17481 resultaten - Pagina 228 van 1166
... 216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 ...
[8] Ik was er aan de ene kant zeker niet veel beter aan toe met mijn kennis der waarheid, en mijn wijsheid bestond merendeels uit de Griekse filosofie, hoewel ik de goddelijke Schriften van de Joden een hogere waarde toekende, -maar mij ontbrak de hoofdwortel, waardoor deze heerlijke boom bij mij dan ook geen vruchten kon dragen."Hoofdstuk 220: Het verval van de Egyptische en de Indische wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Onderweg ontmoette ik iemand die zich bij mijn karavaan aansloot en die in Perzië en zelfs bij de mensen van het oude geloof geweest was (Birmanen). Over hen vertelde hij mij wondere zaken. Na drie dagen werden wij het er samen over eens om via Perzië naar de beroemde mensen van het oude geloof te reizen. Onze reis daarheen, die vele gevaren en ongemakken met zich meebracht, duurde vijf volle weken. Wij vonden aldaar een ontzettend streng levend, boetedoend volk, dat echter overigens zeer gastvrij was en ons werkelijk met alle liefde opnam. Met de taal ging het mij weliswaar slecht, maar mijn gids was deze machtig. Hij vertaalde alles voor mij en maakte zodoende overleg mogelijk tussen mij en de beroemde mensen van het oude geloof, die di rekte afstammelingen moeten zijn van Noach. In korte tijd had ik mijzelf zoveel van hun taal eigen gemaakt dat ik met de goede mensen kon spreken. Ik vroeg natuurlijk vooral inlichtingen verband houdend met hun overtuiging over een leven in het hiernamaals.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[29] God vrees ik niet omdat Hij zeker te wijs moet zijn om er genoegen in te scheppen een arme, nietige worm in het stof te kwellen, die Hij, als Hij hem te lastig vindt, duizendmaal met één zuchtje kan vernietigen. God als zeer wijs wezen kan daarom redelijkerwijs van mij geen verering en aanbidding en geen liefde eisen, omdat Hij mij ongevraagd in een ellendig bestaan heeft geplaatst, dat mij door de woorden van heers en winzuchtige mensen leert hopen op een gelukzaligheid in het hiernamaals. Zo'n leer zou ik moeten aanvaarden als de zuivere waarheid, terwijl mij van alle kanten duizend en nog eens duizend ervaringen het pure tegendeel overtuigend laten zien en de grote natuur uit al haar graven luid roept: 'Mens, je hele leven duurt slechts van vandaag tot morgen!'
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] PHILOPOLD zegt: "Vriend, ik heb alles gehoord wat je in het bijzijn van ons allen tot de Heer hebt gezegd! Ik besefte daardoor dat ik vroeger niet veel anders heb gedacht en gesproken, maar de reden daarvoor lag bij mijzelf. Ook ik zocht op plaatsen waar ik nooit iets verloren had, maar daar waar ik iets had verloren, zocht ik niet en daarom vond ik ook niets. Pas toen deze Heer en Meester van boven en van eeuwigheid tot ons kwam, werden mij de ogen geopend! Ik herkende wie ik ben en waarom, en ik herkende ook wat de mens eigenlijk is en waarom hij er is! En nu, vriend, is alles licht in mij en geen duistere twijfel verspreidt nog ergens schaduw in mijn helverlichte wezen! Dat zal zeker binnenkort ook met jou het geval zijn!"
Hoofdstuk 219: Waar men de waarheid moet zoeken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Toen mij echter enige weken geleden het onschatbare geluk ten deel viel deze goddelijke Meester te ontmoeten, verdwenen plotseling alle duistere wolken, en Gods levenszon straalde in mijn ziel! In dit heilige licht herkende ik pas mijn wezen en het wezen van God. Nu zag ik ook pas, wat ik God, de enige heilige Vader, Hij die eeuwig de zuiverste liefde is, schuldig ben.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Het kan trouwens ook best waar zijn; wat ik niet kan beoordelen, omdat mijn kennis van de sterren echt mijn zwakste punt is! Wie zou zich echter ook maar kunnen verbeelden dat de sterren, die kleine lichtpuntjes aan de hemel, werelden zouden zijn en dan ook nog grotere dan onze aarde, waarvan nog geen mens ooit het eind heeft gezien?!
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik vraagje, bezweer het mij; want je hebt in mij een te machtig verlangen gewekt om nu in deze zeer gedenkwaardige zaak verder ingewijd te worden! In Mozes is daar echt geen spoor van te vinden, zelfs niet de geringste aanduiding, want in zijn scheppingsgeschiedenis staat daarover geen enkel woord. Geen mens kan toch al begrijpen wat hij eigenlijk met zijn Genesis heeft willen zeggen!"
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Toen de Heer ons van Kis uit in Kana bezocht, was er evenals nu ook een hemelse geest, bekleed met een etherisch lichaam, bij ons. Deze engel nam op bevel van de Heer de blinddoek van de ogen van mijn 1 ziel weg en op dat zelfde moment kwam het volle bewustzijn van mijn bestaan op een vroegere, andere wereld in mijn herinnering terug.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ik herkende meteen die heerlijke, grote wereld waarop ik vóór het bestaan op deze aarde lichamelijk heb geleefd en gewerkt, ja, ik zag zelfs mijn daar nog lichamelijk levende en werkende ouders en geliefde broers en zusters, en de engel bezorgde mij zelfs hier op deze aarde enige zaken die mij daar toebehoorden, die ik meteen als ontegenzeggelijk echt herkende.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Pas vanaf dat moment begreep ik de onschatbare waarde van mijn leven, alsook van het leven van ieder mens, en ik kan God de Heer en al mijn medemensen niet genoeg loven, liefhebben en prijzen!
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] O, Hem zij daarom nu alle lof en mijn liefde, Hem de enig ware, goede en heilige, grote Weldoener der mensen! Hoe verheven en groot is de stralende gedachte, die als een zon uit het donker van de nacht in mijn hart opgaat!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Nu zeg IK tegen Murel: "Het is voldoende, het voldoet volledig, Mijn beste vriend Murel! Ik kende je reeds lang en wist wel wat er in jou verborgen lag. omdat je zoveel in zo kórte tijd hebt begrepen, zul je nog veel meer begrijpen!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] MUREL zegt: "O roep der roepen, stem der stemmen, woord der woorden, voor de eerste maal door mijn domheid herkend en begrepen! Wie kan U weerstaan, als hij U in zijn hart herkend heeft?! O, hoe verheven, heilig, groot en lieflijk en hoe bijna huiselijk bekend klinkt U door de heilige Vadermond het zo lang van Uw hart verdreven, zwakke kind tegemoet! Hoeveel maal duizend en nogmaals duizend zaligheden stromen mij tegemoet door één zucht uit de mond van Degene, die eens het 'Wordt!' in de eindeloze ruimten naar buiten donderde, waarop het begon te ontwaken en zich te bewegen in alle eindeloze ruimten, die geen eeuwigheid kan meten en ooit zal meten!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MUREL zegt: "Ik dank je, mijn geestelijk zeer ontwikkelde vriend en broeder Philopold! Je hebt mij nu iets onthuld, waarvan Salomo in zijn hoogste wijsheid waarschijnlijk nooit heeft gedroomd. Het geheel is echter zo bijzonder buitengewoon, dat iedere denker daar meteen vanaf het begin aan zou moeten twijfelen, omdat in ons uiterlijke mensenverstand geen vonkje van een nog zo gering vermoeden daarvan aanwezig is. Maar toch kan ik daar thans niet in het minst meer aan twijfelen. Want als het niet gebaseerd zou zijn op jouw nuchtere, eigen ervaring, zou je mij dat ook onmogelijk hebben kunnen vertellen, omdat een mens zoiets, zolang de aarde mensen draagt, nog nooit heeft kunnen bedenken. Jij zou dat ook nooit bedacht hebben als je niet door deze enorme ervaring zover was gekomen. Want geen mens zuigt zoiets uit zijn duim; het is een hoogst wonderbaarlijke openbaring van boven en ik neem deze als zichtbaar waar aan, alsof ik het zelf had beleefd.
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Omdat U, heilige Meester, die dingen weet, die alleen maar Diegene kan weten die ze heeft geschapen, zeg ik: Ook al bent U, heiligste Vader, voor ons ook in het vlees verborgen, toch herkent mijn hart U! U bent precies Dezelfde Die door Mozes op de Sinaï Uw uitverkoren volk de heilige levenswetten hebt gegeven en Die door de mond van de geheiligde profeten steeds tot het volk hebt gesproken! U bent de door U Zelfbeloofde, en vervult nu het grote Godswoord van Uw eeuwige Vaderliefde aan Uw nu nog zwakke en onmondige kinderen. Laat ons spoedig manlijk en sterk worden, dan zal uit ons hart en uit onze onsterflijke mond U lof betuigd worden op een wijze zoals al de hemelen U, o heilige Vader, nog nooit hebben geloofd! , ..
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)