10915 resultaten - Pagina 229 van 728
... 217 - 218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 ...
[38] Daarop werd de Farizeeër erg verlegen, zei verder niets meer en trok zich terug. De knechten gingen echter ook weg en lachten heimelijk in hun vuistje omdat het hun gelukt was de hoge, machtige Farizeeërs ook eens de schrik op het lijf te jagen.Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Zelf kwam Ik echter buiten de tempel in een afgelegen herberg met Mijn broeders en leerlingen samen. Het was dezelfde herberg waar Ik tijdens de feesten vaak met Jozef en Maria en de broeders overnachtte. De blijdschap van de broeders toen Ik bij hen kwam was natuurlijk onbeschrijflijk, want zij zaten allen treurig bij elkaar om te bespreken of Ik Mij ooit weer over hen zou erbarmen en hen weer zou aannemen.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[33] EEN KNECHT zei: 'Ja, vervloekt of niet, -wanneer het vervloekte volk ons en jullie er dan vast en zeker voor stenigt, wat dan?! Vandaag scheelde het al niet veel! Als wij de tempel niet zo snel verlaten hadden, zou het ons niet zo erg best zijn vergaan! Het vervloekte volk zou ons zeker de vloek die wij hen gegeven hebben met woeker hebben teruggegeven! Wat vandaag echter nog niet is gebeurd, kan gemakkelijk morgen of overmorgen gebeuren. Het lijkt ons beter om die man met rust te laten! Als hij een profeet is, ons door God gezonden, zullen wij met al onze macht niets tegen hem uit kunnen richten; is hij het echter niet, dan zal de zaak vanzelf wel doodbloeden.'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Toen vielen allen aan Mijn voeten neer en vroegen Mij om vergeving. Ik beval hen echter om meteen op te staan en eerlijk tegen Mij te spreken, omdat zij best wisten dat Ik nooit boos wordt als iets oprecht wordt gezegd. Toen stonden de broeders op en dankten Mij dat Ik hen niet verlaten had.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Terwijl Ik echter zo met hen sprak, kwamen ook DE TWINTIG JOODSE GRIEKEN haastig aangelopen. En toen zij Mij zagen, zeiden zij: 'Heer, U bent ons voor! Wij waren in de tempel en hebben Uw wijze toespraak gehoord; toen U echter tijdens die ontzettend brutale aanval van de Joden en Farizeeën opeens onzichtbaar werd, gingen wij ook snel uit de tempel zo goed als het bij die grote drukte mogelijk was, en wilden zojuist de broeders vertellen dat U er was, wat hen zeker in hoge mate verheugd zou hebben, -en nu treffen wij U reeds hier! ja, dat is voor de broeders zeker nog veel fijner, en ook wij zijn uitermate blij, U, o Heer, weer in ons midden te hebben! In het vervolg zal zo 'n scheiding beslist niet meer voorkomen!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Achteraf zei DE WAARD echter tegen zijn mensen: 'Ik ben echt blij dat die vertrokken zijn; want bij verwanten zit er voor een waard altijd erg weinig verdienste aan!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] HIJ vroeg echter meteen naar Mij en zei: 'ja, mijn beste vrienden, aan jullie wens zal meteen gehoor gegeven worden; maar ik zou er wat voor geven als ook de grote, heilige Meester bij jullie was! Een half uur geleden kwamen hier een paar Grieken voorbij en ik vroeg hun of ze nieuws hadden over het feest. Want ik ben maar een uur in Jeruzalem geweest en al gauw naar huis gegaan omdat ik mij ergerde aan het hoogst dwaze feestgedoe en daarom kon ik dus ook niet weten of er verder nog wat gebeurd was.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Een God die zich van zichzelf volledig bewust zou zijn als centraal punt van alle wijsheid en macht, zou met de mensen, als zijn volmaaktste scheppingen, in zoverre toch wel redelijk rekening gehouden hebben dat hij zich vroeg of laat zelf aan hen geopenbaard zou hebben en hun getoond zou hebben waarom zij er zijn en wat hij eventueel verder met hen voor heeft. Als dat echter niet het geval is, en als er niet een of ook meerdere keren volledig naar waarheid aangetoond kan worden dat hij er is, dan bestaat hij ook niet, en dan verdient degene die over een goddelijk bestaan spreekt en schrijft, heel zwaar gestraft te worden.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Maar als de mensheid met het geopenbaarde woord en de wil van God altijd zo omspringt, is het toch geen wonder dat de mensen al binnen honderd jaar na wat voor geweldige openbaring van de waarheid dan ook, nauwelijks méér weten en geloven dan slapende kinderen weten van datgene wat zij in wakende toestand gedaan hebben?! God houdt, ondanks dat, echter nooit op Zich op de meest verschillende wijzen zo te openbaren, dat de mens bij enig nadenken direct kan vaststellen dat het daarbij niet op een natuurlijke manier is toegegaan.'
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] De mensen zullen ook gewaarschuwd worden door zieners en bijzondere tekenen aan de hemel, waaraan zich echter alleen Mijn geringe aantal volgelingen zal storen, terwijl de wereldse mensen dat allemaal slechts voor zeldzame, natuurlijke fenomenen zullen houden en dat aan iedereen die nog in Mij gelooft, zullen willen wijsmaken.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Maar daarna zal de grootste openbaring plaatsvinden door Mijn tweede komst op deze aarde; deze openbaring zal echter ook voorafgegaan worden door een zeer groot en scherp gericht en gevolgd worden door een algemene schifting van de wereldse mensen door het vuur en zijn projectielen, waarna Ik dan Zelf een heel andere kweekschool voor ware mensen op deze aarde zal kunnen vestigen, die dan zal duren tot aan het einde der tijden van deze aarde.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Door zulke opvattingen ging het geloof in een ware god dan aan de ene kant welonherroepelijk verloren, en dat te meer omdat aan de andere kant de luie priesterstand door haar zelfzuchtige vervalsing van het geopenbaarde woord van God, de nuchtere en volwassen denkende mensen mettertijd toch de ogen had moeten openen voor het feit dat zo'n geopenbaarde wil van God zelfs voor de domste mens op aarde nog te dom moest zijn. De leer bestond uit louter onbegrijpelijke geheimen, die echter door de blinde mensheid toch voor heilig gehouden werden omdat zij zichzelf voor veel te ónwaardig hield om zulke grote, diepe en heilige geheimen ooit te begrijpen.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Een mens die tegen de wet zondigt, toont daardoor net zo goed dat hij een vrij mens is als degene die zich vrijwillig aan de wet houdt. Daarom moeten jullie ook niemand oordelen en verdoemen, maar hem slechts met alle geduld en zachtmoedigheid onderricht geven, en de verdwaalde de juiste weg tonen. Als hij die wil gaan, is het geschikt en goed voor hem; wil hij het echter niet, dan moeten jullie hem er ook niet toe dwingen, maar hem hoogstens verwijderen uit een gemeente die beter en zuiverder is, -want een gedwongen gelovig mens is tienmaal slechter dan iemand die openlijk ongelovig en afvallig is.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[26] Degenen echter bij wie jullie de handen opleggen en wie jullie dopen in Mijn naam, zullen vervuld worden van Mijn geest; zij zijn het ook die Ik Zelf altijd als jullie opvolgers uitkies en met de waarachtige gave van Mijn geest bevestig.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[27] Maar in latere tijden zullen er daar maar heel weinig meer van zijn, omdat de antikrist zijn aanhang te zeer zal uitbreiden; wanneer hij echter zal menen dat hij de allerhoogste in de wereld is, zal hij ook voor altijd ten val gebracht worden! - Hebben jullie dat nu goed en duidelijk in je opgenomen?'
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)