Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 227 van 1490

...  215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240  ...
[2] Omdat het geheel echter op enkele brokken na volkomen week en voor de helft vloeibaar was en alles voortdurend ronddraaide, vormde zich tenslotte een grote bol, waarvan de asomwenteling voor haar kleine doorsnede veel te langzaam was om op haar toch niet geringe oppervlakte te zorgen voor een gelijkmatige verdeling van de vloeistof, terwijl daarentegen haar omloop om deze aarde erg snel was, zodat alle vloeistof steeds op de van de aarde afgewende zijde moest blijven op grond van het oude gewicht tijdens het uitstoten.
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Daardoor werd echter het eigenlijke zwaartepunt van deze ronde klomp steeds meer naar die kant verschoven waar zich voortdurend alle vloeistof bevond, en zo moest in de loop van de tijd de te langzame eigen asrotatie tenslotte geheel ophouden toen door het vaster worden van de klomp het water niet meer zo snel door kon sijpelen en de meegenomen golven tegen de ontstane hoge bergwanden te veel braken en weerstand ondervonden. De gehele klomp begon toen de aarde, die hem uitworpen had, slechts één en hetzelfde gezicht te laten zien.
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (De Heer:) "Jullie hebben over de erfzonde gehoord - tenminste zeker jullie Joden! Wat is dat en waaruit bestaat deze? Kijk en luister!
Hoofdstuk 108: Het erfelijk kwaad van de eigenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Het waren allemaal weliswaar gevolgen van de noodzakelijke prikkel die Ik terwille van het beseffen van de eigen, vrije wil in de geesten moest leggen, maar hoewel de prikkel noodzakelijk was, was de zondige vorming van de stoffelijke werelden als gevolg daarvan, beslist niet noodzakelijk. Deze was slechts een binnen Mijn orde toegelaten, helaas noodzakelijk gevolg van het feit dat zoveel geesten de prikkel niet wilden weerstaan, hoewel zij het gekund zouden hebben, -evenals zesmaal zoveel oergeschapen geesten dat konden, waarvan er nu één hier klaar staat om ons te dienen en de naam Raphaël draagt.
Hoofdstuk 108: Het erfelijk kwaad van de eigenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Laat je niet door de eigenliefde overmeesteren, maar bestrijd deze eenvoudig en krachtig met het gloeiende zwaard van de ware, geheelonbaatzuchtige liefde tot Mij en tot je naaste broeders en zusters, dan zullen jullie de akker vrij houden van alle onkruid en eens zelf als zuivere en kostbare vrucht in Mijn rijk binnengaan en daar nieuwe en puur geestelijke scheppingen aanschouwen en besturen in eeuwigheid!
Hoofdstuk 108: Het erfelijk kwaad van de eigenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Niemand was begrijpelijkerwijs op deze uitleg voorbereid geweest, en door alle aanwezigen ging een gevoel van verbazing en verwondering, dat net als Mijn uitleg met niets te vergelijken viel.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] IK zeg: "Juist nu, nu Ik Zelf alle materie zegen doordat Ik Mijzelf in jullie oude vloek heb gehuld en hem daardoor de zegen heb gebracht! De gehele oude orde van de hemelen houdt op en ook de hemelen houden op, en nu wordt op het fundament van de thans door Mij gezegende materie een nieuwe orde en een nieuwe hemel gemaakt, en de hele schepping moet, evenals deze aarde opnieuw ingericht worden. .
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar laat ieder oppassen dat hij deze tempel niet opnieuw verontreinigt door het oude, giftige onkruid van de eigenliefde! Neem je vooral dáárvoor in acht, dan zullen jullie ook je vlees en bloed heiligen; en als de reine geest in jullie de alleenheerschappij verkrijgt, zal in hem en door hem niet alleen de ziel, maar ook het lichamelijke vlees en bloed met huid en haar opstaan tot het volmaakte, eeuwige leven!
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Ja eens zullen er op deze aarde zelfs nog mensen zijn voor wier blik de gehele schepping als een verborgen geschrift van God zal zijn uitgerold; maar niemand zal zo'n genade ontvangen die niet eerst in Mijn naam heeft geloofd en daarin werd gedoopt!"
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] En dat was goed, want nu kunnen de te hardnekkige geesten ondervinden hoe goed het is in een zeer droge en haast van alle voedsel verstoken materie opgesloten te zitten. En tevens dient dit deel van de maan (want de klomp waarvan sprake is, is de maan) sinds deze aarde door mensen bewoond is, ook om mensenzielen die te veel van de wereld houden, daarheen te verwijzen. Van daar uit kunnen zij, voorzien van een fijnstoffelijke omhulling, hun mooie aarde ver weg op een afstand van meer dan honderdduizend uur gaans, enige duizenden jaren lang meer dan voldoende bekijken en zichzelf beklagen omdat zij niet meer haar gierige bewoners zijn. Dat zij echter ondanks al hun verlangen niet weer naar beneden op de aarde kunnen komen, daar is wel heel goed voor gezorgd. Maar ettelijke aeonen aardse jaren zullen op den duur ook de allerhardnekkigsten tot bezinning brengen!
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Maar Ik voeg het volgende daaraan toe: "Voor degene die niet gelooft en niet in en door Mijn naam en Mijn woord gedoopt wordt met water en geest, zal alles bij het oude blijven! Zij zullen aan gene zijde niet in Mijn rijk komen en Mij aanschouwen, maar zij zullen aan de buitenste grenzen van Mijn rijk blijven, waar veel duisternis en nacht zal zijn en veel gehuil en tandengeknars. En het zuivere levenslicht van de hemel zal hen slechts bereiken zoals het licht van een kleine vaste ster tot deze aarde doordringt, en zij zullen van Mijn ware levenshemelen evenveel weten als de mensen hier nu van het uiterlijk van de vaste sterren en wat zich daarop bevindt. En ook al denken de mensen dag en nacht gedurende duizendmaal duizend eeuwen erover na wat die glanzende punten daar boven zijn, dan zullen zij na deze lange tijdsduur evenveel weten als nu. Wel zullen er in de loop der tijd mensen komen die apparaten uitvinden om ver verwijderde voorwerpen zo te kunnen zien alsof zij vlak bij staan; maar met de vaste sterren zullen zij dat nooit bereiken, omdat deze veel te ver van de aarde af staan.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De Joden hebben wel de besnijdenis, die een voorloper is van de doop en die op zichzelf en voor Mij geen enkele waarde heeft als de besnedene niet ook tevens een besneden hart heeft. Ik bedoel met een besneden hart een gereinigd en met alle liefde vervuld hart, dat meer waard is dan alle besnijdingen vanaf Mozes tot en met nu. Na de besnijdenis kwam een tijdlang de waterdoop van Johannes, die door zijn leerlingen wordt voortgezet. Deze doop betekent op zichzelf echter ook niets, als de verlangde boetedoening daaraan niet reeds voorafgaat of er toch heel zeker op volgt.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De echte en voor Mij alleen geldige doop is die met het vuur van de liefde tot Mij en de naaste, en met de levende, vurige wil, en met de heilige geest van de eeuwige waarheid uit God. Deze drie punten zijn het die in de hemel voor iedereen een geldig getuigenis geven. Het zijn: de liefde, als de ware Vader; de wil, als het levende en daadwerkelijke woord of de Zoon van de Vader; en tenslotte de Heilige Geest, als het juiste begrip van de eeuwige en levende waarheid uit God, maar dan levend werkzaam in de mens en alleen maar in de mens! Want wat niet in de mens is en niet uit de geheel eigen wilsimpuls geschiedt, heeft voor de mens geen waarde en omdat het voor de mens geen waarde heeft en kan hebben, daarom kan het ook voor God geen waarde hebben.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Omdat hun geslacht, afstammend van Adam, van boven was en tot aan de huidige tijd voor het grootste deel nog is, en daartoe bestemd was dat Ik in zijn midden in de wereld en in deze materie kon komen tot heil van alle schepselen. Je hebt toch gehoord hoe nu de materie in haar geheel door Mij werd gezegend en geheiligd, omdat ook Ik Mijzelf in de materie gehuld heb?! In je hart stem je daarmee in! Kijk, vóór Mijn nederkomst op deze aarde lag, zoals je nu weet, meer of minder de vloek daarop, -niet omdat God haar vervloekt zou hebben, maar omdat zij door eigenliefde, zelfzucht, hoogmoed en heerszucht als een samengeklonterd geestelijk geheel zichzelf tot vloek is geworden!
Hoofdstuk 111: Over de voedingsvoorschriften van Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De dieren die zich meteen toen deze aarde bevolkt werd bij de mensen gevoegd hebben -zoals het rund, het schaap, de geit en van de vogels het hoen en de duif -, zijn beslist van zuiverder aard en hebben een zachter karakter, en hun vlees bekwam de mens die van boven kwam het best, zeker in verband met het reiner houden van de ziel; alleen moesten zelfs deze dieren volkomen gezond zijn en mochten zij ook niet in de bronsttijd geslacht worden, omdat in die tijd ook het overigens reine dier onreiner is.
Hoofdstuk 111: Over de voedingsvoorschriften van Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  215 - 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240  ...