Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 231 van 278

...  219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244  ...
[18] Wees daarom ook voor de arme aarde voor één keer even goed als U hier voor ons bent en laat Uw aanhangers niet meer kruisigen door hen, die U, nu net als eertijds, zonder enig bedenken zouden kruisigen, wanneer U als mens weer naar de aarde zou komen en tegen hen zou ijveren, zoals U eens tegen de snode Farizeeërs hebt geijverd. Laat U eens gelden, o Heer, bewerk de aarde en bemest haar in alle ernst met Uw volle genade, anders zal ze weldra tot een verschrikkelijke gruwel van verwoesting worden. Kijk Heer, mijn liefste Jezus, U zegt toch zelf, dat ik nu Uw beminde Helena ben! Als ik deze allerhoogste benaming dan toch waardig ben, doet U, als enige geliefde van mijn hart, het dan omwille van mij!
Hoofdstuk 84: Helena's mening over de weg tot heil voor de mensen op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Kijk verder ook eens naar het gewicht dat ieder voorwerp van nature eigen is. Wat een verwoesting richt een lawine aan, die van een hoge berg naar beneden komt. En waar een rots neerstort, verplettert hij in zijn val alles wat hij tegenkomt. Zou het dan niet beter zijn, dat Ik de hele aarde zo licht als een veertje zou hebben gemaakt? De mens zou dan met de aarde kunnen spelen als kinderen met een bal. Maar wie zou dan de aarde stevig bijeen houden? En hoe zouden mensen, dieren en planten zonder gewicht zich op de aardbodem staande houden? Hieruit zie je dus weer hoe noodzakelijk het is dat alle lichamen die onaangename eigenschap bezitten, als ze moeten blijven bestaan.
Hoofdstuk 91: De reden voor de schaduwzijde van het leven. Tegenstellingen noodzakelijk voor de geestelijke vrijheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Op Mijn uitnodiging staat Robert op en zegt: 'O Heer, Gij liefde der liefde, vriend der armen, wijste onder de wijzen uit U! De hele zaak is naar haar uiterlijk voorkomen wel zonder meer duidelijk beschreven, maar omdat Helena zich op het gebied van overeenkomsten nog niet het nodige inzicht eigen heeft kunnen maken, waardoor ze zulke verschijningen zou kunnen begrijpen, is het toch nodig haar deze zaak te verduidelijken.
Hoofdstuk 93: Robert verklaart het aanschouwde. Eigenliefde en hoogmoed, de diepste wortels van het kwaad. De onveranderlijke Godswil - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Helena zegt: 'Ja, als de zaken er hier en in de hele oneindigheid zo voorstaan, moet ik inderdaad tot een inzicht komen. Maar ik denk dat het zijn of niet-zijn van de aarde echt niet zozeer van mijn domheid zal afhangen. Nietwaar, mijn enige liefde, U kunt de hele oneindigheid toch wel een paar seconden lang zonder mijn inzicht over de afschuwelijke zevenkop in stand houden?'
Hoofdstuk 94: Helena over het zevenkoppige monster, de strijd tussen de dieren, de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Ja, Mijn geliefde Helena, bij Mij is alles met een perfecte weegschaal afgewogen; in veel gevallen kan er echt geen uitstel of stilstand worden geduld. Weliswaar kan Ik de hele schepping wel in stand houden zonder jouw inzicht, maar zoals Ik reeds heb opgemerkt, gaat het hier niet zozeer om een onwankelbaar in stand houden van het heelal, maar veel meer om al degenen, die hier de laatste tijd uit de wereld zijn aangekomen, op een hemels volmaakte manier vrij te maken. Als je dat daarbij in overweging neemt, zal het voor jou gemakkelijk zijn om datgene na te komen, wat Ik van je verlang. Heb je dit nu begrepen?'
Hoofdstuk 94: Helena over het zevenkoppige monster, de strijd tussen de dieren, de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Valt deze volgens de gestelde ordening uit, dan kunnen ze, net als jij hier in deze wereld van de geesten, in een volkomen vrij leven overgaan. Valt ze echter tegen de ordening uit, dan moet de gevangenschap ook in de geestenwereld zo lang voortduren, totdat zulke mensen tot die praktische kennis geraken, waarmee ze dan Mij, hun Schepper, zonder schade te lijden kunnen naderen. Kunnen ze Mij eenmaal liefhebben als hun Heer en Broeder, dan zijn ze door zo' n liefde pas echt vrij zoals Ik, terwijl Ik dan in hen als een volkomen tweede Ik levend denk, voel, oordeel en handel.
Hoofdstuk 95: Uitleg van de Heer over de ontwikkeling van zelfstandige wezens. Sleutel tot begrip van het leven op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] In zulk een eeuwig voortdurende toestand kunnen ze echter van Mij uit, zonder dat hun individuele vrijheid schade lijdt, steeds meer vrije inzichten en krachten opnemen, ja zelfs alles volmaakt worden zoals Ik. Deze toestand is dan voor hen pas de volmaakte zaligheid.
Hoofdstuk 95: Uitleg van de Heer over de ontwikkeling van zelfstandige wezens. Sleutel tot begrip van het leven op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Robert, stom verbaasd over zulk een onthaal, kijkt de Patheticus een tijd lang opgewonden aan en staat op het punt om hem nog tien keer grover te bejegenen. Hij vermant zich echter en zegt op gematigde toon: 'Vriend, je hebt me nog niet eens aangehoord en hebt dus helemaal niet kunnen vernemen wat ik je te vertellen heb, en je verwenst me zonder daartoe enige reden te hebben! Laat me eerst me je praten en oordeel dan, of ik iets onredelijks van je zou verlangen!'
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] De Patheticus valt hem in de rede: 'Vriend, zonder nu direct een ezel te zijn zoals jij, reiken mijn oren echter toch tot aan jullie fraaie vergadertafel en hebben het twijfelachtige genoegen alles te horen wat daar wordt besloten. En zo hebben mijn oren dan ook de brutaliteit gehad te vernemen wat in jullie hoge raad werd beslist over die mensen, die het zich op aarde jammer genoeg hebben veroorloofd om te genieten van datgene, waar ze door de wet der natuur aan hun haren naar toe werden gesleept.
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Omdat ik nu echter met jou toch al zo'n miserabel gesprek ben begonnen, wees dan ook zo vriendelijk om me te zeggen hoe het nu eigenlijk met die zogenaamde Heiland Jezus is gesteld. Wat is Hij voor iemand? Valt er met Hem wel een verstandig woordje te spreken? Zou Hij iemand van ons zonder verdere beschamingen op een wat beter spoor kunnen zetten? Staat Hij soms in een bijzondere, bovenmenselijke verbinding met de grote Godheid? Want weet je, ik kan toch niet aannemen, dat Hij mogelijkerwijs zelf...? Nee, ik kan het eigenlijk niet uitspreken! Je begrijpt wel wat ik eigenlijk bedoel. Wel heeft Max Olaf voorheen een beetje gedweept over de volheid Gods in juist deze Jezus, maar welke verstandige geest kan dat aannemen! Wees zo goed, beste vriend, om me wat dat betreft enkele bijzondere wenken te geven!'
Hoofdstuk 98: De patheticus begint naar Jezus te vragen. Er begint zelf kennis in hem te dagen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Robert zegt: 'Zeer zeker, want anders ben je, zonder iedere verdere hulp of redding, verloren!'
Hoofdstuk 98: De patheticus begint naar Jezus te vragen. Er begint zelf kennis in hem te dagen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Robert zegt: 'Ja beste vriend, je moet in ieder geval wel rekenen op een heel radicale verdeemoediging, want zonder deze zul je er nooit beter, maar alleen maar slechter voor komen te staan! Vat dus maar moed en biecht zelf al je zwakheden op bij de Heer Jezus! Geloof in Hem en heb Hem oprecht lief; dan zou het kunnen gebeuren, dat Hij jou heel wat door de vingers ziet! Maar hoe meer je zelf aan je eer vasthoudt, des te erger zul je tegenover iedereen alleszins beschaamd worden, want zo goed als de werkelijke God en Heer Jezus Jehova is ten opzichte van diegenen die Hem naderen met een rouwmoedig hart, even onverbiddelijk streng is Hij ook tegenover hen, die Zijn goedheid, lankmoedigheid, geduld en liefde te lang en smadelijk op de proef stellen!
Hoofdstuk 98: De patheticus begint naar Jezus te vragen. Er begint zelf kennis in hem te dagen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] O, mijn arme Emma, wat was jij voor mij? Zelfs in je rechtvaardige toorn nog een zuivere engel! En wat was ik voor jou? Een vuile smeerlap zonder liefde, zonder dankbaarheid, zelfs zonder enig respect! Nee, nee, vriend, hoe meer ik er nu over nadenk, des te duidelijker wordt het me, dat ik tot nu toe een gemene ellendeling was en eigenlijk nog ben. Vanwege de schreeuwende gerechtigheid kan ik onmogelijk dat gezelschap naderen. Nee, zo'n lieve vrouw had ik en toch kon ik me vermaken met de ordinairste hoeren! 0 jij, door de Godheid vervloekt zwijn, nu een prooi voor de wormen! Om jouw lage lusten te bevredigen kon ik een engel ontvluchten en alle duivels narennen! Dit inzicht moet me nu zeker doden!
Hoofdstuk 98: De patheticus begint naar Jezus te vragen. Er begint zelf kennis in hem te dagen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Want geloof me, ook ik heb Hem niet zonder slag of stoot als de enige God en Heer der oneindigheid erkend en aanvaard. Het kostte Hem en mij heel wat geduld, voordat ik uit mijn duistere Hegelianisme en Strauszianisme en tevens uit mijn heerszucht en ontucht omhoog kon worden getild. Maar toen ik eenmaal door Zijn helpende genade in een waarachtig licht werd geplaatst, zag ik dan ook met grote helderheid mijn ten hemel schreiend onrecht in en herkende in de Heiland Jezus de enige God van de hemel en alle werelden! Doe jij nu dan ook hetzelfde!
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Ik zeg: 'Nu doe je een beroep op Mijn goedheid en genade, omdat het water des doods je al tot aan de lippen staat. Maar Ik vraag jou hoe je dat nu kunt doen, daar je toch eerst alles aan Mijn almacht overliet en met je eigen mond hebt gezegd: 'Heer, Uw wil geschiede!' Mijn wil lijkt je nu niet zo plezierig en daarom zou je in je hart wensen dat Mijn wil maar niet zou geschieden! Hoe moet ik dat opvatten? Met je mond zeg je steeds wat anders dan wat je in je hart wilt. Denk je dan dat Ik een wezen ben met wie men zonder meer komedie kan spelen? O, dan heb je je toch wel heel erg vergist
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244  ...