Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 229 van 1088

...  217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242  ...
[5] Heer, U kent mijn hele leven van de wieg af aan, en U zult mij moeilijk een moment tijdens mijn hele levensloop aan kunnen wijzen waarop Ik het ooit slecht met iemand voor heb gehad of iemand ook maar de minste schade heb willen berokkenen! Duizendmaal wil ik door Uw almachtige goddelijke mond vervloekt worden als dit aangetoond kan worden! En als ik nochtans een zondaar geworden ben doordat ik bij mensen met een bijzonder zwakke geest heel vaak mijn toevlucht heb moeten nemen tot diplomatiek handelen om hen volgens de aandrang van mijn hart naar mijn menselijk inzicht iets goeds te kunnen doen, dan moet ik openlijk bekennen, dat ik het dan zeer onaangenaam vind om mens te zijn; dan moet U mij, o Heer, met Uw almacht maar in een ezel veranderen en Ik zal U daar dan dankbaar voor zijn!
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Mijn mening, weliswaar slechts op menselijke wijze doordacht, is deze: leder mens moet doen wat hem volgens zijn beste weten, besef en geweten met recht het beste lijkt, iedereen moet vreedzaam en vergevingsgezind zijn en naar beste krachten goed doen voor de arme, lijdende mensheld, dan moet zijn handelen toch ook door een God als juist en goed en in orde bevonden worden. Geen enkele God kan toch van een mens, die onmiskenbaar Zijn schepsel en Zijn werk is, meer verlangen dan waartoe hij in staat is met de vermogens die Hij Zelf in deze mens heeft gelegd! Of is het mogelijk dat een hoogst wijze God nog meer van Zijn werk kan eisen, dan wat Hij er in heeft gelegd? Ik denk dat dat niet zo gemakkelijk gaat en ongeveer hetzelfde zou zijn als wanneer iemand in alle ernst tien emmers water zou willen gieten uit een vat of een zak, waar maar één emmer ingaat. Daarom vraag ik U, o Heer en Meester, dat U duidelijker bent wat dit punt betreft; want zoals ik U tot nu toe begrepen denk te hebben, is er volgens Uw leer op deze aarde voor een mens helemaal geen bestaan denkbaar dat enigszins verstandig is!
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Het enig ware wonderteken moet bestaan uit de eigen ervaring, die iedereen zal opdoen door en vanwege het feit, dat juist de waarheid hem waarachtig vrij gemaakt heeft in al zijn denken, willen en handelen, en zijn innerlijk oog geopend heeft om alle dingen en omstandigheden te zien zoals ze in waarheid zijn en niet zoals ze in het verwarde brein van de een of andere naar aanzien strevende wereldwijze naar believen bij elkaar zijn gezet. Zeg Me nu, Mijn Roclus, of de zaak je nu duidelijker is dan voorheen!"
Hoofdstuk 140: Verhulde waarheden en leugens. Valse profeten en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Roclus boog nu zeer diep en haastte zich naar zijn metgezellen, die intussen allerlei belangrijke voorzieningen van hun instituut besproken hadden die geheel dezelfde geest ademden als Mijn aanwijzingen die Ik Roclus als levensrichtsnoer had gegeven.
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] RAPHAËL, die zich onder het gezelschap bevond, zei: 'Vriend, dat zal ik je meteen duidelijk maken; Luister even kort naar me! Kijk, dit zijn weliswaar je allernaaste staatsbeambten in, laten we zeggen, jouw instituut! De Heer Zelf kon jou overeenkomstig de volle waarheid geen andere titel geven dan je van staatswege hebt en ook kunt hebben, omdat jouw aanzienlijke geldmiddelen je daartoe het recht verlenen. Maar de Heer wil, dat alle mensen elkaar als broeders omarmen en alleen Hem als de ware Heer en Meester erkennen.
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] EEN VAN DE METGEZELLEN zegt: 'Ja, dat is een precair punt! We zullen het met het volk wat dat betreft inderdaad niet zo gemakkelijk hebben! Het volk is er nu al sinds een behoorlijk aantal jaren aan gewend, en als belangrijke mensen na een verduistering van de maan of zelfs van de zon naar ons toe komen en ons beslist heel ernstig naar de reden zullen vragen waarom wij de verduistering van de goden hebben verlangd en waarom wij hun dat niet hebben aangekondigd, -hoe moet ons op waarheid gebaseerde antwoord op zulke vragen dan luiden, zonder dat we al te erg te schande staan ten overstaan van hen die ons dit vragen?"
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Het gaat me er hier niet om dat ik onze natuurlijke wonderen goedpraat, en ik ben er zelf geheel en al van overtuigd dat we daarmee te ver zijn gegaan; maar ik kan er altijd naar eer en geweten aan toevoegen dat wij daar zelf nooit iemand schade mee hebben berokkend, maar naar onze weloverwogen mening gewoonlijk steeds dubbel nut mee hebben bezorgd. Ten eerste hebben wij daarmee de tranen van vaak zeer treurige ouders gedroogd, wat toch zeker niets slechts is en kan zijn, en ten tweede hebben we hiermee kinderen van straatarme ouders op de beste manier voor hun hele aardse leven verzorgd en hun de mogelijkheid verschaft om in huizen van rijke mensen overeenkomstig de betere zeden van de huidige wereldorde ook een betere opvoeding te krijgen, terwijl ze anders in de grootste armoede zonder enige vorming echte mensachtige dieren zouden zijn geworden; en daarvan zijn er in deze tijd voorbeelden te over. Er komt geen engel uit de lichte hemelen naar beneden om zich, wat opvoeding betreft, over deze arme half dier, half mens zijnde kinderen te ontfermen; en wanneer wij, toch duidelijk betere en beschaafdere mensen, naar beste weten, inzicht en geweten iets voor hen doen op een mallier die mogelijk is, dan lopen we gevaar om voor God te zondigen en door Hem tot bedriegers van de mensen verklaard te worden!
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Een waarheid, al is deze nog zo verhuld, is en blijft als zodanig niettemin eeuwig waarheid en zal zich later ook zo manifesteren. Vriend, een waarheid kun je naar gelang de omstandigheden omhullen en omkleden zoals je maar wilt en kunt; dat hangt helemaal af van het bevattingsvermogen van degene, aan wie de waarheid gepredikt wordt. Kinderen worden met melk en honing en zelfs zacht brood gevoed, terwijl men een man wel een steviger kost kan aanbieden. Dat is dan allemaal heel goed, als het binnenste maar waarheid is; op het noodzakelijk omhulsel wordt weinig of helemaal niet gelet. Het zou ook echt heel onwijs zijn en indruisen tegen ieder gezond verstand, als iemand Mijn hulp nodig had en Ik wel wist dat hij eerlijk was, maar hem niet aan zou kijken omdat hij een Perzische mantel aan had! Een waarheid verhullen als dat nodig is, is geen zonde; maar een duidelijke leugen en duidelijk bedrog in het kleed van de waarheid verpakken, is zonde en wordt door Mij voor eeuwig verworpen!
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Daarom waarschuw Ik jullie daar vroegtijdig voor! Sla daarom geen acht op degenen die rondtrekkend zullen roepen: 'Zie, hier of daar is de gezalfde van God, -dat is de waarheid!' Waarlijk, Ik zeg jullie allen: Die zo praten en schreeuwen, en zelfs wonderen zullen doen in Mijn naam, zijn niets anders dan puur valse profeten! Luister niet naar hen en keer hun de rug toe! En komen ze naar jullie toe, bedreig hen dan, en willen ze niet wijken, bedreig hen dan in Mijn naam, en doe in Mijn naam voor hun ogen een waar teken; maar onthoud je verder zoveel mogelijk van het doen van wonderen, wat wel het oog en het oor van domme mensen bekoort en boeit, maar hun hart op kosten van het wonder meestal tot een gevoelloze steen verhardt! De waarheid moet voor zichzelf spreken en getuigen, en behoeft geen verder teken meer .
Hoofdstuk 140: Verhulde waarheden en leugens. Valse profeten en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Daarom zullen we toch hier blijven! Voor al die andere dingen heb ik absoluut geen vrees; wat dat betreft zeg ik zelf tegen iedereen: van nu af aan blijven de opwekkingen voor eens en altijd achterwege! Waarom? Antwoord: God wil het niet meer, omdat de mensen er niet naar leven om zo'n bijzondere genade waard te zijn!
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Kortom, wat bij ons naar waarheid uit puur wetenschappelijke zaken bestaat, moet blijven en al het andere houdt op! En als het ophoudt, zijn wij daarover zeker niemand enige rekenschap verschuldigd, want het instituut is ons eigendom; volgens de wetten van Rome hebben wij het onbetwistbare recht daarmee om te gaan zoals het ons belieft. Als wij iets voor het volk doen, dan doen we dat omdat we het zelf willen daar we bij niemand in dienst zijn, en niemand ons betaalt. Wij zijn zelfstandige mensen en eigen baas, en genieten als Romeinen en onderdanen wettelijke bescherming, evengoed als iedere Romein; bovendien bezitten we nog zoveel schatten en vermogen, dat we onze schatten nog in geen duizend jaar zouden kunnen opmaken, zelfs wanneer we als Croesus zouden leven. Daarom zie ik zelfs in zuiver werelds opzicht niet in, voor wie wij ons zouden moeten schamen! Voor de Heer hebben wij nu verder geen geheimen meer. Hij zou eigenlijk de enige zijn voor wie wij ons zouden moeten schamen; maar met Hem hebben wij alles goedgemaakt. Is Hij ons nu goedgezind omdat Hij vast van te voren weet dat wij Zijn wil tot aan het einde der tijden, zo zuiver als wij deze tot nu toe bewaard hebben, zullen vervullen, dan zal Hij ons niet alleen tot aan het einde aller tijden goedgezind blijven, maar ook eeuwig aan gene zijde.
Hoofdstuk 142: Roclus' voorstellen voor de hervorming van het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] ROCLUS zegt: 'Je slaat de spijker op de kop! Laat ik daarom nu dan ook de Meester aller meesters om raad vragen! Ik ga vlug naar Hem toe en zal Hem onze moeilijkheid voorleggen!"
Hoofdstuk 142: Roclus' voorstellen voor de hervorming van het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Onmiddellijk gaat Roclus nu nog een keer vlug naar Mij toe en legt de zoals bekend wat netelige kwestie heel openlijk aan Mij voor.
Hoofdstuk 143: De Heer geeft Roclus raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het kan wel zijn, en dat is ook zo, dat door mensen die hun leven en aanzien enkel in stand houden door bedrog, de waarheid zeer gehaat en gevreesd wordt, en daarom ook te vuur en te zwaard vervolgd wordt! Maar wat bereiken de vervolgers van alle waarheid met hun boze ageren?! Maar al te gauw komt de waarheid naar boven en liggen haar vijanden beschaamd en door iedereen veracht in het slijk, en het is nauwelijks te verwachten dat ze daaruit zullen opstaan! Wel, jouw zaak is een beetje dom, en is niet zo gemakkelijk in orde te brengen dat je daarbij een ondervraging door het publiek bespaard zou kunnen blijven! Maar er is toch een mogelijkheid om dit met de nodige eer te doorstaan.
Hoofdstuk 143: De Heer geeft Roclus raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En deze door God gezondene heeft jullie weliswaar de macht over zon, maan .en sterren, die jullie je zelf hebben aangemeten, afgenomen, maar jullie in plaats daarvan naar waarheid een veel belangrijker en groter ambt toevertrouwd. En dit belangrijke ambt bestaat daaruit, dat jullie nu in volle ernst en volledig naar waarheid aan de volkeren moeten verkondigen dat nu Gods rijk dichtbij is gekomen, en dat allen die in de naam Jezus zullen geloven, het eeuwige leven zullen hebben!
Hoofdstuk 143: De Heer geeft Roclus raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242  ...