Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 228 van 1490

...  216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241  ...
[6] Nog steeds heeft een echte Jood een bepaalde angst voor een paard en een hond, is geen vriend van een kat en vertrouwt een kameel ook niet zo erg. De tamme watervogels staan hem tegen en de kalkoen en het parelhoen kan hij al helemaal voor geen geld van de wereld uitstaan en het zal nog lang duren voor hij een vriend van deze dieren zal zijn. Zij staan de Joden ontzettend tegen, terwijl de Grieken en ook jullie Romeinen deze allang beschouwen als heel geliefd gebraad.
Hoofdstuk 111: Over de voedingsvoorschriften van Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Nu heb Ik je ook de achtergrond van dit Mozaïsche eetvoorschrift voor de Joden aangegeven en jij en jullie allen zullen dat nu wel goed begrijpen! Daarom is het nu tijd, over te gaan op datgene waarvoor wij ons eigenlijk en voornamelijk op deze berg begeven hebben!"
Hoofdstuk 111: Over de voedingsvoorschriften van Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Toch zal al deze kennis niet verloren gaan, en als er vanaf nu gerekend, duizend en nog niet helemaal duizend jaar verlopen zullen zijn en Mijn leer bijna geheel begraven zal zijn in het vuil van de materie, zal Ik in die tijd wel weer mannen opwekken die dat, wat hier door jullie en door Mij besproken werd en wat gebeurd is, woordelijk zullen opschrijven en in een groot boek zullen doorgeven aan de wereld, die daardoor in veel gevallen de ogen geopend wordt!"
Hoofdstuk 112: Voorspelling van de huidige openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar als slechte, wereldse mensen het zouden lezen om het te bespotten, zou het hen ook, hoewel het slechts geschreven is, vernietigen en doden! -Nu weet je ook hoe deze zaken ervoor staan; en Ik zeg nu dat je je gereed moet houden om te kijken naar de wonderen van het worden, het zijn en het eeuwige bestaan!"
Hoofdstuk 112: Voorspelling van de huidige openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Je voeten zijn op zichzelf blind en doof en moeten ondanks die zeer stiefmoederlijke bedeling het zwaarste werk verrichten. Je handen moeten naar buiten toe je wil uitvoeren en moeten dan weer dit en dan weer dat doen, en hebben toch geen ogen om het mooie licht te zien en geen oor om de heerlijke harmonie van het gezang te horen; ook hebben zij geen reukzintuig en geen smaak om te genieten van de kruidige charme van het leven! Vind je nu, dat daarom deze ledematen ten opzichte van het hoofd erg slecht bedeeld zijn?
Hoofdstuk 113: De roeping tot het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar ook de andere belangrijke geroepenen zullen merendeels van. David afstammen. Want deze dingen kunnen alleen aan hen gegeven worden die zelfs lichamelijk daarvandaan komen waar ook Ik lichamelijk vandaan kom; want ook Ik stam door Maria, de moeder van Mijn lichaam, van David af, omdat Maria ook een geheel zuivere dochter van David is. Weliswaar zullen in die tijd deze nakomelingen van David zich merendeels in Europa bevinden, maar daarom zullen zij toch hele zuivere en echte nakomelingen van de man naar Gods hart zijn en in staat tot het dragen van de grote lichtkracht uit de hemel. Op een aardse troon zullen zij wel nooit komen, maar des te meer tronen zullen er in Mijn rijk op hen wachten, en Ik zal altijd Mijn broeders gedenken! Ook de meeste van Mijn leerlingen die hier zijn, stammen in mannelijke linie af van David en zijn daarom lichamelijk in alle ernst Mijn broeders: behalve de ene die niet van boven, maar puur van deze wereld afkomstig is. Hij moest er weliswaar niet bij zijn, en toch moet hij er weer wel bij zijn, opdat datgene wat geschreven staat vervuld zal worden!"
Hoofdstuk 112: Voorspelling van de huidige openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Kijk, Ik heb deze lichtende kogel uit het diepe binnenland van Afrika hier naartoe laten halen om daarmee zeg maar zonder wonderen, meer langs een voor jullie tot nu toe nog onbekende, natuurlijke weg, de wereld van de natuurgeesten te ontsluiten!
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Het is beslist een mooie roeping, in staat te zijn Mijn stem der liefde te horen, op te schrijven wat zij zegt en aan de andere mensen die Mijn stem niet kunnen horen op hun wens door te geven; maar het is een even mooi vermogen van het hart om het gehoorde in het hart te bewaren en daarnaar te leven. Als het daardoor en mens, ook al komt hij van beneden, tot geestelijke wedergeboorte heeft gebracht, zal deze daarvoor ongetwijfeld rijkelijk beloond worden, en hij zal zich te opzichte van degene die in staat is Gods woorden te horen evenmin beklagen als jouw kleine vinger zich er ooit eens over beklaagd heeft dat hij niet een oog in je hoofd is geworden! -Zeg Mij nu, of je met dit antwoord tevreden bent"
Hoofdstuk 113: De roeping tot het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Het licht van deze steen heeft de eigenschap zodanig in te werken op de levenszenuwen boven de maagholte, dat de ziel bij langer inwerken van dit licht haar gezichtsvermogen daarheen verplaatst, waardoor zij zelfs de meest verborgen dingen begint te zien. Jullie waarneming zal zich nu geheel daarheen verplaatsen en jullie zullen daardoor met gesloten ogen beter zien dan nu met je ogen wijd open.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Voor sommige mensen heeft ook de maan een dergelijke uitwerking, nooit echter in zo'n hoge en sterke mate als het licht van deze steen. Sluit nu je ogen en overtuig je of je met je maagholte niet beter ziet dan met je ogen!"
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Na deze woorden van Mij sloten allen de ogen en hun verwondering kende geen grenzen over het zeer scherpe gezichtsvermogen van de ziel door de maagholte.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Alleen MATHAËL en zijn vier metgezellen zeiden: "Dit wonderlijke zien is ons volstrekt niet vreemd; want op deze wijze zagen wij vaak de merkwaardigste dingen en liepen wij vaak over plaatsen waar in de natuurlijke waaktoestand geen sterveling langs zou kunnen komen zonder een gruwelijke val te maken en wij zagen daarbij de gehele lucht alsook het water van de zeeën en meren, rivieren en beken steeds wemelen van allerlei wonderlijke vormen en vreemd uitziende larfjes, die zich sneller of langzamer in de lucht in alle windrichtingen voortbewogen; ook zweefden zij op en neer, draaiden nu eens langzaam dan weer vlug in kringen rond. Sommige zaten zogezegd als sneeuwvlokken op de aarde en kropen als het ware vlug in haar voren weg; sommige werden als dauw door de planten opgezogen, andere door de grond en nog enkele door allerlei gesteente.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als de vorm eenmaal gereed was, duurde het niet lang of deze begon, alsof hij een soort eigen bewustzijn had, te bewegen en zich te gedragen als een hond die iets zoekt wat zijn speurneus ergens heeft geroken.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Meestal zagen wij deze wezens naar de kudden schapen, geiten en runderen zweven. Als zij die bereikt hadden, bleven zij daar; gingen die dieren paren, waartoe zij die dieren erg schenen te prikkelen, dan werden zij door de parende dieren nogmaals als een soort dauw van het al wat dor geworden gras opgezogen en kwamen niet meer te voorschijn.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Dat zijn reeds concrete mensenzielen van deze aarde die de weg van het vlees nog met hebben doorgemaakt. Zij hebben daar tot op heden ook nog niet veel zin in omdat zij te bang zijn om opnieuw in de materie opgesloten te worden. De gekleden hebben zelfs een soort taal, die evenwel nog niet erg ontwikkeld is; maar een zekere apenintelligentie hebben ze allemaal!"
Hoofdstuk 115: Jarah en de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241  ...