen brengen! Maar ga nu aan onze tafel zitten, eet en drink en wees blij! En als je weer naar Nahim gaat, moetje niet zo huppelen als een gazelle, maar heel bescheiden op het enigszins gevaarlijke voetpad lopen, dan zul je niet meer een dergelijke schade aan je lichaam oplopen! Zorg datje het onthoudt, Mijn overigens allerliefste dochter Eliza! Ga nu zitten, wees rustig, en eet en drink!"
Hoofdstuk 262: De genezing van de kreupele dochter van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Nu ging Eliza naar haar vader die haar onder tranen van dankbaarheid aan zijn hart drukte, haar toen tussen zichzelf en zijn vrouw een plaats aanwees en haar te eten en te drinken gaf van alles wat er was; bijzonder goed smaakte haar Mijn wijn die van water was gemaakt.
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Deze gedenkwaardige jongen heeft ons gedurende drie dagen in de tempel haarfijn bewezen dat hijzelf de beloofde Messias zou zijn! Daarna heb ik om verschillende redenen vrijwillig de tempel verlaten en ben naar deze eenzame plaats gegaan; later ben ik er nooit meer geweest, ook niet ergens anders, en ik kan dan ook niet weten wat er van deze knaap geworden is. Ik was weliswaar toen een tegenstander van hem; maar het duurde niet zo lang of de beweringen van de knaap werden me steeds duidelijker, de tempel begon me daarentegen steeds meer tegen te staan en steeds ondraaglijker te worden.
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] IK zeg: 'Zie, juist om die reden ben Ik nu naar jou toegekomen; want Ikzelf ben die knaap die het toen in de tempel de oudsten, Farizeeën en schriftgeleerden flink lastig heeft gemaakt! En nu je dit weet zal het je ook heel gemakkelijk duidelijk worden, waarom Ik meteen bij Mijn komst tegen je zei: 'Vrede zij met je en je huisgenoten! Gods rijk is nabij gekomen!' Maar morgen zullen we hierover pas verder spreken! Laat nu echter voor ons goede slaapplaatsen klaarmaken, opdat we van onze kleine vermoeidheid herstellen en morgen weer daadkrachtig zijn!"
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Toen we opstonden van tafel kwam de genezen dochter nog een keer naar Mij toe en dankte Mij innig voor het genezen van haar kwalen, en dat deden de waard, zijn vrouwen zijn andere kinderen eveneens; want allen mochten de mooie en opgewekte Eliza heel graag en ze waren daarom zo blij dat ze hun Eliza nu weer helemaal fris en gezond voor zich hadden. Ik gaf hun allen Mijn zegen en begaf Me toen met Mijn leerlingen snel ter ruste.
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Hierna ging Ik met Barnabe en sommigen van Mijn leerlingen naar buiten en Barnabe liet ons zijn bezittingen zien. Wetrokken door het hele plaatsje dat uit ongeveer twintig huizen bestond; het zag er echt lieflijk en overal zeer schoon uit.
Hoofdstuk 265: Eliza getuigt voor de Heer. De toegangspaden naar het dorp in de bergen ondergaan een verandering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar terwijl de vrouwen er nog met elkaar over spraken kwam Eliza ons al heel vlug achterna en nodigde ons uit voor het ochtendmaal. Toen de vrouwen Eliza zagen, schrokken ze gewoonweg en vertrouwden amper hun ogen; maar tenslotte gingen ze toch naar haar toe en vroegen haar, hoe dat toch gegaan was.
Hoofdstuk 265: Eliza getuigt voor de Heer. De toegangspaden naar het dorp in de bergen ondergaan een verandering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Daarop keerden we weer om en gingen naar Barnabe's huis, waar ons een rijkelijk ochtendmaal wachtte. Dat zowel de mannen als ook de vrouwen en kinderen ons daarheen volgden, spreekt natuurlijk vanzelf; ze bleven daar die hele dag, de leerlingen onderwezen hen over Mij en over Mijn zending vanuit de hemelen hier naar de aarde, en allen geloofden nu in Mijn naam.
Hoofdstuk 265: Eliza getuigt voor de Heer. De toegangspaden naar het dorp in de bergen ondergaan een verandering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)