Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 230 van 263

...  218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243  ...
[4] Over een poosje worden ze zich er wel van bewust, dat ze ondanks al hun moeite geen stap verder komen, en dat zal het sein voor de uitbarsting van hun innerlijke woede zijn, waarbij zij elkaar zonder pardon zullen aanvallen en verscheuren als wilde beesten. Let nu maar goed op, in het bijzonder op hun bewegingen.'
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Ik zeg je, er blijft deze geesten niets bespaard. Ieder lasterlijk woord wordt een gloeiende steen op hun hoofd, en ze zullen zich onder zo'n last er wel stilaan van bewust worden of ze sterker zijn dan de Godheid, en in staat zullen zijn om hun boze plannen ten opzichte van Mij ooit ten uitvoer te brengen! God is door en door de zuiverste liefde, en vanuit zo' n liefde de hoogste wijsheid, orde en macht. Alles moet zo gebeuren, opdat alles blijft bestaan en niets verloren gaat!
Hoofdstuk 17: Cado's waanzinnige helse trots. Vermetel plan van de hoofdman voor de omwenteling. De afgrond der hel opent zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Wanneer ze bij ons aankomen bij het huis, waar wij eerst Petrus naar binnen hadden laten gaan om de zieken te genezen, zegt de belastinginner: 'Meest achtenswaardige vrienden en in het bijzonder U, oerwijze uit Nazareth, Uw spreken viel mij op en trof mij zodanig dat mij verschillende andere zaken begonnen op te vallen. Tegelijkertijd doorstroomde mij in jullie bijzijn een zo merkwaardig weldadig gevoel, dat ik me nauwelijks kon bedwingen om jullie meteen te volgen. Ik streed weliswaar een poos tegen dit gevoel en voerde als excuus mijn plichten als beambte aan, maar mijn gevoel zei heel sterk: wat keizerlijk, wat koninklijk! Als God je roept, dan is het voor eeuwig gedaan met keizer en koning!' En door deze stem in mijn gemoed keerde ik mijn douanekantoor meteen de rug toe, volgde mijn innerlijke drang en ben nu bij jullie, beste vrienden! Sta mij nu toe dat ik tenminste zo lang bij jullie mag blijven, totdat ik door jullie goedheid en wijsheid zo veel inzicht krijg, dat ik weet waar en wat ik hier eigenlijk ben. Is dit werkelijkheid of misschien slechts een eeuwige droom? Leef ik nog op aarde? Ik betwijfel dat steeds meer. Als jullie daartoe in staat zijn, steek dan een klein lichtje aan in mijn hersenpan!'
Hoofdstuk 50: De sergeant van de douane ondervraagt de Heer. Hij geeft het gezelschap vrije doortocht. Een belastinginner volgt de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Robert zegt: 'Maar beste vriend, zeg me toch eens waar jij je wijsheid vandaan haalt, want dit was weer gesproken als uit de heilige mond van de Heer Zelf ! Ik was tot dusver altijd van mening dat jij met ons hier naartoe was gekomen, opdat je door mij en Helena zou worden voorbereid op de hemel, en nu gebeurt precies het tegenovergestelde: jij bent onze volmaakte meester en wij beiden hebben nauwelijks het bevattingsvermogen om jou, voorzover nodig, te begrijpen. Zeg mij eens, ben jij werkelijk diezelfde Cado, die daar op de heuvel Minerva versloeg met woord en daad, of ben je slechts als Cado vermomd en ben je een van de belangrijkste aartsengelen van God? Want alleen op die manier is jouw wijsheid te begrijpen; anders blijft ze voor mij een raadsel. Dus, beste vriend, zeg mij waaraan jij je wijsheid ontleent!'
Hoofdstuk 47: De poort gaat open en laat de stad Wenen zien. De aard van de verschijningsvormen in het hiernamaals. Robert verbaast zich over Cado's wijsheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Helena zegt: 'Of ik nu een mooie mond heb of niet, de waarheid moet er een keer uit! Dat de waarheid ook uit de mooiste mond niet al te prettig klinkt, is allang bekend, maar hoe komt het dan dat jij het laat voorkomen alsof de waarheid juist uit mijn mond slecht klinkt, terwijl je de leugen uit de eveneens mooie mond van die duivelse griet niet zo verfoeilijk lijkt te hebben gevonden? Als het je al verdriet doet wanneer mijn mooie mond die eeuwige godslasteraarster op z'n Lerchenfelds de les leest, hoeveel temeer verdriet moet je dan wel niet hebben over die lieflijke mond waaruit vast nog nooit een waar woord is gekomen! Geef haar liever een goede berisping en laat mij spreken als ik eenmaal op dreef ben!'
Hoofdstuk 42: Minerva voor de poort. Onvriendelijke ontmoeting met Helena. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] De generaal zegt: 'Jij hebt op jouw manier helemaal gelijk, maar ik ook op de mijne. Ook ik veroordeel niet iedere gesierde borst, maar het belangrijkste sieraad op elke borst blijft de zuivere en ware liefde tot God en tot de naaste. Waar dit aan een nog zo opgesmukte borst ontbreekt, stellen bij mij alle andere eremedailles niets voor. Als de Heer echter Zelf zegt: 'Als jullie alles hebben gedaan, erken dan, dat jullie onnutte en luie knechten waren!' _ hoe kan dan een ware volgeling van Christus zich een eervolle onderscheiding op zijn jas laten spelden? Ik meen dat toch niemand hier iets tegenin te brengen heeft, want het is Gods woord!'
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Robert zegt: 'Vriend Cado, je kent ons nog te weinig wanneer je denkt dat we voor jou hinderlijk zouden kunnen zijn bij het uitvoeren van je goede plan met Minerva. Kijk, wat jij tot nu toe hebt gezegd en gedaan, dat heb je door ons gedaan, want God de Heer, wiens naam verheven is, heeft ons daartoe de juiste kracht en macht verleend. Zou je alleen tegenover deze zogenaamde Minerva hebben gestaan, dan was je haar allang smadelijk ten offer gevallen. Wij waren het immers die jou ieder woord in de mond hebben gelegd. Wij hebben jouw stenen, die je als wapen gebruikte, gezegend en gesterkt en lieten de vuurvloed niet hoger stijgen, opdat jij op deze heuvel een veilige toevlucht zou vinden. Daar de zaken echter zo en niet anders liggen, hoe zouden we dan nu hinderlijk voor je kunnen zijn? Wel nuttig, dat willen en kunnen we bij je loffelijke en alle hemelen welgevallige werk wél voor je zijn. Wees daarom wat ons betreft, geheel onbezorgd.
Hoofdstuk 33: Minerva's pracht in het hemelse gewaad. Robert en Sahariël maken zich bekend. Opvoeding tot ware vrijheid en zelfstandigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Helena zegt: 'O liefste Vader, dat kunt U zeker beter dan alle engelen van Uw hemelen; maar wanneer U mij iets zou vertellen over Uw eigen Godsgeschiedenis, dan zijn wel triljoenen jaren nodig voordat ik een woord uit Uw mond volledig zou kunnen doorgronden, alhoewel ik zeer nieuwsgierig ben om van de Schepper van alle dingen veel te vernemen.
Hoofdstuk 12: Dialoog tussen Helena en de Heer. Wezens en bewoners van de hel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Verder leest hij op de vijfde trede: 'Het Woord uit het hart van God is de universele liefdeskracht. Daarom zijn het Woord en de eeuwige Zoon uit God één. God Zelf is het volmaakte Woord, dat in het vuur der liefde wordt verwekt. Jij bent echter ook een Godswoord, verwekt in Gods hart! Word daarom weer een volmaakt Godswoord! Word helemaal liefde, geheel en al liefde in God, dan zul je als Gods Zoon worden en één zijn met Hem; je komt echter niet tot Hem dan alleen door de Vader, die de liefde en het woord Zelf is, in zichzelf van eeuwigheid tot eeuwigheid steeds dezelfde!'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Het innerlijk woord en Jakob Lorber
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[6] Maar tijdens zijn voorbereidingen voor de reis beval hem een innerlijke stem, die hij in de vroege morgen van 15 maart 1840 tijdens zijn ochtendgebed duidelijk hoorde: "Sta op, neem je griffel en schrijf!" Zeer geschrokken ging Lorber aan tafel zitten, legde pen en papier klaar en ontving nu op dezelfde manier het begin van 'Gods Huishouding': "Zo spreekt de Heer tot en in mij voor iedereen en dat is waar, getrouwen gewis. . . "
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[9] Minerva lijkt wel van schande, verontwaardiging en woede te willen vergaan. Zij beeft over haar gehele lichaam en lijkt van pure woede geen woord te kunnen uitbrengen. Cado gedraagt zich echter nog grimmiger en lijkt zich te beraden over wat hij zal doen. Deze uiterst afschuwelijke reuzen boezemen hem dan toch respect in en tevens verneemt hij een getuigenis over Minerva, dat hem, wat betreft haar trouwen liefde, heel bang maakt. Daardoor is hij ook besluiteloos over wat hij zal doen, maar Minerva werpt hem zulke verlangende blikken toe dat hij zich toch niet van haar kan losmaken. Daarom begint hij zijn stenen te inspecteren en te schikken.
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Petrus zegt: 'Cado, Cado, je bent een brutale geest en je drijft smadelijk de spot met de oneindige goedheid en erbarming van God. Kijk, wij zijn welwillend en jou goedgezind en bereid om je volgens Gods ordening iedere goede dienst te bewijzen. We hebben je nog met geen enkel hard woord beledigd, behalve dan dat we je aantoonden, hoe het er met jou ten opzichte van Gods gerechtigheid voorstaat, maar jij bent als een wilde tijger tegen ons in woede ontstoken. Waarom dan toch, vriend? Gedraag je toch in je onmacht tegenover ons op dezelfde manier als wij in het bezit van alle macht uit God, tegen jou zijn. Wij zullen het dan gemakkelijker met elkaar eens worden dan tot nu toe. Geloof toch mij, die jou door en door kent, als ik zeg dat het er met jou werkelijk uiterst slecht voorstaat vanwege de voorliefde van jouw hart voor het kwaad. Je kunt jezelf in geen eeuwigheid helpen, maar wanneer je tegenover ons je misdaden bekent en je hart voor ons opent, stel je ons daardoor in de gelegenheid om jouw hart te reinigen. Sluit je het echter steeds meer voor ons af, dan zal het kwaadaardige vuil in je hart zich verharden, en het zal nooit meer mogelijk zijn je te redden van de eeuwige dood! Cado, overdenk toch deze heilzame en allervriendelijkste woorden!'
Hoofdstuk 13: Opdracht aan Petrus en Paulus om de voormalige bedoeïenenhoofdman Cado voor te leiden. De vergeefse liefdevolle poging van Petrus om de brutale geest voor zich te winnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg: 'Alles wat jullie nu gezien hebben is groot voor alle hier in Mijn eeuwige rijk nog jonge bewoners, die nog te weinig in de eigen vertrekken van hun leven hebben kunnen schouwen. Maar raken zij eenmaal met hun innerlijke leven, dat is Mijn liefde in hen, meer vertrouwd, dan zal hun alles wat tot de gerichte materie hoort, heel klein lijken. Want de kleinste vonk van Mijn liefde overtreft al deze materie in een niet te berekenen verhouding, zowel wat betreft de werkelijke grootte als de hoedanigheid. - Een klein voorbeeld zal jullie deze zaak duidelijk maken.
Hoofdstuk 152: Verhouding tussen materiële en geestelijke grootheid. Gelijkenis van de kunstmatige reuzenkorrel en het natuurlijke tarwekorreltje. Door de derde deur in de zuidelijke wand straalt het licht van een nieuwe schepping van eeuwige liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Nog gemakkelijker dicteerde hij wat hij innerlijk hoorde. Daarbij zat hij naast de schrijvende, rustig voor zich uit ziende en nooit stokkend in zijn gelijkmatige woordenvloed. En als zijn dicteren onverwacht voor langere tijd werd onderbroken, kon hij, zonder na te lezen wat reeds geschreven was, dadelijk weer bij het laatst geschreven woord beginnend, in de juiste samenhang verder gaan.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
...  218 - 219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243  ...