Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 228 van 1037

...  216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241  ...
[13] Maar toen we ongeveer twee uur lang zo aan tafel zaten, kwam een BUURMAN die iets verder woonde en nog niets van Mijn aanwezigheid vernomen had met een totaal wanhopig gezicht het huis van de leider binnen en zei: 'Barnabe, Barnabe, we zijn zo goed als verloren! Hoe het gebeurd is weet ik niet; maar het is werkelijk waar: Onze enige en noodzakelijke weg naar Nahim is er niet meer! Er is nu een soort gemetselde borstwering; als je daar overheen kijkt zie je zo'n grote diepte dat je ervan gruwt! Om daar naar beneden te gaan is alleen voor een vogel, maar niet meer voor een mens mogelijk! En een andere weg naar beneden ken ik niet, omdat dit gebergte naar alle kanten niets dan uiterst steile rotswanden heeft. Wat moeten we nu doen als we zout nodig hebben? Mijn voorraad is uitgeput en die van jullie zal ook opraken; wat dan? Wie heeft ons dat aangedaan?"
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zei: 'Luister! Laat ons, nadat we onze ledematen nu gesterkt hebben met spijs en drank, van tafel opstaan en gaan kijken waar de nieuwe weg naar Nahim zich bevindt! Ook zal Ik jullie, als niemand er iets tegen heeft dat men ook op een sabbat iets goeds doet, de zoutbron van dit gebergte laten zien, die heel groot is en waarvan jij, Barnabe, reeds hebt gesproken. Allen die hier zijn moeten meegaan; want wat ik jullie hier laat zien en schenk, moet een gemeenschappelijk bezit zijn van allen die hier in dit dal wonen.'
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] We stonden nu op en gingen een behoorlijk eind in het dal omhoog. Daar kwamen we bij een rotswand die ongeveer ter hoogte van ruim een manshoogte een flinke spleet had, waar men gemakkelijk in kon komen met behulp van enkele stenen die men er snel naar toe had gewenteld. Zodoende waren we al gauw in de zeer ruime kloof waarachter een grote, grotachtige holte zichtbaar was.
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ik zei nu tegen degenen die mee waren gegaan: 'Zie, jullie kunnen heel gemakkelijk en zonder enig gevaar door deze grot gaan! Volg Mij en overtuig jezelf! Alleen aan het eind wordt het een beetje smaller, maar het is altijd nog breed genoeg om er een os doorheen te kunnen laten gaan. In het midden van deze gang wordt het natuurlijk iets donkerder dan hier; maar er komt wel zoveel licht naar binnen dat ieder van jullie goed kan zien waar hij zijn voeten neer moet zetten."
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] DE WAARD zei: 'Kijk daar! De Meester aller meesters die daar met ons aan tafel zit en die, zoals je ziet, ook mijn dochter Eliza enkel door Zijn almachtige woord in één ogenblik zo genezen heeft zoals jij haar nu hier naast mij ziet zitten, heeft voor ons nu ook deze heerlijkste wijn uit water geschapen en zal er op dezelfde manier zeker ook voor zorgen dat wij eigen zout zullen hebben. Zeg me nu of je nog bang bent omdat deze ware Heer en Meester puur door Zijn almachtige woord deze weg naar beneden, die steeds heel gevaarlijk voor ons was, voor altijd versperd heeft en in ruil daarvoor een verborgen en gemakkelijke weg opent waarlangs wij ook onze onontbeerlijke huisdieren zonder enig gevaar naar boven en naar beneden kunnen drijven! Ben je het daarmee eens?"
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] We liepen nu zonder enig ongemak door de grot en toen we aan het eind waren en weer in de open lucht kwamen, zagen we een hier en daar met gras en mos begroeide helling die doorliep tot in de vlakte beneden; men kon hier heel gemakkelijk en zonder enig gevaar lopen. De vlakte zag er weliswaar zeer ruig uit, maar dat was juist goed omdat deze slechts zelden door een reiziger betreden werd en onze bewoners uit het hoge dal daardoor des te ongemerkter naar het diepe dal konden afdalen.
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK liet hen opstaan en zei tegen hen: 'Zoals Ik jullie hier een nieuwe, veilige en ook gemakkelijker weg heb gewezen waarlangs jullie kunnen gaan, zo wijs Ik jullie allen ook de enig ware, goede en veilige weg naar het eeuwige leven!
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Die weg wijs Ik jullie met heel weinig woorden, en deze woorden luiden: Wees zachtmoedig en deemoedig met heel je hart! Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf; want hierin bestaat de hele wet en alle profeten! Geloof vervolgens dat Ik Degene ben die door God beloofd werd en door de profeten voorspeld, dan hebben jullie de poort en de weg naar Gods rijk, dat nu tot jullie is gekomen, net zo geopend, als jullie nu een andere weg geopend en aangewezen werd vanuit dit hooggelegen dal naar beneden, naar de laagvlakte der aarde!
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Wanneer jullie deze woorden van Mij ter harte nemen en ernaar zullen handelen, dan is dat het juiste zout des levens, en Ik zal jullie nu daarom ook een natuurlijk zout aanwijzen en ook geven. Daarom verlaten we nu deze plaats, keren terug naar jullie dal, en zullen daar in een voor jullie allen nog geheelonbekende hoek van dit dal een heel zuiver en goed zout vinden! Laten we daarom daarheen wandelen!"
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Toen we weer in het dal voor de rotsspleet stonden, legden allen merktekens neer van daar tot aan de eerste huizen, zodat ze de volgende keren deze geheime weg terug zouden kunnen vinden. Wegingen nu in geheel tegengestelde richting naar de veraf wonende buurman, wiens huis op een behoorlijk hoge heuvel stond en ongeveer een half uur van de andere huizen vandaan lag.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Daar aangekomen zei IK tegen de bezitter van dit huis: 'Kijk, precies in de richting waar straks de zon zal ondergaan zie je niet ver hier vandaan een witte rotswand van aanzienlijke grootte; wel, dat is puur zout en jullie allen kunnen het meteen gebruiken, zonder enige voorafgaande reiniging! Alleen moeten jullie iets minder van dit zout bij de spijzen doen, want dit is krachtiger dan dat uit Nahim, ofschoon ook het zout uit Nahim weliswaar heel in de diepte -van dit massief wordt gewonnen. Wie van jullie erheen wil gaan moet dat doen en wat zout mee hier naar toe brengen!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De bezitter van het huis bood onmiddellijk aan om er snel naar toe te gaan, omdat het maar amper een kwartier zou vergen, als men snel liep. Hij nam een schep en een vat mee, maakte met gemak enkele stukken van de bergwand los, vulde het vat ermee en bracht het onmiddellijk naar ons toe. Allen proefden het zout en vonden het voortreffelijk. Toen bedankte men Mij weer. Ik zegende dit hooggelegen huis en vervolgens begaven wij ons allen op de terugweg; ook de ver weg wonende buur ging met ons mee en nam zelfs zijn vrouwen een paar volwassen kinderen mee.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar IK zei: 'Ga naar binnen om te kijken!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Toen de vrouwen en dochters uit de buurt dat hoorden, gingen ze dadelijk naar de grote keuken en gingen aan het werk en zo was het grote maal binnen een uur klaar.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Het maal was nu wel klaar; maar nu deed zich een heel ander probleem voor. De waard had nu veel te weinig tafels en banken, en zijn kamers waren voor tweehonderd gasten ook te klein. Kortom, het ontbrak hem aan alles voor zo'n gebeurtenis. Daarom kwam hij naar Mij toe en vroeg Mij om raad wat hij moest doen. .
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  216 - 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241  ...