Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 228 van 263

...  216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241  ...
[2] Na een poosje treedt de mooie Helena naar voren en zegt: 'Maar liefste Robert, hoe kun je ook maar een seconde aarzelen met het uitvoeren van de wil van de Heer! Als de Heer mij zo'n opdracht had gegeven, was ik er allang mee klaar geweest; maar jij komt eerst met een heleboel zinloze verontschuldigingen aan, hoewel je weet dat je bij de Heer nooit kunt afdingen. Want Zijn woord komt steeds voort uit Zijn liefdevolle, wijze ordening en moet vervuld worden. Zonder deze vervulling valt er onmogelijk ooit aan enig heil te denken. Als jij dan het woord uit de mond van God verneemt, wat aarzel je dan? Kom toch in actie, zodat de achtenswaardige troep merkt dat je karakter hebt! Denk eens terug aan de dappere Cado, die op een heel bijzondere manier zelfs satan de moed heeft ontnomen. Toen heb je al dienst gedaan als bescherm geest en nu beef je voor deze nauwelijks honderd man tellende groep. 0, dat siert de grote naam van Robert Blum helemaal niet!'
Hoofdstuk 85: Roberts eerste contact met de troep soldaten. Hij probeert hun opheldering te geven over het geestelijke rijk. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Met deze troep militairen daarentegen zullen we het gemakkelijker hebben. Zij hebben nu voor ons pas op de plaats gemaakt, omdat wij hun zijn opgevallen. Zij zijn hier op patrouille en zijn nu van plan om ons te vragen wat we hier doen. Bij deze gelegenheid zullen we hun dadelijk waarheidsgetrouw meedelen wie wij zijn en wat we willen, en we zullen hen dan uitnodigen ons te volgen naar het rijk des levens. Maar, Mijn beste Robert, nu ben jij weer eens aan de beurt. Jij moet hier namens ons allen het woord voeren. Let daarom maar heel goed op!'
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] De eminentie zegt: 'Wie zichzelf verheft, zal vernederd worden! Dat staat ook geschreven! Begrijp je dat, eigenwijze koster?' De koster zegt: '0 ja, ik heb dat voor mezelf uit de praktijk allang begrepen, want bij mij was van een verheffing beslist geen sprake. Als ik echter tegenover u, onchristelijke eminentie, de lof van Christus en Zijn heilig woord verkondig, is dat toch zeker geen verheffing van mezelf. U laat uzelf nog steeds met eminentie aanspreken, hoewel u weet, dat Christus de Heer toch nooit een eminentie heeft aangesteld! Dat is eigenmachtige zelfverheffing en dus een gruwel 'Voor God! Begrijpt u dat?'
Hoofdstuk 81: De koster over christelijke gelijkheid en kerkelijke ongelijkheid. De hoofdcelebrant verdoemt de 'ketter'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] De Heer zegt: 'Wees niet slechts hoorders van Mijn leer, maar handel ernaar; dan pas zullen jullie in haar de kracht van Gods Geest leren kennen!' Maar hoe zal zo'n pas ingewijde leerling ooit aan deze kennis komen, als het lezen van de bijbel hem wordt verboden? Hij kan zo niet eens een hoorder, laat staan een uitvoerder van Gods Woord worden. Wanneer hij echter geen gevolg kan geven aan dit dringende verzoek van Christus, zeg dan eens, hoe moet hij dan de machtige geest Gods deelachtig worden?
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Jullie hebben nog nooit in Christus geloofd, want anders zouden jullie hebben gedaan wat Hij heeft geleerd. Alleen jullie leerstellingen waren voor jullie een kostbaar kunstwerk, waarbij Christus enkel als verveloze omlijsting mocht dienen. O, jullie schandelijke volksbedriegers, jullie houden jezelf voor goden en verdoemen Gods woord als het voor je geldbuidel niets oplevert!
Hoofdstuk 79: Verhelderende woorden van de ketterse koster. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Zegt u mij eens, hoeveel aartsbisschoppen en kardinalen waren er dan op aarde tegelijkertijd aan de Stefanusdom te Wenen aangesteld? Hier zijn jullie als hoge geestelijken alleen al met bijna honderd bij elkaar! Wanneer waren er in Wenen zoveel aartsbisschoppen en kardinalen werkelijk tegelijkertijd aangesteld? Van verscheidene tegelijk wordt in de geschiedenis met geen woord gerept, ook niet in die van de roomse kerk en de pausen! Als de eminenties hier nu echter reeds enkele honderden aardjaren bij elkaar hokken als kikkers tijdens hun winterslaap, kan dat toch niet op de natuurlijke wereld plaatsvinden, maar slechts alleen in de geestenwereld.
Hoofdstuk 81: De koster over christelijke gelijkheid en kerkelijke ongelijkheid. De hoofdcelebrant verdoemt de 'ketter'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] De bevoegdheid die de Heer Zijn leerlingen ogenschijnlijk heeft gegeven, was en is slechts die van de Heilige Geest Gods in de mens. Wie leeft volgens Gods woord waardoor alles ontstaan is, ontvangt ook Gods geest, want Gods woord is namelijk de Heilige Geest uit de mond van God, die binnenvloeit in de harten van alle mensen die het Godswoord daadwerkelijk in zich opnemen. Eenmaal in het bezit van Gods geest, die mijn hart maakt tot een tempel van de diepste wijsheid uit God, kan ik dan ook tot een zondige broeder die blijk geeft van berouw en verbetering, zeggen: 'Je zonden zijn je vergeven'. Is hij echter hardnekkig en wil hij zijn valsheid en slechtheid niet opgeven, dan kan de van Gods geest vervulde ook zeggen: 'Vriend, omdat je volhardt in het kwaad kan je zonde je niet vergeven worden!' Als men echter gelooft dat men de Heilige Geest ontvangt door bepaalde sacramentele ceremonieƫn zoals de nietszeggende waterdoop, de toediening van het vormsel en zelfs de zogenaamde priesterwijding, heeft dat niets anders tot gevolg dan de vorming van een onverdraaglijk kastenstelsel, waar de Heilige Geest verder van verwijderd is dan de hemel van de aarde.
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] De koster zegt: 'We zijn nu eenmaal in de geestenwereld, of jullie het geloven of niet! Daarom zeg ik: toen ik nog op aarde was, hechtte ik ook veel geloof aan de kerk, maar toen er berichten over de heilige Spaanse inquisitie kwamen, waaruit men kon opmaken hoe lief en zachtmoedig zij daar met haar verloren lammetjes omging, heb ik heel andere opvattingen gekregen. Wat hebben die honderdduizenden dan misdaan, dat zij tot grotere eer en glorie van God zo gruwelijk moesten worden verbrand?, vroeg ik stomverbaasd, en het antwoord luidde botweg: 'Omdat ze de bijbel hebben gelezen en zodoende verwerpelijke ketters zijn geworden!' 'O Heer!', riep ik bij mezelf uit, 'is het mogelijk, dat mensen die het om Uw heilige woord te doen is, van roomse moordenaars zo'n beloning moeten krijgen? Heer, hebt U dan geen bliksem en geen zondvloed meer om Spanje en Rome voor eeuwig uit te roeien?'
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] O, jullie huichelaars! Waarom onthouden jullie de gelovigen het zuivere woord van God? Kijk, dat doen jullie omwille van het geld en uit vrees dat Gods woord het volk de ogen zou kunnen openen, waardoor jullie ontmaskerd zouden worden! Daarom verbieden jullie het en ook omdat jullie het zelf niet geloven, maar desondanks komt het woord toch onder het volk en dit weet nu maar al te goed wat voor mentaliteit jullie hebben!
Hoofdstuk 79: Verhelderende woorden van de ketterse koster. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jullie godsdienst moet altijd al een gruwel voor God zijn geweest, want Christus Zelf heeft uitdrukkelijk gezegd: 'Wat jullie voor de armen doen, dat doen jullie voor Mij!' Als ik echter op een zondag niet naar jullie godsdienst zou gaan, maar in plaats daarvan de armen zou bezoeken en een goed werk aan hen zou verrichten, dan zouden jullie mij veroordelen! Wiens dienaren zijn jullie dan, als jullie de ware, door God Zelf duidelijk aangegeven godsdienst veroordelen? O jullie dwazen! Wat is dan beter voor God: datgene doen wat Hijzelf heeft aanbevolen, of Hem met de lippen eren maar het hart verre van Hem houden? Wanneer hebben jullie eigenlijk God gediend? Jullie hebben immers Zijn woord en Zijn wet nog nooit aanvaard!
Hoofdstuk 79: Verhelderende woorden van de ketterse koster. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Jozef gaat verder: 'Maar nu, o Heer, ben ik op de goede weg! Nu begrijp ik Uw heilige woord en U, o Heer, bent nu voor mij de liefde van alle liefde! Maar nu loopt het misoffer van deze priesters ten einde. Wat gaat er daarna gebeuren?'
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Daaruit blijkt weer, dat de Heer volgens Zijn innerlijke wijsheid doet wat Hij wil. Wie zich het veiligst waant, is vaak door duizend gevaren omringd, maar de vreesachtige beschermt de Heer niet zelden dermate, dat hem ook dan niets zou overkomen als de hele aarde aan stukken zou worden gescheurd. Zo doet de Heer wat Hij wil en heeft nooit de raad van een mens nodig. Daarom is het dan ook een onvergeeflijke dwaasheid de genadegaven uit Zijn eigen hand niet aan te nemen als Hij ze iemand vrijwillig aanreikt.
Hoofdstuk 63: Paulus' toespraak tot de hardnekkige keizer. Koppige repliek. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Zo zal de Heer ook op aarde komen, weliswaar eerst alleen door het woord uit harten en monden van wijzen die Hij opgewekt heeft en waarvan Hij er nog verscheidene zal opwekken. Maar dan, als de aarde zal zijn gereinigd, zal Hij ook in Zijn allerheiligste persoon komen tot al diegenen die Hem liefhebben en in hun hart rein en barmhartig zijn!' Daarop verliet de vurige ruiter ons en reed als een bliksemschicht weg, waarna we hem niet meer zagen.
Hoofdstuk 57: Het verzoek van de vorstelijke geesten. Hun verhaal over een vurige ruiter en diens voorspellingen over het einde van de wereld en de wederkomst. De vorsten vragen om aardse hulp. Paulus belooft geestelijke hulp. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Luister dus, jullie doven en zie, jullie blinden! Nu is er weer zo'n tijdperk van bijzondere genade van de Heer! Boden uit de hoogste hemelen doorkruisen in alle richtingen de lagere en onderste sferen van de duistere geestenwereld. Ja, de Heer Zelf doet hetzelfde om de ongelukkigen gelukkig te maken! Op aarde en op alle hemellichamen worden nu speciale profeten en knechten van de Heer opgewekt, die de andere mensen het licht en het woord uit de hemelen geven!
Hoofdstuk 53: De gewonnen zes. Paulus' moeite voor de overigen. Rede over de tijd van uitzonderlijke genade. De verblindende vleselijke lust. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Cado zegt: 'Vriend, je hebt nog heel wat materiƫle voorstellingen van Gods Woord. Wordt met de smalle poort in het Evangelie dan niet de deemoed van het hart bedoeld en niet een echte deur? Open haar maar, deze hoge poort, ze zal voor jou ook nog wel wat smal worden!'
Hoofdstuk 46: Ergernis van Robert en Helena voor de hemelpoort. Cado' s wijze raad. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241  ...